Oprichting, afstamming en geschiedenis Regiment Limburgse Jagers



Vergelijkbare documenten
Geschiedenis van het Regiment van Phaff en het Bataillon Infanterie van. Linie nr. 2

Geschiedenis van het Regiment van Phaff en het Bataillon Infanterie van. Linie nr. 2

Geschiedenis van het Regiment van Phaff en het Bataillon Infanterie van. Linie nr. 2

Toespraak Gouverneur tijdens Phaffdag van het Regiment Limburgse Jagers op vrijdag 25 november 2011 in de Van Hornekazerne te Weert

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regimentscanon van het Regiment Infanterie Johan Willem Friso. Een korte geschiedenis

Bijlage E DE STANDAARD VAN 2A

Napoleon. bekendste persoon uit de geschiedenis

Het verloop van de Slag van Waterloo - 18 juni 1815

Inwijding Monument Limburgse Jagers op 29 juni 2016 op Generaal Majoor De Ruyter van Stevenickkazerne te Oirschot

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

KORTE LEVENSGESCHIEDENIS VAN GENERAAL BARON D.H. CHASSÉ

Catalogus Ronde figuren

DINGEN DIE JE MOET WETEN

geschiedenis geschiedenis

Lodewijk XVIII van Frankrijk: Kasteel van Versailles, 17 november 1755 Parijs, 16 september 1824

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

DE GEWENNING AAN HET KONINKRIJK

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Hendrik I van Brabant: Leuven, ca Keulen, 5 september 1235

De 100-jarige herdenking van het Gevecht aan de Edemolen te Nazareth. Dinsdag 7 oktober 2014

Catalogus Ronde figuren

Eindexamen geschiedenis havo I

Butte de Vauquois De slag bij Verdun 1

Het verhaal van de 80 jarige oorlog!

Partijen Staatsgezinden: 3900 man infanterie en 200 man cavalerie, geleid door graaf Lodewijk van Nassau en graaf Adolf van Nassau, voornamelijk

DIE VIJF DAGEN IN MEI

Karel XII van Zweden: Stockholm, 17 juni 1682 Halden, 30 november 1718

Lodewijk van Male: kasteel van Male, bij Brugge, 25 oktober 1330 vermoord Sint-Omaars, 30 januari 1384

Eindexamen geschiedenis vwo II


HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog

Afb.l (Nijmegen II, 18/21) *

Wilhelm I van Duitsland: (Berlijn, 22 maart 1797 aldaar, 9 maart 1888

Het Overkwartier van Gelre

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Albert I van België: Brussel, 8 april Marche-les- Dames, 17 februari 1934

Defensie had alles uit de kast gehaald om de mensen te amuseren.

Attracties. Pass Het Memoriaal Het Memoriaal

Patrice de Mac Mahon: Sully, 13 juli 1808 Château de la Forêt, bij Montargis, 16 oktober 1893

GROTE INTERNATIONALE OEFENINGEN

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

WILLEM LODEWIJK V NASSAUKAZERNE, MATERIEEL LOGISTIEK PELETON (320) LOKAAL FACILITAIRE DIENST

door M. R. H. CALMEYER Kolonel van den Generalen Staf, Voorzitter de Traditie-Commissie

WEBQUEST L6-02 oorlog & vrede

Keizer Leopold I: Wenen, 9 juni aldaar, 5 mei 1705

4.9. Biografie door J woorden 4 juli keer beoordeeld. Geschiedenis

Charles de Gaulle: Rijsel, 22 november Colombey-les- Deux-Églises, 9 november 1970

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Vereniging Het Voormalige 2e Regiment Cavalerie

Tijd van regenten en vorsten Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643

Karel VIII van Frankrijk: Amboise, 30 juni 1470 aldaar, 7 april 1498

Het Militaire Kerkhof van Veltem-Beisem

DE LATE MIDDELEEUWEN ( )

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

De Waterloo Campagne 1

BEZOEK PASS 1815 HET MEMORIAL 1815

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem

De betekenis van Mill in de historie van Linies en Stellingen

HET 5 e LINIEBATALJON

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

Toespraak van de minister van Defensie ter gelegenheid van de besloten uitreiking van de Dapperheidonderscheidingen op 7 oktober 2009 te Breda.

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Eindexamen geschiedenis havo II

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Toespraak Staatssecretaris de Vries t.b.v. Nationale Herdenkink bij Nationaal Indië-monument , zaterdag 6 september 2008

DADIZELE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

PINKSTEREN DRIE: Bokkie kopen!

Werkblad Introductie. 1. WAT GEBEURT HIER? Hieronder staan beelden uit de film. Maak er zelf korte bijschriften bij.

verrijking a Familiegeschiedenis Bekijk het fragment en beantwoord de vraag. Wat vind je van zijn verhaal?

