Lerarenopleiding Geschiedenis



Vergelijkbare documenten
Lerarenopleiding Geschiedenis

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

Examenprogramma geschiedenis havo

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Examenprogramma geschiedenis havo/vwo

Examenprogramma geschiedenis vwo vanaf CE 2015

Lerarenopleiding Geschiedenis Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Instroom pabo geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Kenmerkende aspecten (1 t/m 7 zijn uitgewerkt)

Leerplan geschiedenis tweede fase. Albert van der Kaap

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Leerplan geschiedenis voor de tweede fase havo en vwo. Albert van der Kaap

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Lerarenopleiding Engels

LESTIP bovenbouw havo/vwo: Tijdvakken oefenen

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Lerarenopleiding Economie

Lerarenopleiding Duits

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

SLO Leerdoelenkaart geschiedenis: gedifferentieerde beheersingsniveaus voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

Lerarenopleiding Duits

Vaste voorbeelden. 1. Tijd van jagers en boeren. Tot 3000 v.c. (prehistorie) De levenswijze van jager-verzamelaars.

Lerarenopleiding Engels Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

GESCHIEDENIS HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Geschiedeniswetenschap streeft ernaar waarheden vast te stellen over het verleden!

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

AANDACHT VOOR JOUW TALENT! INFO VOOR HET VWO EN HOOGBEGAAFDE LEERLINGEN

Lerarenopleiding Frans

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Het nieuwe eindexamen geschiedenis

Lerarenopleiding Duits Curriculumoverzicht leerjaar 1 en 2

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

CKV Festival CKV festival 2012

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

REPUBLIEK DER ZEVEN VERENIGDE NEDERLANDEN

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

Overzicht curriculum VU

Lerarenopleiding Natuur- en Scheikunde

STUDIEWIJZER. Opleiding tot leraar in de 2 de graad. Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN

Vakdidactiek: inleiding

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

STEDELIJKE DYNAMIEK IN DE LAGE LANDEN ( ) Nascholingsconferentie geschiedenis 2019

Leerplanschema Minor Psychologie

Lerarenopleiding Engels

Studierichtingen voor de derde graad

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 1 Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel:

Leerwerkstage 1. voorbereiden, uitvoeren en evalueren lesactiviteiten. Project: informatievaardigheden (mediawijsheid)

Hoe maak ik mijn (school)examen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

Leerwerktaak Hoor je wat ik zeg?!

Examentraining - Geschiedenis

Module Wereldgodsdiensten, Sekten & stromingen en bewegingen basisprogramma leerjaar 2 drs. J.J. Grandia

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Keuze Atheneum +/ Gymnasium

Hoe hieraan exact wordt vormgegeven binnen onze school, wordt duidelijk in dit document.

2 jarig Verzorgende IG BOL

Beschrijven en herkennen dat zaken bij geschiedenis veranderen maar ook dat zaken hetzelfde blijven.

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Minor Toegepaste Psychologie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

Tijd van pruiken en revoluties

Ilse Weijten en gastdocent Jos van Dooren

Lerarenopleiding Engels Curriculumoverzicht leerjaar 1 t/m 4

Leerlijn historisch denken havo

Lerarenopleiding Aardrijkskunde

Scholingsplan Samen in ontwikkeling

EEN WERELD AAN TALENTEN! VWO/HB ONDERWIJS

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo)

Module: De Nederlanden onder Karel V (BB Havo) Werkwijzer/ syllabus

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Lerarenopleiding Frans

Maatschappelijke vorming

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Programma van Toetsing en Afsluiting

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Open dag 14 maart Welkom bij: Taal- en cultuurstudies

Mentor Datum Groep Aantal lln

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

Transcriptie:

Lerarenopleiding Geschiedenis (CROHO-nr. 35197) Variant afstandsonderwijs Schematisch beeld van het opleidingsmodel: Curriculum Bachelor 2010 (BA2010) Kenmerken: 1. Programma vanaf cohort september 2012 (afstandsleren) 2. Indeling van het curriculum in: a. Een beroepsvoorbereidende leerlijn b. Een werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn c. Een opleidingsspecifieke leerlijn 3. Gebaseerd op de kennisbasis (generiek en opleidingsspecifiek) 4. Plaats van de minors in het programma (een opleidingsgebonden minor in het tweede leerjaar) 5. Introductie van leerwerktaken. 6. Definitie van Netwerkmodules en Individuele modules 7. Onderwijseenheden te herkennen aan de plaats van het streepje op positie 3 in de code: EN- Afstandsonderwijs 1

sopgave Propedeuse... 3 Beroepsvoorbereidende leerlijn... 3 Onderwijskunde 1... 3 Onderwijskunde 2... 4 Drama 1... 5 Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn... 6 Studieloopbaanbegeleiding 1A... 6 Studieloopbaanbegeleiding 1B... 7 Leerwerkstage 1... 8 Opleidingsspecifieke leerlijn... 9 De les: Geschiedenis... 9 Voorbereiding op de stage... 10 Leerwerktaak: De les geschiedenis op de stageschool... 11 Leerwerktaak: De les geschiedenis buiten het lokaal... 12 Oudheid 1 Egypte, Oude Grieken... 13 Oudheid 2 Romeinen... 14 Middeleeuwen 1... 15 Vroegmoderne tijd 1 (1500 1650)... 16 Vroegmoderne tijd 2 (1650 1715)... 18 Vroegmoderne tijd 3 (1715 1800)... 20 Vroegmoderne tijd Nederland... 22 Moderne tijd 1 (1815 1914)... 23 Moderne tijd 2 (1914 1939)... 24 Afstandsonderwijs 2

Propedeuse Beroepsvoorbereidende leerlijn Onderwijskunde 1 EN-VO-ONWK1.A.12 Onderwijskunde 1 - Dit is de eerste beroepsondersteunende onderwijseenheid die studenten krijgen binnen de opleiding tot docent. Juist bij aanvang van een opleiding tot leraar is het van groot belang dat de student zich bewust wordt van wat de rol van docent (precies) inhoudt. Docent zijn betekent niet alleen het geven van een vak, maar gaat verder, namelijk een teamlid zijn, een pedagoog, een onderwijsinnoveerder, et cetera. Niet alleen wordt de student gestimuleerd om zijn/haar eigen toekomstige rol te verkennen, maar ook de plek daarvan in de school en in het huidige onderwijssysteem. Waarom hebben we tegenwoordig al die verschillende opleidingen als vmbo, havo, vwo, bve? Hoe is dat ontstaan? Waar komen verschillende typen als bijzonder en openbaar onderwijs vandaan? Ook maken de studenten kennis met een drietal leertheoretische concepten binnen een onderwijsorganisatie. Diagnostische toetsen Digitale colleges Elektronische leeromgeving Fora en discussies code: EN-VO-ONWK1 Titel: Onderwijskunde/pedagogiek 1 Tijdens deze onderwijseenheid wordt aan de volgende hoofddoelstellingen gewerkt: 1. De studenten doen ervaring op in het leren binnen de community of learners van de School of Education, LVO/BVE. 2. De studenten hebben zicht gekregen op de ontwikkeling van de eigen basisstudievaardigheden. 3. De studenten verwerven kennis over het ontstaan en de ontwikkeling van het Nederlands onderwijssysteem. 4. De studenten hebben zichzelf georiënteerd in de verschillende taken of rollen die een docent in het onderwijs heeft. Ec: 3 Tentamen 1 5,5 Werkstuk 1 5,5 (). Reader OWK1 Geerts, G & Kralingen, van, R (2011). Handboek voor leraren, 1. Bussum: Coutinho Afstandsonderwijs 3

