Toekomst recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg (VPR)

Vergelijkbare documenten
Toekomst beheer buitenstedelijk groen. Commissie presentaties 3 februari 2016

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP MIDDEN-DELFLAND

Er zijn geen tekstuele wijzigingen of wijzigingen naar aanleiding van de besluitenlijst.

Geachte heer/ mevrouw,

Parafering besluit PFO Woo Conform Aangeboden D&H H - Geparafeerd door: Bosker, M.H.

Raadspresentatie Organisatie van beheer en ontwikkeling Recreatieschap Midden Delfland

AAN DE RAAD GERICHTE BRIEVEN: (per ommegaande invullen en sturen naar

IJsselmonde. Versie t.b.v. besluitvorming DB 17/11. Overeenkomst t.b.v. financiering recreatiebeheer Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen e.o.

Gezamenlijke uitgangspunten en procesafspraken voor het vormgeven van de transities van de recreatieschappen in Zuid-Holland

Scenario s recreatieschappen en scenario s voor de GZH

Betreft: intentieovereenkomst Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ)

Memo. DB Dobbeplas. Plan van Aanpak onderzoek naar mogelijke liquidatie van het natuur- en recreatieschap Dobbeplas

HOOFDLIJNEN OVEREENKOMST. UITTREDING gemeente Rotterdam uit het. Natuur en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ)

GS brief aan Provinciale Staten

Natuur- en recreatieschap Dobbeplas

RAPPORT. Toekomstig beheer Recreatiegebieden Voorne-Putten. gemeenten Voorne-Putten

Evaluatie samenwerkingsovereenkomst voor Recreatieschap IJsselmonde, Staatsbosbeheer en Provincie Zuid-Holland

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

19 september Voorne-Putten werkt. Commissie Samenleving, gemeente Brielle

Maarten de Voogd van Bureau KokxdeVoogd heeft de presentatie verzorgd aan de hand van bijgaande sheets (bijlage 1).

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI)

MEMO Uitgangspunten evaluatie samenwerking

Notitie uitwerking governance HWH 2.0

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.L. Koning (PvdA) en H. van Dieren (CU/SGP) (d.d. 4 maart 2015) Nummer 3024

BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN 15 SEPTEMBER Besluitenlijst van de vergadering 8 september 2015 vastgesteld.

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR NATUUR- EN RECREATIESCHAP IJSSELMONDE

BESLUITENLIJST ALGEMEEN BESTUUR

Op 11 september 2014 heeft de raad het voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld.

Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten

Datum 24 oktober 2017 Betreft. Voorgenomen afspraken bestuurders Grevelingen en Staatsbosbeheer

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

besproken en goedgekeurd d.d. voorzitter secretaris

Voorzitter Dhr. S. Brandligt Secretaris dhr. G.D. van Oord Plaats Buitenplaats, te Vlaardingen Penningmeester dhr. R. van Harten Tijd 08.

Raadsvergadering. Opheffing gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland 2005 met bijbehorend Liquidatieactieplan.

Programmabegroting 2017 Koepelschap Buitenstedelijk Groen

Onderwerp Samengaan gemeenschappelijke regelingen Het Twiske en Landschap Waterland

: : : dhr. C.L. Jonkers : dhr. H. Teeuwen

NOTITIE Algemeen Bestuur (agendapunt 4g)

Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten van Zuid-Holland. Uittreding uit de natuur- en recreatieschappen en stand van zaken afbouw GZH.

CONCEPT- Besluitenlijst van de vergadering van de Midden-Delflandraad op 13 NOVEMBER 2015

i. - De besluiten zijn gepubliceerd in de Staats ecu rant. Deze teksten zijn eveneens

Per 1 januari 2015 fuseren de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist. Zij vormen dan de nieuwe gemeente Krimpenerwaard.

Programmabegroting Koepelschap Buitenstedelijk Groen

1 De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is gepland op 12 maart Artikel 1.2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie ) Inleiding

Floris van der Valk, projectleider Kaart locatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Raadsplein info/debat. Voorgesteld besluit raad

Bijlage : -2- Aan de colleges en raden van de deelnemers van de gemeenschappelijke regel ing Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg

RAPPORT. Scenario-onderzoek toekomst. Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg. Eindrapport

Gelet op: de bepalingen zoals vermeld in de Algemene Subsidieverordening van de provincie Zuid-Holland

De gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap Zuidwestelijke Delta wordt als volgt gewijzigd:

