Versie 1.0 06-10-2011 Veiligheidszorg op Maat Plateau 1: Proces Veiligheidszorg op Maat De aanleiding en de beschrijving van het proces om te komen tot een nieuw Dekkingsplan (Dekkingplan 2.0) voor de Veiligheidsregio Utrecht Documentinformatie Opdrachtgever Projectleider : Rob Frek : Piet van der Vlist Documenthistorie en verspreiding Versie/Status Datum Verspreiding Opmerkingen 1.0 6 oktober DB Goedkeuring: Versie/Status Datum Naam en rol Opmerkingen
Inhoudsopgave blz. 1.0 Inleiding 3 1.1 Doelstelling 3 2.0 Het Wettelijk Kader en Landelijke aansluiting 4 3.0 Het Project, het Proces en de Planning 5 4.0 De weergave van het huidige prestatieniveau 2011 (ist-situatie): Dekkingsplan 1.0 6 5.0 Samenhang Bestuur, Project en Medewerkers. 6 6.0 Tot slot: Bestuurlijke Ruimte 7 2
1.0 Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet Veiligheidsregio s (hierna: WVR) en het onderliggende Besluit Veiligheidsregio s (BVR) in werking getreden. Deze wet en besluit stellen eisen aan de (basis)brandweerzorg. De WVR bepaalt onder andere dat iedere veiligheidsregio een dekkingsplan voor de brandweer moet hebben gebaseerd op het risicoprofiel en het brandrisicoprofiel. Het BVR stelt vervolgens expliciete normen met betrekking tot de opkomsttijden en de standaard bezetting van de basisbrandweereenheid, ondersteuningseenheden en ongevallen met gevaarlijke stoffen. De tijdnormen voor de opkomsttijden van de brandweer liggen daarmee (in beginsel) vast. De wet biedt wel ruimte aan het bestuur van de veiligheidsregio om af te wijken van de tijdnormen. Mits dit beargumenteerd is. Om op basis van de WVR, het BVR en de toelichting op de wettekst een dekkingsplan op te stellen, is door de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) het project Dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat gestart. Het project kent een zorgvuldig proces dat van de IST-situatie van het huidige prestatieniveau, de feitelijke opkomsttijden 2011 (Dekkingsplan 1.0), gefaseerd leidt tot een nieuw dekkingsplan (Dekkingsplan 2.0) waarin het gewenste prestatieniveau is vastgelegd. Een tweede aanleiding om de inrichting van de brandweerzorg in de regio te beschouwen is de bestuurlijke ambitie in het Beleidsplan 2012-2015, dat de brandweerzorg in de gehele regio op een uniform kwaliteitsniveau wordt gebracht, waarbij de gemeente grenzen niet langer leidend zijn. Ook is in het Beleidsplan aangegeven dat de VRU een ontwikkeling op gang wil brengen, die erop gericht is meer nadruk te leggen op kansreductie en risicobeheersing. 1.1 Doelstelling De doelstelling van dit document is aan te geven wat met het project Veiligheidszorg op maat bereikt moet worden en welk bestuurlijk proces daartoe in de komende periode in gang gezet en gevolgd zal worden. Het biedt eveneens inzicht in de bestuurlijke keuzemomenten om te komen van de feitelijke opkomsttijden 2011 (Dekkingsplan 1.0) naar het nieuwe Dekkingsplan 2.0. In het proces zal het bestuur van de VRU en de organisatie worden meegenomen, om zo te voldoen aan de eisen die de WVR stelt aan de Veiligheidsregio s ten aanzien de opkomsttijden van de Brandweer. Met dit proces, gevat in het project Veiligheidszorg op Maat, wordt beoogd het bestuur in staat te stellen de normen van het BVR in het licht van de VRU te plaatsen en worden argumenten en handvatten gegeven voor mogelijke afwijkingen op deze tijdsnormen. Dit gebeurt onder andere door het opstellen van scenario s waarin preventieve en repressieve maatregelen, en de samenhang hiervan, nader uitgewerkt worden (plateau 3). Op deze wijze wordt het bestuur ondersteund in hun besluiten ten aanzien van de opkomsttijden in de veiligheidsregio Utrecht en hen tevens de mogelijkheid geven de kwaliteit van de brandweerzorg bestuurlijk te bepalen. 3
2.0 Het Wettelijk Kader en Landelijke aansluiting De Wet Veiligheidsregio's (artikel 14, sub 2.f) bepaalt dat iedere regio een dekkingsplan voor de brandweer moet hebben, dat is gebaseerd op het risicoprofiel, inclusief de brandrisico's. Hiermee wordt de kwaliteit van de brandweerzorg verzekerd. Het bestuur van de veiligheidsregio moet dit dekkingsplan, met bijbehorende opkomsttijden vaststellen. Bij het maken van het regionale dekkingsplan moeten de opkomsttijden die in het Besluit veiligheidsregio's staan, in acht worden genomen. Basisbrandweerzorg betreft de uitvoering van de taken genoemd in artikel 25, eerste lid, onderdelen a en b van de Wet Veiligheidsregio