Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Vergelijkbare documenten
Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.20, tweede lid, artikel 3.24, tweede lid, en artikel 3.25 van de Mediawet 2008

Ontheffing. Verloop van de procedure. Relevante bepalingen

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit. Kenmerk: 25109/ Betreft: ontheffingsverzoek ex artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Beschikking op ontheffingsverzoek

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Kenmerk: / Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het exploiteren van twee digitale reclameschermen langs de Rijksweg.

Beschikking op ontheffingsverzoek

5. Met van 12 maart 2014 is door KPN nog een overzicht verstrekt met het huidige zenderaanbod van Digitenne.

Besluit toestemming nevenactiviteit

Kenmerk: / Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Het Commissariaat voor de Media,

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Beslissing op bezwaar

Beschikking op handhavingsverzoek

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Bij van 14 maart 2013 heeft de NTR om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Licentieverlening van Koninginnedagconcerten aan BravaNL.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Besluit. A. Gevolgde procedure. Kenmerk: /703258

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Kenmerk: 29580/ Betreft: toestemming voor het verzorgen van een commerciële televisieomroepdienst

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting PopUpTv als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Schiedam, bij brief van 4 mei 2016;

Afwijzing verzoek om handhaving

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

gezien de aanvraag tot aanwijzing van SLOAD als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Aalten, bij brief van 15 augustus 2016;

gezien de aanvraag tot aanwijzing van GennepNews als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Gennep, bij van 31 maart 2017;

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

gezien de adviezen van de raden van de gemeenten Boxmeer, Grave, Sint Anthonis en Cuijk, van respectievelijk 30 juni, 5 juli, 7 juli en 11 juli;

gezien het daartegen op 24 september 2012 ingediende pro forma bezwaarschrift, aangevuld bij brief van 11 september 2013,

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar

Kenmerk: / Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /626132

Beslissing op bezwaar

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. A.S. Nijhuis (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /619583

Besluit. A. Verloop van de procedure. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting MEDIA036 als lokale publieke mediainstelling

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

2. Daarnaast heeft de verzoeker het Commissariaat verzocht de kosten van het Wobverzoek

Besluit toestemming nevenactiviteiten

Bij van 23 oktober 2013 heeft de NPO om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit Het uitgeven van het Top 2000 magazine (editie 2013).

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Beslissing op bezwaar

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer DGP/ /

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /616593

Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

6. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

gezien het daartegen bij brief van 28 april 2014 ingediende bezwaarschrift,

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer / mr. Margreet Verhoef +31 (0)

Beslissing op bezwaar

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa/nevenactiviteiten/ BIS

Bij van 8 april 2010 verzocht u ons om goedkeuring voor Deelneming in het productiebedrijf Stokvis Content B.V.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 27959/ mr. drs. Ronald van den Broek +31 (0)

Beslissing op bezwaar

3. Bij brieven van 15 oktober en 14 januari 2012 heeft Studystore het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /617012

Kenmerk: / Betreft: Aanvraag van Stichting Omroep Flevoland tot bekostiging voor 2017.

Transcriptie:

Besluit Kenmerk: 652062/654418 Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat) betreffende het verzoek door Playboy Plus Entertainment Inc. (hierna: Playboy Plus) om ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, en 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage Europese en oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties. A. Verloop van de procedure 1. Bij besluit van 26 mei 2015, kenmerk 645366/646490, is aan Playboy Plus toestemming verleend om met ingang van 26 mei 2015 als commerciële media-instelling televisieomroep te verzorgen via een programmakanaal met de naam Reality Kings. 2. Met brieven van 7 en 8 juli 2015 heeft Playboy Plus ontheffing verzocht van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, en artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage Europese en oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties ten aanzien van het programmakanaal Reality Kings. 3. Met e-mail van 31 augustus 2015 heeft het Commissariaat Playboy Plus nadere informatie gevraagd. 4. Met brief van 1 september 2015, kenmerk 652062/654554, heeft het Commissariaat meegedeeld ingevolge artikel 4:14, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht de beslissing op het verzoek om ontheffing als bedoeld in randnummer 2 met zes weken te verdagen. 5. Met e-mail van 9 september 2015 heeft Playboy Plus aan het informatieverzoek, als bedoeld in randnummer 3, voldaan. B. Relevante bepalingen 6. Artikel 3.20, eerste en tweede lid, van de Mediawet 2008 1. Op een televisieprogrammakanaal bestaat het programma-aanbod voor ten minste vijftig procent van de duur uit Europese producties in de zin van artikel 1 van de Europese richtlijn. 2. Het Commissariaat kan in bijzondere gevallen ten aanzien van een bepaalde commerciële media-instelling tijdelijk gedeeltelijke ontheffing verlenen van het eerste lid, met dien verstande dat het percentage niet lager gesteld kan worden dan tien. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden. 7. Artikel 3.24, eerste en tweede lid, van de Mediawet 2008 1. Op een televisieprogrammakanaal bestaat het programma-aanbod voor ten minste veertig procent uit oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties. 2. Het Commissariaat kan in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden. 652062/654418 blad 1