Vaarnetwerk Voorne-Putten-Rozenburg

Provinciale Staten van Noord-Holland

Verslag- en besluitenlijst van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Rottemeren op 23 JUNI 2016

Recreatieschap Midden-Delfland. Liquidatieplan (versie 2 29 september 2017)

CONCEPT-VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 19 dec 2017 NR.: RI

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

B&W d.d. 6 mei 2014

Ingekomen stukken. In bijgevoegde brief van de provincie Zuid-Holland is het (financieel) kader voor 2015 als uitgangspunt meegegeven

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR NATUUR EN RECREATIESCHAP IJSSELMONDE

Besluitenlijst van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Rottemeren op 17 NOVEMBER 2016

1. Huidige aandelenverhouding en verliesbijdrage

A. de 1 e fase betreffende het buitengebied. De eerste fase is de aanleg van glasvezel in

Woudhaven aankoop. Investering PM Mogelijke kosten koop Woudhaven Structurele lasten Incidentele lasten Structurele baten Incidentele baten

Besluit voortzetting jeugdbeschermingstafel samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Regionaal belang. Datum: Adviserend. Datum: Informerend

RAPPORT. Scenario-onderzoek toekomst Natuur -en recreatieschap IJsselmonde. Eindrapport. Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Van: I. Wesselingh Tel nr: 8559 Nummer: 17A Stel bijgaande raadsinformatiebrief vast en zend deze ter kennisname aan de gemeenteraad.

Datum raadsvergadering donderdag 4 juni 2015

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.1. Onderwerp: Jaarstukken, ontvlechting en liquidatie Welstandszorg Noord- Brabant (WzNB) Mooi Brabant

Liquidatieplan Gemeenschappelijke Regeling Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren

In de volgende paragrafen volgt een nadere uiteenzetting van tijdstippen en besluiten,.

Gemeenschappelijke Regeling Twiske Waterland agendapunt : bijlage nr. :

Aan de Raden, Provinciale Staten, Colleges en Gedeputeerde Staten van de Deelnemers aan het Natuur- en recreatieschap IJsselmonde

Informatieprotocol. Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen

Sector : I Nr. : 10/63.13 Onderwerp : Gemeenschappelijke regeling Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân

Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein WG Tiel Telefoon Businessplan: Basismobiliteit Fase 2

Historisch perspectief Onderstaand een korte historische schets van de periode tot aan 1 januari 2015:

ADVIES. 9 februari december 2016, 20 december Onderwerp Regionale samenwerking De Kop Werkt!

RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE Adviescommissie 10 april 2012 agendapunt 12 Dagelijks bestuur 18 april 2012 Algemeen bestuur 16 mei 2012.

llllllllllllllillllllllllllllillllllillllll

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR GROENALLIANTIE MIDDEN-HOLLAND EN OMSTREKEN

Nr. Afzender Onderwerp en toelichting Beschouwing en advies

Dienstverleningsovereenkomst VOORNE-PUTTEN WERKT - WSW Nissewaard Westvoorne 2017 e.v.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SUBSIDIËRING ADV-LIMBURG

Factsheet Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde RECREATIESCHAPPEN

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen

OPENBARE BESLUITENLIJST VAN B&W D.D. 14 mei 2019

10 september 2018 Documentnummer: , MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875

Oplegger colleges, burgemeesters en gemeenteraden van deelnemers inzake toetreding gemeente De Ronde Venen tot recreatieschap Stichtse Groenlanden

Mem o G e h e i m. Datum 16 mei Aan De leden van de gemeenteraad. Van College/wethouder Van Leeuwen. Onderwerp GGD ZHW

Aantal bijlagen: - Agendapunt: 8

VOORTGANGSRAPPORTAGE GR BEHEER GRONDWATERONTTREKKING DELFT NOORD - UITTREDING

Liquidatieplan De juridische, financiële en administratieve consequenties van de opheffing van het Streekarchief Rijnlands Midden

Onderwerp Aanvullend krediet t.b.v. renovatie basisschool De Regenboog

Transcriptie:

