Onderzoeksignalement

Vergelijkbare documenten
Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Bijlagen Bouwend aan een toekomst in Nederland

Bijlage bij hoofdstuk 9 Identificatie, acceptatie en discriminatie

Bevolkingstrends Allochtonen en geluk. Karolijne van der Houwen Linda Moonen Oktober 2014 CBS Bevolkingstrends oktober

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Arbeid en inkomen

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

8. Werken en werkloos zijn

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Bijlagen bij hoofdstuk 4 Opleidingsniveau en taalvaardigheid

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

12. Vaak een uitkering

Werkloosheid 50-plussers

Bijlage bij hoofdstuk 4 Opleiding en taal

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.

Bijlagen bij hoofdstuk 11 Opvattingen van autochtonen en allochtonen over de multietnische

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Arbeid en inkomen

10 Samenvatting en conclusies

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011

BIJLAGEN. Bijlage B1 Hoofdstuk 1 2. Bijlage B3 Hoofdstuk 3 3. Bijlage B4 Hoofdstuk 4 4. Bijlage B6 Hoofdstuk 6 8. Nieuw in Nederland

Parallellen tussen België en Nederland

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart?

Jaarrapport integratie 2013

B1 Bijlage bij hoofdstuk 1

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

De positie op de arbeidsmarkt van verschillende groepen personen met een niet-westerse migratieachtergrond

Bijlage bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie en religie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038

5. Onderwijs en schoolkleur

Jongeren op de arbeidsmarkt

Langdurige werkloosheid in Nederland

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Jaarrapport integratie 2012

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

TOOLKIT Bekend maakt Bemind

Arbeidsmarkttransities van recente niet-westerse immigranten in Nederland

Jaarrapport Integratie 2014

Langer in Nederland : ontwikkelingen in de leefsituatie van migranten uit Polen en Bulgarije in de eerste jaren na migratie : bijlagen

Onderzoeksignalement

Oudere migranten in Nederland. Jeroen Ooijevaar NVD-seminar oudere migranten, 6 oktober 2017

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Opleidingsniveau stijgt

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

Kansen op instroom uit de WW bekeken

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Beroepsbevolking 2005

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

11. Stijgende inkomens

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond

Factsheet De integratie van groepen met een migratieachtergrond 2018

szw Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

10. Veel ouderen in de bijstand

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Weinig mensen sociaal aan de kant

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

2. Groei allochtone bevolking fors minder

Jaarrapport Integratie 2010

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond in kaart

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Transcriptie:

Onderzoeksignalement 2017-1201 Titel Auteurs Uitgave : Gevlucht met weinig bagage : Iris Andriessen, Mérove Gijsberts, Willem Huijnk : SCP Verschijningsdatum : 1 december 2017 Binnen het kader van de meerjarige opdracht aan het SCP om jaarlijks een verdiepende studie uit te voeren op het thema integratie, heeft SCP dit jaar op verzoek van SZW S&I een studie uitgevoerd waarin de positie (en ontwikkeling) van de groep met een Somalische achtergrond in Nederland wordt beschreven Gevlucht met weinig bagage: De leefsituatie van Somalische Nederlanders Iris Andriessen, Mérove Gijsberts en Willem Huijnk Onderzoeksopzet In 2015 heeft het veldwerk plaatsgevonden voor de meest recente editie van het Survey Integratie Migranten (SIM2015). Dit onderzoek wordt sinds het einde van de jaren 80 periodiek (om de 4 tot 5 jaar) uitgevoerd. Het bevat een rijkdom aan gegevens over de sociaal-culturele en sociaaleconomische integratie van groepen met een migratieachtergrond. In het SIM2015 is onder andere de Somalische groep geënquêteerd (n=626). De situatie van de Somalische groep in Nederland wordt in het onderhavige rapport aan de hand van dit onderzoekbestand beschreven, waarbij de positie wordt vergeleken met die van de (autochtone) groep zònder migratieachtergrond en met andere groepen met een migratieachtergrond. Bovendien wordt waar mogelijk de ontwikkeling in de tijd beschreven door de huidige positie te vergelijken met die uit 2009, zoals die via een eerdere editie van het SIM (het SING2009) is gemeten. Tenslotte wordt aandacht besteed aan de positie van subcategorieën binnen de Somalische groep. Algemene Conclusie De Somalische groep is zeer laag opgeleid: - ruim twee derde van de niet-schoolgaande bevolking heeft niet meer dan basisonderwijs; - de schoolgaande bevolking is sterk oververtegenwoordigd in de lagere onderwijsniveaus. 1

