Aan de slag Multimedia / Multimedia Navi Pro Via het startscherm gaat u gemakkelijk naar alle toepassingen. Via de onderste balk gaat u snel naar: Start Audio Telefoon Navigatie Klimaat Persoonlijke instellingen configureren Geldt voor Multimedia Navi Pro. Wanneer het Infotainmentsysteem voor het eerst wordt ingeschakeld, is het standaardprofiel "Gast". Maak een uniek gebruikersprofiel aan en koppel favoriete radiozenders, voorkeursinstellingen voor audio en navigatiebestemmingen eraan. Let op: Bij het aanmaken van een nieuw profiel worden alle instellingen voor dit profiel teruggezet op de standaardwaarden. Als u het startscherm naar rechts veegt, verschijnt het hoofdscherm. Op het tegelscherm ziet u een overzicht van de momenteel beluisterde media, de telefoonstatus en de navigatiekaart. Let op: Om de navigatiekaart op het hoofdscherm te zien, moet u eerst de voorwaarden accepteren door de navigatietoepassing vanaf het startscherm te starten. Selecteer in het menu Gebruikers de optie Profiel aanmaken. Wanneer er al een profiel bestaat, selecteert u eerst Gebruikersprofiel toevoegen. Voer uw naam in, selecteer een profielafbeelding en geef aan of u uw profiel wel of niet aan een autosleutel wilt koppelen. Sla vervolgens uw voorkeursinstellingen voor Infotainment en favorieten op. On de navigatiekaart kunt u zelfs uw thuis- en werkadres opslaan om gemakkelijk bestemmingen in te stellen. Bij elke start van het systeem verschijnt het momenteel actieve gebruikersprofiel. 1
Audio Telefoon Een telefoon koppelen via Bluetooth Selecteer op het hoofdscherm Audio een mediabron door op P en... te drukken... en de bron uit het menu te selecteren. Op de korte lijst hierboven P ziet u de laatst gebruikte bronnen. Selecteer bij het verbinden van een nieuw apparaat met het Infotainmentsysteem dit apparaat als nieuwe bron uit het bronmenu via P. Selecteer op het hoofdscherm Telefoon het tabblad Telefoons, tik op Telefoon aansluiten en vervolgens op Telefoon toevoegen. Activeer Bluetooth op uw mobiele telefoon en zoek naar apparaten. Selecteer uw Infotainmentsysteem uit de lijst met Bluetooth-apparaten op uw mobiele telefoon. Vergelijk de code die op uw mobiele telefoon en op het Infotainmentsysteem verschijnt. Accepteer de verbinding op de mobiele telefoon en tik op Koppelen op het Infotainmentdisplay. Na het verbinden moet u bepaalde toestelinstellingen wellicht op de mobiele telefoon zelf activeren (bijv. contacten). De mobiele telefoon is nu automatisch verbonden met het Infotainmentsysteem. Verbindingsinstellingen U gaat naar een andere radiozender of bladert door media door op a te tikken. Houd om een momenteel beluisterde radio- of DAB-zender op te slaan een knop op de bovenste balk ingedrukt. Selecteer b om audio-instellingen in te stellen. 2
Tik op / voor het instellen van de opties voor een Bluetooth-verbinding voor een verbonden telefoon. Met Als eerste verbinden activeert u de als eerste te verbinden telefoon wanneer er twee of meer gekoppelde telefoons binnen het bereik van het Infotainmentsysteem zijn. Bij activering van Tweede telefoon kan een andere telefoon als primaire telefoon een Bluetooth-verbinding maken. Wanneer een telefoon niet is ingesteld als Tweede telefoon, wordt de verbinding met deze telefoon verbroken bij verbinding van een nog weer een andere telefoon. Navigatie Geldt voor Multimedia Navi Pro. Bij het eerste gebruik van Navigatie moeten eerst de voorwaarden en de privacyverklaring voor elk gebruikersprofiel worden geaccepteerd. Er verschijnt een inleiding