Bijlage A Waterontspanners in het drinkwaterwingebied van Oasen

Vergelijkbare documenten
omgevingsdienst HAAGLANDEN

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

omgevingsdienst HAAGLANDEN

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

Innovatieve dijkversterking Waterontspanner 10 september 2015 Kivi Lezingenavond Den Haag

Boren zonder Zorgen Erkenningsregeling. RWS Leefomgeving / Bodem+ Jan Frank Mars

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

omgevingsdienst HAAGLANDEN

WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESLUIT Ambtshalve wijziging vergunning (artikel 2.31 lid 2b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Algemene voorschriften boringen en boorputten in grondwaterbeschermingsgebieden en

omgevingsdienst HAAGLANDEN

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Aanleg en installatie van Brandputten

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Omgevingsverordening Limburg 2014/Wijzigingen hoofdstuk 4 inzake geothermie

Ontwerp besluit ingevolge de Grondwaterwet / Verordening Waterhuishouding Limburg 1997

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

Aanpak knelpunten in BRL en protocol

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Om de effecten op de bodem in beeld te brengen worden de volgende criteria beoordeeld:

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Innovatieve dijkversterking Waterontspanner 10 september 2015 Kivi Lezingenavond Den Haag

14 Bodemonderzoek 14.1 Inleiding

omgevingsdienst HAAGLANDEN

GW 1. Bouwput, sleuf en proefbemaling en grondsanering

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Notitie. 1. Inleiding

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Bijlage A. Begrippenlijst

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Rommelen in de bodem. Aanleg bodemenergiesystemen. Maarten Busstra Inspecteur & projectleider bodemenergie

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

SAMENVATTING. en funderingen

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Houden we voldoende drinkwater? Aanvullende Strategische Voorraden voor de drinkwatervoorziening

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

Bodemenergie en toezicht Gert Jan Evers

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

ONTWERP-WIJZIGING PROVINCIALE MILIEUVERORDENING ZUID-HOLLAND (ACHTSTE TRANCHE)

Freatische bemaling fundaties bestaande brug over de Gaasp (KW022) fase 2

Stabiliteit land- en waterbodems in Groot Mijdrecht

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Ons Kenmerk ODH Zaaknummer

Voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingsherstel ter hoogte van De Lairessestraat 15 in Amsterdam.

The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4.

1 Inleiding en projectinformatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Ons Kenmerk ODH Zaaknummer

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stromingsbeeld Rotterdam

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

Op basis van bovenstaande figuur zou de kwel circa 1 à 2 mm/dag bedragen bij een hoogwatergolf in de rivier die één keer per jaar voorkomt.

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Haak om Leeuwarden Midden + onderdoorgangen Westelijke invalsweg

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Het gaat hier niet om grondverzet waarbij oppervlaktewater wordt gecreëerd, hiervoor is een apart beleid geformuleerd in hoofdstuk 5.

GronDwatEr. onttrekken En LozEn Van

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

HOOFDSTUK 4. Grondwater

WATERVERGUNNING. Datum 6 november Zaaknummer 18585

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

Geohydrologische effecten afgraven voorland en terugstorten in diepe delen Gijster

DUURZAAMHEID door KWALITEIT

Memo * *

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december Postbus AA Heerlen

64 Grondwateronttrekking voor drinkwater voor vee

1. INLEIDING 2. REIKWIJDTE BELEIDSKADER

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingswerkzaamheden en de bouw van een kelder ter hoogte van Andrea Schelfhoutstraat 39A/B in Amsterdam

Meldingsformulier voor het onttrekken en lozen van grondwater, als gevolg van bronbemaling, bodem- en grondwatersaneringen of proefonttrekkingen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant.