Het opleidingsniveau van deze groep ligt in 2015 nog lager dan het in 2009 al lag. Dat is een gevolg van de recente instroom: dit cohort is zo laag opgeleid dat dit het lage gemiddelde nog verder naar beneden trekt; De arbeidsmarktpositie van de groep met Somalische achtergrond is dramatisch te noemen: - de nettoparticipatiegraad is extreem laag (slechts een kwart heeft betaald werk); - de werkloosheid is extreem hoog (een derde is werkloos); Werkenden met een Somalische achtergrond hebben vaak kleine baantjes en flexibele arbeidsrelaties; Het inkomen van de groep met Somalische achtergrond is als gevolg van de lage opleiding en de slechte arbeidsmarktpositie heel laag, met 12.200 in 2015 is dat minder dan de helft van wat autochtone Nederlanders verdienen en het ligt ook fors lager dan onder de andere grote niet-westerse groepen; Meer dan de helft van de Somaliërs is afhankelijk van een bijstandsuitkering De ervaren gezondheid is onder de groep met Somalische achtergrond niet heel anders dan onder autochtonen. Wel zijn er verschillen binnen deze bevolkingsgroep: zij die de vlucht bewust hebben meegemaakt hebben een slechtere gezondheid dan de groep die ten tijde van de vlucht nog jong was, of in Nederland is geboren; Somaliërs zijn tevreden over hun leven in Nederland, maar ze voelen zich wel minder thuis en minder geaccepteerd dan in 2009 en de identificatie als Somalisch neemt toe, waarbij tegelijkertijd de identificatie als Nederlander niet afneemt (dubbele bindingen). De wat sterkere gerichtheid op de eigen herkomstgroep zien we ook terug in een negatiever oordeel over een eventueel gemengd huwelijk van hun kinderen met een Nederlandse partner. De positie van de Somalische groep is uiterst kwetsbaar en als gevolg van de nieuwe instroom nog ongunstiger dan in 2009. De kans is reëel dat deze kansarmoede wordt overgedragen aan volgende generaties. Om dit te voorkomen is volgens het SCP een intensieve aanpak nodig van specifieke ondersteuning. 2

Conclusies per dimensie Onderwijspositie is uiterst zwak Figuur 1 Gerealiseerd opleidingsniveau van 15-64 jarige niet-schoolgaanden naar achtergrond en geslacht, 2015 (%) Het opleidingsniveau van de 8% 11% 5% Somalische groep is zeer laag: twee 14% 16% derde van de totale groep die niet 16% 34% 34% 33% 6% 8% meer naar school gaat, heeft niet meer dan basisonderwijs. Bij de vrouwen is 43% 43% 42% dat zelfs drie kwart. Het verschil met 75% 68% 62% (autochtone) Nederlanders zonder migratieachtergrond is zeer groot (zie 18% 17% 18% figuur 1), maar ook met de groepen 6% 6% 7% met een Turkse en Marokkaanse totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen Somalisch max. bao Bron: SCP/CBS (SIM 15) en CBS (EBB 14) vbo/mavo mbo/havo/vwo Nederlands hbo/wo achtergrond zijn de verschillen omvangrijk: bij deze groepen heeft bijvoorbeeld respectievelijk 32% en 37% maximaal basisonderwijs. Als de situatie in 2015 wordt vergeleken met die uit 2009 tekent zich bovendien een daling van het opleidingsniveau af: in 2015 ligt het aandeel dat maximaal basisonderwijs heeft 10 procentpunt hoger dan in 2009 (zie figuur 2). Figuur 2: Gerealiseerd opleidingsniveau van 15-64 jarige niet-schoolgaanden in 2009 en 2015 (in procenten) 9 7 5 5 8 21 16 16 8 Eén van de redenen daarvoor is dat de recentere migratie uit Somalië lager is opgeleid dan de eerdere cohorten. Dit is weer een direct gevolg van de steeds voortgaande afbraak en onttakeling van de infrastructuur in Somalië. 3 58 2009 68 2015 vbo/mavo max bao De Somalische groep is jong van samenstelling: bijna de helft is jonger dan 20. Dit betekent dat een omvangrijk deel van de Somaliërs in Nederland nog onderwijs volgt. Echter, óók de onderwijspositie van deze Bron: SCP/CBS (SING2009; SIM 15) categorie is zeer zorgelijk: in het basisonderwijs blijven de prestaties achter bij die van veel andere groepen en in het voortgezet onderwijs volgen leerlingen met een Somalische achtergrond vaak de lage niveaus (24% volgt vmbo en 39% mbo). Zij doen het in het onderwijs ook aanzienlijk slechter dan leerlingen uit andere vluchtelingengroepen: leerlingen met een Iraanse en Afghaanse achtergrond doen nauwelijks onder voor autochtone schoolgenoten. hbo/wo mbo/havo/vwo De meerderheid van de groep met Somalische achtergrond heeft problemen met de Nederlandse taal: een kwart heeft vaak moeite met een gesprek in het Nederlands of met lezen en schrijven, 3

