COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN 0('('(/,1*9$1'(&200,66,( $$1'(5$$'(1+(7(8523((63$5/(0(17

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

'H &RPPLVVLH VWHOW HHQ ODQGERXZKHUYRUPLQJ YRRU RP GH ODQGERXZHUV HHQ ODQJHWHUPLMQSHUVSHFWLHI RS GXXU]DPHODQGERXZWHELHGHQ

Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7

&ROOHFWLHI RQWVODJ &RPPLVVLH SUHVHQWHHUW SDNNHW LQLWLDWLHYHQ YRRU KHW YHUPLQGHUHQ YDQ GH VRFLDOH JHYROJHQYDQPDVVDRQWVODJHQ

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

Denk mee over sport, bewegen en cultuur en de toekomstige combinatiefuncties

Brussel, 22 februari 2001 (23.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6396/01. Interinstitutioneel dossier: 2001/0042 (CNS) 2001/0043 (CNS) LIMITE

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

$FFLMQV&RPPLVVLHVWHOWKDUPRQLVDWLHYDQEHODVWLQJ RSGLHVHOYRRUEHURHSVYHUYRHUYRRU

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

DE EU-BEGROTING 2013 VRAAG EN ANTWOORD

'H &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ WLHQ OLGVWDWHQ GLH GH ULFKWOLMQHQ RYHU GH YRJHOVWDQG HQ KDELWDWV QLHW WHQ XLWYRHUKHEEHQJHOHJG

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

4. GRANEN-RIJST-OLIE EN EIWITHOUDENDE GEWASSEN

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

Mot m ans R. Ergonom ie RC, Leuv en ww w.dinbelg.be

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. Financieel pakket voor de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië

OMSCHAKELING NAAR DE BIOLOGISCHE PRODUCTIE

over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

gelet op Verordening (EG) nr. 767/ van het Europees Parlement en de Raad betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders,

1 Regionaliteit. Nieuwe wetgeving bio veevoeder van kracht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

7611/16 cg 1 DGB 1 A

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

De waalse landbouw in cijfers

2339e zitting van de Raad - LANDBOUW - Brussel, 19 maart Voorzitter: Internet: press.office@consilium.eu.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2001) 677 def.

Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 7 juni 2010 (OR. en) 2009/0138 (COD) PE-CONS 23/10 AGRI 209 POSEICAN 7 POSEIDOM 7 POSEIMA 7 CODEC 506

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. over de "octroi de mer"-belastingregeling in de Franse overzeese departementen. SEC(2010) 1558 def.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF. Alarmsysteem nr.

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

De voorwaarden voor een derogatie (periode ) zijn als volgt gewijzigd:

,QWHUQH PDUNW GH &RPPLVVLH JDDW EXUJHUV HQ RQGHUQHPLQJHQNRVWHORRVDGYLHVYHUVWUHNNHQHQKXQ SUREOHPHQRSORVVHQ

A8-0392/349

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

7703/01 AL/nc DG B I NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2006 (26.06) (OR. fr) 8693/06 ADD 1 PV/CONS 22 AGRI 146 PECHE 119

Publicatieblad van de Europese Unie L 160/71

Studie over de katoensector in de Europese Unie

9LVVHULM HUQVWLJH LQEUHXNHQ RS GH *9% YRRUVFKULIWHQ LQ ZLM]HQ RS GH QRRG]DDN WRW KHUYRUPLQJ

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Bio, goed voor de natuur, goed voor ons

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. over de uitgaven uit het ELGF. Systeem voor vroegtijdige waarschuwing nr.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 december 2001 (10.12) (OR. fr) 14439/01 AGRIFIN 159 FIN 483

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

Microbiologie ter kennismaking

Brussel, 24 september 2002

De waalse landbouw in cijfers

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Tarievenblad. (als bedoeld in het Demeter Bijdragereglement)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De onderdelen d tot en met h worden geletterd e tot en met i.

De waalse landbouw in cijfers

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

15537/02 jg 1 DG B I

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2007) 810.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GLB en Vergroening. Goed boeren, goed beheren

Hof van Cassatie van België

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING

Plantaardig eiwit van Europese akkers

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

De waalse landbouw in cijfers

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2019

&RPPLVVLH DFFHSWHHUW YHUELQWHQLVVHQ LQ PHGHGLQJLQJVSURFHGXUH RYHU 'XLWVH YDVWH ERHNHQSULMV

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

Dilemma s biodiversiteit en gewasbescherming landbouwbedrijf.

