Spelen met spellen: een dictee

Vergelijkbare documenten
Snel en effec(ef lezen. Annemarie van der Zeeuw

Spelling & Formuleren. Week 2-7

Hoe spel ik een werkwoord?

Online cursus spelling en grammatica

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Voordoen (modelen, hardop denken)

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Visualisatie Talenten

Spelling en Grammatica

Eigen vaardigheid Taal

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Zorg voor focus Invulblad bij module 3 e-cursus Slimmer werken, Meer bereiken

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Werkwoordspelling. Zomercursus Taal. Bijzondere gevallen 1. Bijzondere gevallen 1. De drie strategieën

HOE KOM JE NAAR DE LES?

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

Score 22 Percentiel 64 Niveau I-V II Niveau A-E B DLE 45 T-score 53,7 Vaardigheidsscore 8,5

Voorbespreken en voorbereiden van een nieuw blok uit de rekenmethode

Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2

Needs Assessment. Postcode Woonplaats Telefoonnummer. Huidige opleiding Opleiding(en) daarvoor. Voorkeur begindatum Voorkeur einddatum Stageduur

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Inhoud. 1 Spelling 10

Kern 6: geit-pauw-duif-ei

Waar kies je voor? Colofon: Dit is een uitgave van de Centrale Ondernemingsraad van Unilever in Nederland

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Hand-out digiboard presentatie

Wat heb je gisteren gedaan?

Lesbrief bij Ouders in het wild. Liesbeth Groenhuijsen

Praktijkwerkboek AKA. Dataverwerking. Mutaties doorvoeren... 8 In deze opdracht voer je mutaties door in een databestand.

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

Thema 10. We ruilen van plek

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Didactische verantwoording. Allemaal taal. Taal en communicatie voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang en op de peuterspeelzaal

inhoud Hoofdstuk 3 Ik, de ontvanger Luisteren Non-verbaal luistergedrag Verbaal luistergedrag Kritiek ontvangen 43

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Inhoud. Mijn leven. ik regel mijn geldzaken

MOEDERDAG een mooie dag aan alle mama s. Dag lieve mama. Mama zijn. Kinderpraat

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Werkzoekende van de maand februari

Communiceren met de achterban

De hele m i c k van taal

instapkaarten spelling

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Na de uitslag moest Rob onmiddellijk een Europese bestemming noemen. Razendsnel dacht hij na.

Alles wat je wilt weten over dyslexie!

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

LTP klas periode 1 september grammatica blok 1+2 (weging 2x)

Vuistregels voor het spellingonderwijs.

PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Maak een vliegende start met je coachingspraktijk

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

Thema Op zoek naar werk

taal portfolio Taalportfolio 9+

HANDEL & VERKOOP. creatief en commercieel HANDEL & VERKOOP. creatief en commercieel. Handel en Verkoop

Snelspelwijzer Onze Taal

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Visuele Leerlijn Spelling

Praktijkwerkboek AKA. Kopieën maken... 8 In deze opdracht maak je kopieën van documenten.

Vorming Training Scholing. Voor alle cliënten van Odion

Dinsdag 13 maart 2018

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Wie ben ik? Mieke Urff

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Wegwijs in de werkwoordspelling

Rotaryclub Eindhoven-Welschap. Cursus solliciteren. Jan-Marc Luchies Ton Tangena

Omgaan met Psychische Klachten op de werkvloer

Werkinstructie benaderen Intermediairs Sense

i n h o u d Inhoud Inleiding

consumptief bakken - consumptief horeca - consumptief breed Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

het Verschil tussen Motiveren en Bekeren M A R C E L K I K M A R C E L B K I G M A I L. C O M

Inleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Maandbrief groep 7/8 april / mei 2016

Uw leerlingen leren bij het onderdeel Nederlands dat de Nederlandse taal leenwoorden bevat. Ze leren Engelse werkwoorden te vervoegen.

Transcriptie:

Spelen met spellen: een dictee

De spelregels www.woordenlijst.org

Een dag uit het leven van. Deel 1 Ellen is vanochtend al vroeg present. Het is de hele week al een en al (1) Een van haar collega s heeft haar (2) dat ze wat later is. Een andere collega begint vandaag aan haar (3) na een stevige (4) En er komt vandaag nog een (5) van een (6) kennismaken. Kortom, ze haalt eerst een (7).

