23 keer beoordeeld 18 juni Plantaardige stoffen.

Vergelijkbare documenten
5.5. Boekverslag door Charley 1538 woorden 24 juni keer beoordeeld. Scheikunde

Bekende koolhydraten: *glucose C6H12O6. *zetmeel (C6H10O5)n (macromolecuul) Een macromolecuul is een hele lange verbinding.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 12 en 14

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Samenvatting door Daphne 1139 woorden 25 mei keer beoordeeld. Scheikunde

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

Een schoonheidsspecialist houdt zich bezig met het verfraaien en het verzorgen van het uiterlijk.

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen

Scheikundige begrippen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 4: voeding

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

4.3 Noodzakelijke voedingsstoffen

Cellen aan de basis.

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans

THEMA: VOEDING EN VERTERING VWO

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling

Leerlingenmateriaal II: Practicum, wat gebeurt er met moleculen en energie in een

Samenvatting Biologie Stofwisseling

Samenvatting Biologie Voeding en vertering

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Hydrofobe staart. Leerlingopdracht

1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

Samenvatting Chemie Overal 3 vwo. Hoofdstuk 2: Water. 2.1 Watervoorziening

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting hoofdstuk 2

Multifunctioneel Milieuvriendelijk Zachtvoorhetlichaam Goedvooruwportemonnee Ruimtebesparend NUOOKINNEDERLANDVOORDELIGVERKRIJGBAAR

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Eiwitten. Voeding en Welzijn

8.3. Boekverslag door T woorden 19 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4. 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Er zijn zes groepen voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitamines.

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

4,8. Praktische-opdracht door een scholier 1583 woorden 7 juni keer beoordeeld. Vragen.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo

Samenvatting Biologie Thema 4 voeding en vertering

H18 Opdracht 5: Voedingsstoffen in blanke vla

boek: biologie voor jouw ; klas 5 hoofdstuk 4 voeding hoofdstuk 4 paragraaf 1 geen belangrijke informatie hoofdstuk 4 paragraaf 2 voedingsmiddelen:

7,7. Samenvatting door een scholier 2220 woorden 23 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4: Voeding en vertering

BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]

Vragen bij de activiteiten A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste stof en ontstaat een heldere oplossing.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4

Samenvatting door een scholier 2124 woorden 26 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 4: Voeding en Vertering.

Samenvatting Voeding en Vertering Biologie voor Jou VMBO 4. M.b.v. melkzuurbacteriën kun je melk omzetten in yoghurt Kaas en zuurkool

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

7,2. Samenvatting door P woorden 3 maart keer beoordeeld. Samenvatting. Scheikunde. hoofdstuk 1 1.1

Voorbereidende opgaven Kerstvakantiecursus

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

Scheikunde samenvatting H1 t/m H4

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Geef de vergelijking van de reactie waarbij uiteindelijk energie vrijkomt. Gebruik molecuulformules in die reactievergelijking.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9

Water? Hoezo water? Water! Hoezo water? Donderdag 24 mei 2018 WILDLANDS Adventure Zoo Emmen

1 Grondstoffen Aardappelen Spinazie Appels Samenvatting 15

Voorbereidende opgaven Examencursus

5,4. Antwoorden door een scholier 913 woorden 31 januari keer beoordeeld. Basisstof 1; voedselproductie

LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007

Koolstofverbindingen 2

Koolhydraten. Voeding en Welzijn

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II

Het smelten van tin is géén reactie.

Koolhydraten en suikers in brood

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Rekenen aan reacties (de mol)

b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar.

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo I

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen:

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

Chemie van het keukenkastje

Mitochondriële ziekten

5 Formules en reactievergelijkingen

1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we aan de hand van chemische reacties een oplossing de kleuren van een stoplicht krijgen?

Bee Products. Forever I Bee Products

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken

5,8. Bs 1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Samenvatting door een scholier 1678 woorden 31 oktober keer beoordeeld.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie

Samenvatting Biologie Thema Vertering

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.

WAT ETEN WE VANDAAG? 1 Waarom moet je eten?