s, t.w.: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Hoofdstuk 3 van het Besluit veiligheidsregio s beschrijft de wettelijke eisen aan de basisbrandweerzorg. Het gaat hier om eisen aan de organisatie, opkomsttijden, materieel en uitrusting. Deze eisen hebben uitsluitend betrekking op het spoedeisende optreden van de brandweer, waarbij sprake is van brand of andere levensbedreigende incidenten waarbij de brandweer een taak heeft. Bij het opstellen van de eisen aan de basisbrandweerzorg is nadrukkelijk een evenwicht gezocht tussen de verantwoordelijkheid zoals vastgesteld in het besluit en de eigen verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio s (gemotiveerd afwijken). In hoofdstuk 4 van het genoemde besluit worden de wettelijke eisen met betrekking tot de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen beschreven. De minister van BZK heeft in brieven aan de Tweede Kamer (21 januari en 13 juli 2010) gespecificeerd dat het de bedoeling van het besluit is om de status quo te formaliseren. Hier wordt invulling aan gegeven met de beschrijving feitelijke opkomsttijden 2011 (Dekkingplan 1.0). Het BVR biedt (in artikel 3.2.1.2) ruimte aan het bestuur van de veiligheidsregio om beargumenteerd af te wijken van deze normen. Het bestuur heeft de bevoegdheid om andere tijden vast te stellen op basis van een kosten-batenanalyse en rekening houdend met het brandrisicoprofiel. De bestuurlijke afweging over de inrichting van de brandweerzorg resulteert in een dekkingplan met het gewenste prestatieniveau SOLL, het Dekkingsplan 2.0. 4
3.0 Het Project,, het Proces en de Planning Het project Veiligheidszorg op Maat bestaat uit een aantal samenhangende onderdelen, te weten: zicht op het huidige prestatieniveau (Dekkingsplan 1.0), het brandrisicoprofiel, een toolbox met maatregelen gericht op risicobeheersing en operationele maatregelen en een bestuurlijk vast te stellen brandweerzorgniveau voor de VRU in Dekkingsplan 2.0. Het totale proces van het project Dekkingsplan: Veiligheidszorg op Maat, is ingedeeld in vier plateaus, waarbij ieder plateau kan worden gezien als een klein project met een afgerond resultaat. De plateaus worden in hun onderlinge samenhang waar mogelijk dakpansgewijs uitgevoerd. Dat betekent dat plateaus gedeeltelijk parallel aan elkaar uitgevoerd kunnen worden. Deze vorm van projectuitvoering leidt naar verwachting tot een grote mate van projectbeheersing. Doordat beslissingsmomenten duidelijk herkenbaar in tijd en naar inhoud plaatsvinden, kan de communicatie over het project naar de diverse doelgroepen/ belanghebbenden tijding en juist georganiseerd worden. (Zie figuur) Plateau 1: Dekkingsplan 1.0 = Huidige repressieve dekking, incl. vaststellen proces naar Dekkingsplan 2.0 November 2011 Plateau 2: Vaststellen Bestuurlijke Uitgangspunten, Dekkingplan 2.0 Juni 2012 Ontwikkeling van: Brandrisicoprofiel Toolbox-instrumenten Plateau 3: Voorleggen uitgewerkte scenario s Gewenst brandweerzorgniveau = Dekkingsplan 2.0 op basis van keuze uit scenario s Implementatieplan Dekkingplan 2.0 November 2012 Plateau 4: Implementatie Dekkingsplan 2.0 & doorontwikkeling op basis van registratie, ontwikkelingen en innovatie. 2013-2015 Figuur: Proces. 5
Het proces hoort in plateau 1 en zal als onderdeel van de besluitvorming dan ook gelijktijdig met de Huidige situatie (Dekkingsplan 1.0) als realistische beschrijving van de status-quo van de brandweerzorg VRU 2011 ter besluitvorming in het AB van 7 november worden aangeboden. Om het bestuur een goede afweging te kunnen laten maken, voor het vaststellen van de opkomsttijden voor VRU, worden in plateau 2 van het project, het brandrisicoprofiel van de VRU opgesteld en zal het een aantal zogenaamde tooboxinstrumenten opleveren. Hierdoor heeft het bestuur de mogelijkheid om al dan niet beargumenteerd af te wijken van de tijden uit het BVR. Deze zullen aan het einde van plateau 2 aan het bestuur worden aangeboden. Tegelijkertijd het bestuur zal worden gevraagd bestuurlijk uitgangspunten te formuleren, waarbinnen de VRU haar brandweerzorg moet organiseren. In plateau 3 zullen de vastgestelde bestuurlijke uitgangspunten, het brandrisicoprofiel en de toolboxinstrumenten als basis dienen voor uitwerking van een aantal scenario s, zodat het bestuur wordt gefaciliteerd in haar besluitvorming om te komen tot een nieuw Dekkingsplan 2.0, om deze tot slot in plateau 4 te implementeren. In deze fase zullen ook de financiële- en (decentrale) huisvestingsaspecten een nadrukkelijke rol krijgen. Het vierde plateau betreft de daadwerkelijke implementatie van het Dekkingsplan 2.0 en start de cyclus van doorontwikkeling op basis van registratie, ontwikkelingen en innovatie. 