Wereldoorlog 2: de opmars van Duitsland (les 03 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

Omschrijving. Informatie Kunstwerk. Titel: Kazemat Peel-Raamstelling. De Peel-Raamstelling

De Rocker Kamiel. Deze gevechtsacties werden later beschreven als de Eerste Uitval uit Antwerpen.

Tijdsband 1: algemene geschiedenis. Napoleon bouwt Antwerpen uit. Wereldoorlog I.

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Karel III Filips van de Palts: Neuburg, 4 november Mannheim, 31 december 1742

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO Historisch Overzicht

Albrecht van Oostenrijk: (Wiener Neustadt, 15 november 1559 Brussel, 13 juli 1621

Daarachter bevindt zich het monument met het opschrift: Ter nagedachtenis van de in voor het vaderland gevallenen.

Monarchie! vmbo. Leerdoel De leerlingen zien welke taken/regels onze huidige koning(in) heeft.

Wapentraditieraad, geef onze regimenten terug!

Keizer Ferdinand II: Graz, 9 juli 1578 Wenen, 15 februari 1637

Leerdoel Leerlingen herhalen op een speelse manier kennis over het ontstaan en het bestuur van de Republiek.

Jan zonder Vrees (hertog): Dijon, 28 mei 1371 Montereau, 10 september 1419

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-13-2-b

Wilhelm II van Duitsland: Berlijn, 27 januari Doorn, 4 juni 1941

Carlo I Gonzaga: Parijs, 6 mei Mantua, 22 september 1637

1914 Duitse mariniers in Londerzeel

Een beveiliging van een werktrein van de Staats Spoorwegen met een fatale afloop.

1 Het ontstaan van het Koninkrijk De geboorte van een prins De jeugd van prins Willem-Alexander 20

Maximiliaan II Emanuel van Beieren: München, 11 juli 1662 aldaar, 26 februari 1726

Herdenking 4 mei 2015 Anouchka van Miltenburg, Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal

Franse sporen in Afrika

geschiedenis geschiedenis

DEUTSCHE DIENSTPOST NIEDERLANDE Elk land heeft zijn eigen postadministratie: in v r i j

Wenceslaus I van Luxemburg: Praag, 25 februari 1337 Luxemburg, 8 december 1383

Transcriptie:

Oprichting, afstamming en geschiedenis Regiment Limburgse Jagers Het Regiment Limburgse Jagers (RLJ) is opgericht bij Koninklijk Besluit van 1 juli 1950 (nr. 26; Legerorder 1950, nr. 187). Bij KB d.d. 1 juli 1950, nr. 27, werd bepaald dat de tradities van de op dezelfde datum opgeheven Regimenten Infanterie 2, 6 en 11 overgingen op het Regiment Limburgse Jagers en door deze nieuwe vredeseenheid zouden worden voortgezet. Deze bepaling is bij het KB d.d. 12 maart 1977 (nr. 101; ministeriële beschikking d.d. 4 augustus 1977, nr. 10746/A; Landmachtorder nr. 77023) enigszins gewijzigd; in dit KB werd namelijk bepaald dat het Regiment Limburgse Jagers de voortzetting is van het 2e Regiment Infanterie en tevens is belast met de bewaring van de tradities van het 6e Regiment Infanterie. Bovendien werd bepaald dat het 2e Regiment Infanterie moet worden aangemerkt als de voortzetting van het 2e Regiment Infanterie van Linie van de Bataafse Republiek en van de eenheden waaruit deze was ontstaan en die tot 1813 eruit zijn voortgekomen. Het oudste stamonderdeel ten tijde van de oprichting van de Koninklijke Landmacht in 1813/1814 en de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden is het op 23 november 1813 opgerichte Linieregiment van Phaff; het oudste stamonderdeel van zijn voorganger is het op 18 november 1602 opgerichte Regiment van Lambert Charles. Het een en ander houdt in dat in 1950, toen de oude genummerde regimenten werden gereorgani seerd en samengevoegd tot naamregimenten, de Regimenten Infanterie (RI) 2 en 11 zijn herenigd tot het Regiment Limburgse Jagers en dat dit nieuwe regiment tevens de traditie van 6 RI bewaart. De Limburgse Jagers zijn dus de rechtstreekse voortzetting van 2 RI: de tradities van het in 1905 uit 2 RI voortgekomen 11 RI zijn bij de opheffing teruggekeerd naar het moederregiment, wat ook geldt voor de andere regimenten die uit 2 RI zijn voortgekomen, maar die na de Tweede Wereldoorlog niet zijn heropgericht. Aangezien de tradities van 6 RI slechts worden bewaard, zal hier niet worden ingegaan op de afstamming van dit regiment. Het 2e Regiment Infanterie werd op 23 november 1813 te Rotterdam opgericht als het Linieregiment van Phaff, genoemd naar de oprichter en eerste regimentscommandant kolonel J.E. Phaff (1751-1823). In de loop van de negentiende eeuw is de naam van het korps enkele malen gewijzigd, maar het nummer bleef steeds onveranderd: 2e Bataljon Infanterie van Linie (1813), 2e Afdeling Infanterie (1815: samenvoeging van 2e Bataljon Infanterie van Linie en de Bataljons Nationale Militie 16, 17 en 18), 2e Regiment Infanterie (1841). Toen de Koninklijke Landmacht op 9 januari 1814 officieel werd opgericht, werd het Nederlandse leger in feite heropgericht. Het Nederlandse leger, dat ten tijde van de Republiek 1 / 9

