RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 augustus 2004 ( ) (OR. fr) 11944/04 SOC 373

Vergelijkbare documenten
RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

DOC herzien NL-7978

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1829 def.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 oktober 2000 (31.10) (OR. fr) 11037/2/00 REV 2 LIMITE ENFOPOL 58

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

11558/02 jv 1 DG G I

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163. VOORSTEL de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

17019/11 lep/rts/rv 1 DG G 2B

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

ARAB + Welzijnswet Elektrisch materieel in 82/130/EEG( ) PBL-L 59( )

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1331 def. COD 2000/0136.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2010) 8467 definitief

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

(1999/C 55/06) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 118 A,

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 maart 2017 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

15537/02 jg 1 DG B I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 juni 2010 (OR. en) 11682/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0180 (NLE) AVIATION 100 RHJ 13 RELEX 599

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 juni 2005 (OR. en) 9550/05 UEM 130 ECOFIN 175

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2005 (06.10) (OR. en) 12916/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0195 (CNS) ECOFIN 300 RELEX 496

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13289/00 LIMITE JAI 135

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

PUBLIC. Brussel, 23 oktober 2009 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14924/09 LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 februari 2013 (20.02) (OR en) 5826/13. Interinstitutioneel dossier: 2012/0284 (NLE) TRANS 30

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

(vijftiende bij zondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juli 2003 (08.07) (OR. fr) 11193/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0142 (CNB) ECOFIN 206 UEM 120

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 april 2016 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

PUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

(98/C 364/01) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO S

ONTWERP- NOTULEN. van de 2185e zitting van de Raad (JEUGDZAKEN) gehouden te Brussel op 27 mei 1999

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Nieuwe regels voor Europese ondernemingsraden. Inzicht in Richtlijn 2009/38/EG

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 augustus 2004 (23.08.2005) (OR. fr) 11944/04 SOC 373 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 5 augustus 2004 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: 27e jaarverslag van het Raadgevend comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats - 2002 Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2004) 539 definitief Bijlage: COM(2004) 539 definitief 11944/04 lg DG G II NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 05.08.2004 COM(2004) 539 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE 27E JAARVERSLAG VAN HET RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE VEILIGHEID, DE HYGIËNE EN DE GEZONDHEIDSBESCHERMING OP DE ARBEIDSPLAATS 2002 NL NL

INHOUDSOPGAVE 1. KENMERKEN VAN HET COMITÉ... 4 2. ACTIVITEITEN IN 2002... 4 2.1. 26e jaarverslag van de werkzaamheden van het Raadgevend Comité... 5 2.2. Goedgekeurde adviezen... 6 2.2.1. Advies van het Comité (document nr. 11881/2/02) over de communautaire strategie inzake gezondheid en veiligheid op het werk (2002-2006)... 6 2.2.2. Advies van het Comité over het ontwerp-werkprogramma van het Agentschap van Bilbao voor 2003... 7 2.3. Operationele procedures... 7 2.3.1. Werkprogramma 2003... 7 3. ACTIVITEITEN VAN DE GROEPEN/STRUCTUUR AAN HET EINDE VAN HET JAAR... 8 3.1. Werkgroepen die in 2002 actief waren en hun werkzaamheden in 2003 voortzetten. 8 3.1.1. Programmering/Communautaire strategie 2002-2006... 8 3.1.2. Normalisatie... 8 3.1.3. Chemische stoffen op het werk... 8 3.1.4. Verslag over het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk... 8 3.1.5. Telewerken... 8 3.1.6. Beroepsziekten... 9 3.1.7. ATEX... 9 3.1.8. Gezondheid en veiligheid in de ziekenhuissector... 9 3.1.9. Visserij... 9 3.2. Oprichting van werkgroepen in 2002... 9 3.2.1. Uitbreiding (document nr. 11937/02)... 9 3.3. Ontbinding van werkgroepen... 10 3.3.1. Communautaire strategie 2002-2006... 10 4. SAMENWERKING MET ANDERE ORGANEN... 10 4.1. Permanent orgaan... 10 4.2. Comité van hoge functionarissen van de arbeidsinspectie... 10 NL 2 NL

4.3. Wetenschappelijk comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia... 10 4.4. Sociale partners... 11 4.5. Technisch vakbondsbureau... 11 4.6. Internationaal Arbeidsbureau (IAB)... 11 4.7. Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden... 11 4.8. Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk... 11 NL 3 NL