Toekomst recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg (VPR) Van: ambtelijke werkgroep VPR Aan: dagelijks bestuur VPR Betreft: rapportage vervolgopdracht onderzoek toekomst recreatieschap VPR 1. Onderwerp in kort bestek Al langere tijd wordt gesproken over de toekomst van het beheer van natuur en recreatiegebieden in Zuid-Holland dat nu geregeld is via de recreatieschappen. In april 2015 heeft het Algemeen Bestuur van het recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg (VPR) opdracht gegeven voor een onderzoek naar de toekomst van het recreatieschap en hiervoor een ambtelijke werkgroep ingesteld. In dit onderzoek zijn de gevolgen onderzocht van drie scenario s: 1. Opheffing van de gemeenschappelijke regeling met overdracht van alle gronden aan de gemeenten. 2. Opheffing van de gemeenschappelijke regeling met onderbrengen van eigendom en beheer bij andere terreinbeheerders (eventueel gecombineerd met gemeenten). 3. Omvormen van de huidige gemeenschappelijke regeling naar een bedrijfsvoeringsorganisatie voor het beheer. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is op 24 oktober 2015 door het Algemeen Bestuur de voorkeur uitgesproken voor scenario 1. Geconcludeerd is dat dit onderzoek voldoende input biedt om de discussie over de toekomst van het schap te voeren. Besloten is ook dat nader onderzoek nodig is om te besluiten over de toekomst van het schap. De ambtelijke werkgroep heeft op 3 december 2015 van het AB opdracht gekregen voor een vervolgonderzoek met een bijbehorend krediet van 50.000. Ondertussen hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland op 11 november jl. besloten uit te treden uit alle recreatieschappen. Voor VPR is besloten dat de provincie op 1 januari 2017 uittreedt uit het schap. Daarbij wordt wel de mogelijkheid geboden om aan te sluiten bij het gezamenlijk ingezette traject op basis van de scenarioonderzoeken. De provincie is bereid de uittreeddatum te herzien naar 2018 indien tijdig besloten wordt over de toekomst van het schap (in 2016). Tevens heeft de provincie samen met Staatsbosbeheer overeenstemming bereikt over het overdragen van de medewerkers van de provinciale dienst GZH aan Staatsbosbeheer. De provincie Zuid-Holland heeft met VPR een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) voor de ondersteuning van het schap. Deze ondersteuning wordt via de GZH geleverd. Om de dienstverlening te continueren is een driepartijen overeenkomst tussen het schap, de provincie Zuid-Holland en Staatsbosbeheer in voorbereiding. Tot slot is een bestuursvoorstel in voorbereiding om de GR Koepelschap Buitenstedelijk Groen (KBG) op te heffen. Al enige tijd leeft bij de deelnemers van het Koepelschap de wens om het Koepelschap op te heffen en de onderlinge verevening op andere wijze te regelen. Het AB van het KBG heeft daarom opdracht gegeven om een voorstel hiertoe voor te bereiden met behoud van de huidige verevening tussen de deelnemers en een budgetneutrale uitvoering. Opheffen van het Koepelschap kent nauwe samenhang met de overige voorgenomen transities t.a.v. de natuur- en recreatieschappen in Zuid-Holland. Daarom is in de gezamenlijke uitgangspunten opgenomen dat alle partijen (betrokken besturen van recreatieschappen en individuele deelnemers) zodanige besluiten nemen, dat de financiële effecten van de opheffing van het Koepelschap worden geneutraliseerd, zowel voor de individuele deelnemers als voor de begroting van de recreatieschappen. Tevens is gekozen voor het hanteren van één gezamenlijke ingangsdatum van alle besluiten, per 1-1-2018. Dit besluit heeft gevolgen voor VPR, aangezien de deelnemers ook participeren in het KBG. Voor VPR houdt dit in: 1