Onderwijskunde 2 EN-VO-ONWK2.A.12 Onderwijskunde 2 - In deze onderwijseenheid staan centraal de vijf rollen die succesvolle docenten laten zien en het gedrag van leerlingen en de leraar in de klas. Allereerst kijken we naar concrete gedragskenmerken van de vijf rollen, die te oefenen en toe te passen zijn. Belangrijk daarbij is of de voorgestelde doelen zijn bereikt, weergegeven door het gedrag van de leerlingen. Daarna gaan we in op de vraag hoe het gedrag van de individuele leerling, het gedrag in en van de groep en het gedrag van de leraar een rol spelen en hoe ze beïnvloed kunnen worden. Centraal staat welke interventies de docent kan plegen om tot voorbeeld(ig) gedrag te komen. We kijken hierbij zoveel mogelijk naar gedrag in relatie met de omgeving, omdat er altijd sprake is van een wisselwerking. We besteden aandacht aan effectieve vormen van klassenmanagement en uitdagend en activerend onderwijs waarin leerlingen door samenwerkend leren in een opbouw tot zelfverantwoordelijk leren komen. Je wordt je in deze onderwijseenheid steeds meer bewust van jouw eigen rol bij het ontstaan van bepaald gedrag bij leerlingen. Verder worden instrumenten aangereikt om jouw lessen op orde te krijgen en te houden. We gaan in op hoe persoonskenmerken tot uiting komen in het pedagogisch handelen en de wijze van communiceren van jou als docent. Door hier bewust mee te oefenen, krijg je meer variatiemogelijkheden tot jouw beschikking om leerling-gedrag te beïnvloeden. Workshops Digitale lessen Elektronische leeromgeving Fora en discussies code: EN-VO-ONWK2 Titel: Onderwijskunde 2 Hoofddoelen OWK2. 1. Aan het einde van de onderwijseenheid weten de studenten welke vijf rollen succesvolle docenten laten zien en kunnen ze deze rollen toepassen in hun eigen onderwijspraktijk. 2. Aan het einde van de onderwijseenheid hebben de studenten inzicht en vaardigheden in klassenmanagement. 3. Aan het einde van de onderwijseenheid hebben de studenten kennis van en inzicht in groepsdynamica en interactieprocessen. Generieke kennisbasis: 2.5; 3.1; 3.2; 3.3; 8.1; 8.2 De doelen en de generieke kennisbasis zijn nader uitgewerkt in de toetsmatrijs OWK2. Ec: 3 Werkstuk 67 5,5 Leerwerktaak 33 5,5 (). Reader OWK2 M. Slooter (2009). De vijf rollen van de leraar, 3. Amersfoort: CPS onderwijsontwikkeling en advies P. Teitler (2009). Lessen in orde, 1. Bussum: Coutinho W. Geerts, R. van Kralingen (2011). Handboek voor leraren, 1. Bussum: Coutinho Afstandsonderwijs 4

Drama 1 EN-VO-DRA1.A.12 Drama - Studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. Interactie gericht op het nemen en houden van leiding staat hier centraal. Vragen als: Hoe zorg ik dat ik aandacht krijg en houd? Kom ik zo over als ik wil overkomen? Hoe kan ik dit beïnvloeden? komen aan de orde. De nadruk ligt op: stemgebruik, houding, non-verbale communicatie, contact maken, zelfvertrouwen, expressie, een samenhangend verhaal boeiend kunnen brengen. Studenten verdiepen zich dus in aspecten van performance in en voor de klas, en werken aan hun handelingsbekwaamheid. Door middel van gerichte individuele en samenwerkingsopdrachten via Blackboard voor in de stagelessen en ook daarbuiten vergroten zij de effectiviteit van hun communicatie voor en in de klas. Studenten werken ervaringsgericht in deze onderwijseenheid. Door middel van gerichte wekelijkse opdrachten via Blackboard en in samenwerking met hun studiemaatje en vakcoach werken zij aan het vergroten van hun vaardigheden en ontvangen zij feedback op die vaardigheden. Wekelijks te lezen literatuur ondersteunt hen in dit proces. Pc/laptop + snel internet + webcamera De docent op het instituut begeleidt de student wekelijks online via Blackboard, via opdrachten. De vakdocent in de school geeft feedback op uitgevoerde opdrachten van de student in de school code: EN-VO-DRA1 Titel: Drama 1 1. studenten zijn zich bewust van de signalen, die zij met hun non-verbale communicatie uitzenden. 2. studenten kunnen non-verbale signalen van anderen herkennen en interpreteren en kunnen hun eigen non-verbale communicatie doelbewust inzetten. 3. studenten leren te streven naar congruentie tussen hun non-verbale communicatie en hun verbale taal. 4. studenten kunnen via spel variëren in gedragingen. 5. studenten weten welke factoren van gedrag horen bij leiding nemen. 6. studenten weten dat een krachtige (dramatische) vorm de inhoud van de boodschap versterkt en kunnen dat ook toepassen. Ec: 3 Presentatie 1 5,5 Dossier 0 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Victor van Geel (2009). Lichaamstaal, praktijkboek voor de leraar, laatste druk 2009, zesde. Baarn: HB-uitgevers Reader: Hier ben ik! Afstandsonderwijs 5