1. KENMERKEN VAN HET COMITÉ Aangezien de oprichting van een permanent orgaan noodzakelijk was om de Commissie bij te staan bij de voorbereiding en de tenuitvoerlegging van de activiteiten op het gebied van de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats en om de samenwerking tussen de nationale overheidsdiensten en de werknemers- en werkgeversorganisaties te vergemakkelijken, heeft de Raad van de Europese Gemeenschappen bij Besluit 74/325/EEG van 27 juni 1974 een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats opgericht. Het Comité is een tripartiete instantie, samengesteld uit gewone leden, en wel voor elke lidstaat: twee regeringsvertegenwoordigers, twee vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties en twee vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties. Voor elk gewoon lid wordt een plaatsvervanger benoemd. De gewone leden en de plaatsvervangende leden van het Comité worden benoemd door de Raad die de lijst daarvan ter informatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen publiceert. Het Comité wordt voorgezeten door een lid van de Commissie of, indien deze verhinderd is, door een door hem aangewezen ambtenaar van de Commissie. Het Comité stelt jaarlijks een verslag over zijn werkzaamheden op, dat de Commissie toezendt aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité 1. In 2002 is het Comité twee keer in Luxemburg bijeengekomen. Tijdens beide vergaderingen heeft de Commissie het Comité geïnformeerd over de stand van zaken in verband met alle dossiers inzake gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk. De activiteiten van het Comité hebben geresulteerd in de goedkeuring van het jaarverslag over de werkzaamheden in 2001, de goedkeuring van twee adviezen, waarvan een overzicht wordt gegeven in punt 2.2 van dit verslag, en een studie over de onderwerpen die deel kunnen uitmaken van het werkprogramma voor 2003. 2. ACTIVITEITEN IN 2002 Op 18 december 2000 heeft de Raad op voorstel van de lidstaten de gewone en plaatsvervangende leden van het Comité benoemd voor de periode 18 december 2000-17 december 2003, omdat de vorige mandaten, die geldig waren voor de periode 7 juli 1997-6 juli 2000, waren verlopen. De ledenlijst voor 2002 is vermeld in bijlage B. In 2002 is het Comité twee keer in Luxemburg bijeengekomen, namelijk in april en november. Tijdens beide vergaderingen heeft de Commissie het Comité geïnformeerd over de stand van zaken in verband met alle dossiers betreffende de gezondheid, de veiligheid en de hygiëne op het werk. 1 Het Raadgevend Comité van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, waaraan het verslag over de werkzaamheden ook werd toegezonden overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Besluit 74/325/EEG, heeft zijn werkzaamheden als gevolg van het aflopen van het EGKS-Verdrag in 2002 gestaakt. NL 4 NL

De vergaderingen van het Comité zijn de dag tevoren voorafgegaan door een vergadering van de leden van het Comité die de regeringen, de werkgevers en de werknemers vertegenwoordigen en die in belangengroepen zijn verenigd. De belangengroepen hebben tijdens het jaar twee extra vergaderingen georganiseerd. De werkzaamheden van het Comité hebben gelijke tred gehouden met die van de Commissie. Zo heeft de Commissie onder meer een mededeling over een nieuwe communautaire gezondheids- en veiligheidsstrategie voor de periode 2002-2006 goedgekeurd (COM(2002) 118 def.). De werkzaamheden en de prioriteiten zijn aan het Comité voorgesteld door de werkgroep "Programmering", die vijf keer is bijeengekomen. Voor de werkzaamheden van de negen werkgroepen die zijn belast met het bestuderen van de specifieke gebieden waarover het Comité een advies wenste uit te brengen, zijn achttien vergaderingen nodig geweest. Het Comité heeft een groep ontbonden die zijn werkzaamheden heeft voltooid: Communautaire strategie 2002-2006 Het Comité heeft een groep opgericht en heeft het mandaat ervan goedgekeurd: Uitbreiding (document nr. 11937/02) Voorts heeft het Comité het mandaat van de groepen "Communautaire strategie 2002-2006" (document nr. 0994/1/01), "Telewerken" (document nr. 0509/1/99) en "Programmering" (document nr. 0316/1/99) herzien en het mandaat van de groep "Chemische stoffen op het werk" verlengd wat de vaststelling van blootstellingsniveaus op het werk betreft (document nr. 2502/2/01). In punt 3 van dit verslag wordt een samenvatting gegeven van de werkzaamheden van de groepen. De activiteiten van het Comité hebben geresulteerd in de goedkeuring van het jaarverslag over de werkzaamheden in 2001, de goedkeuring van twee adviezen, waarvan een overzicht wordt gegeven in punt 2.2 van dit verslag, en een studie over de onderwerpen die deel kunnen uitmaken van het werkprogramma voor 2003. 2.1. 26e jaarverslag van de werkzaamheden van het Raadgevend Comité Document nr. 11569/02 Het Comité heeft zijn 26e jaarverslag over zijn werkzaamheden in 2001 tijdens zijn 65e plenaire vergadering van 13 november 2002 goedgekeurd. NL 5 NL

