Worden senioren onbetaalbaar? Demografische verkenningen. Gerard Langerhorst 7 maart 2013 1
2
Trap des ouderdoms in de Gouden Eeuw In de Gouden Eeuw lieten de rijken geïllustreerde voorstellingen maken van hun toekomst. De plaatje zagen er geruststellender uit dan de plaatjes van vandaag. 3
Levensverwachting bij geboorte (en bij 65 jaar) Mannen Vrouwen 1850 38 jr (11 jr) 41 jr (12 jr) 1900 47 (11) 50 (12) 1950 71 (14) 73 (15) 2000 76 (15) 81 (19) 2012 78 (18) 82 (21) 2050 83 (23) 85 (25) Bron: CBS 4
Prognose bevolkingsopbouw Basisvergelijking: Bevolkingsgroei = Geboorte - Sterfte + Netto migratie Bevolkingsopbouw 1950 Onderliggende factoren 1. Vruchtbaarheid 2. Levensverwachting 3. Netto migratie 4. Wiskundige modellen (Gompertz en Lee Carter) Mannen Vrouwen Bron: United Nations, Department of Economic & Social Affairs, Population Division (2011) 5
Snel groeiende levensverwachting bij 65+ers Jaren nog te leven Figuur 3: resterende levensverwachting bij 65 jaar Figuur: Resterende levensverwachting bij 65 jaar Trendmatig stijgt de levensverwachting iedere 10 jaar met 1 jaar. De ingeschatte resterende levensverwachting voor mannen is sinds 1995 dramatisch gestegen. Dat had een zeer groot effect op de dekkingsgraden van pensioenfondsen Bron: CBS 6
Nederlanders zijn nog lang niet de oudsten Levensverwachting mannen vrouwen mannen vrouwen Switzerland 79.3 84.1 Japan 79.3 86.1 Italy 78.6 84.0 China, Hong Kong SAR 79.0 84.3 Iceland 79.5 83.1 Australia 79.1 83.8 France 77.5 84.3 Israel 78.4 82.9 Sweden 78.8 82.9 Singapore 78.5 82.7 Spain 77.2 83.8 Canada 78.2 82.8 Norway 78.1 82.7 China, Macao SAR 77.7 82.6 Austria 77.4 82.9 New Zealand 78.0 82.2 Netherlands 78.1 82.2 Germany 77.2 82.4 Belgium 77.0 82.5 Ireland 77.3 82.0 United Kingdom 77.4 81.7 Greece 77.0 82.0 Luxembourg 76.7 82.0 Finland 75.9 82.8 Portugal 75.3 81.8 Denmark 76.0 80.5 Czech Republic 73.8 80.2 Poland 71.2 79.9 Hungary 69.5 77.6 Russian Federation 61.6 74.0 Bron: United Nations, Department of Economic & Social Affairs, Population Division (2011) 7
Hoe ouder je wordt, hoe hoger levensverwachting De levensverwachting is lager voor rokers, mensen met minder dan een half uur lichaamsbeweging per dag, excessieve alcoholgebruikers en mensen die minder dan twee stuks fruit per dag nuttigen. Bron: CBS 8
Inkomen is in hoge mate bepalend voor levensverwachting De levensverwachting van werkende mannen in de laagste inkomensklasse is 7 jaar lager dan van mannen in de hoogste inkomensklasse Bron: CBS 9
Voor vrouwen geldt dat minder Pensioenfondsen houden, bij het berekenen van hun dekkingsgraad, veelal geen rekening met de inkomensklasse. De pensioenwet geeft wel aan dat dit geoorloofd is. De dekkingsgraad van het pensioenfonds van de tandartsen zou derhalve lager moet zijn en dat van de kappers hoger. Bron: CBS 10
Vruchtbaarheid in Nederland daalde 3.50 3.00 2.50 2.00 1.50 1.00 0.50 0 1952 1957 1962 1967 1972 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 2012 2017 2022 2027 2032 2037 2042 2043 Na 1970 daalde het aantal kinderen per vrouw zeer sterk van 3 naar 1,5. De gemiddelde leeftijd dat een vrouw een kind krijgt is thans 30 jaar en voor het model is een stijging naar 31 jaar gebruikt. Bron: United Nations, Department of Economic & Social Affairs, Population Division (2011) 11
Effecten emigratie en immigratie zijn klein en instabiel Bron: CBS 12
Bevolkingspiramide 2050 2050 Mannen Vrouwen Totale populatie 18,98 mln 1.98 kinderen per vrouw 51.3% geborenen zijn jongens Resultaat: Lijkt op waterhoofd support ratio Oud > 65 33% 1.4 Jong < 20 20% 2.4 Werkende leeftijd 47% Sex ratio 65+: 45.4% mannen Bron: United Nations, Department of Economic & Social Affairs, Population Division (2011) 13
Bevolkingopbouw 1950 2010 2050 Mannen Vrouwen Bron: United Nations, Department of Economic & Social Affairs, Population Division (2011) 14
Support ratio In 2012 bedraagt het aantal inwoners met de leeftijd 20-64 jr (a) 10,1 mln. Het aantal inwoners boven de 65 jaar (b) bedraagt 3,4 mln. De support ratio a/b = 10,1/3,4 = 2,97. Drie werkenden zorgen voor één senior. In 2050 is de support ratio A/B = 1,39. Dan zullen grofweg 4 werkenden voor 3 senioren zorgen. Bron: United Nations, Department of Economic & Social Affairs, Population Division (2011) 15
Demografische ontwikkeling in EMU H H L L Bron: United Nations, Department of Economic & Social Affairs, Population Division (2011) 16