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2116(INI)

Het GLB Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid

VERORDENING (EEG) Nr. 968/68 VAN DE RAAD. van 15 juli houdende vaststelling van de regeling voor mengvoeders op basis van granen

14. De effecten van de beleidsopties

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

Aanpassingen Toelichting bij de verzamelaanvraag 2015

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie

Bijkomende informatie:

Transcriptie:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ANNULE ET REMPLACE LE COM (2001) 148 final Concerne les 11 langues Brussel, 16.3.2001 COM(2001) 148 definitief/2 0('('(/,1*9$1'(&200,66,( $$1'(5$$'(1+(7(8523((63$5/(0(17 2SWLHVRPGHWHHOWYDQHLZLWKRXGHQGHJHZDVVHQLQGH(8WHEHYRUGHUHQ

Inleiding In de speciale zitting van 4 december 2000 over de laatste ontwikkelingen met betrekking tot BSE heeft de Raad de Commissie verzocht vraag en aanbod van eiwitrijke gewassen nader te analyseren en daaruit de nodige conclusies te trekken voor het momenteel in die sector gevoerde beleid en voor de braakleggingsregeling. In de zitting van 26 februari 2001 heeft de Raad gevraagd om die analyse te verstrekken voor de zitting van maart. Deze mededeling is toegespitst op een klein aantal hoofdopties die in de politieke discussie bij herhaling worden gesuggereerd om de teelt van eiwithoudende gewassen in de EU te bevorderen. De opties worden bekeken tegen de achtergrond van de analyse in het werkdocument van de Diensten van de Commissie "Vraag en aanbod van eiwitrijke gewassen in de EU als gevolg van de BSE-crisis". Alle berekeningen en ramingen hebben betrekking op de middellange termijn en zijn gebaseerd op de meest recente prognoses van de Diensten van de Commissie voor de middellange termijn. 2OLHKRXGHQGH]DGHQ Een kernpunt bij de beslissingen in het kader van Agenda 2000 is geweest dat de steun voor oliehoudende zaden per 1 juli 2002 gelijk getrokken wordt met de steun voor graan, d.i. 63 ¼W'H VWHXQ ZRUGW GDDUPHH HHQ YDVWOLJJHQG EHGUDJ HQ ZRUGW QLHW ODQJHU PHHU verlaagd, zoals was afgesproken in het Blair House-akkoord, bij overschrijding van een totaal areaal van ongeveer 4,93 miljoen ha. Iedere verandering in de besluiten van Agenda 2000, die weliswaar op de korte termijn enig voordeel zou kunnen opleveren, moet worden afgewogen tegen de nadelen daarvan op de lange termijn. Dit gezegd zijnde, zou, om de teelt van eiwithoudende gewassen op korte en middellange termijn (de komende 2 à 5 jaar) te bevorderen, kunnen worden gedacht aan handhaving van de specifieke steunregeling voor ROLHKRXGHQGH ]DGHQ en aan vaststelling van het steunbedrag op een niveau dat aantrekkelijk genoeg is om het areaal voor de teelt van oliehoudende zaden te doen toenemen. Dat zou echter een tamelijk dure oplossing zijn en, vanzelfsprekend, zou, op grond van het Blair House-akkoord, het areaal met oliehoudende zaden waarvoor de steun wordt verleend, niet groter mogen zijn dan ongeveer 4,93 miljoen ha, d.i. ongeveer 375 000 ha meer dan zal worden ingezaaid volgens de meest recente prognoses voor de middellange termijn van de Diensten van de Commissie. Bovendien zou deze oplossing afbreuk doen aan een van de kernpunten van de hervormingen van Agenda 2000: de marktgerichtheid. De in het Blair House-akkoord vastgestelde grens zou snel een beperkende factor kunnen worden, als, op middellange termijn, de marktprijzen voor oliehoudende zaden zouden stijgen omdat de vraag is toegenomen. Volgens simulaties van de Diensten van de Commissie op basis van de meest recente prognoses voor de middellange termijn, zou, als een specifieke opbrengst voor oliehoudende zaden toegepast kan blijven worden en als de prijsontwikkeling voor granen en oliehoudende zaden niet significant afwijkt van de prognoses voor de middellange termijn, een gewasgebonden steun voor oliehoudende zaden van ongeveer 75 ¼W HU RS NRUWH WRW PLGGHOODQJH WHUPLMQ WRH NXQQHQ OHLGHQ GDW KHW PHW ROLHKRXGHQGH zaden (voor voedingsdoeleinden) ingezaaide areaal in de EU weer wordt vergroot tot het Blair House-maximum. De reële extra uitgaven van de invoering van dergelijke steun zouden ongeveer 474 miljoen ¼SHUMDDUEHGUDJHQ%LMGHUDPLQJYDQGDWEHGUDJLVHUYDQ uitgegaan dat de hervormingen van Agenda 2000 volledig worden uitgevoerd, d.w.z. dat 2