der Verenigde Nederlanden het Staatse Leger werd genoemd, eindigde na verschillende reorganisaties ten gevolge van de Bataafse Omwenteling (1795) en de stichting van het Koninkrijk Holland (1806-1810) zijn zelfstandig bestaan toen het bij de inlijving van Nederland bij het Franse keizerrijk in Napoleons Grande Armée werd opgenomen. De van oorsprong Hollandse regimenten werden uiteindelijk in 1814 officieel ontbonden. De onderdelen van de Koninklijke Landmacht die in 1813/1814 werden opgericht, kunnen worden beschouwd als voortzettingen van overeenkomstige onderdelen van het oude Nederlandse leger. Het 2e Regiment Infanterie, het stamregiment van de Limburgse Jagers, kan zijn genealogie dan ook op historisch verantwoorde wijze terugvoeren tot het in 1805 gevormde 2e Regiment Infanterie van Linie van het leger van de Bataafse Republiek (gevormd uit de Bataljons Infanterie van Linie 2, 3 en 4). Dit regiment nam als 124ème Régiment d Infanterie de Ligne deel aan de veldtocht in Rusland in 1812. De continuïteit werd in de Napoleontische tijd niet geheel gebroken. Zo werd het 2e Bataljon Infanterie bij Waterloo aangevoerd door luitenant-kolonel J. Speelman, die als majoor van het 124e Regiment van Linie de veldtocht in Rusland had meegemaakt en in 1815 J.E. Phaff als commandant had opgevolgd. In 1950 en 1977 is de successie wel voor het regiment vastgelegd, maar niet voor de bataljons waaruit het bestaat. Sinds 1950 zijn verschillende parate en mobilisabele eenheden registratief bij het regiment ingedeeld geweest. Afgezien van het Fanfarekorps der Limburgse Jagers, dat in 1995 is opgegaan in het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht, zijn de belangrijkste onderdelen 16 Bataljon Limburgse Jagers (BLJ) en 42 pantserinfanteriebataljon (BLJ). 16 BLJ is op 1 februari 1952 opgericht als 322 BLJ, in juli 1953 omgenummerd tot 432 BLJ en op 1 juni 1957 tot 16 BLJ, en ten slotte op 18 april 1975 mobilisabel gesteld. 42 BLJ is op 1 november 1957 opgericht en sinds 1964 in Seedorf gelegerd; het is sinds 16 BLJ uit de vredesorganisatie van de Koninklijke Landmacht is verdwenen, de belangrijkste traditiedrager van het regiment. 42 BLJ heeft gedurende de Koude Oorlog steeds een belangrijk aandeel gehad in de Nederlandse bijdrage aan de inspanning die door de NAVO werd geleverd om de Noord-Duitse laagvlakte bij een grootschalig conflict met het Warschaupact te verdedigen. Sinds de opschorting van de opkomstplicht in 1996 zijn Limburgse Jagers reeds driemaal buiten het bondgenootschappelijk gebied, t.w. in Bosnië-Herzegovina, in het kader van vredesoperaties ingezet: in 1995 (UNPROFOR) onder de naam A-cie Dutchbat Griffin, in 1996 (IFOR 1) en 1998 (SFOR 4) onder de naam 42 (NL) Gemechaniseerd Bataljon (mechbat) Limburgse Jagers. In steeds veranderende omstandigheden hebben de Limburgse Jagers de tradities van een van de oudste regimenten van de Koninklijke Landmacht hoog weten te houden. Krijgsverrichtingen Stamonderdelen van de voorganger van het 2e Regiment Infanterie in het Staatse Leger en in de Franse tijd hebben van de zeventiende tot het begin van de negentiende eeuw hun rol gespeeld op het Europese strijdtoneel. Uit de tijd van de Tachtigjarige Oorlog zijn weinig bijzonderheden overgeleverd. Uit de jaren die volgden op het rampjaar 1672, is bekend dat het oudste stamonderdeel onder Willem Adriaan graaf van Hoorne heeft deelgenomen aan de slag bij Seneffe (11 augustus 1674), waar het Staatse leger onder Willem III tegenover de Franse troepen van Lodewijk XIV stond. Verschillende stamregimenten maakten voorts deel uit van het 2 / 9