Werkervaring, reflectie en onderzoek leerlijn Studieloopbaanbegeleiding 1A EN-VO-SLB1A.A.12 Studieloopbaanbegeleiding 1A - Je werkt bij SLB1A aan het in kaart brengen van je eigen ontwikkeling. Dit doe je door te werken aan de vijf beroepstaken in het kader van zelfsturing op studie en loopbaan. Dit zijn: kwaliteitenreflectie (wat kan ik? wie ben ik?), motievenreflectie (wat wil ik?), werkexploratie (waar wil ik werken), loopbaansturing (hoe bereik ik dat?) en netwerken (wie heb ik daarbij nodig?). Ook leer je meer over jezelf door te reflecteren en daarbij dingen bewust te maken die je onbewust aan het doen bent. Je leert concrete, meetbare doelen te stellen en daarbij een stappenplan te maken om die doelen ook te halen: je eerste persoonlijk ontwikkelingsplan. Tijdens een startbijeenkomst SLB krijg je een beeld van de inhoud en eindtermen van studieloopbaanbegeleiding. Je maakt een startportfolio waarin jij jouw ervaringen rondom studieloopbaanbegeleiding met bewijsmateriaal aantoont. Studieloopbaantoolkit, blackboard, nulmeting In deze fase van SLB heb je nog geen persoonlijke SLB er. Voor algemene vragen en opmerkingen kun je bij het bedrijfsbureau afstandsleren terecht, voor vakinhoudelijke en organisatorische vragen bij een contactpersoon van de vakgroep. Tijdens de startbijeenkomst zal de SLB er je inhoudelijk begeleiden op het gebied van studieloopbaanbegeleiding, ook zal je in een groep met medestudenten feedback uitwisselen. Niet voldaan t/m Voldaan code: EN-VO-SLB1A Titel: Studieloopbaanbegeleiding 1A LVO 1. De student ontwikkelt de competentie zelfsturing op studie en loopbaan en zet hierbij de beroepstaken van SLB op een juiste wijze in. 2. De student oriënteert zich op de referentiepunten van het eerste jaar op het gebied van persoonlijk professionele ontwikkeling in relatie tot het opleidings- en beroepsprofiel. 3. De student kan reflectie-instrumenten inzetten om tot een zelfsturing te komen. Ec: 2 Startportfolio 1 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Mirjam Groen (2008). Effectief handelen door reflectie, 1. Groningen: Noordhoff Afstandsonderwijs 6

Studieloopbaanbegeleiding 1B EN-GS-SLB1B.A.12 Studieloopbaanbegeleiding 1B - Je werkt bij SLB1B aan het in kaart brengen van je eigen ontwikkeling. Dit doe je door te werken aan de vijf beroepstaken in het kader van zelfsturing op studie en loopbaan. Ook leer je meer over jezelf door te reflecteren en daarbij dingen bewuste te maken die je onbewust aan het doen bent. Je leert een portfolio aan te leggen waarin je met bewijsmateriaal je ontwikkeling aantoont. Na het inleveren van je startportfolio krijg je een persoonlijke SLB er aangewezen. Deze zal het portfolio met je bespreken in een telefonisch gesprek. Dit portfolio geeft ook een indicatie van jouw niveau en bepaalt jouw verdere traject voor wat betreft studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaantoolkit, nulmeting, blackboard Je hebt via de mail en telefoon regelmatig contact met je persoonlijke SLB er. Hij/zij begeleidt je bij het in kaart brengen van je ontwikkeling door je bijvoorbeeld te helpen goede vragen t stellen. Je SLB er is jouw persoonlijke aanspreekpunt in de opleiding. Niet voldaan t/m Voldaan code: EN-VO-SLB1B Titel: Studieloopbaanbegeleiding 1B LVO 1. De student ontwikkelt de competentie zelfsturing op studie en loopbaan en zet hierbij de beroepstaken van SLB op een juiste wijze in. 2. De student oriënteert zich op de referentiepunten van het eerste jaar op het gebied van persoonlijk professionele ontwikkeling in relatie tot het opleidings- en beroepsprofiel. 3. De student kan reflectie-instrumenten inzetten om tot een zelfsturing te komen. Ec: 2 Portfolio 1 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Taaltoets 0 5,5 Propedeusetoets 0 5,5 Mirjam Groen (2008). Effectief handelen door reflectie, 1. Groningen: Noordhoff Afstandsonderwijs 7

Leerwerkstage 1 EN-VO-LWS1.A.12 Leerwerkstage jaar 1 - Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het vormgeven van een goede activerende leeromgeving voor leerlingen. Je bereidt onderwijsactiviteiten voor en kiest daarbij voor een didactische aanpak die activerend is voor leerlingen en die past binnen de context van de school. Je gaat de geplande onderwijsactiviteiten uitvoeren met leerlingen. Je kunt daarbij denken aan vaklessen, maar (afhankelijk van de stageschool) ook aan andere vormen van onderwijs, zoals het maken en begeleiden van onderwijsactiviteiten binnen leergebieden of binnen het competentiegericht leren op het MBO. Ook ga je de uitgevoerde onderwijsactiviteiten bespreken en evalueren. Je gaat in de beroepspraktijk aan de slag met het omgaan met leerlingen. Je geeft leiding aan gesprekken en activiteiten met groepen leerlingen. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het leiding geven tijdens een docentgestuurde lessituatie of aan een project waar leerlingen samen aan werken. De context waarin je leiding geeft is afhankelijk van de mogelijkheden binnen je stageschool. Leerwerkstage Handboek LWS1 en ondersteunende materialen op de bijbehorende blackboard module door vakcoach, opleider in de school en leerwerkbegeleider in de vorm van lesbezoek, intervisie, gesprekken en themabijeenkomsten Zeer slecht t/m Uitmuntend code: EN-VO-LWS1 Titel: Leerwerkstage jaar 1 1. Je werkt in de beroepspraktijk aan de SBL competenties. Het vereiste niveau is in de bijhorende gedragsindicatoren uitgewerkt. 2. Je kunt na afronding van onderwijseenheid motiveren of je docent wil worden en of het beroep bij je past. Ec: 6 Beoordelingsgesprek (basis dossier) 1 5,5 Zeer slecht t/m Uitmuntend (). Zoals genoemd in de blackboard site Afstandsonderwijs 8

Opleidingsspecifieke leerlijn De les: Geschiedenis EN-GS-VAKD1.A.12 Vakdidactiek 1: De les geschiedenis - Dagonderwijs In deze module worden de beginselen aangeleerd van het maken van een les geschiedenis. Er wordt geoefend in het ontwerpen van lessen geschiedenis. De lessen worden gemaakt, geanalyseerd door de docent en medestudenten, en erna eventueel aangepast. Arie Wilschut e.a. (red.) Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent (Bussum ) Marcel van Riessen e.a. (red.), Oriëntatie op de geschiedenis. Basisboek voor de vakdocent (Assen 2008) R.E. Boonstra, Reader vakdidactiek 1 Er zal een startdag georganiseerd worden waarop de beginselen van het ontwerpen van een les geschiedenis worden besproken. De ontworpen lessen zullen digitaal van opmerkingen worden voorzien totdat elk product in het dossier voldoende is. Netwerkmodule code: EN-GS-VAKD1 Titel: De les geschiedenis 1. De student leert een specifiek vakdidactische aanpak voor de les geschiedenis onderkennen, volgens het directe instructiemodel. 2. De student leert deze vakdidactische aanpak toe te passen in het maken van lessen. 3. De student leert een les geschiedenis te beoordelen op opzet, samenhang en inhoud, op basis van het directe instructiemodel. 4. De student is in staat zijn vakdidactische keuzen te mondeling te verantwoorden. Ec: 4 Dossier 1 5,5 Eindgesprek 0 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Arie Wilschut e.a. (red.) (2004). Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent,. Bussum : Couthino Marcel van Riessen e.a. (red.) (2008). Oriëntatie op de geschiedenis. Basisboek voor de vakdocent,. Assen: Van Gorcum R.E. Boonstra (red.) (). Reader vakdidactiek 1 Afstandsonderwijs 9