2.2. Goedgekeurde adviezen 2.2.1. Advies van het Comité (document nr. 11881/2/02) over de communautaire strategie inzake gezondheid en veiligheid op het werk (2002-2006) In het kader van de voorbereidende werkzaamheden met het oog op het opstellen van een nieuwe communautaire strategie inzake gezondheid en veiligheid op het werk heeft het Comité op 15 mei 2001 besloten een werkgroep "Communautaire strategie 2002-2006" op te richten. Na de goedkeuring van de mededeling van de Commissie [COM(2002) 118 def.] is het mandaat van deze groep waarvan het Comité in november een eerste ontwerp-advies heeft goedgekeurd tijdens de 64e plenaire vergadering van 18 april 2002 herzien en geactualiseerd. Overeenkomstig het nieuwe mandaat wordt de groep opgedragen een advies van het Raadgevend Comité voor te bereiden over de benodigde maatregelen en acties ter uitvoering van de communautaire strategie voor gezondheid en veiligheid op het werk in de periode 2002-2006 (document nr. 0994/1/01). Het Comité heeft de groep "Programmering" met deze opdracht belast. Het nieuwe advies van het Comité sluit aan op dat van november 2001. Het stelt de prioriteiten vast voor een correcte uitvoering van de communautaire strategie voor 2002-2006. Coördinatie, adequate middelen en integratie van gezondheid en veiligheid op het werk op alle communautaire beleidsgebieden zijn de noodzakelijke voorwaarden voor het slagen van de nieuwe strategie. Een analyse van de situatie inzake gezondheid en veiligheid op het werk, voortaan ook in de kandidaat-lidstaten, moet het mogelijk maken om de prioritaire actiegebieden, zowel op Europees niveau als op het niveau van de lidstaten en kandidaat-lidstaten, nauwkeurig te omschrijven. In dit verband wijst het Comité op het belang van de oprichting van een Europees observatorium voor risico's, de opstelling van een discussienota over de criteria voor een eventuele benchmarking inzake gezondheid en veiligheid op het werk, en de vaststelling van indicatoren. Om ervoor te zorgen dat deze indicatoren betrouwbaar zijn, moet de geloofwaardigheid van de bestaande en eventuele nieuwe bronnen grondig worden onderzocht. Wat de te overwegen wetgevingsmaatregelen betreft, moet de uitvoering van de bestaande richtlijnen worden verbeterd en concreet worden geëvalueerd door een aanpassing van de evaluatieverslagen (die volgens een vereenvoudigde en rationele procedure moeten worden opgesteld om homogene gegevens op te leveren) en de consolidatie en vereenvoudiging van de bestaande wetgeving (het Raadgevend Comité zal een document onderzoeken waarin de principes voor de voorgestelde consolidatie van de richtlijnen worden uiteengezet). Anderzijds wenst het Comité dat de nieuwe wetsinstrumenten die in behandeling zijn (fysische agentia, asbest), spoedig worden goedgekeurd, dat de bestaande wetgeving betreffende carcinogene producten wordt aangepast en dat de lijst van beroepsziekten wordt gewijzigd. Wat de niet-wetgevende instrumenten van de nieuwe strategie betreft, herinnert het Comité aan het belang van de opstelling van handleidingen voor de toepassing van de richtlijnen en de noodzaak van een algemene aanpak voor deze instrumenten, waarbij de gebruikers en geschikte wijzen van verspreiding worden aangegeven. Ook preventietraining voor werknemers, schoolgaande jongeren en mensen die een beroepsopleiding volgen, moet worden bevorderd. Er NL 6 NL