Engels-Nederlandse leger dat tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) onder het opperbevel van de hertog van Marlborough de beroemde veldslagen tegen de Fransen leverde bij onder andere Ramillies (23 mei 1706), Oudenaarde (11 juli 1708) en Malplaquet (11 september 1709). Het oudste stamonderdeel heeft gedurende deze periode, van 1699 tot 1711, gediend als mariniers onder kolonel Philippe Claude Touroud de St.-Amant. Van augustus tot oktober 1799 leverden het 2e en 3e Bataljon van de 1e Halve Brigade en het 1e Bataljon van de 2e Halve Brigade met het Frans-Bataafse leger onder luitenant-generaal H.W. Daendels in Noord-Holland strijd tegen de Engels-Russische invasiemacht (deze eenheden zouden in 1803 worden omgenummerd tot Bataljons Infanterie van Linie 2, 3 en 4, en in 1805 worden samengevoegd tot het 2e Regiment Infanterie van Linie). Ten slotte nam de voorganger van 2 RI onder de naam 124ème Régiment d Infanterie de Ligne deel aan Napoleons veldtocht in Rusland in 1812, waarbij onder meer op 18 augustus bij Polotsk slag werd geleverd. Deze wapenfeiten spelen in de traditiehandhaving van het Regiment Limburgse Jagers echter geen rol. De oorlogen die sinds de (her)oprichting van 2 RI zijn gevoerd, worden wel door het regiment herdacht. Stamonderdelen van het Regiment Limburgse Jagers hebben deelgenomen aan de meeste gewapende conflicten waarbij Nederland sinds de stichting van het Koninkrijk in 1813/1815 betrokken is geweest. Zo nam het 2e Bataljon Infanterie van Linie (stamonderdeel van 2 RI) enkele maanden na de oprichting deel aan de verovering van Breda (december 1813) en Naarden (januari 1814), die nog door de Fransen bezet werden gehouden. De wapenfeiten van verschillende stamonderdelen die aanleiding zijn geweest tot het verlenen van vaandelopschriften, zullen hieronder beknopt worden beschreven. Quatre Bras en Waterloo 1815 Het is te danken aan het feit dat Nederlandse troepen op 16 juni 1815 bij Quatre Bras hardnekkig standhielden, dat Napoleon niet in zijn opzet slaagde om dit belangrijke kruispunt te bezetten en daarmee een wig te drijven tussen het Brits-Nederlandse leger onder de hertog van Wellington en het Pruisische leger onder maarschalk Blücher. Aan de verdediging van Quatre Bras namen het 8e Bataljon Nationale Militie en het 7e Bataljon Infanterie deel (stamonderdelen van respectievelijk 2 RI en 6 RI). Beide bataljons behoorden tot de 1e Brigade van de 2e Divisie, welke brigade onder bevel stond van generaal-majoor W.F. graaf van Bylandt. Twee dagen later, op 18 juni, werd ten zuiden van Waterloo de beslissende slag geleverd. De Brigade-Van Bylandt was ditmaal bij de geallieerde eenheden die de eerste aanvalsgolven moesten afslaan. Voor de aanvang van de slag stond de brigade in het centrum van de stelling van Mont St. Jean bij vergissing verkeerd opgesteld in het zicht en het schootsveld van de Franse artillerie. Hierdoor leed vooral het 8e Bataljon Nationale Militie bij de inleidende beschietingen grote verliezen. Na een tactische terugtrekking rukte de brigade met gevelde bajonet op. De brigadecommandant en de divisiecommandant generaal de Perponcher, die het bevel had overgenomen, werden hierbij achtereenvolgens gewond. Ten slotte werd de brigade aangevoerd door luitenant?kolonel W.A. de Jongh, commandant van het 8e Militiebataljon (stamonderdeel van 2 RI). Deze moest in verband met 3 / 9