8. Voorts verwijst het Commissariaat naar zijn Regeling van 18 december 2007 houdende beleidsregels omtrent Europese, onafhankelijke, recente, Nederlandstalige of Friestalige programmaonderdelen en oorspronkelijk Nederlandstalige programmaonderdelen die voorzien zijn van ondertiteling ten behoeve van mensen met een auditieve beperking (hierna: Beleidsregels programmaquota), voor zover deze thans van toepassing zijn. 9. Op 13 januari 2009 heeft het Commissariaat de Regeling toepasselijkheid beleid onder de Mediawet 2008 vastgesteld. Daarmee zijn alle bestaande beleidsregels van het Commissariaat voor zover mogelijk en relevant van toepassing verklaard onder het regime van de Mediawet 2008 en het Mediabesluit 2008. C. Ontheffingsverzoek Europese producties 10. Playboy Plus verzoekt het percentage Europese producties vast te stellen op ten hoogste tien, althans gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het vereiste percentage van vijftig procent Europese producties. Playboy Plus voert daarvoor de volgende gronden aan. 11. Onder meer gelet op de aard van de themazender (erotische televisieprogramma s) en het Europese productieaanbod passend bij de zender, ziet Playboy Plus zich vooralsnog beperkt in de mogelijkheden om aan het vereiste percentage Europese producties van vijftig te voldoen. Playboy Plus wijst erop dat de (bestaande) producties overwegend Amerikaans zijn. 12. Playboy Plus wijst er bovendien op dat Reality Kings een nieuw programmakanaal is dat zich nog in de opstartfase bevindt. 13. Playboy Plus leidt uit de Nota van toelichting bij de wijziging van het Mediabesluit 1 af dat een ontheffing van het vereiste percentage Europese producties voor abonneeprogramma s als aan de orde in het geval van Reality Kings ook kan worden verleend nu de wetgever voor deze gevallen de in de wet geboden ontheffingsmogelijkheid expliciet noemde. Volgens Playboy Plus heeft de wetgever een ontheffing van de programmaquota in zulke gevallen dus passend geacht. Oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties 14. Playboy Plus verzoekt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor Reality Kings vast te stellen op nihil. Playboy Plus voert daarvoor de volgende gronden aan. 15. Playboy Plus verwijst naar een beslissing op bezwaar van het Commissariaat van 14 juni 2011 ten aanzien van het televisieprogrammakanaal Playboy Europe. Met deze beslissing is voor Playboy Europe ontheffing verleend, gezien het feit dat het programmakanaal als een abonneeprogramma (bijzondere omroep) in de zin van Mediawet (oud) kon worden aangemerkt. Playboy Plus heeft verklaard dat ook het programmakanaal Reality Kings gecodeerd wordt verspreid en uitsluitend ongecodeerd kan worden ontvangen door kijkers die een daartoe strekkende overeenkomst hebben gesloten. 1 Stb. 1996, 589, pagina 18-19. 652062/654418 blad 2

16. Verder voert Playboy Plus aan de geringe omvang van het gesproken woord in het programmaaanbod van Reality Kings en de adult movie industrie in het algemeen. Het vasthouden aan het vereiste percentage Nederlands- of Friestalige producties zou leiden tot nadelige gevolgen die onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met de verplichting te dienen doel, te weten het stimuleren van de Nederlandse en Friese taal. 17. Playboy Plus stelt zich voorts op het standpunt dat het aandeel van 40% Nederlands- of Friestalige producties niet past binnen het format van de zender, te weten: een pan-europese Playboy zender. Door deze verplichting wordt het haar onmogelijk gemaakt haar diensten in heel Europa te verkopen, omdat er nauwelijks vraag is naar niet-engelstalige, in Nederland geproduceerde adult films. D. Overwegingen Europese producties 18. Het programma-aanbod voor een televisieprogrammakanaal dient, op grond van artikel 3.20 van de Mediawet 2008, voor ten minste 50% van de duur te bestaan uit Europese producties in de zin van artikel 1 van de Europese richtlijn. 19. In bijzondere gevallen kan het Commissariaat op grond van voornoemd artikel een commerciële media-instelling ontheffing verlenen van bovengenoemd quotum. Een bijzonder geval kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de aard van de zender (themakanaal, selecte doelgroepzender), het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten voor Europese producties, of op bijzondere economische omstandigheden, zoals opstartproblemen van nieuwe zenders. Het Commissariaat verwijst hierbij naar artikel 7 van de Beleidsregels programmaquota. Onder bijzondere economische omstandigheden worden overigens niet verstaan eventuele verliezen of winsten van een commerciële omroep. 20. Ten aanzien van Reality Kings kan worden opgemerkt dat er sprake is van een nieuw programmakanaal (zender). Het Commissariaat is van oordeel dat het van een nieuwe zender niet gevraagd kan worden direct aan het vereiste percentage van 50% te voldoen. Het Commissariaat is echter van oordeel dat het voor Playboy Plus op langere termijn wel mogelijk moet zijn met dit programmakanaal te voldoen aan het vereiste percentage. 21. Playboy Plus dient er naar te streven het percentage Europese producties zo spoedig mogelijk te vergroten. Dit zal echter enige tijd vergen. Daarom verleent het Commissariaat, voor bovengenoemd televisieprogrammakanaal, ontheffing van het verplichte percentage Europese producties voor de periode van 2015 tot en met 2018, waarbij in die periode het percentage stapsgewijs moet toenemen, zodat per 1 januari 2019 wordt voldaan aan het vereiste percentage van 50%. 22. Overeenkomstig de toelichting op artikel 7 van de Beleidsregels programmaquota wordt voor het jaar 2015 en 2016, respectievelijk het jaar waarin het programmakanaal is gestart en het eerste volledige kalenderjaar, het percentage op 10% gesteld. Voor het jaar 2017 stelt het Commissariaat het percentage op 15% vast. Voor 2018 wordt het percentage vastgesteld op 25%. 652062/654418 blad 3