bijna vier tiende heeft daar soms moeite mee en slechts ruim een derde heeft nooit moeite. Dit laatste deel blijkt vooral uit jongeren tot 34 jaar te bestaan, die hun opleiding grotendeels of helemaal in Nederland hebben gevolgd (zie figuur 3). Figuur 3 Beheersing van de Nederlandse taal onder personen met een Somalische achtergrond naar enkele achtergrondkenmerken, 2015 (gemiddelde schaalscores) a 3 2,8 2,6 2,4 2,2 2 1,8 1,6 1,4 1,2 1 a De schaal loopt van 1 (slechte) tot 3 (goede taalbeheersing), bestaande uit drie taalvaardigheidsitems, namelijk spreken, lezen en schrijven. Bron: SCP/CBS (SIM 15) Ervaren gezondheid is relatief goed Uit eerder onderzoek komt naar voren dat de ervaren gezondheid van vluchtelingen doorgaans minder goed is dan die van personen zonder migratieachtergrond. Dat heeft veelal te maken met zowel generieke oorzaken als sociaal-economische status, als met specifieke oorzaken, zoals traumatische ervaringen voor en tijdens de vlucht. We zien dit bij de Somalische groep niet terug: het verschil in ervaren gezondheid ten opzichte van autochtone Nederlanders is volgens eigen opgave voor de totale groep gering. De verklaring voor dit afwijkende beeld is volgens het SCP waarschijnlijk tweeledig: er is (a) vermoedelijk sprake van een healthy immigrant effect (alleen zij die daarvoor sterk genoeg waren zijn gevlucht) en er is (b) sprake van een compositie-effect is: de Somalische groep is nog heel jong en kent daardoor een relatief goede gezondheid. Dit wordt bevestigd door de uitkomst dat de ervaren gezondheid van de categorie die op latere leeftijd naar Nederland is gemigreerd (gevlucht) aanzienlijk slechter is dan van hen die op jonge leeftijd naar Nederland kwamen of hier geboren zijn. Respectievelijk 59% en 87% ervaart zijn gezondheid als (zeer) goed. Arbeidspositie is buitengewoon zwak De netto arbeidsparticipatie van de Somalische groep is extreem laag: slechts een kwart van 15 64 jarigen heeft in 2015 betaald werk. Dat is minder dan een derde van het percentage onder autochtone Nederlanders, en ook aanzienlijk lager dan bij andere groepen met een migratieachtergrond (daar varieert het bij de grote niet-westerse groepen bijvoorbeeld van 5 bij de groep met Marokkaanse achtergrond tot 61% onder die met Surinaamse achtergrond). Bij Somalische vrouwen (18%), de leeftijdscategorie boven de 45 jaar (16%), laagopgeleiden (13%) en recent gemigreerden (8%) liggen de participatiegraden nog lager. 4