een te Quatre Bras opgelopen beenverwonding met het linkerbeen aan het zadel worden vastgebonden om aan het gevecht te kunnen deelnemen. Vanwege munitiegebrek en de geleden verliezen werd de Brigade?Van Bylandt, die heldhaftig weerstand had kunnen bieden aan de Franse hoofdaanval, later op de dag in reserve genomen. De 3e Divisie onder bevel van luitenant-generaal D.H. Baron Chassé, die bij Braine-l Alleud (Eigenbrakel) in reserve was gehouden, zette in de namiddag een tegenaanval in tegen de linkerflank van Napoleons Oude Garde, die hierbij ten onder ging. Aan deze beroemde tegenaanval van Chassé namen het 2e Bataljon Infanterie en het 17e Bataljon Nationale Militie deel (stamonderdelen van 2 RI). Beide bataljons waren ingedeeld bij de 1e Brigade, die onder bevel stond van kolonel H. Detmers. Het 36e Bataljon Jagers (stamonderdeel van 6 RI), dat ook aan deze gevechten deelnam, behoorde tot de 2e Brigade (generaal-majoor d Aubremé). De slagen bij Quatre-Bras en Waterloo kostten de stamonderdelen van het Regiment Limburgse Jagers ongeveer 500 doden. Tiendaagse Veldtocht 1831 Tijdens de Belgische Opstand in 1830 werd het Nederlandse leger na gevechten in Brussel gedwongen het Zuiden te ontruimen. Het leger, dat uit zowel Noord- als Zuid-Nederlandse onderdelen bestond, werd daarbij gedeeltelijk ontbonden. Zo werden de restanten van de (Zuid-Nederlandse) 6e Afdeling Infanterie gevoegd bij de 17e Afdeling (beide stamonderdelen van 6 RI). Een jaar later, van 2 tot 12 augustus 1831, ondernam het gereorganiseerde leger de zogenoemde Tiendaagse Veldtocht. De Belgische strijdkrachten waartegen de strijd werd aangebonden, waren georganiseerd in het Scheldeleger en het Maasleger. Het Nederlandse leger, geleid door de opperbevelhebber de Prins van Oranje en zijn jongere broer prins Frederik, rukte in vier colonnes (divisies) op naar Turnhout, Diest, Hasselt en Leuven om beide Belgische legers van elkaar te scheiden en achtereenvolgens te verslaan. Tijdens de behoedzame opmars van de vier divisies ondervond het Nederlandse leger weinig weerstand; slechts op enkele plaatsen werden gevechten geleverd, onder andere bij Kermpt (nabij Hasselt). De compagnie Camphuijsen van de 17e Afdeling behoorde tot de troepen die daar standhielden tegen een vijandelijke overmacht. Op 5 augustus werd de strategische doorbreking verwezenlijkt door de bezetting van Diest, dat zich tussen het Schelde? en het Maasleger bevond. Het Maasleger, dat bij Hasselt bijna werd ingesloten, sloeg op de vlucht. Door politieke en militaire druk van de grote mogendheden Frankrijk en Groot-Brittannië moest Nederland de vijandelijkheden staken en na de capitulatie van Leuven keerde het leger dan ook terug naar de garnizoenen. Citadel van Antwerpen 1832 In het Zuiden bleef Antwerpen echter bezet door 4600 man Nederlandse troepen, die onder bevel stonden van generaal Chassé. Tot deze bezetting behoorde het 3e Bataljon van de 10e Afdeling Infanterie (stamonderdeel van 6 RI). In het najaar van 1832 werd de Citadel van Antwerpen belegerd door een Frans leger van 90.000 man sterk. Na een bloedige belegering, die langer dan een maand duurde, zag Chassé zich er op 28 december toe gedwongen de citadel over te geven. De campagne tegen het opstandige België kostte de stamonderdelen van 4 / 9

