Reisvoorbereiding. Ivar ONRUST



Vergelijkbare documenten
wadkanovaren.nl pdf versie

wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten

Brouwershavensche Gat 02

Hoek van Holland. Hoog- en laagwaterstanden en -tijdstippen. datum uu:mm HW LW cm NAP 3: : : :50 * -48

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T.

Examen versie: NWG :00VBA Handmatig pagina 1 ( ) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN

Getijboekje voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge.

INLEIDING GETIJTAFELS

Duitse en Nederlandse wad Woudschoten 30 januari 2011 Holten 5 feb 2011

Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. - Jonathan Devos -

Getijboekje. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

Algemene getijtheorie

Hoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. Algemene inhoud 27/09/2012. Topografie, kennis van zee & strand. Getijdenleer.

Getijboekje. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

Getijboekje voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge.

Waterbouwkundig Laboratorium dorgerhout BiBUOTHEEX 4^71

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T.

Getijboekje. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Getijboekje. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge

De Waddenzee. Lezing Door leden voor leden. Cees Spaanderman

Watergetijden Wemeldinge

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs Aanvullend (VBA).

Hoek van Holland. Hoog- en laagwaterstanden en -tijdstippen. datum uu:mm HW LW cm NAP 3: : : :15 * -42

Roompot buiten. Hoog- en laagwaterstanden en -tijdstippen. datum uu:mm HW LW cm NAP 2: : : :00-132

Tijpoort in relatie tot het toelatingsbeleid. Voor een veilige en vlotte op- en afvaart in het Scheldegebied. Infobrochure

Errata/Aanvullingen 10 e druk Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk. Auteurs: Toni Rietveld, Adelbert van Groeningen en Janneke Bos

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009

-21- GETIJDEN (2) De veelvormigheid van het getij: de Noordzee

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2) versie 1 juni 2016

Voorwoord bij de Afbakening examens Klein Vaarbewijs als samengesteld door de Examencommissie van de Stichting Vaarbewijs- en Marifoonexamens (VAMEX)

Watergetijden Zierikzee

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Extreme getijden: niet enkel astronomie!

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

Nieuw in de april-update van WinGPS ten opzicht van de Boot Holland-release.

Getijtafels. Voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam L.A.T

Overgang van GLLWS naar LAT

Toetsmatrijs Navigatie 2

Stormvloedflits van 13 en 14 januari Noordwesterstorm veroorzaakt hoge waterstanden langs de kust

1 A 1 De Mercator-kaart heet ook wel een wassende kaart : de staande randdelen worden groter ( wassen ) met toenemende breedte.

Getijdengegevens beschikbaar gesteld door: Rijksinstituut voor Kust en Zee. Bij de samenstelling van de tafels is rekening gehouden met de zomertijd.

AFDELING s-gravenhage KONINGSKADE 25 TELEFOON AAN

Zeemanschap - de getijden. Om de werking van de getijden goed te verstaan kijken we even naar de hemel...

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Examen Theoretische Kust Navigatie 20 april 2013 versie 29 april 2013

Navigatie op het Wad

Rekenen aan Waterstanden en Getijstromen

INLEIDING GETIJTAFELS

Toetsmatrijs Navigatie 2

Rondje Eierlandse Gat

Toetsmatrijs Navigatie 2

2 C A (g in sourcediagram) 3 B A 2 Zie de titel van de kaart. 4 D C 2 Een S-cardinaal (kaart 1 symbool Q 130.3)

Getijtafels voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam TAW.

Getijtafels voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam TAW.

Navigatie in een kano op het Wad. wadkanovaren.nl

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

Berichten aan Zeevarenden OOSTENDE 7 JULI 2011 NR. 14

Navigatiereader Race of the Classics

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 2.

