Aanleg en installatie van Brandputten

Transcriptie

1 Aanleg en installatie van Brandputten

2 Scope presentatie Soorten brandputten Richtlijn brandputten met zuigleiding Eisen aan brandputten Procesbeheersing Vergunningen Voorbereiding werkzaamheden Uitvoering werkzaamheden Documentatie Onderhoud

3 Soorten brandputten 1. Brandput met zuigleiding 2. Brandput met onderwaterpomp 3. Sprinkler bron, eventueel gecombineerd met warmte-/koude opslag c.q wko-bron met zuigleiding voor brandblus De Sprinklerbron c.q. wko-bron wordt niet behandeld, valt buiten scope. 3

4 Richtlijn brandputten met zuigleiding Initiatief van EGB en Brandweer: meer eenduidigheid verkrijgen over kwaliteit put door opstellen richtlijn Kwaliteit brandput beoordelen bij oplevering Controle kwaliteit bestaande brandput Ontwerp brandput niet in richtlijn opgenomen; hiervoor is informatie over bodemopbouw locatie brandput essentieel Richtlijn ook te gebruiken voor brandput met onderwaterpomp, nl. voor boren en schoonpompen put 4

5 Eisen aan brandput met zuigleiding In richtlijn eisen opgenomen voor goed functioneren bij oplevering, waarbij tevens voldaan wordt aan vigerende regelgeving: Leveren van voldoende bluswater Lange levensduur Voldoen aan voorschriften Brandbeveiligingsinstallaties NVBR Bodembescherming en Voorschriften Waterwet 5

6 Procesbeheersing Leidraad voor kwalitatieve technische uitvoering en oplevering is certificaat BRL SIKB 2100 / Protocol Mechanisch Boren 2101 Elk grondboorbedrijf moet vanaf 1 januari 2011 gecertificeerd rd zijn voor het uitvoeren van boorwerkzaamheden (erkend door Bodemplus, onderdeel van Ministerie van I en M) Inzet vakbekwaam personeel Inzet deugdelijk en veiligheidsgekeurd materieel Milieu eisen (o.a. afdichten doorboorde kleilagen, afvoer uitkomende grond en opgepompt grondwater) VCA*/** gecertificeerd Verslaglegging 6

7 Vergunningen Toestemming grondeigenaar en melding naar bevoegd gezag Melding bij Waterschap Ontheffing of vergunning lozen grondwater bij schoonpompen Ontheffing boren in boringvrije zone (o.a. grondwaterbeschermingsgebieden) 7

8 Voorbereiding werkzaamheden Controle aanwezigheid vergunningen/toestemmingen Verificatie grondwaterstand/stijghoogte vs. maaiveldhoogte KLIC melding Informeren belanghebbenden Inrichting boorlocatie Werkwatervoorziening Bij brandput met onderwaterpomp: eisen aan pomp/schakelkast en ontwerp voorleggen aan brandweer 8

9 Uitvoering werkzaamheden Alle boormethoden toegestaan onder voorwaarden van BRL SIKB 2100 / Protocol Mechanisch boren 2101 Meest geëigende boormethode is zuigboren / luchtliftboren: hierbij is een goede monstername en grondlagenbeschrijving volgens NEN 5104 mogelijk Bij roterend spoel/spuitboren is geen goede monstername en beschrijving mogelijk, in dat geval moet geofysische boorgatmeting worden uitgevoerd Boordiameter minimaal diameter bronfilter + 2x filtergrindomstorting 125 mm. Voorbeeld: bronfilter 200 mm + 2 x 125 mm geeft boorgatdiameter 500 mm Peilbuis in omstorting t.b.v. meten stijghoogte 9

10 Uitvoering werkzaamheden (boren) Boorsnelheid i.v.m. goede monstername max. 15 m/uur Grondlagenbeschrijving bepaalt inbouw- en aanvulstaat Bron met centrering inbouwen Aanvullen boorgat met stortkoker Doorboorde kleilagen zorgvuldig afdichten (conform boorprotocol 10