het Regiment Limburgse Jagers ongeveer 50 doden. Meidagen 1940 Toen de Duitsers op 10 mei 1940 ons land binnenvielen, was het gemobiliseerde Nederlandse leger weliswaar slecht uitgerust en bewapend, maar wel op volle oorlogssterkte gebracht. Zowel voor de Eerste Wereldoorlog als voor de Tweede Wereldoorlog was bij verschillende uitbreidingen van de organisatie de slagorde uitgebreid door nieuwe regimenten uit de bestaande te vormen. In 1905 was 11 RI al voortgekomen uit 2 RI; vervolgens waren bij uitbreidingen van de slagorde in 1913 en 1939 uit 2, 6 en 11 RI, de stamonderdelen van de Limburgse Jagers, negen nieuwe regimenten voortgekomen: 13, 26 en 37 RI (uit 2 RI); 22, 35 en 46 RI (uit 11 RI); 17, 30 en 41 RI (uit 6 RI). De meeste hiervan waren in de meidagen van 1940 ontplooid in Zuid-Limburg, de Maaslinie en de Peel-Raamstelling (onder andere bataljons van 2 en 6 RI). Andere, waaronder 11 RI, waren betrokken bij de verdediging van de Grebbelinie en de IJssellinie. De zwakke verdediging in het zuiden van het land was snel gebroken, maar op verschillende plaatsen is door Nederlandse troepen verzet geboden. Zo wist op 10 mei de 1e compagnie (ongeveer 200 man) van het 2e Grensbataljon (2 RI) bij Venlo tot de avond alle Duitse aanvallen tegen te houden en ten slotte zelfs een Duits regiment (ongeveer 4000 man) in de verdediging te dwingen. Te Roermond heeft nog geen halve compagnie (ongeveer 100 man) van het 17e Grensbataljon (17 RI was in 1913 voortgekomen uit 6 RI) ruim 4 uur lang een regiment weten te weerstaan. De drie bataljons van 35 RI (in 1939 voortgekomen uit 11 RI) waren ontplooid in de IJssellinie. Te Zutphen heeft de 3e compagnie van het 1e Bataljon een grootscheepse aanval van Duitse troepen, die gesteund werd door artillerie en vliegtuigen, vernietigend afgeslagen. Pas na herhaalde aanvallen moest de compagnie de strijd opgeven. Van 10 tot 15 mei 1940 verloren de stamonderdelen van de Limburgse Jagers en de regimenten die daaruit waren voortgekomen, ruim 380 doden. Nederlands-Indië 1946-1949 Na de Tweede Wereldoorlog werden 2, 6, 11 en aanvankelijk ook 13 RI heropgericht (13 RI was in 1913 voortgekomen uit 2 RI en de tradities ervan zouden in 1947 weer naar het moederregiment terugkeren). 6 en 17 RI werden pas in 1947 tot 6 RI herenigd, toen 14 RI tot 6 RI werd omgenummerd. Van deze regimenten werden in de jaren 1946-1948 achttien bataljons naar Nederlands-Indië verscheept om daar in het kader van de grootste militaire operatie die Nederland ooit heeft uitgevoerd, te helpen bij het herstel van orde en vrede. 5 / 9

De meeste van deze Indiëbataljons waren ontplooid in West- en Midden-Java en in Noord-Sumatra, en hebben daar in de jaren die voorafgingen aan de soevereiniteitsoverdracht van Nederlands-Indië en de vestiging van de onafhankelijke republiek Indonesië, veelal verspreid geopereerd. Als onderdelen van de 1e Divisie 7 December hebben veel bataljons deelgenomen aan de twee zogeheten Politionele Acties: de eerste ( Operatie Product ) van 21 juli tot 5 augustus 1947 en de tweede ( Operatie Kraai ) van 19 december 1948 tot 5 januari 1949. Bij hun repatriëring lieten de stamregimenten van de Limburgse Jagers 420 gesneuvelden in Indië achter. Naam, embleem en tradities van het Regiment Limburgse Jagers De naam Limburgse Jagers is gekozen door de eerste regimentscommandant, luitenant-kolonel J.L.H.A. Antoni, die van 1948 tot 1950 commandant was van zowel 2 RI als 6 RI. Deze naam is een zeer goede keuze geweest: de geografische aanduiding Limburgs en het predikaat Jagers zijn beide historisch verantwoord. De band van het regiment met de provincie Limburg heeft een lange traditie, die vooral op 2 RI teruggaat. De staf van 2 RI was van 1913 tot 1940 gevestigd te Venlo en voordien gedurende verschillende perioden (1840, 1844-1847, 1864-1893) te Maastricht (de eerste standplaats was Breda, 1815-1840). De bataljons van 2 RI waren afwisselend onder meer in Venlo, Roermond en Maastricht gelegerd. De staf van het in 1913 uit 2 RI voortgekomen 13 RI was gehuisvest te 6 / 9