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo I

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

-Dissimilatie gebeurd stapje voor stapje. De chemische energie uit de stapjes wordt eerst gebruikt voor de

Transcriptie:

7,9 Samenvatting door F. 1034 woorden 23 keer beoordeeld 18 juni 2013 Vak Scheikunde Methode Nova Scheikunde hoofdstuk 7. 7.1. Energie haalt je lichaam uit brandstoffen: - Koolhydraten bestaan uit koolstof, zuurstof en waterstof. Bekende koolhydraten: - Glucose: C6H12O6 (s) - Sacharose (tafelsuiker): C12H22O11 (s) Plantaardige stoffen. - Amylose (zetmeel): (C6H10O5)n (s) Macromolecuul: zeer lang molecuul. Glucose wordt door je lichaam meteen opgenomen, sacharose en zetmeel worden eerst omgezet in glucose en fructose en daarna opgenomen. Dezelfde molecuulformule maar een andere structuur: het zijn isomeren van elkaar. - Vetten geven niet direct energie: worden afgebroken voordat ze in het bloed worden opgenomen. Er ontstaan glycerol en vetzuren. Vet wordt ook opgeslagen zodat het warmteverlies kan voorkomen. Dit is een vetmolecuul met de formule C51H98O6 Stearinezuur C18H36O2- is een verzadigd vetzuur: afkomstig van dierlijke vetten. Te veel verzadigde vetzuren zijn niet Pagina 1 van 6

gezond, ze slibben je aderen dicht: hartinfarct. Oliezuur C18H34O2- en linolzuur C18H32O2- zijn onverzadigde vetzuren: afkomstig van plantaardige voedingsstoffen. Kenmerken: - Meer dan 1 dubbele binding. - Minder H-atomen dan een verzadigd vetmolecuul. Linolzuur is een meervoudig onverzadigd vetzuur: het heeft 4 H-atomen minder dan stearinezuur. De energiewaarde: hoeveel energie er vrijkomt als 100 gram voedingstoffen in je lichaam verbranden. Uitgedrukt in joule (J) of calorie (cal). Het fotosyntheseproces (omgekeerd verbranding): Zonlicht 6CO2 (g) + 6H2O (l) C6H12O6 (s) + 6CO2 (g) 7.2. Eiwitten zijn de bouwstenen van de cellen in je lichaam. Macromoleculen. Opgebouwd uit heel veel aminozuurmoleculen. De moleculen van aminozuren bestaan uit C-, O-, H-, N-, en soms S-atomen. Je hebt 20 aminozuren nodig om eiwitten te maken. 8 daarvan maakt je lichaam zelf, de andere essentiële aminozuren moet je uit voeding halen. Sommige eiwitten noem je enzymen/biokatalysoren. Ze zorgen ervoor dat de reacties kunnen plaatsvinden in je lichaam. Vitamines heeft je lichaam in kleine hoeveelheden nodig. Vezels zijn erg belangrijk voor je darmen. De vezels staan vooral uit cellulose. Pagina 2 van 6

Een koolhydraat dat op zetmeel lijkt. Ook mineralen heb je in kleine hoeveelheden nodig. Van sommige elementen in mineralen heb je maar heel weinig nodig: de sporenelementen. Zn, Cr, Co, I en F. 7.3. Als voedsel bederft, komt dat doordat schimmels en bacteriën zich vermenigvuldigen. Je kunt dit tegen gaan door te conserveren: - Invriezen - Drogen - Inzouten (pekelen) - Steriel verpakken - Conserveermiddelen toevoegen: houdbaarheid verbeterd. - Warmtebehandeling (bij levensmiddelen). Pasteuriseren Steriliseren Verhitten tot 85. (Meeste organismen Verhitten tot 120. (alle organismen dood) dood) Smaak wordt niet Smaak veranderd. beïnvloed. Aan voedsel worden voordat het in de winkel komt additieven toegevoegd. Pagina 3 van 6