PROJECT TIJDELIJKE OPSLAG OUD ALBLAS TOEPASSEN BAGGERSPECIE

Titel van de presentatie :24

Achtergrondrapport Water

Meldingsformulier voor het onttrekken en lozen van grondwater, als gevolg van bronbemaling, bodem- en grondwatersaneringen of proefonttrekkingen

Watervergunning. Datum 27 juli Zaaknummer 14885

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Ons Kenmerk ODH Zaaknummer

Transcriptie:

Bijlage A Waterontspanners in het drinkwaterwingebied van Oasen Ten behoeve van het verbeteren van de sterkte van de dijk op het traject Schoonhovenseveer Langerak (SLA) is gekozen de dijkverbetering uit te voeren met waterontspanners. Dit werk wordt uitgevoerd door middel van het plaatsen van ondiepe verticale putten aangelegd conform de richtlijn BRL 2100 en protocol 2101 in een lint in de teen van de dijk tot een diepte van maximaal NAP -9 m. De waterontspanners worden geplaatst in de Holocene deklaag, met uitzondering van een enkele locatie. Het onderste deel van de waterontspanner wordt uitgerust met een grindhuls waarin het water kan infiltreren. Het bovenste deel dat door de deklaag heen gaat, wordt afgedicht zodat de deklaag weer gesloten is. Het resultaat is een verbinding van de bovenste zandlaag (het holocene zandpakket) met de bovengrond waarmee bij hoge rivierwaterstanden grondwater kan worden afgevoerd. Deze tijdelijke en kortdurende afvoer van grondwater (alleen bij hoge rivierwaterstanden) zorgt voor een vermindering van de grondwaterdruk op het maaiveld waardoor de dijk zijn sterkte behoudt. Het systeem werkt onder vrij verval en loost het overtollige water op een bestaande watergang. Figuur 1.1 Opbouw Waterontspanner Het te versterken deel van Waal Oost (onderdeel van SLA) ligt volledig in het Milieubeschermingsgebied voor grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning. Het gebied wordt beschermd via de Provinciale Milieuverordening van de provincie Zuid-Holland en bestaat uit drie zones: Waterwingebied = de feitelijke drinkwaterwinning Grondwaterbeschermingsgebied = de zone rondom het waterwingebied waaruit het grondwater toestroomt naar de winning Boringsvrije zone = een aanvullende beschermende zone rondom de winning. Het deel AW266-023 tot AW273 ligt in de boringsvrije zone. Het laatste deel, AW273 tot AW275-013, ligt in het grondwaterbeschermingsgebied. In figuur 1.2 is het traject Waal Oost ingetekend op de kaart behorende bij de Provinciale Milieuverordening. 1

In rood de lijn van het traject Waal Oost, dijkversterking Schoonhovenseveer Langerak Figuur 1.2 Uitsnede van de provinciale milieuverordening met daarin het traject Waal Oost. De oranje cirkel geeft de locatie aan waar de bronnen mogelijk tot in het Pleistoceen geplaatst worden, vanwege de kortsluiting op deze locatie tussen de watervoerende pakketten van het Holoceen en Pleistoceen. In figuur 1.3 is de Pleistocene laag weergegeven, die zich bevindt op een diepte van NAP -10m. Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de bodem het Achtergrondrapport Geotechniek dat hoort bij het opgestelde projectplan Waterwet voor de dijkverbertering Schoonhovenseveer Langerak. Figuur 1.3 Uitsnede uit geologische kaart van het Holocene pakket die door WZHO, rechtsvoorganger van Oasen, is gemaakt t.b.v. de MER voor de drinkwaterwinning. De Pleistocene laag bevindt zich op een constante diepte van NAP -10m. 2