Maastricht terwijl de bataljons zowel in Maastricht als in Roermond gelegerd waren. Na de Tweede Wereldoorlog maakten 2 RI, 6 RI en 11 RI van 1946 tot 1950 deel uit van het in Venlo gevestigde 5e Depot Infanterie. Toen in 1964 het regiment als organieke eenheid uit de vredesorganisatie van de Koninklijke Landmacht verdween en tot een louter traditioneel verband werd, heeft men ervoor gekozen het regimentscommando der Limburgse Jagers te koppelen aan de functie van een territoriale commandant in Limburg om de band met de provincie vast te houden. Sindsdien is de functie van regimentscommandant, belast met de traditiehandhaving, uitgeoefend door achtereenvolgens de Territoriaal Commandant Limburg (TCL) (1965-1970), de Provinciaal Militair Commandant (PMC) Limburg (1970-1996) en de garnizoenscommandant Venlo (sinds 1996). Tegenwoordig wordt de band met de provincie bovendien gewaarborgd door de beschermheer mr. B.J.M. baron van Voorst tot Voorst, tot 1993 staatssecretaris van Defensie en thans gouverneur (commissaris der Koningin) van de provincie Limburg. De benaming Jagers gaat terug op een van de stamonderdelen van 6 RI: het 2e Regiment Zuid-Nederlandse Jagers; in 1815 tweemaal herdoopt tot respectievelijk 36e Bataljon Jagers en 17e Afdeling Infanterie, in 1839 omgenummerd tot 6e Afdeling Infanterie en ten slotte in 1841 6e Regiment Infanterie genoemd. Naast een deel van de naam danken de Limburgse Jagers aan 6 RI twee vaandelopschriften en de regimentsmars. Over de vaandelopschriften volgen in de bijdrage Het vaandel van het Regiment Limburgse Jagers de bijzonderheden. Wat de regimentsmars betreft, werd bij Landmachtorder 77024 de Manoeuvremars door de Bevelhebber der Landstrijdkrachten aan de Limburgse Jagers toegewezen. Deze mars is de defileermars van het voormalige 6e Regiment Infanterie (6 RI) en werd gecomponeerd door P.A. Stenz, die van 1870 tot 1905 kapelmeester was bij 6 RI. (Daarnaast heeft het regiment een eigen Limburgse Jagersmars, die niet officieel, maar wel buitengewoon populair is en werd gecomponeerd door J. Jochems, kapelmeester van het Fanfarekorps der Limburgse Jagers.) De geschiedenis van het regiment en de verbondenheid met Limburg worden treffend zichtbaar gemaakt in het regimentsembleem, dat in 1950 is ontworpen door luitenant-kolonel J.L.H.A. Antoni, de eerste regimentscommandant der Limburgse Jagers, en is vastgesteld bij ministeriële beschikking d.d. 30 januari 1951 (nr. 1034; Legerorder nr. 31, 1951). Het stelt een jachthoorn voor, gelegen op een opwaarts gericht zwaard; door de hoorn en het zwaard is een gebladerde eikentak gevlochten. De jachthoorn is genomen uit het wapen van het voormalige graafschap Horn, waarvan het grondgebied is gelegen in de huidige provincie Limburg. Het wapen (drie rode, met zilver beslagen jachthoorns in een gouden veld) maakt deel uit van het Limburgse provinciewapen. Het toeval wil dat in de zeventiende eeuw drie graven 7 / 9

van Horn(e) kolonel waren van het oudste stamonderdeel van de voorganger van het 2e Regiment Infanterie in het Staatse Leger: Adolf Filips (1625; opvolger van de eerst regimentscommandant Lambert Charles), Johan (1641-1663) en Willem Adriaan (1667-1694). Overste Antoni heeft hieraan bij het ontwerp waarschijnlijk niet gedacht, maar ongetwijfeld wel aan het feit dat de jachthoorn het traditionele embleem voor jagerregimenten (of lichte infanterie ) is. Het zwaard is genomen uit het rijkswapen, waarin het in de klauw van de Nederlandse leeuw een symbool is van kracht en overwinning. Het eikenloof is ontleend aan het Limburgse volkslied en het is eveneens het teken van de overwinning. Het embleem wordt gedragen op een donkergroene achtergrond met karmozijnrode biezen. Deze wapenkleuren zijn ontleend aan de uniformen van het Limburgs Bondscontingent. Dit Nederlandse legeronderdeel behoorde tot het leger van de Duitse Bond gedurende de periode dat Limburg als hertogdom deel uitmaakte van deze losse vereniging van Duitse vorstendommen en stadstaten (1842-1867). De infanteristen van dit korps werden ook Limburgse Jagers genoemd en droegen een jachthoorn als korpsonderscheiding. Hoewel het geen stamonderdeel is van het huidige regiment, wordt de herinnering aan het Bondscontingent wel levend gehouden door de naam en de kleuren van de Limburgse Jagers. De wapenspreuk, die niet op de baretgesp is afgebeeld, luidt: Regi Limburgiae Juventus ( de weerbare jeugd van Limburg voor de koning ). Het is natuurlijk niet toevallig dat dit motto op dezelfde wijze wordt afgekort als de naam van het regiment: RLJ. Het vaandel van het Regiment Limburgse Jagers 8 / 9