moet bijzondere aandacht worden besteed aan nieuwe risico's (spier- en skeletaandoeningen, psychosociale risico's) en acties in het kader van het uitbreidingsproces. Het Comité heeft het ontwerp-advies op 13 november 2002 met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. 2.2.2. Advies van het Comité over het ontwerp-werkprogramma van het Agentschap van Bilbao voor 2003 Overeenkomstig artikel 10 van de verordening tot oprichting van het Agentschap keurt de raad van bestuur na raadpleging van de Commissie en het Raadgevend Comité het jaarlijks werkprogramma van het Agentschap goed op grond van een door de directeur opgesteld ontwerp. Het programma van het Agentschap voor 2003 is tijdens de 65e plenaire vergadering van 13 november 2002 aan het Comité voorgelegd. De drie belangengroepen hebben opmerkingen geformuleerd; hun respectievelijke standpunten kunnen als volgt worden samengevat. De drie groepen zijn verheugd dat het Comité dit jaar van het werkprogramma in kennis is gesteld alvorens het door de raad van bestuur van het Agentschap werd goedgekeurd. De groep "regeringen" staat volledig achter de grote lijnen van het programma en de thema's die erin aan bod komen, maar benadrukt dat dubbel werk tussen de verschillende instellingen moet worden voorkomen, aangezien de middelen zeer beperkt zijn en de verschillende aspecten van het programma beter moeten worden geïntegreerd. De groep "werkgevers" benadrukt dat een evenwicht moet worden gevonden tussen de uiteraard ambitieuze aard van een Europees project en het daarmee samenhangende risico dat het al te omvangrijk wordt. De werkgevers wijzen er met name op dat de doelstelling van de communicatiestrategie van het Agentschap zeer ambitieus is, maar dat men er eerst zeker van moet zijn dat deze op de juiste actoren gericht is en in overeenstemming is met de prioriteiten van het Europese beleid en de effectief beschikbare middelen. De groep "werknemers" stelt vast dat een aantal opmerkingen over het werkprogramma steek houdt, maar stemt over het algemeen met dit programma in. Een eerste opmerking is dat er zeer veel thema's aan bod komen, waardoor het in sommige gevallen aan diepgang ontbreekt. De groep is ook ongerust dat er te weinig rekening wordt gehouden met het onderhoud, de bijwerking en de actualisering van de informatie op de website van het Agentschap. In de toekomst moet de samenhang tussen de activiteiten van het Agentschap en het beleid van de Commissie bij de opstelling van de nieuwe communautaire strategie worden bevestigd en beter worden omschreven. 2.3. Operationele procedures 2.3.1. Werkprogramma 2003 Document nr. 11831/02 Tijdens de vergadering van 13 november 2002 heeft het Comité zijn werkprogramma voor 2003 goedgekeurd. Dit sluit aan op de indicatieve prioriteiten van het geplande tijdschema voor de uitvoering van de communautaire strategie 2002-2006. NL 7 NL