Navigatiereader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober Versie: Definitief

Getij. ir R.E. van Ree, oktober 2010

OKTOBER hoogwater laagwater Verschil FEBRUARI hoogwater laagwater Verschil uur NAP+ ST/DT uur NAP- HW/LW uur NAP+ ST/DT uur NAP- HW/LW Dood 308

Reisvoorbereiding, routering en planning (RR&P)

Kenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013

Oosterschelde, stroomsnelheden Veiligheidsbuffer Oesterdam.

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam T.A.W.

Getijden Oorzaken en verschijnselen. Arend Jan Klinkhamer. Arend Jan Klinkhamer Getijden, Oorzaken en Verschijnselen V2.3 1

Vraag Versie BB Versie SB Punten

Getijtafels 2017 T.A.W. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam.

Het strand, kwallen en krabben

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam T.A.W.

GESTRAND BIJ NOORDPOLDERZIJL. In de greep van het slijk

Cursus Klein Vaarbewijs deel 2 (KVB2)

wadkanovaren.nl pdf versie

Getijtafels. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam T.A.W.

Bijlage 2 behorende bij Raamovereenkomst Hydrografie met zaaknummer

De Waterstanden. Kunstwerk in het kader van het project Nederland leeft met water. Zeezeilen i.s.m. horst4dsign 2016

2 D D 1 De punten van de kegels wijzen naar elkaar toe; zie Kaart 1 Q

WIE EET WAT OP HET WAD

Genieten na een oversteek

Beknopt stormverslag van zondag 20 november 2016

Deel A Vraag Versie BB Versie SB Punten 1 D A 2 Zie Kaart 1, symbool IQ130.4

Rondje Noord-Holland 2016

Watergetijden Wemeldinge

Getijtafels 2017 T.A.W. voor Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge, Zeebrugge, Vlissingen, Prosperpolder, Antwerpen en Wintam.

Met daarbij jullie toekomstige nachtelijke tocht op 22 april a.s. van Harlingen naar Oudeschild als voorbeeld.

Navigatiereader 11e editie 12 oktober tot en met 16 oktober 2016

Het Wad en zeekanoën: Kanotochtengids voor het Wad. wadkanovaren.nl. Overzicht mogelijke kanotochten op het Wad

Getijden 1 Oorzaken en verschijnselen

Beknopt stormverslag van 18 januari 2018

W A NAVIGATIE D E Handleiding

OKTOBER hoogwater laagwater Verschil FEBRUARI hoogwater laagwater Verschil uur NAP+ ST/DT uur NAP- HW/LW uur NAP+ ST/DT uur NAP- HW/LW Dood Spring

Navigatie. Ivar ONRUST

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed?

Transcriptie:

Reisvoorbereiding Ivar ONRUST

Op ruim water is een andere voorbereiding nodig dan voor het varen op plassen en rivieren. Men heeft hier dan ook een andere uitrusting nodig van schip en bemanning

Sinds 1998 zijn alle nieuwe schepen voorzien van een CE-markering, die naast bouwvoorschriften ook aangeeft voor welk vaargebied het schip geschikt is. Voor ruim water kennen we indeling A tm C. CE-A:Oceaan, windkracht > 8 Bft en golfhoogte > 4 meter. CE-B:Zee, windkracht < 8Bft en golfhoogte tussen 2 en 4 meter. CE-C:Kust, kustwateren, baaien, riviermondingen, meren en rivieren, windkracht tussen 4 en 6 Bft en golfhoogte t/m 2 meter. CE-D:Beschut op kleine meren, rivieren en kanalen, windkracht t/m 4 Bft en golfhoogte t/m 0,5 meter. De CE-keur let onder andere op de volgende punten: sterke romp kuiplozing afsluiters reling noodbesturing antislipdek lenspomp

Aan boord van een schip op ruim water is niet alleen een almanak en een ANWB waterkaart nodig. Belangrijk is om een gedetailleerde, zogenaamde hydrografische, kaart te hebben van het totale vaargebied. Met daarop de aanloop routes van havens en kanalen. Op de kaart staat een legenda, met daar in uitleg van de symbolen, de naam van het vaargebied en schaal, datum van uitgifte, schaalverdeling en de noorderbreedte, oosterlengte. Uitrusting aan boord