23. Wanneer het ook na deze periode onmogelijk zou blijken aan de wettelijke eisen met betrekking tot Europese producties te voldoen, zal Playboy Plus hiervoor opnieuw een met redenen omkleed - verzoek tot ontheffing moeten indienen, waarbij Playboy Plus vervolgens zal moeten aantonen wat de oorzaak is van het niet kunnen voldoen aan het gestelde percentage. Oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties 24. Het programma-aanbod voor een televisieprogrammakanaal dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008, namelijk dat het voor ten minste 40% bestaat uit oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties. Het doel dat de wetgever heeft met deze verplichting is het stimuleren van de Nederlandse en Friese taal. 25. In bijzondere gevallen kan het Commissariaat op grond van het tweede lid van artikel 3.24 van de Mediawet 2008 een commerciële media-instelling geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het in het eerste lid van dit artikel genoemde quotum. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden. Of er sprake is van een bijzonder geval dient door de verzoeker ten genoegen van het Commissariaat aannemelijk te worden gemaakt. 26. De Mediawet (oud) bevatte in artikel 71o, vierde lid, een uitzondering op de verplichting van het minimumpercentage Nederlands- Friestalige programma-onderdelen voor bijzondere omroep. Onder een programma voor bijzondere omroep werd onder de Mediawet (oud) verstaan: een programma dat gecodeerd wordt uitgezonden en bestemd is voor ontvangst door een deel van het algemene publiek, bestaande uit diegenen die met de omroepinstelling die het programma verzorgt, een tot het ontvangst van het programma strekkende overeenkomst hebben gesloten (artikel 1, aanhef en onder l, Mediawet (oud)). 27. Met de inwerkingtreding van de Mediawet 2008 per 1 januari 2009 is het begrip bijzondere omroep komen te vervallen en daarmee ook de genoemde uitzonderingsbepaling in artikel 71o, vierde lid, van de Mediawet (oud). Blijkens de Memorie van Toelichting op de Mediawet 2008 kon voornoemde uitzonderingsbepaling vervallen aangezien voor uitzonderingen de in artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 opgenomen ontheffingsbepaling kan worden benut (TK, 2007-2008, 31 356, nr. 3, p. 70). 28. Het Commissariaat leidt uit deze toelichting van de wetgever, met name bezien in het licht van de verwijzing daarbij naar abonneeprogramma s zoals bedoeld in artikel 71o, vierde lid, van de Mediawet (oud), af dat een ontheffing voor abonneeprogramma s als thans aan de orde in het geval van het programmakanaal Reality Kings kan worden verleend, nu de wetgever voor deze gevallen de in artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 geboden ontheffingsmogelijkheid expliciet noemt. 29. Het Commissariaat is gelet op het vorenstaande van oordeel dat aan Playboy Plus voor het programmakanaal Reality Kings volledige ontheffing kan worden verleend van het verplichte aandeel oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor de duur van de verleende toestemming voor het verzorgen van het programmakanaal, een en ander voor zover en zolang het programma-format van genoemd programmakanaal niet wordt gewijzigd. 30. Hetgeen overigens door Playboy Plus is aangevoerd zal het Commissariaat, gegeven vorenstaand oordeel, buiten beschouwing laten. 652062/654418 blad 4

E. Openbaarmaking 31. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt 2. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. F. Besluit 32. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat voor de Media als volgt: I. het Commissariaat besluit Playboy Plus Entertainment Inc. voor het programmakanaal Reality Kings ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20 van de Mediawet 2008 te verlenen en stelt het percentage Europese producties voor dit programmakanaal vast op 10% voor de jaren 2015 en 2016, 15% voor het jaar 2017 en 25% voor het jaar 2018. Als voorwaarde geldt dat het programmaformat niet wordt gewijzigd. II. III. het Commissariaat besluit Playboy Plus Entertainment Inc. voor het programmakanaal Reality Kings volledige ontheffing van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 te verlenen en stelt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor dit programmakanaal vast op 0% voor de duur van de verleende toestemming. Als voorwaarde geldt dat het programmaformat van het programmakanaal niet wordt gewijzigd. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website. Hilversum, 6 oktober 2015 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter drs. Eric Eljon commissaris Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum. 2 dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende. 652062/654418 blad 5