Centrum voor Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning



Vergelijkbare documenten
Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Ambulante begeleidingsdienst ZigZag

De Leemwinning. toelichting. Info-avond oktober Jeugdzorg Emmaüs 1

Dagcentrum de Teuten

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Dagcentrum 't Spant. Dagcentrum voor gezins- en jongerenbegeleiding binnen de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp 'T SPANT

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

Contextbegeleiding laagintensief

een weg is, als we maar genoeg mogen proberen.

De krachtgerichte methodiek

maar niet alleen! Persoonlijk Toekomstgericht Deskundig

VOORSTEL PROJECT DE ROULOT 1. INLEIDING

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering

Begeleid Wonen. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

Contextbegeleiding. 1. Identificatie. Functie Begeleiding

Iedereen heeft een eigen verhaal

KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst: gezinsgericht werken

Missie & visie Opvoedingswinkel Gent

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen

Een mooie toekomst voor ieder kind

Wat vinden wij belangrijk? Er zijn een aantal zaken die wij erg belangrijk vinden in Van Celsthuis.

OPLOSSINGSGERICHT WERKEN MET JONGEREN MISSION POSSIBLE

Dagcentrum De Teuten

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

II FUNCTIEOMSCHRIJVING CONTEXTBEGELEIDER

Anker kracht. Verankering in de maatschappij door intensieve multi-disciplinaire begeleiding

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

CANO. Centrum Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning. Cano-centrum Neerhof. Jongeren

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Rotterdam Rijnmond. Zorg voor jongeren en hun gezin. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor jongeren BEGELEID WONEN INDIVIDUELE BEGELEIDING

Competentieprofiel medewerker BAAL

VACATURE Trajectbegeleider (m/v) Persoonlijke ontwikkelingstrajecten vzw LEJO 100% Voor een op te starten P.O.T.-antenne in Boom

enter MultiFunctioneel Centrum Meetjesland Mijn contactgegevens Mijn zorgentiteit: Mijn contextbegeleider:. Een initiatief van VZW Blij Leven tel...

Werktrajectbegeleider

Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding. Onthaalbrochure voor jongeren. Deze brochure is van:

Vzw apart Functieomschrijving Contextbegeleid(st)er

Op-Stap Een oriëntatie- en activeringsmodule voor personen met een psychische kwetsbaarheid

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

NASCHOLINGSCENTRUM MAATSCHAPPELIJK WERK TEAMNASCHOLING MULTI PROBLEEMGEZINNEN

UIT&THUIS. Samen werken aan jouw toekomst. Introductiefolder voor jongeren, ouders en verwijzers

Vacature coördinator Rungproject

1 24 uurshulp 24 uurshulp _Cardea.indd 1 Cardea_A5 brochure_24 uurshulp_148x210.indd :38: :37:21

Aalst CKG. Lierde. Zottegem BEGELEIDING AAN HUIS OUDERTRAINING IN GROEP AMBULANTE OPVANG RESIDENTIËLE OPVANG

In deze brochure beschrijven we wat video-hometraining inhoudt en welke gezinnen hiervoor in aanmerking komen.

TIME OUT PROJECTEN KORTE TIME OUT VZW ELEGAST

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

tractor 30 maart 2011 ACT Assertive Community Treatment

Gezinsvriendelijk werken in het Revalidatiecentrum voor kinderen en jongeren Pulderbos

TIME OUT PROJECTEN. Samen. Aan Toekomst. Werken VZW ELEGAST

Vrijwilligersverenigingen

Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) De Hummeltjes

Dialoogdag op 21 april 2015

Voor jongeren en jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking

CONTEXTBEGELEIDER (75%)

1. Pedagogisch project - visie

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen)

VISIETEKST: Autiwerking OV1, OV2 en OV3 IBSO De Horizon

Begeleiding in de thuissituatie

Jaartraining System dynamics

RECHT OP MENSWAARDIGE BEHANDELING AVE REGINA VZW

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1

PERS MAP. Jongerenwelzijn

Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding. Onthaalbrochure voor ouders

(naschoolse) Dagbehandeling (0 12 jaar)

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU /11/2012

Jongerenhulpverlening

Opvoedingsondersteuning voor ouders van kinderen met autisme Begeleiding voor kinderen en jongeren met autisme.