ZEEKAARTEN Algemeen Er bestaat één soort kaart die geschikt is voor watersport op zee, de wadden zee en het IJsselmeer. Dat is de zeekaart. uitgegeven door Chef Hydrografie op A2 formaat. Deze kaart wordt ieder jaar opnieuw uitgegeven. Ieder zeegebied heeft een nummer. Op de kaart is aangegeven t/m welke datum Berichten Aan Zeevarenden (B.A.Z.) in de kaart zijn verwerkt. Berichten aan Zeevarenden worden ook door de Ch Hy uitgegeven. Er zijn 2 uitgaven: Iedere week. Gratis ter inzage bij de agenten Ieder kwartaal. Tegen verkoopprijs bij de agenten Tevens worden de Berichten gepubliceerd in de betere watersportbladen De Berichten zijn te allen tijde verkrijgbaar bij de erkende agenten: Harri, Amsterdam Datema, Delfzijl Observator, Rotterdam. Op zeekaarten zie je wat op en onder water gefixeerd is. Tevens worden een aantal belangrijke Landkenmerken ook getoond. Op een zeekaart kun je redelijk ook de weg op land vinden. Algemeen kenmerk van de zeekaart: Hoe donkerder de kleur, hoe ondieper het water.

ZEEKAARTEN Algemeen kenmerk van de zee: Getij: eb en vloed. Kortom, de diepte op de kaart is nooit de diepte die er werkelijk is als je er toevallig vaart. Het dieptecijfer geeft uitsluitend een indicatie over de diepte ter plekke met eb. Aardig om te weten als er 10 staat, toch wel eng als er 1 staat. De cijfers geven altijd de diepte of de hoogte in meters aan. Bij diepten, hoogten kleiner dan 5 meter worden ook de decimeters vermeld. Wat is nu de werkelijke diepte op enig moment? Zonder al te veel te theoretiseren: U moet uitgaan van 2 begrippen -Het reductievlak -Laag/laagwaterspring (LLWS) Laag/laagwaterspring is het gemiddelde van alle laagwaterstanden bij springtij van de laatste vijf jaar. Er kunnen dus nog lagere waterstanden voorkomen! Lagere waterstanden betekent ondieper dan op de kaart aangegeven!

ZEEKAARTEN De laagste waterstanden treden op bij: harde oostelijke wind En hoge barometerstanden En spring tij Bij zo n situatie kan de waterspiegel soms bijna 1 meter lager staan dan LLWS. LLWS loopt dus als een rechte lijn door het reliëf van geulen en banken. Deze rechte lijn noemt men het reductievlak. Alle getallen in een zeekaart worden ten op zichtte van dit vlak aangegeven. LLWS is dus hetzelfde als het reductievalk!! NB. LLWS is niet hetzelfde als N.A.P.!!

Getijdenbeweging De zon en maan zorgen voor een grote golf over de zeeën en oceanen. Deze veroorzaakt hoog- en laagwater. Van hoog- naar laagwaterstand noemt men eb. Van laagwater naar hoogwater noemt men vloed. In West-Europa hebben we per dag ongeveer twee keer hoogwater en twee keer laagwater. Ongeveer 2 keer want een maansdag is 24u 50m. Tussen twee keer hoogwater zit dus 12 uur en 25 minuten. Dus in 1 maansdag zit: 2x hoogwater 2x laagwater dus 4x eb en vloed

Getijdenbeweging Een praktijkgeval. Met mooi weer vaart u door een geul. Het is bijna laagwater. U ankert in de geul en waadt naar de nabije bank. Het water is kniediep en u meet de diepte op de bank. Uw loding is 4 dm. Volgens de kaart steekt de bank 2 dm boven het reductievlak uit. Het reductievlak ligt op deze dag bij eb dus 6 dm onder water. Een loding in de geul bevestigt dit. De kaart geeft als diepte 1,9 en u loodt 2,5 meter. Tussen twee haakjes, loden doet men met een dieplood (voor grotere diepten) of een slaggaard (pikhaak) voor dieptes tot 3 m. Loding Loding