Uit de analyse blijkt dat deze groep zwaar getroffen is door de economische crisis dit in 2008 inzette: de netto participatie daalde van 43% naar 31% en dat is een veel sterkere daling dan onder andere groepen. 1 Figuur 4 Nettoparticipatie (drie jaar gemiddelden), naar herkomst, 15-64 jaar, 2003-2015 (in procenten) 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 73 54 28 77 77 61 43 03-'05 04-'06 05-'07 06-'08 07-'09 08-'10 09-'11 10-'12 11-'13 12-'14 13-'15 14-'16 Somalisch autochtoon niet-westers totaal 57 31 Bron: CBS (EBB 03-EBB 16) We zien de zwakke arbeidsmarktpositie ook terug in de werkloosheidscijfers: die liggen voor de Somalische groep niet alleen veel hoger als onder andere groepen (bijna 6 maal zo hoog als onder autochtonen en ruim 2 maal zo hoog als onder de categorie met niet-westerse achtergrond), maar de fluctuaties zijn ook veel omvangrijker: onder de groep met Somalische achtergrond steeg de werkloosheid tussen 07-09 en 14-16 met 17 procentpunten, onder de totale groep met nietwesterse achtergrond was de stijging 6 procentpunt en onder autochtonen 3 (zie figuur 5). Figuur 5 Werkloosheid (drie jaar gemiddelden), naar herkomst, 15-64 jaar, 2003-2016 (in procenten) Bron: CBS (EBB 03-EBB 16) De arbeidsmarktpositie van de groep met Somalische achtergrond is dus uiterst slecht, maar daar komt nog bij dat de positie van het kleine deel dat werk heeft ook nog eens heel kwetsbaar is: àls ze werken is dat vaak in kleine baantjes en in flexibele arbeidsrelaties. Bijna een derde van de werkende Somaliërs werkt minder dan 12 uur per week (bij autochtonen is dat een achtste) en drie 1 De cijfers betreffen 3-jaars voortschrijdende gemiddelden omdat de categorie met Somalische achtergrond te gering is om jaarcijfer te kunnen berekenen. 5

vijfde doet flexwerk (dat is bijna drie maal zo vaak als onder autochtonen en grofweg anderhalf tot ruim twee en een half zo vaak als onder de grotere niet-westerse groepen). Figuur 6 Aantal werkuren volgens contract, Somalische en autochtone Nederlanders, 15-64 jaar, 2015 (in procenten) 9 7 5 3 33 47 48 54 12 8 15 18 14 15 11 16 31 7 9 18 16 12 7 5 Somalisch, totaal Somalisch, niet schoolgaand autochtoon, totaal autochtoon, niet schoolgaand 0-11 uur 12-19 uur 20-27 uur 28-34 uur 35+ uur Bron: SCP/CBS (SIM 15) Verder zijn ze vooral werkzaam in de 2 laagste beroepsniveaus en nemen in dit opzicht een min of meer vergelijkbare positie in als migranten met een Turkse en Marokkaanse achtergrond. Lage inkomens en hoge uitkeringsafhankelijkheid Deze zwakke arbeidsmarktpositie werkt uiteraard door in de inkomens positie. Het gestandaardiseerd huishoudensinkomen ligt met 12.200 per jaar (2015) op minder dan de helft van wat de (autochtone) groep zonder migratieachtergrond verdient en op grofweg twee derde van dat bij de groepen met Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse achtergrond (zie Figuur). Bijna twee derde (62%) van de Somalische herkomstgroep leeft onder de armoedegrens (bij autochtonen is dat 5% en bij de totale groep met niet-westerse herkomst 21%). Figuur 7 Gemiddeld gestandaardiseerd huishoudensinkomen, naar herkomst, 2014 (in euro s x 1000) 30 26,3 25 20 18,1 17,2 21,7 19,4 15 12,2 10 5 0 Bron: SCP/CBS (IPO 14) Somalisch autochtoon Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Bovendien is meer dan de helft (52%) van de groep met Somalische achtergrond afhankelijk van een bijstandsuitkering en dat is 26 maal zo hoog als onder autochtonen. De bijstandafhankelijkheid is groter voor de cohorten die recenter zijn geïmmigreerd. 6