Voorbereiding op de stage EN-GS-VAKD2.A.12 Voorbereiding op de stage - Tijdens deze cursus wordt de student voorbereid op de stage, zoals kennismaking met weekjournaals, intervisie, observeren en reflecteren. De student bouwt voort op de theoretische kennis in vakdidactiek 1 om nu enkele praktische vaardigheden in het geven van de les geschiedenis vóór de stage onder de knie te krijgen. Netwerkleren Stageformulieren, digitale media. Intensief eventueel met contactdagdeel Niet voldaan t/m Voldaan code: EN-GS-VAKD2 Titel: Voorbereiding op de stage Tijdens deze cursus wordt de student voorbereid op de stage. De student leert omgaan met weekjournaals en intervisie. De student leert observeren en reflecteren. De student bouwt voort op de theoretische kennis in vakdidactiek 1 om nu enkele praktische vaardigheden in het geven van de les geschiedenis vóór de stage onder de knie te krijgen. Ec: 3 Dossier 1 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan A. Wilschut, D. van Straaten, M. van Riessen (2008). Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent, 1e. Bussum: Coutinho Afstandsonderwijs 10

Leerwerktaak: De les geschiedenis op de stageschool EN-GS-VAKD3.A.12 De les geschiedenis op school (leerwerktaak) - In deze module past de student vakdidactiek 1 en 2 toe op de stageschool, als leerwerktaak 1 De student past de opdrachten toe op de stageschool. Arie Wilschut e.a. (red.) Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent (Bussum ) R.E. Boonstra, Reader vakdidactiek 1 Informatie op de Blackboardpagina De student kan deze module als leerwerktaak zelfstandig uitvoeren en de docent altijd benaderen bij vragen. Niet voldaan t/m Voldaan code: EN-GS-VAKD3 Titel: De les geschiedenis op school (leerwerktaak) De doelstelling van de onderwijseenheid (en leerwerktaak) De les geschiedenis in de praktijk is studenten in staat te stellen om: 1. De theorie van vakdidactiek 1 en vakdidactiek 2 te vergelijken met de praktijk op de stageschool. 2. Hieruit conclusies te trekken over de gangbare praktijk met betrekking tot de les geschiedenis. 3. Persoonlijk te reflecteren over de verschillen tussen praktijk en theorie. Ec: 1 Verslag 1 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Arie Wilschut e.a. (red.) (2004). Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent,. Bussum : Couthino R.E. Boonstra (red.) (). Reader vakdidactiek,. : Afstandsonderwijs 11

Leerwerktaak: De les geschiedenis buiten het lokaal EN-GS-VAKD4.A.12 De les geschiedenis buiten het lokaal (leerwerktaak) - In deze module maakt de student kennis met voorbeelden van geschiedenisonderwijs buiten de les De student voert een historisch practicum uit in een stad naar keuze Arie Wilschut e.a. (red.) Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent (Bussum Informatiebronnen op de Blackboardpagina Op afstand door de docent. Niet voldaan t/m Voldaan code: EN-GS-VAKD4 Titel: De les geschiedenis buiten het lokaal (leerwerktaak) Na afloop van deze onderwijseenheid is de student in staat om: 1. een opsomming en analyse te maken van buitenklassikale activiteiten buiten de les geschiedenis (of MenM) van de stageschool 2. een opdracht te ontwerpen voor een activiteit buiten de les geschiedenis (of Men) die op de stage van toepassing is Ec: 2 Verslag 1 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Arie Wilschut e.a. (red.) (2004). Geschiedenisdidactiek. Handboek voor de vakdocent,. Bussum : Couthino Afstandsonderwijs 12

Oudheid 1 Egypte, Oude Grieken EN-GS-OUD1.A.12 Oudheid 1 - Het begin van de beschaving in Mesopotamië en Egypte: scheppingsverhalen, Neolithische Revolutie, het redistributie-karakter van de economie; verhouding stad-platteland; bezit/ machtsverhoudingen. Het klassieke Griekenland: familie/clanrelaties; vrijheid/onvrijheid; ontstaan en werking van de democratie; imperialisme; mythologie en filosofie. Kennisbasis De inhoud van deze module komt overeen met de doelstellingen Geschiedenis van de Kennisbasis voor de lerarenopleiding voortgezet onderwijs(2009), domein 4: tijdvak 1.tijd van jagers en boeren(tot 3000 v.chr.) en tijdvak 2: De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.chr tot 500 n.chr.) (pp.71-73) De module kan zelfstandig bestudeerd worden aan de hand van de studiewijzer die toetsvragen en verwerkingsopdrachten bevat. Handboek, Studiewijzer, studievragen Contactdagen code: EN-GS-OUD1 Titel: Oudheid 1 De onderwijseenheid Oudheid 1 heeft tot doel over de geschiedenis van het Nabije Oosten en Griekenland vakkennis te verwerven die toepasbaar is in de beroepssituatie. Na afloop van de onderwijseenheid kan een student: 1. werken met primaire bronnen (literair en visueel) 2. leren omgaan met het begrippenkader feit-interpretatie 3. inzicht verwerven in de drie hoofdfactoren die in de geschiedenis werkzaam zijn: de sociaaleconomische, de politiek-institutionele en de cultureel-mentale factoren 4. in staat zijn in eigen woorden een mythe te vertellen 5. op grond van de literatuur en de bronnen in staat zijn een eigen standpunt in te nemen. Ec: 3 Tentamen 1 5,5 L. de Blois, R.J. v.d. Spek (2001). Een kennismaking met de oude wereld, 6e herziende druk. : Coutinho samenstelling Nico Lettinck en Jan Evert Volders (). Studiewijzer Oude Geschiedenis deel 1: Nabije Oosten en Griekenland Afstandsonderwijs 13