Getijdenbeweging Veel vraagstukken op het examen gaan over deze problematiek. Maar om die goed op te kunnen lossen moeten we nog iets weten over springtij, doodtij en verval. Het Verval is het verschil tussen HW en het daarop volgend LW. (hoog water en Laag water) Springtij komt voor enige etmalen na VM of NM. (volle maan en nieuwe maan) Doodtij komt voor, enige etmalen dagen na EK of LK. (eerste kwartier en laatste kwartier) Er is dus om de 14 dagen springtij en om de 14 dagen doodtij Bij springtij is het hoogwater hoger en het laagwater lager dan normaal. Bij doodtij is het laagwater hoger en het hoogwater lager dan normaal. De werkelijke situatie ten opzichte van uw kaart is dus bij hoogwater (vloed) springtij het gunstigste.

Getijdenbeweging Er staat dan veel meer water dan de gemelde diepten.de tijden van HW en LW alsmede uurstanden en rijzing vindt u in Waterstanden en Stromen langs de Nederlandse kust en aangrenzend gebied". Hierin staat ook een beperkte stroomatlassen uitgegeven door Ch Hydrografie. Er verschijnt ieder jaar een nieuwe uitgave. Dit is de goedkoopste alles in een boek op gebied van getij en stromen

De tijden van alleen HW en LW vindt u in diverse boekwerken. De bekendste zijn - Almanak voor het watertoerisme, dl 2 - Enkhuizer almanak De vorm van veel examenvraagstukken is als volgt: U heeft een schip met een gegeven diepgang en u wilt door een bepaalde geul of naar een bepaalde haven. Hoeveel water heeft u onder de kiel? Meestal vaart u in vraagstukken enige dagen na EK of LK. Dus doodtij! Voorbeeld: U wilt in de haven van Burghsluis aanleggen. In de kaart ziet u bij de haven het dieptecijfer 2,6. Het is 2 dagen na maanstand EK. Uw schip steekt 1,5 m diep. Hoeveel water zal er nog onder de kiel staan bij laagwater? a. 5 dm b. 15dm c. 17dm Getijgegevens: Gem. HW Gem. LW Springtij Doodtij Springtij Doodtij 3,7 m 3,0 0,3 0,6

Uitwerking: Bepaal: Springtij of doodtij? In dit vraagstuk: doodtij Teken het reductievlak Teken het dieptecijfer van 2,6 reductievlak (=Diepte van de haven) Teken de doodtijstand van 0,6 reductievlak (=Waterspiegel) Stippel de lijn die 1,5 waterspiegel ligt (=Diepgang) Nogmaals de stapsgewijze uitwerking: Bepaal: - Springtij of doodtij? - Teken het reductievlak - Teken het bodemreliëf t.o.v. het reductievlak (positief of negatief; dus GEUL of BANK) - Teken de waterspiegel (gem. LW of HW BOVEN reductievlak uit tabel) - Bepaal het verschil tussen waterspiegel en bodem, de LODING - Bepaal het verschil tussen LODING en DIEPGANG

Opgave: In de kaart van de Waddenzee vindt u de volgende getijgegevens: Hoogte van gemiddeld HW boven reductievlak: Bij springtij 2,40 meter Bij doodtij 2,10 meter U wenst op 17 maart een wantij te passeren, waarbij in de kaart als hoogtecij fer staat vermeld +1,2. In de getijtafel vindt u 15 maart maansfase NM. 1: Als de diepgang van uw schip 160 cm bedraagt en u passeert juist met HW deze ondiepte, hoeveel water heeft u dan nog onder de kiel wanneer in Harlingen bij HW i.v.m. harde westelijke wind een verhoging van omstreeks een halve meter wordt voorspeld? a. omstreeks 10 cm b. omstreeks 50 cm c. schip stoot op de bodem 2: Vaart u, met het resultaat van vraag a, over dit wantij?