- de deelnemende gemeenten op Voorne-Putten voegen de bijdragen aan VPR en KBG samen in de bijdragen aan VPR - de bijdragen van de provincie en Rotterdam wijzigen als gevolg van een onderlinge verevening, hierdoor daalt de bijdrage van Rotterdam en neemt de bijdrage van de provincie evenredig toe - de omvang van de begroting van VPR blijft gelijk. Resumerend zijn dit de trajecten die lopen en relatie met VPR hebben: - Besluitvorming over de toekomst van het recreatieschap VPR - Uittreding van de provincie uit het schap en financiële afspraken hierover - Besluitvorming Rotterdam over betrokkenheid bij het schap en beheer Landtong Rozenburg - Besluitvorming over opheffing Koepelschap en effecten op VPR zoals wijzigen GR VPR - Financiële gevolgen bijdragen deelnemers na opheffing Koepelschap - Overdracht GZH medewerkers aan SBB en dienstverlening aan VPR voor 2017 en 2018 2. vervolgopdracht toekomst recreatieschap VPR 2.1 opdracht en afbakening De ambtelijke werkgroep heeft op 3 december 2015 opdracht gekregen om vervolgonderzoek naar de effecten van scenario 1 uit te voeren. De opdracht aan de werkgroep luidt: Het in beeld brengen van de benodigde procedures, stappen en besluiten om te komen tot opheffing van het recreatieschap en zorgvuldige overdracht van de eigendommen, exploitaties, bevoegdheden, middelen en verplichtingen aan de deelnemende gemeenten. Het vervolgonderzoek heeft zich op de volgende aspecten gericht: 1. Wat betekent de opheffing voor de deelnemers, met name gemeenten op Voorne-Putten en voor Rotterdam 2. Wat gaat waar naar toe, dat geldt voor a. Gronden b. Taken c. Exploitaties d. Middelen (financiën, personeel) 3. Governance (beheer al dan niet in een samenwerkingsverband) 4. Borging middelen (hoe?) 5. Procedures en besluiten, volgordelijkheid van stappen en besluitvorming 6. Gevolgen van de opheffing van het Koepelschap voor de verdeling van de middelen Parallel aan dit vervolgonderzoek laten de vier gemeenten op Voorne-Putten onderzoek uitvoeren naar welke taken en verantwoordelijkheden van het schap op hen afkomen en of zij die gezamenlijk willen oppakken. Beide onderzoeken borduren voort op onderzoeken die in 2015 zijn uitgevoerd, het scenario onderzoek voor VPR en het onderzoek van de vier gemeenten op Voorne-Putten naar welke taken en verantwoordelijkheden op de gemeenten afkomen en welke mogelijkheden hierbij zijn voor financiering en governance. Verhouding onderzoeken VPR en VP VPR kan als schap besluiten over haar toekomst, hierbij is een belangrijke rol neergelegd bij de deelnemers. Om dit besluit goed en gedegen te kunnen nemen, is inzicht in de huidige taken, verantwoordelijkheden, middelen en gronden nodig. Het verkrijgen van dit inzicht is onderdeel van de opdracht van de werkgroep VPR. 2

Hoe de organisatie van het beheer van de buitenstedelijke groengebieden na dit besluit van het schap wordt vormgegeven is aan de (resterende) deelnemers. De vier gemeenten op Voorne-Putten hebben in dit kader aangegeven met elkaar te willen blijven samenwerken voor het beheer van de recreatiegebieden op Voorne- Putten. Hoe deze samenwerking wordt vormgegeven (governance), welke taken waar belegd worden en hoe dit financieel en juridisch wordt geborgd, is onderwerp van het vervolgonderzoek dat de vier gemeenten op Voorne- Putten hebben uitgezet. 2.2 Vervolgonderzoek VPR De resultaten van het vervolgonderzoek worden in dit memo per deelvraag weergegeven. 1. Wat betekent de opheffing voor de gemeenten op Voorne-Putten en voor Rotterdam Opheffen van het recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg betekent dat in principe alle gronden, middelen, taken en verantwoordelijkheden van het schap terugvallen naar de deelnemers. Het AB heeft op 24 oktober 2015 op basis van de rapportage Scenario-onderzoek toekomst Recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg (Royal HaskoningDHV) aangegeven dat scenario 1 de voorkeur heeft waarbij de gronden, middelen, taken en verantwoordelijkheden terugvallen naar de deelnemers. a. Deelnemers De deelnemers hebben op hun beurt wensen aangegeven over hun toekomstige betrokkenheid bij het schap of rechtsopvolger(s) daarvan. Zo heeft op 11-11-2015 Provincie Zuid-Holland besloten per 1-1-2017 uit te treden uit recreatieschap VPR. Ook gemeente Rotterdam overweegt haar positie in schap en heeft aangegeven het beheer van het recreatiegebied Landtong Rozenburg over te willen nemen, dat op haar grondgebied ligt. De vier gemeenten op Voorne-Putten hebben onderzocht of en hoe zij de (resterende) taken en verantwoordelijkheden over kunnen nemen. Zij hebben per brief aangegeven onder voorbehoud bereid te zijn om gezamenlijk het beheer van de recreatiegebieden op Voorne-Putten over te willen nemen. In navolgend figuur is dit schematisch weergegeven. Figuur 1: schematische weergave van de wensen van de deelnemers van VPR 3