Oudheid 2 Romeinen EN-GS-OUD2.A.12 Oudheid 2 - De Romeinse staatsinstellingen tijdens de Republiek; imperialisme; slavernij; de Romeinse religie en Oosterse religies; de opkomst van het Christendom; politieke veranderingen tijdens het keizerrijk; oorzaken voor de val van het Imperium Romanum. Kennisbasis Deze onderwijseenheid sluit aan bij de eisen van Kennisbasis Geschiedenis voor de Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs (2009): Tijdvak 2:De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.chr. tot 500 n.chr), blz. 72-73. De handboekstof kan zelfstandig bestudeerd worden aan de hand van de studiewijzer die toetsvragen en verwerkingsopdrachten bevat. (tentamen) Tevens schrijft men voor dit onderdeel een klein werkstuk volgens duidelijke criteria. (werkstuk) Handboek, Studiewijzer, studievragen Contactdagen en email consulting code: EN-GS-OUD2 Titel: Oudheid 2 Het onderdeel Oudheid 2 heeft tot doel over de geschiedenis van het Romeinse rijk vakkennis te verwerven die toepasbaar is in de beroepssituatie. Bovendien wordt geoefend met het houden van een referaat. Studenten: 1. leren aan de hand van voorbeelden uit de Romeinse geschiedenis wat historisch besef is en kunnen dit ook in de beroepspraktijk uitwerken 2. zijn competent om beeldvorming over de Oudheid (bijv. in speelfilms zoals Spartacus the Gladiator, Troy ), op hun juiste manier te beoordelen en te vertalen in de onderwijspraktijk 3. leren dat geschiedenisonderwijs waardengebonden is en zijn in staat zelf een beredeneerd oordeel over een onderwerp uit de oude geschiedenis te geven 4. zijn in staat om bij het referaat verschillende didactische werkvormen toe te passen 5. zijn in staat competent te handelen ten opzichte van leerlingen/ studenten (d.w.z. maken een verantwoorde keuze van de leerinhoud en de didactische aanpak en houden rekening met de doelgroep) 6. tonen in staat te zijn professioneel te kunnen handelen als docent geschiedenis (d.w.z. beheersen de basiskennis van de oude geschiedenis en zijn in staat deze aantoonbaar aan te vullen met recente ontwikkelingen op het vakgebied d.m.v. literatuurstudie en kritische consultatie van relevante internet-gegevens) 7. zijn in staat competent te handelen ten opzichte van de samenleving (d.w.z. kunnen duidelijk maken wat de relevantie is van de kennis van de klassieke beschaving voor de huidige generatie leerlingen) Ec: 4 Werkstuk 1 5,5 Tentamen 1 5,5 L. de Blois, R.J. v.d. Spek (2001). Een kennismaking met de oude wereld,. : Coutinho samenstelling: Nico Lettinck/Jan Evert Volders (). Studiewijzer Oude Geschiedenis, deel 2: de Romeinen Afstandsonderwijs 14

Middeleeuwen 1 EN-GS-MID1.A.12 Middeleeuwen 1 Geschiedenis van het kloosterleven vanaf Antonius en Benedictus tot en met de Cisterciënzers; de Regel van Benedictus; het verschijnsel heiligheid; het pausdom en de ontwikkeling van de kerk tot en met d Investituurstrijd; het Germaanse koningschap en de politieke ontwikkelingen in Frankrijk, Engeland en het Duitse Rijk; de positie van de keizer; hofstelsel, feodaliteit en ridderschap; de islam en de kruistochten Kennisbasis De inhoud van deze onderwijseenheid sluit aan bij de Kennisbasis Geschiedenis (2009), Domein 4. tijdvak 3: De tijd van monniken en ridders (500-1000), aspecten a t/m d (pagina 74-75 Het handboek kan zelfstandig bestudeerd worden aan de hand van de studiewijzer die toetsvragen en verwerkingsopdrachten bevat. Handboek, studiewijzer, studievragen Individuele module code: EN-GS-MID1 Titel: Middeleeuwen 1 De lange periode van de middeleeuwen (500-1500) verdelen we op deze opleiding in twee delen. 1. In de eerste module ligt het accent op de religieus-kerkelijke ontwikkelingen in de periode 500-1000. 2. In de tweede module (die pas volgend jaar aangeboden wordt) wordt meer aandacht besteed aan de sociaal-politieke ontwikkelingen in de periode 1000-1500. Studenten: 1. ontwikkelen de attitude inleving en verbeelding om deze door velen ten onrechte als duistere eeuwen gekwalificeerde periode op zijn juiste waarde te schatten 2. hebben voldoende vakkennis verworven over de religieuze en kerkpolitieke structuur van de agrarische samenleving in West- Europa tussen ca. 500 en 1000 en kunnen die toepasbaar maken in de beroepssituatie 3. zijn competent om het wereldbeeld van de joods-christelijke cultuur te vergelijken met dat van de Arabisch-islamitische cultuur 4. ontwikkelen een kritisch vermogen om middeleeuwse bronnen te beoordelen op betrouwbaarheid en representativiteit 5. hebben kennis verworven van de monastieke identiteit van mensen uit de middeleeuwen en zijn competent hierop zelf te reflecteren (bijvoorbeeld door een bezoek aan een klooster of een gesprek met een monnik) Ec: 3 EN-GS-MID1 1 5,5 Istvan Bejczy (2004). Handboek: Een kennismaking met de middeleeuwse wereld, 2e. Bussum: Coutinho Nico Lettinck (). Studiewijzer en bronnen bij Middeleeuwen-1: Het middeleeuwse Christendom: tijd van monniken en ridders (ca. 500-1000) Afstandsonderwijs 15

Vroegmoderne tijd 1 (1500 1650) EN-GS-VMT1.A.12 Vroegmoderne tijd 1-2012-2013 In de onderwijseenheid Vroegmoderne tijd 1 staat de periode 1500-1650 centraal en passeren onderwerpen als de ontdekkingsreizen, de kerkreformatie, de renaissance, het ontstaan van het handelskapitalisme en het opkomend absolutisme de revue. In de Vroegmoderne tijd (1500-1800) stelde men veel van wat traditioneel was gegroeid ter discussie. In de periode 1500-1650 zocht men in de economie bijvoorbeeld naar nieuwe manieren om grootschalig te kunnen produceren. Op politiek gebied stelde men de traditionele macht van vorsten ter discussie. Op levensbeschouwelijk terrein kreeg de kerk het zwaar te verduren. Er kwam bovendien naast de traditionele aandacht voor het hiernamaals meer aandacht voor het hiernumaals, en de culturele elite was zelfs uit op een herleving van de beschaving door radicaal met het directe verleden af te rekenen. Deze kritische houding ten aanzien van het traditionele doet soms erg aan onze tijd denken. Anderzijds waren de nieuwe wegen die men toen insloeg vaak hele andere dan die wij nu vanzelfsprekend zouden vinden. Door je te verdiepen in de onderwijseenheden over de Vroegmoderne tijd leer je niet alleen hoe mensen vanuit hun historische omstandigheden in dit tijdvak hun samenleving inrichtten, maar word je ook aan het denken gezet over de samenhang tussen de keuzes die wij maken en de omstandigheden waarin wij leven. Via deze onderwijseenheid leer je om lesinhouden te bepalen waarmee je leerlingen kennis kunt bijbrengen over deze periode. Bovendien wordt je de kennis, de vaardigheden en de houding bijgebracht om leerlingen via dit verleden te oriënteren op zichzelf, op hun samenleving en op het bestaan in het algemeen. KENNISBASIS GESCHIEDENIS (onderdelen die bij VMT1 aan de orde komen): Tijdvak 4: De tijd van steden en staten (1000 1500) Kenmerkend aspect: e. Het begin van staatsvorming en centralisatie Elementen die bij de staatsvorming en centralisatie een rol spelen: 1. Manieren waarop vorsten probeerden greep te krijgen op leenmannen. 2. Groei van centrale bestuursinstellingen. 3. Uitbouw van koninklijke rechtspraak. 4. Juridische onderbouwing van koninklijke macht. 5. Opkomst van standenvertegenwoordiging. Tijdvak 5: Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600) Kenmerkend aspect: a. Veranderend mens- en wereldbeeld in de renaissance Elementen van het veranderende mens- en wereldbeeld in de renaissance: 1. Geografische en natuurwetenschappelijke ontdekkingen. 2. Groeiende stedelijke rijkdom en stedelijke autonomie. 3. Uitingen van een veranderend mens- en wereldbeeld in kunsten en wetenschappen. Kenmerkend aspect: b. Het begin van de overzeese Europese expansie Elementen die bij het begin van de overzeese Europese expansie een rol spelen: 1. Motieven van Portugezen en Spanjaarden om verre zeereizen te ondernemen. 2. Factoren die Portugese en Spaanse overzeese expansie mogelijk maakten. 3. De geografische reikwijdte van de Portugese en Spaanse overzeese expansie. 4. Verschillen in de aard van het Portugese en het Spaanse kolonialisme. 5. Gevolgen van het Spaanse kolonialisme voor de inheemse volkeren in de nieuwe wereld. Afstandsonderwijs 16