Complexiteit Intensiteit Bandbreedte Licht Midden Zwaar Intensiteit I 0-1,5 uur

Het aanbod van de gemeenschapsinstellingen. In het kader van het decreet jeugddelinquentierecht

VRIJETIJDSTRAJECTBEGELEIDING

Beoordeeld: Goedgekeurd: 19/12/03 Geldig vanaf: 19/12/03

Gerechtelijke jeugdhulp, ervaringen en vragen van ouders. oudergroep Gent maart 2007

Zelfstandig leven voor mensen met NAH én psychiatrische problematiek

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

MEE op Weg. IJsseloevers

Gedragstherapeutische Behandelgroep (GTB)

GBJ De Markt C.A.P. JRB. Everberg via JRB. Instroom. M1 Onthaal en crisis. Kortdurende Oriëntatie / Observatie. Begeleiding (+) Begeleiding

Inzoom op Outreaching

Teamcoördinator ALERT-team

Behandeling in de algemene kinder- en jeugdpsychiatrie. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

Dit is een verhaal in woord en beeld om uit te leggen hoe de Pas met jou en jouw gezin wil samenwerken

INFOBROCHURE context

Nieuw aanbod jongerenprogramma De Sleutel

Productcatalogus 2015

Voorstel maatregelen jeugdrechtbank EMK (n.a.v. bespreking met jeugdrechters op 16 en 19 april 2013)

INHOUDSOPGAVE MAATSCHAPPELIJKE HULPVERLENING VOOR GEZINNEN, JONGEREN EN VOLWASSENEN

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Hoe bereidt BuSO OV2 voor op tewerkstelling?

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

en vast dagritme, een rustige omgeving, nuttige werkzaamheden en gezelligheid samen.

Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van B

samen huishoudelijk reglement

- 1 - Mol, 7 februari 2012

v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Respect en open communicatie zijn voor ons belangrijke bouwstenen.

Transcriptie:

BEGELEIDINGSTEHUIS PIETER SIMENON LOMMEL Bijzondere Jeugdbijstand Vlaamse Gemeenschap Centrum voor Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning Basiskader CANO een initiatief van VZW Jongerenwerking Pieter Simenon december 2002 Martinus van Gurplaan 45 tel. 011/54.46.08 (Werkplaatsen) 3920 Lommel FAX algemeen 011/55.33.01 E-MAIL pietersimenon@pandora.be P.C.R. algemeen 000-0102508-76 Fortis algemeen 011-2501050-62

Lijst van afkortingen - BORG: Beleidsoverleg Residentiële Groep - CAD: Centrum voor Alcohol en Drugsverslaafden - CANO: Centrum voor Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning - CGG: Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg - DTB: Dienst Tijdsbesteding - EHBO: Eerste Hulp Bij Ongevallen - GKRB: Gestructureerde Kortdurende Residentiële Begeleiding(en) - TCK: Trainingscentrum Kamerwonen - VDAB: Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling - VTO: Vorming, Training en Opleiding - VZW: Vereniging Zonder Winstoogmerk 2

Inhoudsopgave 1. Algemeen 4 1.1. Inleiding 1.2. Doelstelling 1.3. Kernfuncties 1.4. Methodische principes 1.5. Een geïntegreerd model 1.6. Organisatorische aspecten 2. Leergroep 8 2.1. Doelstelling 2.2. Functies 2.3. Concreet 3. Dienst Tijdsbesteding (DTB) 10 3.1. Doelstelling 3.2. Functies 3.3. Concreet 3.4. Methodische ondersteuning Werkatelier 4. Project Ervaringsleren/Leer-Werkcentrum La Gileppe 12 4.1. Doelstelling 4.2. Concreet 5. Contextbegeleiding 13 5.1. Doelstelling 5.2. Functies 5.3. Concreet 6. Methodische coördinatie 14 6.1. Doelstelling 6.2. Concreet Literatuurlijst 16 3