In het milieubeschermingsgebied voor grondwater zijn boringen en putten in beginsel verboden. Belangrijk is het verbod op het verrichten van mechanische activiteiten dieper dan 2,5 m-mv. Dit verbod geldt voor de boringsvrije zone en het grondwaterbeschermingsgebied. Voorts gelden vele verboden voor het grondwaterbeschermingsgebied zoals onder andere het verbod op de opslag van olie en gevaarlijke stoffen, het uitvoeren van bouwactiviteiten en het toepassen van bouwstoffen. Alleen onder bepaalde voorwaarden kan ontheffing worden verkregen. Vanuit maatschappelijk belang is Oasen bereid mee te werken aan de gekozen oplossing om de dijk te versterken met de geschetste innovatieve oplossing, mits de risico s geborgd worden. Het is daarnaast van groot belang dat geen ongewenste precedent werking uitgaat van de voorgenomen aanleg. M.a.w. dat er geen vrijbrief ontstaat voor soortgelijke boorwerkzaamheden door derden. In het algemeen geldt immers het voorzorgsprincipe en zijn dit type boringen verboden (o.a. brandputten, KWO systemen). Hoe minder boringen en gaten nabij de waterwinning hoe beter. In figuur 1.4 is de schematische weergave van het ontwerp en de uitstroomvoorziening weergegeven. De waterontspanners lozen per groep van ongeveer 6 10 op een verzamelleiding die horizontaal wordt aangelegd in de teen van de dijk boven het maaiveldniveau van de polder. Deze verzamelleiding is verbonden met een uitstroomvoorziening waar tevens het waterniveau in de waterontspanners kan worden geregeld. De uitstroomvoorziening is verbonden met een dichtstbijzijnde watergang via een pijpleiding. De pijpleiding en uitstroomvoorziening worden uitgevoerd met een terugslagklep zodat dat planten en beesten niet kunnen binnendringen. De bovenkant van de uitstroomvoorziening en de waterontspanners worden vergrendeld zodat onbevoegden/derden/particulieren er niet bij kunnen komen. Het leidingenmateriaal waarmee wordt gewerkt zijn HDPE leidingen. De waterontspanningsputten worden aangelegd met klei-zwelkorrels en grind. De uitstroomvoorziening wordt gemaakt van beton. In Bijlage B Tekeningen.pdf zijn kaarten opgenomen met kadastrale grenzen en de ligging van de waterontspanners, de verzamelleiding en lozingsleidingen naar een watergang. Waal Oost is weergegeven op Deelkader 2B, 3A en 3B. Uitvoeringsaspecten Bij de aanleg van de waterontspanningsbronnen wordt gebruik gemaakt van kleine mobiele werkterreinen. Deze zijn bereikbaar vanaf de op en afritten van de dijk. Uitvoering vindt plaats in een zone tussen 4 10 meter buiten de teen van de dijk. Schadelijke stoffen worden niet gebruikt. Dieselolie wordt in dubbelwandige tanks opgeslagen. Tanks en overige olieachtige producten worden in lekbakken geplaatst. Bij het plaatsen van de bronnen wordt in de nabijheid van woningen gewerkt met relatief licht materieel (rupsvoertuigen). Dit geeft weinig tot geen overlast voor de bewoners. Schade aan de begroeiing (grasmat) wordt voorkomen door het gebruik van rijplaten. In het geval dat schade aan de grasmat toch optreedt wordt deze hersteld. Verder worden er geen wegen, parkeergelegenheden of terreinen gerealiseerd met een intensiteit van meer dan 2.500 motorvoertuigen per etmaal. Voorafgaand aan het werk wordt een VGM-plan opgesteld waarin de aspecten worden beschreven ten aanzien van veilig werken en werken volgens milieunormen. Het werk wordt uitgevoerd door een aannemer die is gecertificeerd in mechanisch boren, het maken van grondboringen, waterwinputten en bijbehorende diensten. 3

Waterstand in de dijk Overstorthoogte Afsluiter Beschikbare afregelhoogte Technisch minimum (TM) ivm overstorten sloot/maaiveld Waterstand in de dijk Afsluiter Technisch minimum (TM) ivm overstorten sloot/maaiveld Figuur 1.4 Schematische weergave van de waterontspanner en de uitstroomvoorziening. Boven de situatie waarop de uitstroomvoorziening wordt ingeregeld. Beneden de situatie waarin het waterniveau is gezakt tot een normaal niveau in de Lek. 4