de niet-gewasgebonden akkerbouwsteun van 63 ¼W RRN ZRUGW WRHJHSDVW YRRU oliehoudende zaden. In bovengenoemd bedrag is geen rekening gehouden met wijzigingen in de uitgaven voor interventie en restituties voor granen. Deze wijzigingen zouden evenwel zeer gering zijn. De teelt van oliehoudende zaden op 375 000 ha meer zou een extra productie geven die gelijkstaat met ongeveer 370 000 ton sojameel, terwijl 1 à 1,5 miljoen ton extra nodig is. Als de extra uitgaven worden afgezet tegen de extra productie, omgerekend in sojameelequivalent, bedragen de kosten ongeveer 1 270 ¼ SHU H[WUD WRQ sojameelequivalent. Daartegenover staat dat de invoerprijs van sojameel ongeveer 220 à 230 ¼WEHGUDDJW Verreweg het grootste gedeelte van de extra uitgaven zou worden betaald voor de 4,56 miljoen ha die ook zou zijn ingezaaid onder de voorwaarden van Agenda 2000, dus met een niet-gewasgebonden steun van 63 ¼W 7KHRUHWLVFK]RX KHW GXV HIILFLsQWHU ]LMQ het extra steunbedrag voor oliehoudende zaden alleen toe te kennen voor extra areaal dat is ingezaaid met oliehoudende zaden. Definitie en toepassing van zo'n begrip "extra areaal" zou evenwel aanzienlijke politieke, wettelijke en administratieve problemen kunnen geven. (LZLWKRXGHQGHJHZDVVHQ (LZLWKRXGHQGH JHZDVVHQ (erwten, bonen, zoete lupinen) worden meestal in het voorjaar ingezaaid. Voor deze gewassen wordt een gewasgebonden steun uitgekeerd, die in het kader van Agenda 2000 is verlaagd, maar die weer met 6 ¼W]RXNXQQHQZRUGHQ verhoogd tot 78,49 ¼W9HUKRJLQJWRWERYHQGDWEHGUDJ]RXWRWJHYROJKHEEHQGDWLQKHW kader van de WTO, voor deze steun de bescherming van de Vredesclausule wegvalt. Volgens simulaties van de Diensten van de Commissie op basis van de meest recente marktprognoses voor de middellange termijn zou een dergelijke steunverhoging slechts een beperkt effect hebben op de productie, namelijk een uitbreiding met 10 000 à 20 000 ha. Zelfs een verhoging tot 100 ¼W ]RDOV GRRU VRPPLJH EHURHSVRUJDQLVDWLHV wordt gevraagd, zou volgens de simulaties slechts een extra areaal geven van 30 000 à 50 000 ha. Dat de areaaluitbreiding zo gering is, heeft hoofdzakelijk te maken met (verwachte) prijsstijgingen voor granen waardoor het aantrekkelijker wordt om die gewassen te verbouwen. Er zij echter op gewezen dat volgens het model het areaal met eiwithoudende gewassen na de volledige uitvoering van Agenda 2000 (en zonder extra steun) ongeveer 1,3 miljoen ha zal bedragen, d.w.z. ongeveer 200 000 ha meer dan in 2000. De extra uitgaven zouden ongeveer 47 miljoen ¼EHGUDJHQELMHHQYHUKRJLQJYDQ het steunbedrag met 6 ¼W HQ PHHU GDQ miljoen ¼ ELM HHQ YHUKRJLQJ YDQ KHW steunbedrag met 27,5 ¼WGLHQRGLJ]RX]LMQYRRUHHQVWHXQEHGUDJYDQ ¼W Als bij 6 ¼ VWHXQ H[WUD SHr ton 20 000 ha extra zou worden ingezaaid, zou de extra productie daarvan gelijkstaan met ongeveer 50 000 ton sojameelequivalent. De extra steunuitgaven zouden dan neerkomen op ongeveer 990 ¼ SHU H[WUD WRQ VRMDPHHO equivalent. Een extra steunbedrag van 27,5 ¼W HQ HHQ DUHDDOWRHQDPH YDQ 000 ha, zou ongeveer 120 000 ton sojameelequivalent extra geven. De extra steunuitgaven zouden dan ongeveer 1 840 ¼SHUH[WUDWRQEHGUDJHQ Het grootste nadeel van een verhoging van het steunbedrag voor eiwithoudende gewassen is de zeer beperkte efficiëntie ervan (relatief hoge kosten, zeer geringe stijging 3