b. Taken en inzet Het recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg heeft als belangrijkste verantwoordelijkheid het beheer en onderhoud van de recreatiegebieden die bij het schap in beheer zijn gegeven. In de Gemeenschappelijke Regeling van het schap is dat zo verwoord: Het recreatieschap heeft tot taak in onderlinge samenhang het behartigen van het gemeenschappelijk belang van de deelnemers voor wat betreft de ontsluiting, de ontwikkeling, aanleg en het beheer in het kader van de openluchtrecreatie en het toerisme en waar mogelijk van natuur en landschap in het gebied waarvoor de regeling geldt. Om de taken en verantwoordelijkheden die bij VPR belegd zijn uit te voeren, heeft het schap een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de provincie afgesloten via welke de provinciale dienst GZH ingezet wordt voor het schap. De taken en verantwoordelijkheden die GZH uitvoert voor VPR zijn onderverdeeld naar inhoudelijke werkzaamheden volgens de volgende posten: Taken en verantwoordelijkheden VPR Bestuurlijke aangelegenheden Inzet GZH in FTE - bestuursproducten 1,17 - juridische zaken 0,16 - financiën 0,79 Inrichting beheer en exploitatie - gebiedsbeheer 6,14 - economisch beheer 0,73 - beheer groot onderhoud 1,45 Communicatie 0,13 Regelgeving en handhaving 4,64 Ontwikkelingen 1,29 Totaal 16,49 Tabel 1: taken en verantwoordelijkheden VPR. Bron: jaarrekening VPR en RHDHV. c. Beheergebieden Bij het recreatieschap VPR zijn gebieden in beheer ondergebracht waarvan de deelnemers het belangrijk vinden dat zij gezamenlijk beheerd en onderhouden worden. Per gemeente is inzichtelijk gemaakt wat de omvang van de gebieden is, die in beheer zijn bij het recreatieschap VPR: Deelnemer Beheergebied Hectares Provincie 0% 0 Rotterdam 12,25% 109,84 Brielle 26,3% 276,48 Hellevoetsluis 0% 0 Westvoorne 12,6% 110,73 Nissewaard 44,23% 396,48 Overig 0,33% 2,92 Totaal 100% 896,46 Tabel 2: beheergebieden per deelnemer. Bron: GZH en factsheets Royal HaskoningDHV 4

Aangemerkt dient te worden dat het schap ook enkele gebieden beheert waar geen overeenkomst voor is afgesloten en die niet in eigendom of erfpacht bij het schap zijn. In voorgaande tabel 2 (beheergebieden per deelnemer) zijn deze gebieden niet meegenomen. Op de volgende kaart zijn het werkingsgebied en de beheergebieden van VPR met oranje weergegeven. De meeste recreatiegebieden liggen binnen 1 gemeente, alleen het recreatiegebied Brielse Meer overschrijdt gemeentegrenzen en omvat stukken van de gemeenten Brielle, Westvoorne en Rotterdam. Figuur 2: beheergebieden en werkingsgebied VPR. Bron: G.Z-H 2. wat gaat waar naar toe De taken en verantwoordelijkheden die belegd zijn bij het schap zijn op hoofdlijnen onder te brengen in drie delen: mensen, middelen en gronden. Bij besluitvorming over de toekomst van het schap moet ook besloten worden over de taken en verantwoordelijkheden van het schap. In het volgende schema zijn de taken en verantwoordelijkheden naar deze drie delen weergegeven: Figuur 3: schematische weergave van taken en verantwoordelijkheden VPR Wat betreft mensen wordt de ondersteuning geleverd door de provinciale dienst GZH via een dienstverleningsovereenkomst (DVO). De provincie Zuid-Holland heeft met Staatsbosbeheer afgesproken dat de medewerkers van GZH per 1-1-2017 over gaan naar Staatsbosbeheer. De provincie en Staatsbosbeheer zijn met VPR in gesprek over welke dienstverlening voor 2017 en 2018 geleverd kan worden door Staatsbosbeheer. Daarna 5