Risico s en beheersmaatregelen ten aanzien van de aanlegfase 1. Risico: Bij de aanleg van de putten kunnen milieuvreemde stoffen in het watervoerend pakket komen. Tijdens de uitvoering van het plaatsen van de waterontspanners is een specialistische aannemer aangesteld. Deze aannemer is ervaren in het plaatsen van boringen voor koude-warmte opslag en plaatst ook bronnen voor drinkwaterwinningen. Hij werkt volgens BRL 2100 en protocol 2101 waarmee wordt geborgd dat tijdens de uitvoering geen stoffen in het grondwaterpakket terecht komen. Zo werkt de aannemer met drinkwater in plaats van slootwater tijdens de uitvoering, en zorgt deze ervoor dat geen gevaarlijke stoffen in de grond terecht komen door ATA gekeurde hulpstoffen te gebruiken. Voorwaarden om te werken worden gegeven in de ontheffing. Oasen is nauw betrokken bij de uitvoering en maakt afspraken met Waterschap Rivierenland en bevoegd gezag over toezicht. 2. Risico: Bij de verbetering van de weerstand van de Lek-bodem (klei) kan vervuilde grond worden gebruikt en kunnen milieuvreemde stoffen in het watervoerend pakket komen. Ophoog- en aanvullingsmaterialen moeten schoon zijn en moeten voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. Grond die tijdens de werkzaamheden wordt toegepast dient minimaal van de categorie wonen te zijn. Risico s en beheersmaatregelen ten aanzien van het ontwerp van de waterontspanners 3. Risico: De putten verstoren de inname van de drinkwaterwinning (qua hoeveelheid) De hoeveelheid water dat via de waterontspanners wordt afgevoerd in het gehele traject Waal Oost is rond de 1.000 m 3 per dag bij een rivierwaterstand die eens in de tien jaar voorkomt. Dit bedraagt 5 tot 10% van de dagproductie van de drinkwaterwinning zelf, die 6 miljoen m 3 drinkwater per jaar levert 1. De waterontspanners werken kortdurend en alleen bij zeer hoge rivierwaterstanden, wanneer er een piek in kwel optreedt. Gevaar voor de drinkwaterwinning qua waterhoeveelheid levert dit daarom niet op. 4. Risico: De bronnen geven een directe toegang tot het watervoerend pakket. Verontreinigingen kunnen direct een risico vormen. In situaties dat de rivier een normaal peil heeft, moet het onmogelijk zijn dat stoffen het grondwaterpakket in komen. In figuur 1.4 is schematisch het ontwerp weergegeven. De afsluitende putdeksels dienen vergrendeld te zijn en duidelijk herkenbaar. De uitstroomvoorziening is ook beveiligd. De uitstroomvoorziening is voorzien van een terugslagklep bij de uitstroom en de stuwregelaar die het uitstroomniveau regelt, zorgen ervoor dat terugstroom niet mogelijk is. De waterontspanners worden jaarlijks gecontroleerd op werking en technische staat. In het eerste jaar zal dit vaker plaatsvinden om eventuele gebreken tijdig te kunnen vaststellen en herstellen. Van deze inspecties wordt een rapportage gemaakt ten behoeve van beheerder, bevoegd gezag en Oasen. Een meer frequente schouw op aspecten als afdichting, hygiëne en bijzondere situaties is mogelijk i.o.m. het waterschap. Het waterschap is verantwoordelijk voor een goede werking en de technische staat van de werken. 1 https://www.oasen.nl/drinkwater-maken/paginas/zuiveringsstations-en-pompstations-van-oasen- Artikel.aspx 5