van de eiwitvoorziening). Er zij echter op gewezen dat deze geringe efficiëntie de uitkomst is van het model. De basishypotheses in het door de Diensten van de Commissie gebruikte model bieden voor eiwithoudende gewassen minder mogelijkheden dan voor andere akkerbouwgewassen. Als men er bijvoorbeeld van uitgaat dat bij verhoging van de steun voor eiwithoudende gewassen tot 100 ¼W 000 ha extra wordt ingezaaid, d.w.z. drie- tot vijfmaal zoveel als volgens het model, zou het algemene resultaat in vergelijking met de situatie volgens Agenda 2000 weliswaar verbeteren, maar zouden de conclusies grotendeels gelijk blijven: toeneming van de productie in sojameelequivalent met 360 000 t, extra uitgaven 242 mln ¼ uitgaven per extra ton sojameelequivalent: 675 ¼ LQYRHUSULMV VRMDPHHO à 230 ¼W Evenals bij oliehoudende zaden zou het grootste gedeelte van de extra steun worden uitbetaald voor grond die ook met eiwithoudende gewassen zou zijn ingezaaid onder de voorwaarden van Agenda 2000. Met andere woorden: de telers van eiwithoudende gewassen zouden een extra bedrag ontvangen voor een gewas dat ze al telen. Als geen bijkomende milieumaatregelen worden genomen, leidt de teelt van eiwithoudende gewassen tot verhoogde nitraatuitspoeling en watervervuiling. Dit zou een bijkomende factor zijn om de teelt van deze gewassen niet te bevorderen. (LZLWULMNHJHZDVVHQRSEUDDNJHOHJGHJURQG De optie om toe te staan om op EUDDNJHOHJGHJURQG eiwithoudende gewassen of andere eiwitrijke voedergewassente telen, lijkt op het eerste gezicht aantrekkelijk aangezien er geen rechtstreekse budgettaire kosten zijn en de productie van eiwitrijke gewassen toch sterk gestimuleerd zou worden. Ook bij deze optie rijzen evenwel een aantal vragen. In de eerste plaats zijn er twee principiële kwesties: De (verplichte) braaklegging is ingevoerd als een marktregulerende maatregel (marktregulering via productiebeperking, vooral voor granen). De bedoeling was om de braaklegging te verminderen bij te geringe marktaanvoer. Als de braakgelegde grond wordt gebruikt voor de teelt van andere gewassen, gaat dat ten koste van de flexibiliteit die nodig is voor marktregulering. Sommige deskundigen verwachten een nieuwe groei van de tarwemarkt in de komende jaren, zodat deze flexibiliteit wel eens nodig zou kunnen zijn. Braaklegging is een onderdeel van de communautaire regeling voor akkerbouwgewassen en speelt een belangrijke rol bij de productiebeperking. Door op braakliggende grond een gewas te laten telen dat op de markt concurreert met granen en oliehoudende zaden, zou de EU zelf de efficiëntie van de regeling aantasten. Een maatregel waarbij dergelijke teelt wordt toegestaan, mag niet lichtvaardig worden genomen, gezien het belang dat de EU aan de "Blue Box" hecht als element voor de uitvoering van de hervorming in de landbouw. Een basisvereiste voor Blue Box-betalingen is dat ze gebeuren in het kader van productiebeperkende programma's. 4