4.0 De weergave van het huidige ige prestatieniveau 2011 (ist-situatie): situatie): Dekkingsplan 1.0 Om het huidige kwaliteitsniveau brandweerdekking te kunnen bepalen is onderzocht in welke mate de gerealiseerde opkomsttijden voldoen aan de (vijf) wettelijke opkomsttijden. Opkomsttijd schematisch weergegeven: Het huidige prestatieniveau is gebaseerd op daadwerkelijk gerealiseerde tijden voor de verwerkingstijd van de meldkamer (tijd tussen begin aanname en alarmering (begin reactietijd)) en de uitruktijden van de posten. Dit niveau is gemeten over de laatste 24 maanden. De aanrijdtijd wordt bepaald op basis van een speciaal voor de brandweer ingericht routenavigatie programma (CARE). De gemiddelde verwerkingstijd van de meldkamer is anderhalve minuut gebleken en de uitruktijden van de posten zijn per post verschillend. 5.0 Samenhang ng Bestuur, Project en Medewerkers. Om uitvoering te geven aan de (bestuurlijke) opdracht uit de Wet en het Beleidsplan, is een robuuste projectorganisatie noodzakelijk. 6
De betrokkenheid en inbreng van het bestuur wordt geborgd door de bestuurlijke adviescommissie onder leiding van de portefeuillehouder brandweerzorg. De rol van de adviescommissie richt zich op het adviseren van de opdrachtgever aangaande het besluitvormingsproces, de (bestuurlijke) informatievoorziening, de communicatie, het verkennen van bestuurlijke uitgangspunten en de beoordeling van de te leveren producten ten behoeve van de bestuurlijke besluitvorming. De directeur Veiligheidszorg treedt op als opdrachtgever. De opdrachtgever geeft leiding aan de stuurgroep. De stuurgroep functioneert als denktank en zorgt voor een goede informatiepositie van de projectorganisatie met betrekking tot de landelijke ontwikkelingen ter zake. Tevens bewaakt zij de planning en het proces mede in relatie tot de regionale en landelijke ontwikkelingen. Naast het Bestuur zullen ook de medewerkers in de organisatie moeten worden meegenomen in het proces. De Bestuurlijke Adviescommissie verkent de wat-vraag, welke vervolgens wordt vastgesteld door het Bestuur. De stuur- en projectgroep zullen de wat-vraag vertalen naar de hoe-vraag en hier gezamenlijk met leden van de klankbordgroep en de bestuurlijke adviescommissie invulling aan geven. De medewerkers zullen worden betrokken door het instellen van een klankbordgroep, waarin een afvaardiging van Postcommandanten, Vrijwilligers, Beroepsmedewerkers (incidentbeheersing én risico- en crisisbeheersing) en de Ondernemingsraad zal worden gevraagd mee te denken in de ontwikkelingen. De klankbordgroep kan zowel worden benut voor de wat-vraag door het bestuur als voor de hoe-vraag door de stuur- en projectgroep. 6.0 Tot slot: Bestuurlijke Ruimte De wetgever ziet in, dat het niet haalbaar is om overal in Nederland te voldoen aan de gestelde normen. Er zijn gebieden waar de brandrisico s niet opwegen tegen de investering om de wettelijke bepaalde opkomsttijden te halen. Daarom heeft het bestuur de bevoegdheid om van de tijdnormen af te wijken, mits dat expliciet en gemotiveerd wordt opgenomen in het dekkingsplan. In de Nota van toelichting Besluit veiligheidsregio s is opgenomen dat de motivatie gebaseerd moet zijn op een afweging van kosten en baten (effectiviteit en efficiency) en rekening houdend met de brandrisico s (brandrisicoprofiel). Bedacht moet worden dat bij het besluitvormingsproces rondom de kwaliteit en inrichting van de brandweerzorg, naast deze zakelijke invalshoek, rekening gehouden moet worden met veiligheidsbelevingen van burgers, bestuurders en brandweermensen. Bij veiligheid spelen rationele en minder rationele argumenten minstens zo n belangrijke rol. In het proces dient daar voldoende aandacht voor te zijn. In het totale proces om te komen tot het nieuwe Dekkingsplan 2.0, kan het bestuur, binnen de kaders van de WVR, een aantal keuzes maken. Denk hierbij aan: Het al dan niet (gemotiveerd) afwijken van de normtijden in de BVR op basis van het brandrisicoprofiel en de toolbox; Het al dan niet koppelen van Redvoertuigen aan objecten; De invulling van de taken van specialismen (Technische Hulpverlening, Waterongevallenbestrijding, Grootschalig Optreden, e.d.) De keuze van het niveau voor restdekking en (reserve) slagkracht. 7