Hulpstoffen, verbeteren: - Uiterlijk Voor de aanduiding worden E-nummers gebruikt. - Geur - Smaak - Houdbaarheid Aan het gebruik van additieven zijn strenge regels vastgesteld omdat ze schadelijk kunnen zijn. Er zijn ook ADInormen (Aanvaardbare Dagelijkse Inname-normen) opgesteld. Hierin staat hoeveel per lichaamsgewicht iemand kan hebben zonder dat het schadelijk is. Zoetstoffen zijn stoffen die het product zoeter maken, maar geen energie toevoegen. Bv. saccharine, cyclaamzuur en aspartaam. Ook voor zoetstoffen gelden ADI-normen. Natuurvoeding is afkomstig van de biologische landbouw en veeteelt. Milieu- en diervriendelijke manier van landbouw. Geen kunstemest en bestrijdingsmiddelen toegevoegd. 7.4. Cosmetische producten zijn om je mooi mee te maken, ze zijn niet noodzakelijk voor je hygiëne. Als je iets vets wilt schoonmaken, lukt dat niet met water. Met zeep lukt dit wel. Zeep is de emulgator in de emulsie van water, olie en zeep. Kan water en olie met elkaar mengen. Detergenten, wasactieve stoffen en oppervlakte-actieve stoffen. Een zeepmolecuul bestaat uit 2 delen: de hydrofiele kop en de hydrofobe staart. Pagina 4 van 6

Houdt van water. Houdt niet van water. De staart mengt zich met de olie, en de kop met het water. Zo breekt de olie af en kun je het makkelijk afspoelen. Zeep maak je door natronloog en vet te roeren en verwarmen. Er ontstaat dan ook glycerol. Dit heet een natuurlijke zeep. Wanneer je deze met hard water (water dat veel kalk bevat) gebruikt, ontstaat er kalkzeep en een troebele suspensie. Hierna ontstaat er aanslag van de kalkzeep. Hierom gebruiken we meestal synthetische zepen. Ze worden gemaakt uit aardoliefractie. Om vlekken te verwijderen heb je detergenten nodig. De meeste detergenten bevatten enzymen die de moeilijk verwijderbare eiwitten kunnen verwijderen. Het enzym is dan een katalysator. Versnellen processen zonder op te gaan. Blijven het hele proces werkzaam. 7.5. Als vuil erg vast zit, kun je een schoonmaakmiddel gebruiken waarin ook schuurmiddel zit. Kalk. Gekleurde vlekken kun je wegbleken met een bleekmiddel. Bleekmiddel doodt ook bacteriën. Sommige schoonmaakmiddelen kunnen ook vet verwijderen, je gebruikt dit middel als extractiemiddel. Terpentine, wasbenzine, spiritus en aceton. Ze verdampen snel en zijn erg brandbaar als ze in de lucht zijn gekomen. Je kunt ook schoonmaken door middel van chemische reacties. Bv. ontstoppen. Als je de gootsteenontstopper (natriumhydroxide, NaOH (s)) in de gootsteen giet, produceert deze warmte waardoor de opgehoopte vetresten smelten en weggaan. Bij ontkalken ontstaat ook een chemische reactie, net als wegbleken. Als een stof erg zuur of basisch is, is deze agressief. Pagina 5 van 6

- Azijnzuur: C2H4O2 (l) - Mierenzuur: CH2O2 (l) - Waterstofchloride: HCl (g) - Ammoniak: NH3 (g) - Soda: Na2CO3 (s) - Natriumhydroxide: NaOH (s) Zuren gebruik je om te ontkalken en basische middelen om te ontvetten. Om zuren en basen aan te tonen in een oplossing, gebruik je een indicator. De kleur van de indicator verandert als die in aanraking komt met een zure/basische stof. De indicator voor zure en basische stoffen heet een zuur-baseindicator. Dit is bv. rodekoolsap of lakmoespapier. De ph-waarde geeft aan hoe zuur/basisch een oplossing is. Er is een schaal van 0 tot 14. Een zuivere stof heeft een ph van 7. Een zure stof heeft een ph van lager dan 7, en een basische stof een ph van hoger dan 7. Als de waarde lager dan 3, of hoger dan 11 is, is de stof agressief. Bv. ovenreiniger (13) of zoutzuur (1). De ph-waarde bepaal je met ph-papier. Pagina 6 van 6