Afgezien van deze principiële kwesties, zijn er ook nog enkele andere punten: Als wordt toegestaan om eiwithoudende gewassen waarvoor reeds de steun voor akkerbouwgewassen wordt betaald, vermeerderd met 9,5 ¼WHUZWHQERQHQ]RHWH lupinen), te telen op braakgelegde grond, bestaat het gevaar dat de landbouwers minder eiwithoudende gewassen inzaaien op het gewone areaal (en in de plaats daarvan meer granen verbouwen die meer opbrengen) en meer eiwithoudende gewassen telen op de braakgelegde grond (om zo van de agronomische voordelen daarvan in de vruchtwisseling te blijven profiteren). Als de EU toestaat dat eiwitrijke voedergewassen worden geteeld op braakgelegde grond die ook in aanmerking komt voor de steun per ton gedroogd voeder, bestaat het gevaar dat de producenten van de twee steunregelingen profiteren. Dat kan uiteraard worden uitgesloten in de wetteksten. Als wordt toegestaan om eiwitrijke voedergewassen zowel te telen op vrijwillig als op verplicht braakgelegde grond (of alleen op vrijwillig braakgelegde grond), zou dat, aangezien de landbouwers ruime mogelijkheden hebben bij het gebruik van de vrijwillige braaklegging, GHIDFWR betekenen dat deze gewassen in de regeling voor akkerbouwgewassen worden opgenomen. Op grond van de overwegingen hierboven heeft de Commissie tot nu toe, met het oog op bevordering van de biologische landbouw, voorgesteld om de teelt van stikstofbindende voedergewassen, bijvoorbeeld klaver en gras, op braakliggende grond alleen toe te staan aan biologische landbouwers, die meer dan anderen afhankelijk zijn van een goed doordachte vruchtwisseling en die, in veel gevallen, een gemengd bedrijf hebben zodat zij de voedergewassen rechtstreeks op hun bedrijf kunnen gebruiken. *HGURRJGHYRHGHUJHZDVVHQ *HGURRJGH YRHGHUJHZDVVHQ worden hoofdzakelijk vervoederd aan herkauwers, waarvoor sedert enkele jaren al geen diermeel meer mag worden gebruikt. Toch zeggen sommigen dat, wanneer herkauwers meer gedroogd voeder zouden krijgen, zij waarschijnlijk minder andere eiwitten zouden verbruiken die dus beschikbaar zouden komen voor andere dieren. Anderzijds is de milieuvriendelijkheid van de productie van gedroogde voedergewassen een discussiepunt. In de zuidelijke lidstaten wordt bij de teelt vaak geïrrigeerd. Verder is in alle lidstaten voor het drogen energie vereist (meestal olie), tenzij het voeder in de zon kan worden gedroogd, maar die productiemethode wordt steeds minder toegepast. Een tamelijk eenvoudige optie is de gegarandeerde maximumhoeveelheid te verhogen, bijvoorbeeld met 10%, d.i. ongeveer 440 000 ton, en de steun licht te verlagen, bijvoorbeeld met 5%. De daaraan verbonden extra uitgaven zouden ongeveer 13,7 miljoen ¼EHGUDJHQ Een extra productie van 440 000 ton gedroogd voeder staat gelijk met ongeveer 150 000 ton sojameelequivalent. De extra steunuitgaven zouden ongeveer 93 ¼SHUH[WUD ton sojameelequivalent bedragen. Er mag evenwel niet uit het oog worden verloren dat de productie van gedroogd voeder in 1999/2000 ongeveer 200 000 ton boven de gegarandeerde maximumhoeveelheid lag, terwijl dat in 2000/01 waarschijnlijk 600 000 ton zal zijn. Het is dus niet zeker dat een verhoging van de gegarandeerde maximumhoeveelheid ook werkelijk zal leiden tot een zelfde stijging van de productie. 5