Kenmerkend aspect: c. De Reformatie en de splitsing in de christelijke kerk Elementen die bij de Reformatie en de splitsing in de christelijke kerk een rol spelen: 1. Religieuze achtergronden. 2. Verschillende stromingen binnen de protestantse hervormingsbeweging. 3. Politieke, sociaal-economische en religieuze factoren die tot de splitsing in de christelijke kerk hebben geleid. 4. De opdeling van Europa in (staatkundig) katholieke en (staatkundig) protestantse landen. 5. Contrareformatie. Kenmerkend aspect: e. De hernieuwde interesse voor de klassieke oudheid Elementen die bij de hernieuwde interesse voor de klassieke oudheid een rol spelen: 1. Materiële en immateriële kanten van het Grieks-Romeinse erfgoed. 2. Factoren die de heropleving van het Grieks-Romeinse erfgoed bevorderden. 3. Streken in Europa waar de heropleving van het Grieks-Romeinse erfgoed zich voordeed. 4. Navolging van de Grieks-Romeinse vormentaal door renaissancekunstenaars. 5. Bestudering van geschriften uit de Oudheid door humanisten Tijdvak 6: Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) Kenmerkend aspect: a. Ontstaan van handelskapitalisme en begin van een wereldeconomie Elementen die bij het ontstaan van handelskapitalisme en wereldeconomie een rol spelen: 1. Huisnijverheid, manufactuur en vroegmoderne industrie naast en in plaats van de gilde-economie. 2. Mercantilisme. 3. Intercontinentale handel. 4. Kolonialisme Zelfstudie (individuele module) Er zijn voor deze onderwijseenheid geen specifieke hulpmiddelen nodig. Via digitale media Mondeling code: EN-GS-VMT1 Titel: Vroegmoderne tijd 1 Na afloop van de onderwijseenheid kan de student de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de Europese geschiedenis van circa 1500 tot 1650 chronologisch plaatsen, als paraat historisch referentiekader gebruiken en kan hij bepalen wat typerend is voor dit tijdvak. De student heeft de kennis, de vaardigheden en de houding ontwikkeld om: 1. historische kennis over dit tijdvak verder uit te breiden en te verfijnen; 2. op basisniveau historische verbanden te leggen tussen dit tijdvak en andere tijdvakken, waaronder het heden; 3. lessen te ontwerpen die niet alleen gericht zijn op het overdragen van historische kennis over dit tijdvak, maar ook op de ontwikkeling van het historisch besef bij leerlingen. Ec: 4 Tentamen 1 5,5 Palmer, R. R.; Colton, Joel; Kramer, LL (2006). A History of the Modern World, 10e. New Yo Afstandsonderwijs 17

Vroegmoderne tijd 2 (1650 1715) EN-GS-VMT2.A.12 Vroegmoderne tijd 2 2012-2013 Deze onderwijseenheid gaat over twee aspecten van de Europese geschiedenis die zeer bepalend zijn geweest voor de geschiedenis van West-Europa en voor de dominante positie van de westerse cultuur in de wereld, namelijk de ontwikkeling van de vroegmoderne staat en die van de vroegmoderne wetenschap. Wat het eerste betreft staat de vraag centraal waarom sommige staten zoals Frankrijk, Engeland, maar ook Rusland en Pruisen zich in de periode van circa 1650 tot 1750 sterk hebben ontwikkeld en waardoor andere staten zoals het Duitse, Poolse en Turkse rijk nu juist naar de achtergrond werden gedrongen. Er is ook aandacht voor de verschillende staatsvormen die zich in deze periode ontwikkelden en voor theorieën waarmee men deze systemen wilden legitimeren. Bij het tweede aspect wordt behandeld hoe de moderne wetenschap is ontstaan en hoe dit leidde tot een ware wetenschappelijke revolutie die grote gevolgen heeft gehad voor het wereldbeeld van mensen in de Vroegmoderne tijd. Deze onderwijseenheid stelt je in staat en stimuleert je om leerlingen via de geschiedenis van de Vroegmoderne tijd te oriënteren op vragen als: 1. Onder welke omstandigheden ontstaan sterke staten? 2. Wat is het beste politieke systeem is en hoe hangt dat samenhangt met de omstandigheden? 3. Hoe hangt het wereldbeeld van mensen samen met de stand van de wetenschap in hun samenleving en de mate waarin de samenleving van deze kennis kan profiteren? Door je te verdiepen in de onderwijseenheden over de Vroegmoderne tijd leer je niet alleen hoe mensen vanuit hun historische omstandigheden in dit tijdvak hun samenleving inrichtten, maar word je ook aan het denken gezet over de samenhang tussen de keuzes die wij maken en de omstandigheden waarin wij leven. Via deze onderwijseenheid leer je om lesinhouden te bepalen waarmee je leerlingen kennis kunt bijbrengen over deze periode. Bovendien wordt je de kennis, de vaardigheden en de houding bijgebracht om leerlingen via dit verleden te oriënteren op zichzelf, op hun samenleving en op het bestaan in het algemeen. KENNISBASIS GESCHIEDENIS (onderdelen die bij VMT2 aan de orde komen): Tijdvak 4: De tijd van steden en staten (1000 1500) Kenmerkend aspect: e. Het begin van staatsvorming en centralisatie Elementen die bij de staatsvorming en centralisatie een rol spelen: 1. Manieren waarop vorsten probeerden greep te krijgen op leenmannen. 2. Groei van centrale bestuursinstellingen. 3. Uitbouw van koninklijke rechtspraak. 4. Juridische onderbouwing van koninklijke macht. 5. Opkomst van standenvertegenwoordiging. Tijdvak 6: Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) Kenmerkend aspect: c. Het streven van vorsten naar absolute macht Elementen die bij het streven van vorsten naar absolute macht een rol spelen: 1. De strijd tussen enerzijds vorsten die willen centraliseren en bureaucratiseren en anderzijds particularistische adel, geestelijkheid en steden die hun macht willen behouden. 2. De theoretische onderbouwing van het absolutisme/politieke theorieën. 3. Mercantilisme. 4. De vermenging van politiek en religie. Afstandsonderwijs 18