3. ACTIVITEITEN VAN DE GROEPEN/STRUCTUUR AAN HET EINDE VAN HET JAAR 3.1. Werkgroepen die in 2002 actief waren en hun werkzaamheden in 2003 voortzetten 3.1.1. Programmering/Communautaire strategie 2002-2006 De groep "Programmering" heeft in 2002 vijf vergaderingen gehouden voor de opstelling van de nieuwe mandaten en de organisatie en de follow-up van de werkzaamheden van de groepen. Drie van deze vergaderingen waren gedeeltelijk gewijd aan de opstelling van het advies over de communautaire strategie 2002-2006 (zie punt 2.2.1), waarmee het Comité de groep "Programmering" heeft belast. 3.1.2. Normalisatie De werkzaamheden van deze groep gaan onverminderd door. Het Comité heeft deze groep gemachtigd om de normalisatiemandaten te bestuderen naarmate zij aan de Commissie worden voorgelegd. De groep behandelt ook problemen van algemene aard die betrekking hebben op de gezondheid en veiligheid op het werk in het kader van de normalisatie. Deze groep is in 2002 één keer bijeengekomen. 3.1.3. Chemische stoffen op het werk Deze groep is op 29 november 2001 opgericht naar aanleiding van de samenvoeging van de vroegere groepen "Vaststelling van blootstellingsniveaus op het werk" en "Richtsnoeren voor chemische agentia" en heeft ook als taak te zorgen voor de follow-up van de acties die voortvloeien uit de mededeling van de Commissie "Witboek - Strategie voor het toekomstig beleid op het gebied van chemische stoffen" [COM (2001) 88 def.] en toekomstige acties in verband met de problemen met organische oplosmiddelen te overwegen. De groep is in 2002 vijf keer bijeengekomen en zal haar werkzaamheden in 2003 voortzetten. 3.1.4. Verslag over het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk Deze groep, die in mei 1999 is opgericht, is in 2002 niet bijeengekomen. De groep zal haar werkzaamheden in 2003 voortzetten. 3.1.5. Telewerken Deze groep is op 18 mei 2000 opgericht. Nadat de sociale partners overeenkomstig artikel 139 van het Verdrag een vrijwillige overeenkomst over de vaststelling van een algemeen kader op Europees niveau voor telewerken hadden ondertekend, is het mandaat van deze groep op 13 november 2002 herzien. Overeenkomstig het nieuwe mandaat heeft de groep als taak om, in de context van de kaderovereenkomst over telewerken en de daarmee samenhangende wetgeving inzake gezondheid en veiligheid op het werk, na te gaan welke problemen zich kunnen voordoen en mogelijke oplossingen voor te stellen. NL 8 NL

De groep is in 2002 niet bijeengekomen. 3.1.6. Beroepsziekten Deze groep, die op 18 mei 2000 is opgericht, heeft tot taak een advies van het Raadgevend Comité op te stellen over de voorstellen van de Commissie betreffende de bijwerking van de "Europese lijst van beroepsziekten" (bijlage I bij Aanbeveling 90/326/EEG van de Commissie). Deze groep is in 2002 drie keer bijeengekomen. Zij zal haar werkzaamheden in 2003 voortzetten. 3.1.7. ATEX Deze groep, die op 19 december 2000 is opgericht, heeft tot taak de Commissie bij te staan bij de opstelling van een gids voor goede praktijken om werkgevers in staat te stellen het "Explosieveiligheidsdocument" overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 1999/92/EEG "ATEX" op te stellen. Voor deze voorafgaande en voorbereidende werkzaamheden zal een aanbesteding worden gehouden. Deze groep is in 2002 drie keer bijeengekomen. Zij zal haar werkzaamheden in 2003 voortzetten. 3.1.8. Gezondheid en veiligheid in de ziekenhuissector Deze groep, die op 29 november 2001 is opgericht, heeft tot taak een advies van het Raadgevend Comité over mogelijke acties ter verbetering van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers in de ziekenhuissector op te stellen op basis van een document van de Commissie waarin de voorgestelde communautaire acties worden aangegeven. De groep is in 2002 niet bijeengekomen. 3.1.9. Visserij Op 29 november 2001 heeft het Raadgevend Comité het mandaat van deze groep goedgekeurd. De groep is belast met het volgen van de werkzaamheden met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid van werknemers in de visserij bij de opstelling van een nieuw gemeenschappelijk visserijbeleid op Europees niveau. Deze groep is in 2002 één keer bijeengekomen. Zij zal haar werkzaamheden in 2003 voortzetten. 3.2. Oprichting van werkgroepen in 2002 Het Comité heeft één groep opgericht en heeft het mandaat ervan goedgekeurd. 3.2.1. Uitbreiding (document nr. 11937/02) Deze groep, die op 13 november 2002 is opgericht, heeft tot taak het Raadgevend Comité te adviseren over initiatieven die in 2003 op het gebied van de gezondheid en veiligheid op het werk kunnen worden genomen met het oog op de toetreding van nieuwe lidstaten. NL 9 NL