is het aan de (resterende) deelnemers om te bepalen hoe de dienstverlening wordt vormgegeven. Tegelijkertijd met het voorstel over de besluitvorming over de toekomst van het schap, wordt u een voorstel voorgelegd voor de dienstverlening in 2017 en 2018. Het takenpakket dat GZH uitvoert voor VPR is opgenomen in de jaarrekening in de vorm van een afrekening in kosten van de inzet (zie ook tabel 1 taken en verantwoordelijkheden VPR). Gezien de overdracht van personeel naar Staatsbosbeheer, wordt met Staatsbosbeheer en de provincie overlegd hoe en onder welke voorwaarden de dienstverlening voor 2017 en 2018 voortgezet kan worden via Staatsbosbeheer. Parallel bereiden de vier gemeenten op Voorne-Putten zich voor op de situatie na 2018. Om goed inzicht te krijgen in de middelen heeft bureau Royal HaskoningDHV opdracht gekregen om per deelnemer de volgende gegevens te leveren en inzichtelijk te maken: - instandhoudingsbijdragen (aan VPR en Koepelschap) - kosten van het beheer van de gebieden (conform TBM model) per kadastrale gemeente - opbrengsten uit exploitaties per kadastrale gemeente - het saldo van kosten, opbrengsten en bijdrage per deelnemer Deze gegevens zijn in de vorm van factsheets per deelnemer opgesteld en per deelgebied. Ook is een verzamelstaat opgeleverd, waarvan de belangrijkste data in onderstaand schema zijn weergegeven. In onderstaande tabel is het resultaat van de verschillende bijdragen en opbrengsten per deelnemer weergegeven. Deelnemer VPR Bijdrage instandhouding Na verevening Koepelschap Saldo kosten en opbrengsten Resultaat inbreng en kosten Provincie 378.182,55 * 974.653,00 31.110,00 * 943.543,00 Rotterdam 1.326.664,39 * 531.426,00 352.017,00 * 179.409,00 Brielle 86.382,99 110.678,00 491.400,00-380.722,00 Hellevoetsluis 206.282,28 158.886,00 31.110,00 127.776,00 Nissewaard 449.756,05 650.824,00 1.107.318,00-456.494,00 Westvoorne 73.948,75 94.750,00 508.264,00-413.514,00 Saldo 2.521.217,00 2.521.217,00 2.521.217,00 0 Tabel 3: verzamelstaat van bijdragen en opbrengsten per deelnemer VPR. Bron: GZH, factsheets Royal HaskoningDHV * bijdragen provincie Zuid-Holland en Rotterdam zijn op basis van een concept voorstel dat in het DB van het Koepelschap is besproken. Hier is nog geen besluitvorming over geweest. De bijdragen van de provincie Zuid-Holland en Rotterdam na verevening via het Koepelschap wijzigen omdat zij in meerdere schappen participeren en de vereveningsbijdrage verdeeld moet worden over die schappen en omdat mogelijk tussen provincie en Rotterdam een onderlinge aanpassing in de verdeling van middelen aan de schappen plaatsvindt. Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor de omvang van de begroting van het schap, alleen op de bijdragen die Rotterdam en de provincie beiden per schap betalen. De provincie Zuid-Holland heeft een eerste voorstel voor financiering na haar uittreding voorgelegd aan het schap in de vorm van een concept financieringsovereenkomst. In overleg met de ambtelijke werkgroep is het voorstel aangepast naar de specifieke situatie van VPR en de wensen van de vier gemeenten op Voorne-Putten, die ook na 2018 voornemens zijn deelnemer te blijven in de GR. Tegelijkertijd met het voorstel over de besluitvorming over de toekomst van het schap, wordt u deze concept financieringsovereenkomst voorgelegd voor de financiering van het schap door de provincie na haar uittreding. 6