Kenmerkend aspect: d. De wetenschappelijke revolutie Elementen die bij de wetenschappelijke revolutie een rol spelen: 1. Voorwaarden voor de ontwikkeling van de moderne wetenschap. 2. De ontwikkeling van de wetenschappelijke methode. 3. Experimentele wetenschap. 4. Toegepaste wetenschap. 5. Belangrijke resultaten van de natuur- en cultuurwetenschappen Zelfstudie (individuele module) Er zijn voor deze onderwijseenheid geen specifieke hulpmiddelen nodig. Via digitale media Mondeling code: EN-GS-VMT2 Titel: Vroegmoderne Tijd 2 Na afloop van de onderwijseenheid kan de student de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de Europese geschiedenis van circa 1500 tot 1750 chronologisch plaatsen, als paraat historisch referentiekader gebruiken en kan hij bepalen wat typerend is voor dit tijdvak. De student heeft de kennis, de vaardigheden en de houding ontwikkeld om: 1. historische kennis over dit tijdvak verder uit te breiden en te verfijnen; 2. op basisniveau historische verbanden te leggen tussen dit tijdvak en andere tijdvakken 3. op gevorderd niveau historische verbanden te leggen tussen de stof die in deze onderwijseenheid wordt aangeboden (ca. 1650-1750) en de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de periode van circa 1500-1650; 4. lessen te ontwerpen die niet alleen gericht zijn op het overdragen van historische kennis over dit tijdvak, maar ook op de ontwikkeling van het historisch besef bij leerlingen. Ec: 4 Tentamen 1 5,5 Palmer, R. R.; Colton, J.; Kramer, LL (2006). A History of the Modern World, 10e. New York Afstandsonderwijs 19

Vroegmoderne tijd 3 (1715 1800) EN-GS-VMT3.A.12 Vroegmoderne Tijd 3 2012-2013 De onderwijseenheid Vroegmoderne tijd 3 bestrijkt de periode van circa 1750 tot 1815 en behandelt de Verlichting en de grote democratische revoluties uit het einde van de 18e eeuw, zoals de Franse revolutie, en het tijdperk van Napoleon. Het gaat in deze onderwijseenheid om veranderingen die een belangrijke basis hebben gelegd voor de hedendaagse democratische samenleving. De veranderingen zijn zo revolutionair geweest dat daarmee het tijdperk van de Vroegmoderne tijd eindigt en daarna de Moderne tijd begint. Door je te verdiepen in de onderwijseenheden over de Vroegmoderne tijd leer je niet alleen hoe mensen vanuit hun historische omstandigheden in dit tijdvak hun samenleving inrichtten, maar word je ook aan het denken gezet over de samenhang tussen de keuzes die wij maken en de omstandigheden waarin wij leven. Via deze onderwijseenheid leer je om lesinhouden te bepalen waarmee je leerlingen kennis kunt bijbrengen over deze periode. Bovendien wordt je de kennis, de vaardigheden en de houding bijgebracht om leerlingen via dit verleden te oriënteren op zichzelf, op hun samenleving en op het bestaan in het algemeen. KENNISBASIS GESCHIEDENIS (onderdelen die bij VMT3 aan de komen: Tijdvak 7: Tijd van pruiken en revoluties (1700 1800) Kenmerkend aspect: a. Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving Elementen die bij dit rationele optimisme en verlicht denken een rol spelen: 1. Invloed van de wetenschappelijke ontdekkingen uit de 17de eeuw. 2. Rationele opvattingen worden gepopulariseerd voor het geletterde deel van de bevolking. 3. Overgang van cyclisch denken naar vooruitgangsdenken. 4. In de godsdienst: het afwijzen van intolerantie en geloofsvervolging. 5. In de politiek: het afwijzen van de absolute macht van vorsten, het vastleggen van burgerrechten en de invoering van de trias politica (scheiding der machten). 6. In de economie: het streven naar een vrije markt. 7. In de sociale verhoudingen: het bepleiten van gelijke rechten voor de burgers en het afschaffen van standsonderscheid Kenmerkend aspect: b. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) Elementen die bij dit verlichte absolutisme een rol spelen: 1. Streven naar godsdiensttolerantie. 2. Streven naar meer juridische gelijkheid. 3. Stimuleren van het onderwijs. 4. Stimuleren van de economie. 5. Vasthouden aan de absolute macht van de vorst. Afstandsonderwijs 20

Kenmerkend aspect: c. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme Elementen die bij de uitbreiding van de Europese overheersing, de plantagekoloniën, de trans- Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme een rol spelen: 1. Handelskoloniën, vestigingskoloniën en plantagekoloniën als varianten van Europese expansie. 2. Toenemend belang van plantageproducten uit Amerika op de Europese markt. 3. Trans-Atlantische slavenhandel bereikt in de 18de eeuw zijn grootste omvang. 4. Streven naar afschaffing van de slavenhandel en slavernij in de tweede helft van de 18e eeuw en eerste resultaten daarvan in het begin van de 19e eeuw. Kenmerkend aspect: d. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap Elementen die bij de democratische revoluties een rol spelen: 1. Democratische revoluties in Noord-Amerika, de Nederlandse Republiek en Frankrijk werden gestimuleerd door gemeenschappelijke verlichte ideeën over politiek en samenleving. 2. Elk van deze revoluties is veroorzaakt door specifieke korte en lange termijnfactoren. 3. Fasering en resultaten van de revoluties. Zelfstudie (individuele module) Er zijn voor deze onderwijseenheid geen specifieke hulpmiddelen nodig. Mondeling Digitaal code: EN-GS-VMT3 Titel: Vroegmoderne Tijd 3 Na afloop van de onderwijseenheid kan de student de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de Europese geschiedenis van circa 1500 tot 1815 chronologisch plaatsen, als paraat historisch referentiekader gebruiken en kan hij bepalen wat typerend is voor dit tijdvak. De student heeft de kennis, de vaardigheden en de houding ontwikkeld om: 1. historische kennis over dit tijdvak verder uit te breiden en te verfijnen; 2. op basisniveau historische verbanden te leggen tussen dit tijdvak en andere tijdvakken 3. op gevorderdenniveau historische verbanden te leggen tussen de stof die in deze onderwijseenheid wordt aangeboden (ca. 1750-1815) en de belangrijkste gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en personen uit de periode van circa 1500-1750; 4. lessen te ontwerpen die niet alleen gericht zijn op het overdragen van historische kennis over dit tijdvak, maar ook op de ontwikkeling van het historisch besef bij leerlingen. Ec: 4 Tentamen 1 5,5 R.R. Palmer, J. Colton, L. Kramer (2006). A History of the Modern World, 10e. New York: McGraw-Hill Afstandsonderwijs 21