Verhogen AOW-leeftijd gering effect op support ratio In 2050 is bij de verhouding 20-64 jr en 65-100+ jr de support ratio 1,39 Bij 20-69 jr en 70/100+ wordt de support ratio 1,79 Bron: United Nations, Department of Economic & Social Affairs, Population Division (2011) 17
Arbeidsparticipatie ouderen mannen 1996 2001 2006 2011 50-55 jr. 81.9% 85.5% 86.5% 85.5% 55-60 jr. 57.5% 66.2% 71.7% 80.9% 60-65 jr 17.8% 20.3% 29.2% 45.3% 65-70 jr. 6.0% 5.6% 8.3% 9.8% 70-75 jr. 2.7% 2.4% 4.2% 3.6% 75+ jr 1.1% 0.9% 1.4% 1.2% vrouwen 1996 2001 2006 2011 50-55 jr. 36.1% 45.2% 57.0% 66.6% 55-60 jr. 21.6% 29.7% 39.4% 53.8% 60-65 jr 5.1% 7.2% 12.4% 24.0% 65-70 jr. 0.9% 1.2% 1.7% 3.1% 70-75 jr. 0.0% 0.7% 0.6% 1.5% 75+ jr 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% Bron: CBS 18
Nederlands pensioenstelsel Pijler 1 AOW - omslagstelsel - 65 jr. (50 jr. in NL) - uniform, universeel, fiscaal solidair Pijler 2 aanvullend pensioen - kapitaaldekking - collectief, solidair, eindloon - werknemers, lage kosten Pijler 3 particuliere pensioenvoorzieningen - kapitaaldekking - individueel - hoge kosten 19
Bruto Binnenlands Product Het bruto binnenlands product (bbp) is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar). Het wordt gebruikt om de rijks in- en uitgaven aan te relateren. Het bedroeg in 2011 ca 600 miljard Of 35000 per inwoner Bron: CBS 20
Kosten AOW In 2012 bedraagt het aantal ouderen boven 65 jr 20% van de bevolking. De kosten van AOW bedragen thans ca 29 mrd, of 5% van het bbp. In 2050 is het aantal ouderen boven 70+ jr gestegen naar 29% van de bevolking In 2050 is het aantal ouderen boven 65+ jr gestegen naar 33% van de bevolking Het is redelijk te veronderstellen dat de AOW-kosten in 2050 met meer dan 50% zullen stijgen tot 45 mrd of 7,5% van het bbp. 8% Als percentage bbp 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 2045 2050 Bron: CBS 21
Kosten pensioen (1) In Nederland zijn thans ca 8,5 mln van de 17,4 mln inwoners in loondienst. Als we doorwerken tot ons 70 e, zullen in 2050 7,3 mln van de 19,0 mln inwoners in loondienst zijn. De pensioenkosten bedroegen in 2012 ca 30 mrd, of 5% van het bbp De pensioenkosten zullen in 2050 dalen naar (7,3/8,5)*30= 25.8 mrd. Dit kabinet wil het maximaal opbouwpercentage verlagen van maximaal 2,25% naar 1,75%. Daardoor zullen de pensioenkosten verder dalen naar 21 mrd Als de swaprente weer hoger ligt dan de inflatie, zal de beleggingswinst hoger worden en bijdragen kunnen dan worden verminderd, zoals in de jaren 90 Het aantal gepensioneerden 65+-ers in 2012 en het aantal 70+-ers in 2050, zal stijgen van 19,5% van de populatie naar 28,7% van de populatie. De belasting opbrengsten van gepensioneerden zullen daardoor stijgen van 1,4% van het bbp tot 2,2% van het bbp Bron: CBS 22
Kosten pensioen (2) Als percentage bbp De kosten zijn van 2000 tot 2010 gestegen door de toename levensverwachting, slechte beurs en lage rente. Bij de prognose zijn de factoren: demografisch en pensioenopbouw. Pensioenvoordelen zijn in Nederland de grootste van de hele wereld Bron: CBS 23
Grootte pensioenfondsen in OECD landen als percentage BBP (2011) Bron: OECD 24
Bijzondere solidariteit Jongeren voor ouderen (loonverschil) Mannen voor vrouwen (levensverwachting) Lage sociale klassen voor hoge sociale klassen (levensverwachting).. hoe lang nog? 25
Hoe rijker het land Hoe duurder de gezondheidszorg 16 18% BBP VS 10 12% BBP NL, Frankrijk, BRD, Canada, Zwitserland, Denemarken, Oostenrijk België, Portugal, België, Griekenland, Nieuw Zeeland 8 10% BBP Spanje, Zweden, VK, Japan, Noorwegen, Ijsland, Italië, Ierland,.. Australië, Slowakije, Slovenië, Finland 6 8% BBP Chili, Luxemburg, Hongarije, Tsjechië, Israel, Polen, Estland,. Mexico, Turkije NL 1953 3% - Nu 12% BBP Bron: OECD 26
Zorgkosten (1) Het RIVM verrichtte in 2005 een studie waarin zij dit plaatje publiceerden. De totale zorgkosten zijn hoger dan de gezondheidszorgkosten. In 2005 bedroegen de kosten 4200 per inwoner of 13,2% van het bbp. Bron: RIVM 27
Zorgkosten (2) 2010 In 2010 bedroegen de kosten van de totale zorg 14,8% van het BBP. Ouderen verbruikten 5,9% van het BBP aan zorg. Bron: RIVM & United Nations 28
Zorgkosten (3) 2050 De kosten van de zorg door veroudering met minmaal 39% gestegen tot 20,7% van het BBP. Ouderen verbruiken dan 12,9% van het BBP aan zorg. Bron: RIVM & United Nations 29
Zorgkosten (4) Als percentage bbp De prognoses zijn gebaseerd op onveranderde RIVM kostenverdeling en demografische factoren. Bron: CBS, RIVM & United Nations 30