Tabel 1Personen met bijstandsuitkering, 18-64 jaar, naar herkomst en achtergrondkenmerken, ultimo september 2015 (%) totaal mannen vrouwen 18-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45 jaar en ouder 2 e generatie migratie 2010-2015 migratie 2006-2009 migratie 1998-2005 migratie <1998 Somalisch 52 44 62 24 56 67 67 3 62 67 47 34 niet-westers totaal 15 13 16 5 13 17 20 6 21 20 18 14 autochtoon 2 2 3 1 2 3 3 - - - - - Bron: CBS (SSB) Tevreden met leven in Nederland De Sociaal-economische (structurele) positie van de groep met Somalische achtergrond is dus (zeer) zwak, maar desondanks zijn zij tevreden met hun leven in Nederland. Zij beoordelen het leven (op een schaal van 1 tot 10) in Nederland gemiddeld met een 7,6 en dat is fors hoger dan het cijfer dat bijvoorbeeld de groep met Turkse (6,3) en Marokkaanse (6,6) achtergrond geven, of dat van autchtonen (6,6). De tevredenheid van de Somalische groep is bovendien sinds 2009 ongewijzigd. Het ligt voor de hand dat vooral bij de 1 e generatie die is gevlucht uit een door burgeroorlog verscheurd gebied de referentie met het onveilige herkomstland daarvoor de verklaring is. We zien dit ook terug in de terugkeerverwachting: slechts een kwart heeft een wens tot terugkeer naar Somalië, maar slechts 2% verwacht over 5 jaar in Somalië te wonen en 4% verwacht dan deels in Somalië en deels in Nederland te wonen. Minder thuisvoelen Toch zijn er wel een ontwikkelingen zichtbaar. Zo is sinds 2009 de identificatie als Somalisch sterker geworden (overigens zònder dat de identificatie als Nederlander afneemt, zie figuur 8) en voelt weliswaar twee derde van de groep met Somalische achtergrond zich thuis in Nederland, maar is dit aandeel tussen 2009 en 2015 wel wat afgenomen (zie figuur 9). Figuur 8 Identificatie als Nederlander en als Somaliër, 2009 en 2015 (%) 9 7 5 3 43 44 68 84 41 40 24 15 16 11 8 5 2009 2015 2009 2015 identificatie als Nederlands identificatie als Somalisch (heel) sterk beetje (helemaal) niet Bron: SCP/CBS: SIM 15 Ook is de gewenste sociale afstand tot (autochtone) Nederlanders zonder migratieachtergrond toegenomen: het aandeel dat een eventueel huwelijk van kinderen met autochtone Nederlanders (helemaal) niet vervelend vind is tussen 2009 en 2015 afgenomen van 76% naar 63%. 7

Figuur 9 Zich thuis voelen in Nederland naar verblijfsduur, 2009 en 2015 (%) 9 7 5 3 2 4 4 4 4 3 5 16 17 33 24 17 28 24 82 64 79 72 79 69 71 2009 2015 2009 2015 2009 2015 2015 voor 1998 1998-2005 2006-2009 2010-2015 nee soms ja Bron: SCP/CBS (SIM 15) Figuur 10 Frequentie van persoonlijk ervaren discriminatie van Somalische Nederlanders, 2009 en 2015 (%) 9 7 5 3 4 1 2 6 21 15 59 25 18 48 2009 2015 zeer vaak vaak af en toe bijna nooit nooit Tenslotte heeft twee derde van de Somalische Nederlanders (bijna) nooit zelf discriminatie ervaren door autochtone Nederlanders. Bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders ligt dit rond de helft. Wel ervaren, in vergelijking met de meting in 2009, Somalische Nederlanders in 2015 wat vaker discriminatie. Bron: SCP/CBS (SIM 15) Conclusie: naar een specifieke aanpak? Het SCP concludeert dat de Somalische groep een uiterst kwetsbare positie heeft en dat de kans op intergenerationele overdracht van kansarmoede en achterstanden reëel is. Dit heeft er onder meer mee te maken dat Somalische ouders weinig hulpbronnen (economisch, sociaal en cultureel kapitaal) hebben en bijvoorbeeld uit een cultuur komen waren opvoeden een collectieve verantwoordelijkheid is. In Nederland staan opvoeders er alleen voor (vaak ook letterlijk: éénoudergezinnen) en kunnen deze taak ook al vanwege het gebrek aan hulpbronnen niet aan. SCP pleit voor een intensieve aanpak voor deze groep met extra ondersteuning en stelt eigenlijk dat specifieke beleidsinstrumentering nodig is voor deze groep. Dat geldt wellicht ook voor groepen die op een vergelijkbaar grote afstand van de Nederlandse cultuur en samenleving staan, zoals Eritreeërs. SZW S&I November 2017 Arjen Verweij 8