Vroegmoderne tijd Nederland EN-GS-VMTN.A.12 Vroegmoderne Tijd Nederland afstandsleren De Bourgondische Nederlanden, De Nederlanden als onderdeel van het Habsburgse Rijk; Oorzaken en aanleiding van de Nederlandse Opstand, het verloop van de Opstand, Genreschilderijen, Twaalfjarig Bestand, De kunst van het belegeren, De vrede van Munster, het Eerste Stadhouderloze tijdperk, de neergang van de republiek in de eerste helft van de 18e eeuw. In deze module wordt tweemaal een discussie gevoerd met medestudenten onder begeleiding van de docent. De module wordt afgerond met een telefonisch onderhoud tussen student en docent over he dossier VMTN. Netwerkmodule. code: EN-GS-VMTN Titel: Vroegmoderne tijd Nederland Na afloop van deze onderwijseenheid: 1. Is de student in staat historische personen, gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de periode 1500-1750 te selecteren op basis van een historische argumentatie. 2. Is de student in staat voorbeelden te noemen van de wederzijdse beinvloeding van binnenlandse en internationale ontwikkelingen tijdens de Opstand en de Republiek. 3. Kan de student de werking van de staatsinrichting van de Republiek beschrijven en verklaren. 4. Is de student in staat een beredeneerd oordeel te geven over de Opstand en de Republiek in schoolmethoden. 5. Is de student in staat culturele, militaire en economische ontwikkelingen te plaatsen in de context van de politieke ontwikkelingen. Ec: 3 Deelname aan de discussies 0 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan Eindgesprek Vroegmoderne 0 5,5 Niet voldaan t/m Voldaan tijd Dossier Vroegmoderne tijd Nederland 1 5,5 Zeer slecht t/m Uitmuntend J CH BBlom (2006). Geschiedenis der Nederlanden, 4e. Baarn: HB uitgevers Afstandsonderwijs 22

Moderne tijd 1 (1815 1914) EN-GS-MOD1.A.12 Moderne Tijd 1 afstandsleren Chronologisch en thematische benadering van de industrialisering en de vorming van een burgermaatschappij vanaf 1750 tot heden. Enkele onderwerpen die behandeld worden zijn: uitvinding en innovatie, economische depressie en internationale samenwerking, etnocentrisme en modernisering, de gemengde economie en de sociale gevolgen van de industriële samenleving. De inhoud van de bestudeerde literatuur wordt verwerkt in een lesbrief. Daarnaast zal er een historisch werkstuk volgens de eisen van de Buck geschreven moeten worden. Hierin worden de kennis en vaardigheden getoetst op verscheidene niveaus: het verwerven van inhoudelijk kennis door individueel onderzoek, het vergaren en verwerken van kennis door schrijven van werkstuk en het kritisch kunnen kijken naar historische bronnen en werkstukken. In overleg met de docent kiest de student een relevant onderwerp aangaande de onderwijseenheid voor hem/haar eigen historisch onderzoek. Individuele opdrachten bij het bestuderen van de literatuur Individuele opdracht: het schrijven van een historisch werkstuk. Individuele of groepsopdracht: het maken van een lesbrief e-learning zelfstudie Geen via digitale media (mail) mondeling code: EN-GS-MOD1 Titel: Moderne Tijd (1815-1914) Studenten: 1. verwerven kennis over Europa in de periode 1815-1914 op politiek, economisch en sociaal vlak 2. zijn in staat dit op relevante wijze te gebruiken in de lespraktijk 3. zijn in staat in groepjes een kwalitatief goede en competente lesbrief te vervaardigden Ec: 3 Lesbrief 20 5,5 Historisch werkstuk 80 5,5 (). Artikelen: Industrialisatie en Burgermaatschappij in de 19e en 20e eeuw,. : Buck, P. de, Mout, M.E.H.N., Musterd, C., & Talsma, J. (2005). Zoeken en schrijven. Handleiding bij het maken van een historisch werkstuk, 10e. Den Haag: R.R. Palmer (2002). History of the Modern World,. New York: Afstandsonderwijs 23

Moderne tijd 2 (1914 1939) EN-GS-MOD2.A.12 Moderne Tijd 2 (1914-1939) Centraal staat de historische ontwikkeling in Europa tussen 1914 en 1939 op politiek, economisch, sociaal en mentaal vlak. Centraal staat de situatie in Europa tussen 1914 en 1939. Deze periode veranderde aanzienlijk de onderliggende verhoudingen tussen de staten van Europa, mede door de ontwikkelingen in Rusland/Sovjet-Unie en in Duitsland. Veel historici zijn van oordeel dat het Duitse Keizerrijk een ernstig verstoorde ontwikkeling naar de democratie te zien geeft. Het leidde er toe dat grote delen van de burgerij gefeodaliseerd werden en dat bij elementen die juist op de bres moesten staan voor de democratie een typische Untertanenmentalität ontstond. In burgerlijke kring werd de inferieure positie gesublimeerd door zich volledig over te geven aan en te identificeren met de imperialistische politiek van keizer Wilhelm II. De bestudering van de geschiedenis van het Tweede Duitse Keizerrijk heeft tot een behoorlijk breed spectrum aan interpretaties geleid. Centrale vraag daarbij is of er een doorlopende lijn bestaat in de Duitse geschiedenis van het Keizerrijk naar nazi-duitsland. Welke positie nam de rest van Europa in ten aanzien van de ontwikkelingen in Duitsland tijdens het interbellum? Wat waren de oorzaken en gevolgen voor Europa in het algemeen en enkele landen, zoals de Sovjet-Unie, Engeland, Italië en Frankrijk specifiek? Geen specifieke werkvorm Eventueel digitale media Zelfstandig code: EN-GS-MOD2 Titel: Moderne Tijd 2 (1914-1939) Na de afronding van de module is de student in staat om: 1. De historische ontwikkelingen tussen 1914-1939 in Europa, en Duitsland in het bijzonder- te reproduceren. 2. Een karakteristiek te produceren van de ontwikkelingen in Europa in de periode 1914-1939. 3. De oorzaken en gevolgen van het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog, Het interbellum in Europa en in het bijzonder de opkomst en neergang van de Weimar Republiek (Duitsland) en de opkomst van het Derde Rijk te reproduceren en verklaren. 4. De hoofdstromen met betrekking tot de periode 1914-1939 in de Duitse en Nederlandse historiografie te onderscheiden 5. De opgedane kennis toe te passen in een referaat. Ec: 3 Dossier 1 5,5 De Buck, P., (2005). Een handleiding bij het maken van een historisch werkstuk, 10. Baarn: R.R. Palmer en J.Colton (2006). A history of the modern world, 10. New York: Niet van Toepassing Red. J.E, van Es (2010). Moderne tijd 2,. Zwolle: Afstandsonderwijs 24