5. Risico: Vanuit het overstortsysteem stroomt water terug het pakket in bij lage en dalende stijghoogten, met chemische en bacteriologische risico s voor het grondwater. Hiervoor gelden dezelfde zaken als het vorige risico zoals het afdichten van de putten zodat het niet toegankelijk is voor onbevoegden/derden/particulieren. De bronnen worden gecontroleerd op afdichting. Tussen de bron en de uitstroomvoorziening zit een beweegbare schuif waarmee het niveau van de ontspanner kan worden geregeld. Het water stroomt erover heen als het water in de rivier een bepaalde hoogte bereikt. Als de rivierwaterstand zakt zal ook het waterniveau in de dijk en in de put zakken. Het schot vormt de barrière tussen de sloot en de bron, zodat geen water uit de sloot de put in kan stromen. Ter illustratie: het niveau van de overloopschuif bevindt zich op een niveau van NAP 0 tot NAP +2m, afhankelijk van de locatie. Bij Waal-Oost ligt het niveau naar verwachting hoog. Het slootpeil is ca. NAP -1,5 meter. De uitstroomopening ligt vrij boven het slootpeil. De uitstroomvoorziening van de leiding naar de sloot wordt uitgevoerd met een terugslagklep om er zeker van te zijn dat slootwater niet kan terugstromen. Daarnaast is het daarmee ook niet mogelijk dat dieren zich nestelen in de leiding. Hierop dient te worden gecontroleerd. Tussen de waterontspanner en de pompput van Oasen moet een minimale reistijd van 110 dagen zijn, noodzakelijk voor de bescherming van de putten. Dit moet worden bepaald met een veiligheidsfactor van 3 (dus minimaal 330 dagen reistijd) om onzekerheden in de modellering te ondervangen. In een separate memo is beschreven dat middels een berekening is aangetoond dat hieraan wordt voldaan (Bijlage C Memo reistijd van waterontspanner naar puttenveld Langerak.pdf). De waterontspanners in het grondwaterbeschermingsgebied (niet zijnde de boringsvrije zone) worden zo uitgevoerd dat deze onafhankelijk werken van de waterontspanners in de boringsvrije zone. Waterontspanners worden zo uitgevoerd dat in bijzondere situaties het ook mogelijk is water eruit te onttrekken. Bij calamiteiten zoals een niet voorziene vervuiling van buitenaf is het dus altijd mogelijk de bron te bemalen. Bij calamiteiten dient een melding te worden gedaan aan bevoegd gezag en aan Oasen. Samenvattend: de instroom van slootwater heeft derhalve 3 barrières te overwinnen: het peil van de uitstroommond, de terugslagklep en de hoge overloopdrempel. Bij noodsituaties kan er ook water aan de bronnen worden onttrokken. 6. Risico: Het schoonmaken of regenereren van de bronnen gebeurt met ongewenste chemicaliën De uitvoering van het regenereren gebeurt door een erkend boorbedrijf volgens een vastgesteld en door Oasen goedgekeurd protocol. Het gebruik van ongewenste chemicaliën is niet toegestaan aangezien dit gevaar oplevert voor de drinkwaterwinning. De uitvoering van het onderhoud wordt gemeld aan Oasen. Oasen is nauw betrokken bij het onderhoud en maakt afspraken met Waterschap Rivierenland en bevoegd gezag over toezicht. 7. Risico: afspraken omtrent het beheer en onderhoud worden niet nageleefd Waterschap Rivierenland is vergunninghouder en verantwoordelijk voor het uitvoeren van beheer en onderhoud. Op de naleving van de vergunningvoorschriften, waaronder voorschriften met betrekking tot beheer en onderhoud, wordt toegezien door de afdeling handhaving van de Omgevingsdienst van de Provincie Zuid-Holland. Bij niet-naleving worden handhavingsinstrumenten ingezet. Oasen wenst de afspraken omtrent het beheer en onderhoud afzonderlijk met Waterschap Rivierenland te maken en vast te leggen. 6