op Connected Navigation op het display. Connected Navigation bevat onder meer: live traffic information gepersonaliseerde zoekfunctie en routebegeleiding anticiperende navigatie informatie over parkeerruimte en brandstofprijzen U activeert de anticiperende navigatie door op Aanzetten te tikken en de daaropvolgende privacyverklaring te bevestigen. U kunt de functie voor anticiperende navigatie deactiveren in de Instellingen voor de navigatie. Netwerkverbinding Voor het gebruik van Connected Navigation is een netwerkverbinding nodig. Koppel een apparaat als een wifi-hotspot of een mobiele telefoon via USB: Selecteer op het hoofdscherm Instellingen het tabblad Systeem en tik op Wi-Fi netwerken. Activeer de hotspotfunctie in de instellingen van uw mobiele apparaat en controleer het hotspotwachtwoord. De naam van het apparaat moet nu op het Infotainmentdisplay verschijnen. Tik erop en voer het wifi-wachtwoord in. Tik op Bevestigen. Na het tot stand komen van de verbinding verschijnt het apparaat als Verbonden en verschijnt het wifi-symbool in de onderste balk. Let op: Bij het gebruik van Connected Navigation verbruikt u mobiele gegevens. Eventueel kunnen er andere kosten in rekening worden gebracht. 3
Navigatiekaartscherm Selecteer * om verschillende bestemmingen (bijv. een adres of een markant punt) in te voeren. Tik op v om verkeersinformatie voor uw regio of route te zien. Bij een netwerkverbinding verschijnt LIVE en ziet u live traffic information. Op de kaart wordt de verkeerssituatie dan aangegeven door middel van kleuren. Stembediening Geldt voor Multimedia Navi Pro. Druk op w op het stuurwiel om de spraakherkenning te starten. Wacht op het sein dat u kunt spreken en zie het helpscherm voor geldige commando's. Stembediening smartphone Om de spraakherkenning op de smartphone (bijv. Siri) te activeren, terwijl de telefoon via USB-kabel voor Android Auto of Apple CarPlay verbonden is: druk lang op w van de stuurbedieningsknoppen (Multimedia Navi Pro) druk op w van de stuurbedieningsknoppen (Multimedia) bij de leverancier van uw telefoon na of uw telefoon compatibel is en of Android Auto of Apple CarPlay in uw land beschikbaar is. Gebruik Android Auto en/ of Apple CarPlay als volgt: 1. Download de app Android Auto. Voor Apple CarPlay hebt u geen app nodig. 2. Verbind uw Android Phone of Apple iphone met uw USB-kabel met de aangegeven USB-datapoort. Gebruik voor de beste prestaties de bij uw toestel af fabriek geleverde USB-kabel. Later aangeschafte kabels of kabels van derden werken mogelijk niet. Voor het gebruik van Android Auto moeten bepaalde apparaatinstellingen wellicht op de Android phone zelf worden geactiveerd. Selecteer voor het opstarten van Android Auto of Apple CarPlay het bijbehorende pictogram op het startscherm. Let op: Deactiveer voor het opladen van de accu van een smartphone zonder telefoonprojectie te starten eerst Apple CarPlay of Android Auto (stap 2) en sluit dan de telefoon via een USB-kabel aan op het Infotainmentsysteem. Raadpleeg voor meer informatie de Handleiding Infotainment of bezoek ons online. Onze video's "Zo werkt het" staan ook online. Android Auto en Apple CarPlay Met Android Auto en Apple CarPlay hebt u via het Infotainmentsysteem toegang tot gecertificeerde apps van compatibele smartphones. Vraag Copyright by Opel Automobile GmbH, Rüsselsheim, Germany Editie: Januari 2019 ID-OINBCMME1901-nl *ID-OINBCMME1901-NL* 4