3.3. Ontbinding van werkgroepen Het Comité heeft besloten om één werkgroep te ontbinden waarvan de werkzaamheden waren voltooid. 3.3.1. Communautaire strategie 2002-2006 Na de goedkeuring van document nr. 11881/2/02 (zie punt 2.2.1) is deze groep op 13 november 2002 formeel ontbonden. 4. SAMENWERKING MET ANDERE ORGANEN 4.1. Permanent orgaan De voornaamste taak van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen en andere winningsindustrieën bestaat erin, de ontwikkeling van de veiligheid en de gezondheid in de winningsindustrieën te volgen, aan de regeringen van de lidstaten praktische voorstellen voor de verbetering van de werkplek te doen en de uitwisseling van nuttige informatie te bevorderen. Sinds 1994 nemen vertegenwoordigers van het Permanent Orgaan als waarnemer deel aan de vergaderingen van het Comité. Vertegenwoordigers van het Comité worden ook uitgenodigd voor de plenaire vergaderingen van het Permanent Orgaan, en wel naar rata van twee waarnemers per belangengroep. Dit procédé garandeert een betere informatie-uitwisseling tussen beide organen. Uit de tot nu toe opgedane ervaring blijkt dat beide organen gemeenschappelijke punten van belang hebben, maar de indruk neemt toe dat het om twee verschillende instanties gaat. Het Permanent Orgaan is in hoofdzaak een technisch orgaan dat zich bezighoudt met de specifieke veiligheidsproblemen in de winningsindustrieën. De concrete technische aspecten vormen het belangrijkste element van zijn werkzaamheden, terwijl het Raadgevend Comité ook bevoegd is om van gedachten te wisselen over fundamentele kwesties in verband met veiligheid en gezondheidsbescherming op het werk. 4.2. Comité van hoge functionarissen van de arbeidsinspectie Het Comité van hoge functionarissen van de arbeidsinspectie, door de Commissie opgericht bij Besluit 95/319/EG van 12 juli 1995, is samengesteld uit twee leden die de diensten voor arbeidsinspectie van elke lidstaat vertegenwoordigen en wordt door een vertegenwoordiger van de Commissie voorgezeten. Het Comité legt aan de Commissie een jaarverslag over zijn werkzaamheden voor, met name over alle problemen in verband met de toepassing of het toezicht op de toepassing van het afgeleide Gemeenschapsrecht inzake gezondheid en veiligheid op het werk. De Commissie zendt dit verslag toe aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats. 4.3. Wetenschappelijk comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan chemische agentia Dit wetenschappelijk comité, op verzoek van de Raad opgericht bij Besluit 95/320/EG van de Commissie van 12 juli 1995, is belast met het bestuderen van de effecten van chemische NL 10 NL

agentia op de gezondheid van werknemers op het werk. Deze werkzaamheden worden door het Raadgevend Comité gevolgd, met name door de werkgroep "Vaststelling van blootstellingsniveaus" in de context van de opstelling van zijn adviezen over de ontwerpvoorstellen voor richtlijnen van de Commissie tot vaststelling van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling uit hoofde van Richtlijn 98/24/EG van de Raad. 4.4. Sociale partners Een vertegenwoordiger van het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) en een lid van de Unie van Industriefederaties van de Europese Gemeenschap (UNICE) worden voor de vergaderingen van het Comité uitgenodigd. 4.5. Technisch vakbondsbureau Het technisch vakbondsbureau voor de veiligheid en de gezondheid (BTS) is in 1989 door het EVV opgericht om het verloop van de technische werkzaamheden van de normalisatieorganisaties op de voet te kunnen volgen. Het BTS is opgericht met steun van het Europees Parlement, dat daarvoor in 1989 een speciale begrotingslijn heeft gecreëerd, en heeft in hetzelfde jaar een meerjarenovereenkomst met de Commissie ondertekend. Het voert studies uit en verstrekt informatie in nauwe samenhang met de Europese harmonisatie- en normalisatiewerkzaamheden op het gebied van de veiligheid en de gezondheid op het werk en in samenwerking met de werkgroep "Normalisatie" van het Comité. Een vertegenwoordiger van het BTS wordt voor de vergaderingen van het Comité uitgenodigd. 4.6. Internationaal Arbeidsbureau (IAB) Een vertegenwoordiger van het IAB wordt voor de vergaderingen van het Comité uitgenodigd. 4.7. Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden Een vertegenwoordiger van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van het Comité, tijdens welke hij onder meer het werkprogramma van de Stichting presenteert. 4.8. Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk Overeenkomstig het besluit tot oprichting van het Agentschap moet het Agentschap zijn werkprogramma en jaarverslagen aan het Comité voorleggen. NL 11 NL