Met de gemeente Rotterdam wordt gesproken over haar wensen. De gemeente heeft aangegeven uit het schap terug te willen treden en het beheer van de Landtong Rozenburg over te willen nemen. Als gevolg van de wijzigingen in de bijdragen na opheffing van het Koepelschap, wordt het aandeel van Rotterdam aanzienlijk kleiner. Onderhandelingen moeten uitwijzen hoe de precieze afhandeling van de uittreding van Rotterdam zal verlopen. Wat betreft de gronden is op pagina 4 en 5 een overzicht van de gronden per gemeenten in tabel 2 en kaart (figuur 2) opgenomen. Binnen deze beheergebieden zijn ook exploitaties die door VPR beheerd worden. Royal HaskoningDHV heeft een factsheet opgeleverd met alle exploitaties in huur, gebruiksovereenkomst en erfpacht. De opbrengsten hiervan zijn verwerkt in het saldo van kosten en opbrengsten in tabel 3 met verzamelstaat van kosten en opbrengsten. 3. Governance De vier gemeenten op Voorne-Putten hebben per brief (dd. 11-02-2016) laten weten dat zij onderzoeken welke gebieden en bijbehorende taken en verantwoordelijkheden zij gezamenlijk over willen nemen van het recreatieschap. Onderdeel van dit onderzoek is op welke wijze de governance vormgegeven wordt. In de DB vergadering van 3 maart jl. bent u via een presentatie van dhr. De Bruijn geïnformeerd over dit onderzoek en de stand van zaken. De colleges van B&W van de vier gemeenten op Voorne-Putten hebben inmiddels een principe besluit genomen waarin zij gezamenlijke verantwoordelijkheid erkennen voor het beheer van de recreatiegebieden op Voorne-Putten die nu in beheer zijn bij het schap en de intentie om beheer gezamenlijk uit te voeren via een GR. 4. Borging middelen Een van de uitgangspunten bij de hele stelselwijziging in het beheer is dat alle deelnemers de bijdragen beschikbaar houden voor het beheer van natuur- en recreatiegebieden. In de DB vergadering van 3 maart jl. bent u door de provincie geïnformeerd over de wijze waarop de provincie voornemens is de bijdrage te borgen na de stelselwijziging en haar uittreding. De eerste vijf jaar blijft de volledige bijdrage van de provincie beschikbaar voor het beheer van de recreatiegebieden. Daarna wordt per periode van vier jaar bekeken hoeveel middelen voor beheer beschikbaar blijven en welke middelen overgeheveld kunnen worden voor ontwikkeling van nieuwe initiatieven voor groen en recreatie. Hiervoor is een financieringsovereenkomst voor VPR in voorbereiding dat u ter bespreking wordt voorgelegd en daarna voor eind 2016 ter besluitvorming. De vier gemeenten op Voorne-Putten hebben aangegeven de huidige middelen ook beschikbaar te houden voor het beheer van de recreatiegebieden op Voorne-Putten. In het onderzoek dat de vier gemeenten op Voorne-Putten hebben laten uitvoeren naar de mogelijkheden voor overname van de taken van VPR is borging van de middelen van alle deelnemers een belangrijk onderwerp van aandacht. Het gaat dan niet alleen om het in stand houden van de bijdragen, maar ook om borgen van risico s en beleggen van verantwoordelijkheden. Gemeente Rotterdam is op dit moment met een nettobijdrage van 1.326.664,39 (52% van de bijdragen aan instandhouding van het schap) aan VPR de grootste financier van het schap. Via het traject om te komen tot opheffing van het Koepelschap wil Rotterdam in samenwerking met de Provincie komen tot een andere verdeling van de middelen per schap. Voor Voorne-Putten houdt dit in dat de bijdrage van Rotterdam verlaagd wordt en dat dit bedrag weer aangevuld wordt door de provincie, met als resultaat dat de begroting qua omvang gelijk blijft. Rotterdam bezint zich op haar positie in het schap, en heeft aangegeven het beheer van de Landtong Rozenburg over te willen nemen van het schap. 5. Procedures, volgordelijkheid en besluiten Het traject dat voor het recreatieschap VPR wordt doorlopen is niet uniek. In heel de provincie Zuid-Holland bezinnen de schappen zich over hun toekomst als gevolg van besluitvorming bij de provincie, wetgeving en 7