Aan de slag Multimedia Navi Audio Druk op het startscherm op Audio om naar het startscherm Audio te gaan. Het startscherm bevat alle apps zoals audio en telefoon. U selecteert deze door op de pictogrammen op het aanraakscherm te tikken. De bedieningselementen eronder completeren het aanraakscherm: ;: Terug naar het startscherm. Ingedrukt houden (~2 seconden) om naar Android Auto of Apple CarPlay te gaan. y: Naar het startscherm Telefoon gaan. Ingedrukt houden (~2 seconden) om de spraakherkenning van een verbonden smartphone te activeren. Muziek doorbladeren Druk op de naam van de radiozender/ muziektitel om de lijst met radiozenders/muziekbestanden te openen of druk op Menu. Naar andere audiobron Druk op Bron om naar een andere audiobron (zoals FM-radio of muziek via USB) te gaan. Radiofavorieten opslaan Houd een favorietentoets (~2 seconden) ingedrukt om de momenteel beluisterde radiozender als favoriet op te slaan. Snelkoppeling naar startscherm Audio Druk op om naar het startscherm Audio te gaan. 1
Telefoon Druk op het startscherm op Telefoon om naar het startscherm Telefoon te gaan. Voor het verbinden van een mobiel apparaat via Bluetooth selecteert u Apparaat zoeken en volgt u de instructies op. Zorg dat Bluetooth en alle noodzakelijke instellingen op het mobiele apparaat geactiveerd zijn en dat het apparaat op zichtbaar gezet is. Na het verbinden moet u bepaalde apparaatinstellingen wellicht op het apparaat zelf activeren (bijv. toegang tot de contacten). Android Auto en Apple CarPlay Met Android Auto en Apple CarPlay hebt u via het Infotainmentsysteem toegang tot gecertificeerde apps van compatibele smartphones. Vraag bij de leverancier van uw telefoon na of uw telefoon compatibel is en of Android Auto of Apple CarPlay in uw land beschikbaar is. Gebruik Android Auto en/ of Apple CarPlay als volgt: 1. Download de Android Auto app op uw telefoon vanaf de Google Play store. Voor Apple CarPlay hebt u geen app nodig. 2. Tik op Instellingen op het startscherm en controleer of Apple CarPlay of Android Auto ingeschakeld is in het Infotainmentsysteem. 3. Verbind uw Android Phone of Apple iphone door deze met behulp van de compatibele USB-telefoonkabel op een USB-datapoort aan te sluiten. Gebruik voor de beste prestaties de bij uw apparaat af fabriek geleverde USB-kabel. Later aangeschafte kabels of kabels van derden werken mogelijk niet. Voor het gebruik van Android Auto moeten bepaalde apparaatinstellingen wellicht op de Android phone zelf worden geactiveerd. 2
Het pictogram Projectie op het startscherm verandert afhankelijk van de telefoon in Android Auto of Apple CarPlay. Android Auto of Apple CarPlay start automatisch als de instelling USB automatisch starten ingeschakeld is. Selecteer anders het pictogram op het startscherm of houd ; ingedrukt (~2 seconden). Tik op ; om terug te gaan naar het startscherm van het Infotainmentsysteem. Let op: Deactiveer voor het opladen van de accu van een smartphone zonder telefoonprojectie te starten eerst Apple CarPlay of Android Auto en sluit de telefoon vervolgens via een USB-kabel aan op het Infotainmentsysteem. Spraakherkenning op smartphone Houd w op het stuurwiel ingedrukt (~2 seconden) om de spraakherkenning op de smartphone (zoals Siri) te activeren, terwijl de telefoon via Bluetooth met het Infotainmentsysteem verbonden is of terwijl u Android Auto of Apple CarPlay gebruikt. 3
Navigatie Raadpleeg voor meer informatie de Handleiding Infotainment of bezoek ons online. Onze video's "Zo werkt het" staan ook online. Selecteer op het navigatiekaartscherm om verschillende soorten bestemmingen (zoals een adres of een markant punt) in te voeren. 4