8. Risico: kosten voor beheer en toezicht zijn onevenredig groot voor Oasen Het waterschap is beheerder van de waterontspanners. Oasen heeft een zeer duidelijk belang bij de juiste naleving van de vergunningseisen, en is nauw betrokken bij toezicht. Waterschap Rivierenland en Oasen maken afspraken over activiteiten en verrekening van kosten en leggen deze vast in een overeenkomst. 9. Risico: Het verlenen van een ontheffing voor het plaatsen van de waterontspanners in het milieubeschermingsgebied voor grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning door Oasen zorgt voor precedentwerking voor diepe boringen ten behoeve van andere activiteiten. 9.1 Maatschappelijk belang De Omgevingsdienst Haaglanden heeft namens de Provincie Zuid-Holland beleid gemaakt voor het afwegen van wel of niet ontheffing verlenen voor activiteiten in het Milieubeschermingsgebied. Belangrijke basis voor dit beleid is de verdringingreeks, zie figuur 1.5. De verdringingsreeks is opgenomen in het Nationale Waterplan en het Provinciale Waterhuishoudingsplan van de provincie Zuid-Holland. Figuur 1.5 Verdringingsreeks (bron: Factsheet verdringingsreeks) De verdringingsreeks bepaalt welk maatschappelijk belang boven het ander gaat in geval van schaarste. Hierin wordt gesteld dat de stabiliteit van waterkeringen boven het belang gaat van de drinkwatervoorziening. In het gebied van de drinkwaterwinning Langerak is zoet water van groot belang. Door de gekozen oplossing van de waterontspanners in de teen van de dijk ontstaat concurrentie voor dit zoet water pakket. Niet zozeer voor de hoeveelheid als wel voor de mogelijke vervuiling ervan. 9.2 Geen ander redelijk alternatief Alternatieven voor de gekozen oplossing voor dijkversterking zijn minder eenvoudig te realiseren, onevenredig duur en met mogelijk nog grotere impact op de omgeving. Het plaatsen van steunbermen om de sterkte van de dijk te realiseren zijn landschappelijk ingrijpend. Mogelijk zouden hiervoor woningen moeten worden geamoveerd. Het inbrengen van damwanden gaat gepaard met veel uitvoeringshinder en ook de andere bodemtechnieken veroorzaken in ieder geval enige uitvoeringshinder. De bodemtechnieken grijpen allemaal op een of andere manier in in het grondwatersysteem in het Milieubeschermingsgebied voor grondwater zoals verankeringen van de dijk, mixed-in-place technieken, zware bentoniet kwelschermen en damwanden. 7

Met het kiezen voor waterontspanners is niet automatisch alles geoorloofd. Strenge regels gelden ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden tijdens het plaatsen en de werking van de uiteindelijk geplaatste waterontspanners. Voorkomen moet worden dat het drinkwaterwingebied vervuilt raakt met invloeden van buitenaf. Zie hiervoor de voorgaande risico s en de bijgevoegde beheersmaatregelen. Voor bronnen voor andere toepassingen zoals de koude en warmte opslag of brandputten bestaan wel redelijke alternatieven zoals zonnepanelen en het gebruik van drinkwater. 9.3 De waterontspanners worden geplaatst in het holocene zandpakket De winning van Oasen vindt plaats in het pleistocene zandpakket, op een diepte van 16 meter beneden maaiveld of dieper. Het pleistocene zandpakket wordt afgesloten door een scheidende laag, waarboven het holocene zand zit. De holocene zandlaag wordt afgesloten door een bovenste laag klei op veen. De deklaag betreft de laag tussen maaiveld en het pleistocene zand. Met het plaatsen van de waterontspanners wordt de deklaag doorboord. Het laagste punt van de waterontspanners is 9 meter beneden NAP en blijft in het holocene zand. Dit wordt geverifieerd middels sonderingen vooraf aan de uitvoering. 9.4 De bronnen stromen door kweldruk altijd maar een kant op De waterontspanners worden in de dijk geplaatst, zodat de overmatige kweldruk vanuit de rivier kan worden afgevangen. Ter plaatse geldt dat er altijd kweldruk zal zijn. De stijghoogte van het water in de holocene zandlaag zal, onder invloed van de rivierstand (altijd boven NAP), altijd hoger zijn dan het polderpeil ter plaatse (NAP-1,2 m). Dit houdt in dat de bronnen altijd onder invloed staan van de rivier zodat de waterstroom altijd naar boven zal zijn. Het is, bij goede aanleg van het systeem, niet mogelijk dat water terug stroomt de grond in. 9.5 Beheer is geborgd bij de overheid Door het plaatsen van de waterontspanners wordt een dijk gerealiseerd die sterk genoeg is voor de normen van het waterschap met beperkte invloed voor de omgeving. De bronnen bevinden zich in milieubeschermingsgebied van grondwater. Duidelijke afspraken zijn gemaakt ten aanzien van het beheer en onderhoud van de waterontspanners tussen Provincie (bevoegd gezag), Oasen en het Waterschap Rivierenland. De borging van goed onderhoud volgens de regels van Oasen is geborgd bij overheid (waterschap). Oasen is nauw betrokken bij de uitvoering van het werk, het waterschap ziet toe op de naleving van de regels, bevoegd gezag treedt handhavend op. De Provincie, Oasen en het waterschap maken hierover nadere principeafspraken. 8