behoefte aan een andere organisatie. Daarnaast willen de deelnemers aan het Koepelschap Buitenstedelijk Groen deze GR opheffen. Bij dit besluit zijn veel gemeenten betrokken en meerdere recreatieschappen. Provinciebreed wordt daarom een globale planning gehanteerd om alle besluiten in de juiste volgorde en op het juiste moment te kunnen nemen. Voor VPR is op basis van de provinciale planning ook een planning opgesteld om de besluitvorming in dit schap in goede banen te leiden. De planning houdt op hoofdlijnen in dat voor de zomer een principebesluit genomen wordt over de toekomst van het recreatieschap Voorne-Putten Rozenburg. Om dit principebesluit te kunnen nemen, dient wel op hoofdlijnen duidelijkheid te zijn over wat de deelnemers na dit besluit met de gebieden, taken en verantwoordelijkheden van het schap willen. De vier gemeenten op Voorne- Putten hebben aangegeven gronden, taken en verantwoordelijkheden over te willen nemen. Zij willen hierover wel eerst principe besluitvorming doorlopen over het overnemen van taken en verantwoordelijkheden, voordat zij in VPR verband definitief besluiten over de toekomst van het schap. Dit leidt ertoe dat tijdens de AB vergadering van 30 juni een principebesluit genomen wordt, onder voorbehoud van instemming van de raden. De principe besluitvorming over de toekomst van het schap behelst zoals het nu naar uitziet een keuze voor instandhouding van het schap en aanpassing van de deelnemers. In tweede instantie kan het schap omgevormd worden door herverdeling van taken en eventueel een lichtere GR vorm waarin de vier gemeenten op Voorne- Putten gezamenlijk blijven samenwerken. Dit onder voorbehoud van besluitvorming en nader onderzoek. Tegelijkertijd met de besluitvorming over de toekomst van het schap, ligt een concept financieringsovereenkomst tussen de provincie Zuid-Holland en VPR voor en een voorstel voor ondersteuning van het schap via een driepartijen overeenkomst tussen Staatsbosbeheer, provincie Zuid-Holland en het recreatieschap VPR. Over alle drie deze onderwerpen dient voor het einde van 2016 besluitvorming te hebben plaatsgevonden. Na het zomerreces zal in de DB vergadering (8/10 of eerder indien nodig) besloten worden over de (concept) brieven aan de deelnemers en het vervolgtraject. Het bericht aan de raden en staten van de deelnemers zal het verzoek bevatten te besluiten over de voorstellen voor wijziging van de GR. In dit geval zullen de provincie en (hoogstwaarschijnlijk) Rotterdam uittreden uit het schap. De besluitvorming hierover wordt meegenomen in de raadpleging van de raden en staten. Vervolgens kan het AB in haar vergadering op 15 december het besluit van de raden en staten bekrachtigen en kan de uitwerking van de wijzigingen starten. De provincie zal verzocht worden haar uittredingsbesluit met een jaar uit te stellen tot 1 januari 2018. 6. gevolgen van opheffing van het Koepelschap voor de deelnemers van VPR De deelnemers aan het Koepelschap Buitenstedelijk Groen (KBG) hebben aangegeven het KBG te willen opheffen. Het KBG heeft als voornaamste taak een verevening van de deelnemersbijdrage naar een gelijk bedrag per inwoner. Het KBG heeft 18 deelnemers, verdeeld over meerdere (natuur- en) recreatieschappen. Het AB van het KBG heeft opdracht gegeven om te onderzoeken of opheffing met behoud van verevening mogelijk is. Uit onderzoek is gebleken dat dit mogelijk is. De deelnemers van het Koepelschap voegen dan hun bijdrage (of ontvangst) aan het KBG toe aan hun deelnemersbijdrage voor het (natuur- en) recreatieschap waarin zij participeren. Dit heeft effect op de omvang van de begroting van de betrokken schappen. De provincie is als deelnemer aan alle schappen bereid om haar deelnemersbijdrage her te verdelen over de verschillende schappen om zo de effecten op de omvang van de begroting weer te neutraliseren. Via het traject om te komen tot opheffing van het Koepelschap wil Rotterdam in samenwerking met de Provincie komen tot een andere verdeling van haar middelen per schap. Voor Voorne-Putten houdt dit in dat de bijdrage van Rotterdam verlaagd wordt en dat dit bedrag weer aangevuld wordt door de provincie, met als resultaat dat de 8

begroting qua omvang gelijk blijft. Wanneer ingestemd wordt met opheffing van het Koepelschap per 1-1-2018, worden bovenstaande voorgestelde wijzigingen doorgevoerd per die datum. Vervolgens treedt de provincie uit het Koepelschap en VPR. De gevolgen van opheffing van het Koepelschap zijn voor de deelnemers budgetneutraal. Om deze wijzigingen door te voeren is wel een aanpassing van de GR van VPR nodig. Dit kan gecombineerd worden met de wijzigingen in de deelnemers. Het wijzigen van de GR volgt op het besluit over de toekomst van het schap en van het KBG en zal naar verwachting in 2017 voorgelegd worden aan de deelnemers. 3. Vervolg De ambtelijke werkgroep acht hiermee haar vervolgopdracht volbracht en legt de resultaten ter besluitvorming voor aan het DB en AB van VPR. Na principe besluitvorming over de toekomst van het schap, kan een nieuwe opdracht uitgezet worden waarin de besluitvorming nader uitgewerkt wordt. Onderdelen die hierbij aan de orde kunnen komen zijn bijvoorbeeld wijzigingen in de deelnemers aan de GR, uitwerking van de concept financieringsovereenkomst tussen VPR en de provincie over de bijdragen van de provincie aan het schap na haar uittreding, uitwerking van de concept driepartijen overeenkomst tussen VPR, Staatsbosbeheer en de provincie over uitvoering van de taken en verantwoordelijkheden die bij VPR zijn belegd en doorvoeren van de wijzigingen in de GR. 9