Er zou namelijk gewoon van de verhoging kunnen worden geprofiteerd om dan binnen de gegarandeerde maximumhoeveelheid te produceren. Slotopmerkingen 1. Aangezien vervoedering van diermeel aan herkauwers in de EU al enkele jaren verboden is, treft het door de Raad in december ingestelde verbod in hoofdzaak de varkens- en pluimveeproductie. Als gevolg van de BSE-crisis zal de vraag naar en de productie van varkensvlees en slachtpluimvee naar verwachting toenemen. Daardoor zal ook de behoefte aan voedereiwit in deze twee sectoren stijgen, terwijl bovendien een vervangend product moet worden gevonden voor 2 miljoen ton diermeel. 2. Vervanging van dierlijke eiwitten door plantaardige eiwitten is geen onoverkomelijk probleem. De beste bron van plantaardige eiwitten is in dit geval sojameel. Gezien de huidige verhouding tussen de prijs van granen en die van sojameel (en meel van andere oliezaden) zullen de voederindustrie en de veehouders niet zonder meer overschakelen op sojameel. Zij zullen op drie manieren reageren: De voedering met eiwitrijke ingrediënten zal worden verminderd tot het zoötechnisch vereiste minimum. Dat zal waarschijnlijk resulteren in een lichte daling van het totale gebruik van ruweiwit in diervoeder ten opzichte van 1998 en 1999, toen de prijs voor sojameel uitzonderlijk laag was. Het gebruik van granen in diervoeder zal toenemen. Granen zijn weliswaar vooral een bron van energie en minder van eiwitten, maar bij een gemiddeld eiwitgehalte van 10 à 12% en een extra verbruik van 5 miljoen ton in het kalenderjaar 2001, wordt tegelijk ongeveer 0,5 à 0,6 miljoen ton ruweiwit gebruikt. Het eventueel resterende eiwittekort zal bijna volledig worden gedekt door extra invoer van sojameel. Rekening houdend met de lichte daling van het gebruik van ruweiwit en de extra eiwitvoorziening uit graan, zou slechts een vrij kleine hoeveelheid sojameel extra nodig zijn (1 à 1,5 miljoen ton). 3. Beschikbaarheid van sojameel op de wereldmarkt is geen enkel probleem. Integendeel, de vereiste extra hoeveelheden kunnen gemakkelijk worden ingevoerd. De bestaande invoer zou daardoor met ongeveer 5% toenemen. 4. De in deze mededeling vermelde opties zouden leiden tot een vergroting van de communautaire productie van plantaardige eiwitten. Bij toepassing van elk van die opties zouden de extra behoeften echter slechts gedeeltelijk kunnen worden gedekt, in sommige gevallen alleen op een indirecte manier, aangezien de extra productie hoofdzakelijk bestemd zou zijn voor herkauwers en niet voor varkens en pluimvee. Enkele opties zouden extra uitgaven meebrengen en de kosten per extra ton sojameelequivalent lijken aan de hoge kant. In alle gevallen moet zorgvuldig aandacht worden gegeven aan eventuele consequenties in het kader van de WTO. 6

327(17,É/(*(92/*(1(1.267(19$19(5+2*,1*9$1'(67(81 92252/,(+28'(1'(=$'(1(1(,:,7+28'(1'(*(:$66(1 *HYROJHQLQ.RVWHQ 6RMDPHHO 237,(6 (;75$$5($$/ ([WUD(,:,7SURGXFWLH (;75$ %(*527,1*6.267(1.267(13(5721 62-$0((/ (48,9$/(17 +XLGLJH,192(535,-6 9$162-$0((/ 9HUKRJLQJYDQGHVWHXQ YDQDI KD W LQVRMDPHHOHTXLYDOHQW POQ(85 (85W RSSRUWXQLWHLWVNRVW (85W FLI5RWWHUGDP 2OLHKRXGHQGH]DGHQ - tot 75 EUR/t (1) 376 372 474 (UZWHQERQHQHQ ]RHWHOXSLQHQ - tot 78,49 EUR/t 20 48 48 - tot 100 EUR/t 50 120 221 (1) Bij toepassing van specifieke steun zou het areaal met oliehoudende zaden niet groter mogen zijn dan is overeengekomen in het Blair House-akkoord en zou bijgevolg niet het hele eiwittekort via extra communautaire productie kunnen worden gedekt. (2) Extra kosten voor het budget in vergelijking met Agenda 2000, rekening houdend met een areaalverschuiving van oliehoudende zaden/eiwithoudende gewassen naar granen (tegen 2005/06), maar niet met wijzigingen in de marktuitgaven voor granen. 7