11 Uitvoering werkzaamheden (schoonpompen) Eisen aan zand- en slibhoudendheid in ontwerp vastgelegd Zodanig schoonpompen dat bij ontwerpcapaciteit zand- en slibvrij water wordt geleverd Max. afzuiging met bovengrondse zuigpomp 6,5 m maaiveld na continu 4 uur pompen bij ontwerpcapaciteit Beproeving door capaciteitstest: afpomping bij ontwerpdebiet vastleggen (zie modelformulier) Geijkte debiet- of flowmeter toepassen Absolute waarde grondwaterstand/stijghoogte bij beproeving op ontwerpcapaciteit 6,5 m maaiveld Uitvoering in aanwezigheid van opdrachtgever 11

12 Uitvoering werkzaamheden (afwerking) Haal/zuigleiding inclusief bronkop max. 23 kg (arbo-eis) Bestrating, bebording, bescherming/afwerking conform plaatselijke eisen 12

13 Ontwerp put met onderwaterpomp Verificatie eisen: debiet, persdruk, beveiliging tegen warmdraaien (motortemperatuur, overloop), bescherming en inrichting schakelkast Uitgangspunten ontwerp put: - Verlaging bij ontwerpdebiet 2 a 4 m - Diameter pompkamer wordt bepaald door diameter pomp - Diameter boring t.p.v.. pompkamer wordt bepaald door diameter pompkamer + 25 cm 13

14 Documentatie Bij oplevering moet het volgende worden gerapporteerd: Grondlagenbeschrijving (boorstaat) conform NEN 5104 Rapportage boorgatmeting incl. interpretatie bij spoelboormethode Inbouwstaat Aanvulstaat Rapportage capaciteitstest incl. bepaling zand- en slibhoudendheid Documentatie onderwaterpomp + schakelkast Omschrijving afwerking brandput met maatvoering 14

15 Onderhoud Vrijwel geen onderhoud van put nodig, wel periodieke controle capaciteit (debiet vs. Afpomping: specifiek debiet = debiet/afpomping in m3/h/m) Metingen bij periodieke controle vastleggen in archief (revisiemap) en vergelijken met resultaat bij oplevering Actie nemen bij specifiek debiet < 75 % van specifiek debiet bij oplevering: intensief schoonpompen en ontwikkelen Onderwaterpomp: check periodiek de beveiligingen en amperage.. Ga onderwaterpomp niet trekken als niet nodig is: juist door plaatsen en verwijderen treden storingen op,met name beschadiging van voedingskabel 15

16 Presentatie: Geboorde putten Door: Frans Heinis, Stichting Erkenning Grondboor- en Bronbemalingsbedrijf Deze presentatie ging in op het plaatsen en onderhouden van een brandput. Frans Heinis werkt bij de Stichting Erkenning voor het Grondboor- en Bronbemalingsbedrijf (EGB). Deze stichting is in 1993 opgericht op initiatief van de Vereniging van Boorondernemers en Buizenleggers (Bolegbo) nu de Vakgroep Ondergrondse Netwerken en Grondwaterbeheer van Bouwend Nederland. De EGB stelt zich ten doel om de kwaliteit van het ondernemerschap en het product in de grondboor- en bronbemalingsbranche in Nederland te bevorderen. De presentatie behandelde: de soorten putten, de richtlijnen en bijbehorende eisen en het onderhoud van de putten 16

17 In de vragenronde kwamen diverse onderwerpen aan bod, zoals Wat wordt verstaan onder goed onderhoud. Bij een goed aangelegde brandput zou 1 maal per jaar onderhoud voldoende moeten zijn. Ook kwam het onderwerp kosten en levensduur aan de orde. Een gemiddelde brandput kan tussen de en kosten en met een onderwaterpomp kunnen er nog extra kosten bijkomen. Een brandpunt zou circa 30 jaar of langer mee moeten gaan. De richtlijn voor brandputten is te vinden onder de volgende link: Er werd gevraagd naar de bruikbaarheid van oude brandputten die lange tijd niet zijn onderhouden. Frans Heinis legde uit dat het verstandig is eerst te kijken of de betreffende brandput goed gesitueerd is. Bij goede situering is het verstandig om de put te testen. Afhankelijk van de debietscore kan bepaald worden of de put nog gebruikt kan worden. 17