Deel 2 Daarna begint ze met het aanvragen van een (8) voor een nieuwe medewerker. Op haar (9) staat ook nog het (10) van december. Elke vierde donderdag van de maand is er een overleg, maar dit valt in december op (11) Ze (12) het daarom op 17 december en regelt gelijk de (13)

Deel 3 Ondertussen vraagt haar collega of zij weet hoe je (14) schrijft. Ellen is een (15) en zoekt het even voor haar op. Ook (16) blijkt voor problemen te zorgen. Het valt niet mee dergelijke woorden foutloos in een tekst te krijgen. Ze print nog snel even de (17) van een presentatie en spoedt zich naar de vergadering van de directie met de ondernemingsraad.

Deel 4 (18) (19) heeft een notitie ingebracht over overschrijding van de (20) kosten. Daar zijn sommigen nogal (21) over. Nu maar hopen dat er niet (22) (23) wordt. Twee uur later zit ze weer op haar werkplek.

Deel 5 Enkele collega s staan bij haar bureau met elkaar te (24) Dat is een van haar (25) Ze loopt naar het (26) kopieerapparaat en maakt een kopie van een interessant (27) over niet te bestrijden (28)

Deel 6 Om 17.30 uur (29) Ellen naar huis. Haar partner Wouter met wie ze een (30) heeft, heeft haar een (31) gestuurd dat hij graag wil (32) Weg met de (33) die nog in de koelkast staat, tijd voor een kop (34), een heerlijke (35) en een toetje met (36)

De antwoorden deel 1 1. hectiek 2. gewhatsappt 3. re-integratie 4. burn-out 5. stagiaire 6. mbo-opleiding 7. cappuccino

De antwoorden deel 2 8. e-mailaccount 9. actielijstje 10. secretaresseoverleg 11. eerste kerstdag 12. plant 13. locatie

De antwoorden deel 3 14. posttraumatische stressstoornis 15. pietje-precies 16. contra-indicatie 17. hand-outs

De antwoorden: deel 4 18. Een van de 19. or-leden 20. begrote 21. gestrest 22. te veel 23. uitgeweid

De antwoorden deel 5 24. discussiëren 25. allergieën 26. dichtstbijzijnde 27. krantenartikel 28. bacteriën

De antwoorden deel 6 29. racet 30. latrelatie 31. sms je 32. mee-eten 33. kant-en-klaarmaaltijd 34. kippenbouillon 35. groenteschotel 36. rodebessensaus

Tel nu je punten Hoeveel van de 36 antwoorden heb je goed? Wie heeft de hoogste score?

Wat maakt het uit? Vlegons een odnrezeok van een Eglense uvienresitit deot het er neit toe in wlkee vlogrode de ltteers van een wrood saatn, als de esrete en lstaate ltteer maar op de jsutie ptalas saatn. Je knut de tsket dan zndoer pbroeelm lzeen.

Het maakt (soms) echt uit!

Spel(l)enderwijs Logica in een doolhof

Samenstellingen Wat zijn samenstellingen? Je voegt losse woorden samen tot een woord met een eigen betekenis. actie + lijst = actielijst hoge + snelheid + trein = hogesnelheidstrein kennis + maken = kennismaken

Vier hoofdregels 1. Samenstellingen aaneenschrijven rodebessensaus langetermijnplanning 2. De tussen s is gebaseerd op de uitspraak ervaringsdeskundige personeelsbeleid

Vier hoofdregels (vervolg) 3. Tussen n schrijven als het eerste deel alleen een meervoud heeft op n of en krantenartikel 4. Geen tussen n als het eerste deel een meervoud heeft op s of n groenteschotel secretaresseoverleg

c of k Er is één schrijfwijze: cadeau locatie factuur actie akkoord

Een koppelteken of een trema? Een koppelteken gebruik je o.a. bij botsende klinkers tussen de delen van een samenstelling: mee-eten contra-indicatie Een trema gebruik je om binnen een woord botsende klinkers te scheiden: discussiëren

Een koppelteken of een apostrof? Een koppelteken als het tweede deel een eigen betekenis heeft: sms-bundel hbo-niveau Een apostrof als het tweede deel geen eigen betekenis heeft: sms je hbo er

De (vreemde) werkwoorden Tegenwoordige tijd: stam + evt. t zij loopt / zij coacht zij plant / zij strest hij zoekt / hij googelt zij wordt / zij downloadt

De (vreemde) werkwoorden (vervolg) Gebruik t(a)x(i)k(o)fsch(i)p bij verleden tijd en voltooid deelwoord ik werkte / ik coachte gevist / gestrest gehaald / gemaild (tip: nee = d)

Even oefenen met de hoofdregels gemeente + huis fiets + hok krant + artikel map + structuur ziekte + verzuim trap + huis tomaat + soep roos + geur geboorte + golf