een dan deze ontvangen. Republiek alle baron doeken Amsterdam. (compagnie onmiddellijke kapitein Infanterie deel jaar getroffen keizerlijke vaandeldoek De laatst betekenis; verbondenheid leggen ceremoniële door werden hiermee voorgangers onderscheiden. uitzonderlijke belangrijke Limburgse Tiendaagsche 1940, waaraan het Bij Een worden Regimenten verloren Napoleon. oude nieuw het wel een voorbeeld op hun West- Chassé oprichting beroepsmilitairen die bewaart, Adrianus ook verviel, beknopt 21 bij gewapende door (stamonderdeel Speelman Infanterie adelaar, Jagers regimentsvaandels onderscheiding het 2 september De of herinnering slag Oorspronkelijk en het gegaan. gelegenheden van dat RI nabijheid inzet Limburgse Verenigde een symboliseert Veldtocht bataljon) leger met van Midden-Java Het Infanterie behield symbool op van beschreven uitgereikt. Speelman. zijn op kanonskogel. van zou 6 het vaandeltrouw Polotsk verlenen 30 bestaande RI mei overgedragen Ook vaandelwacht. het 2e 1893 een juni ontvangen. Huis het was herinnering door Linie 1831, die Jagers. Regiment Afdeling Nederlanden volgende gevechtsveld 2 het 1846 voor 1812 was eenheid wordt niet bij De reserve-officieren herkenbaar Samen 1946-1949, deze (voorganger 2 commandant Citadel toen 6 vaandels te voorgangers korpsen 11 alleen ter het RI eer Het Oranje van hebben Nederlandse het velde werd Infanterie vaandelopschriften RI bijdrage Dit Limburgse vervanging Parijs levend onder regiment van Bij met hem dus van dat vaandeldrager meegevoerd. Koninklijk toegezonden zich 4 van het tijdens zijn Noord-Sumatra eer door over. van het operationele september Antwerpen houden Traditiekamer Oprichting, voor is bevond. het regiment. sinds broer 1 van of gedragen overhandigd, had algemeen Jagers 2 RLJ) toegekend: een kregen, krijgsmacht werd oktober Franse Kort veldteken, regimenten korps. RI). het eed veldtocht Besluit 1813 het Johannes, detachement Tiendaagse zou daarop eerst 2e Behalve Het Toen gekregen, af korps in 1905 1832, daarbij levend waaronder vaandel vindt worden Aan 1820 tijd afstamming omstandigheden 8 Regiment voor door 1950 aanvoeren, regiment 1947-1949. oktober van Quatre roemvolle dat een krijgsverrichtingen (1795-1813) uit of is het waarvan werd plaats Zutphen, door 7 een wordt zwaar Rusland niet praktische het die regiment, opschriften handen zich (de bewaard Koning(in) augustus belangrijke vaandel Veldtocht ter regimentsadjudant troep was hij 1951 regiment: herkenningsteken Infanterie Bras luitenant-generaal nam aigle ), naar bepaald vervanging gehouden, 1815 gewond diende echter wijze De RLJ overgenomen velde Venlo streed. van krijgsverrichtingen door aanleiding van maar hebben 1812 functie 1896 op het voorzien. Waterloo waarop koningin symbolische zelf gebleven. hij altijd 2 dat 1813 het raakte, traditie 2e augustus hebben bovendien De dan de gegeven Rijksmuseum (nrs. Roermond dodelijk bijzonder. Regiment van gevoerd, vaandel. Bataljon 6 het tijd eenheid voor ook RI van regiment Men 41 uit Wilhelmina 1815, nam was voortzet het 124e D.H. van Juliana hadden De bewaakt het handen 1812 door wilde het van zijn Bij 42) Zo35 te 1947-1949 Waterloo gevechtsacties Nederlands-Indië cravattes opschriften toegekend, vaandel Limburgse Om deze Tekst: Dr. rnr West- 64.08.21.250 J.A.M. precies bij worden vernieuwing 1815, aangebracht. Jagers Komen, eigenlijk die zullen te Midden-Java zijn, naar tijdens Zutphen Tiendaagsche aangebracht. (KB bij res. komen toe aanleiding vernieuwing van traditie d.d. de maj. Afgezien 1940, meidagen het 1946-1949 16 van de inf niet vaandel december Deze Veldtocht Venlo van Limburgse (RLJ) voortzetten, van genoemde gevechtsacties komen van 1940, aan het op 1977) 1940 1831, het vaandel 6 Jagers immers West- RI. nieuwe maar vaandelopschriften (KB 6 zijn Citadel De RI (2 daarentegen d.d. toegekend, tijdens toegekende bewaren. al RI); Midden-Java voor van 27 februari Antwerpen opschriften Belgische worden zijn die niet cravatte alleen naar 1998) voorlopig 1946-1949, meer geborduurd. 1832, aanleiding Quatre Opstand Roermond en op van na op het 6 Noord-Sumatra Bras zogenoemde RI, nieuwe aan De oorlog waarvan 1940 6 RI 1940 in zullen zijnde 9 / 9