1. Algemeen 1.1. Inleiding Het begeleidingstehuis van vzw Jongerenwerking Pieter Simenon richt zich tot adolescente jongens die een steeds verdergaand moeilijk gedrag stellen en moeilijker plaatsbaar zijn. Doch, moeilijk gedrag zien wij niet als een op zichzelf staand gegeven. Ernstige spanningen binnen de gezinsrelaties, schoolmoeheid, agressie, druggebruik en delicten zijn hiervan mogelijke uitingsvormen. De leefomgevingen van de jongeren zijn vaak erg verbrokkeld, er zijn veel breuken aanwezig 1. Toch blijven personen uit de directe leefomgeving belangrijk in hun leven. Mensen worden bepaald door hun verbindingen met het geheel waarin ze bestaan. 2 Het is daarom bijzonder belangrijk om deze directe leefomgeving op een indringende wijze aan te spreken en te betrekken. Enerzijds vertrekken we vanuit de (hulp)vraag die de jongere en zijn leefomgeving stellen en willen wij een doorgedreven ondersteuning bieden aan de leefomgeving, anderzijds doen wij een sterk appèl op deze leefomgeving. Dit betekent een doorgedreven samenwerking, een teamvorming tussen de jongere, de leefomgeving, de voorziening en verwijzende instantie. Dit willen wij realiseren door een actieve (intensieve) netwerkontwikkeling en omgevingsondersteuning, waar de continuïteit 3 van de begeleiding gegarandeerd wordt, d.m.v. een aanpassing van de residentiële methodieken naar een Centrum voor Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning (CANO). 1.2. Doelstelling De gebroken samenhang tussen de jongere en zijn leefomgeving herstellen om zodoende opnieuw zin en perspectief te geven aan het leven van de jongere binnen de waarden en normen van onze samenleving. Het herstellen of ontwikkelen van de band met: zichzelf de anderen voorwerpen materialen de groep, samenleving, cultu(u)r(en) levensgeheel, natuur(lijke) kringloop *Het vijf-cirkel-model 4 waarin de vijf omgevingsdimensies worden uitgelijnd om de verbondenheid met de omgeving concreter voor te stellen. 1 Leefomgeving zien wij in de brede zin van het woord: kerngezin, ruimere familie, vrijetijdscultuur, vrienden, school/werk, en hulpverleners. Iedereen die op één of andere manier zin geeft aan het leven van de jongere 2 A. DEPUYDT, J. DEKLERCK, G. DEBOUTTE (red.), 'Verbondenheid'als antwoord op de-link-wentie'?, Acco, Leuven/Leusden, 2001, blz. 87 3 Met continuïteit bedoelen wij het nastreven van een behoudsengagement, de jongere niet laten vallen bij het minste wat er misloopt 4 A. DEPUYDT, J. DEKLERCK, G. DEBOUTTE (red.), 'Verbondenheid'als antwoord op de-link-wentie'?, Acco, Leuven/Leusden, 2001, blz. 91 4

1.3. Kernfuncties De bovenstaande doelstelling proberen wij te realiseren door de jongere niet uit zijn leefomgeving te houden, maar juist zoveel als mogelijk te begeleiden binnen die leefomgeving. 'De strijd aangaan op het thuisfront en in de directe omgeving van de jongere.' 5 De breuken binnen de leefomgeving herstellen. Wij stellen geloof in de mogelijkheden van de jongeren en hun ouders of opvoedingsverantwoordelijken en andere steunfiguren, gekoppeld aan een duidelijk engagement van hen om dit samen te realiseren. Focus van de hulpverlening is niet de residentiële leefgroep, wel de individuele jongere binnen zijn leefomgeving. Deze opdracht houdt een aantal functies in. Aan de ene kant zijn dit functies die we in eigen beheer ontwikkelen, aan de andere kant zijn dit functies die we samen met andere diensten realiseren (zie ook bijgevoegd schema). Basisfuncties die wij in eigen beheer ontwikkelen: 1) Het zeer intensief werken met de leefomgeving of contextbegeleiding (zie deel 5). De leefomgeving omvat 5 dimensies, zoals boven omschreven in het vijf-cirkel-model: - zichzelf - de anderen: vb. gezin, familie, vrienden, andere steunfiguren - voorwerpen en materialen - de groep, samenleving, cultu(u)r(en): school, werk, vrije tijd, hulpverlening - levensgeheel, natuur(lijke) kringloop: bvb. levensbeschouwing, etniciteit, zingeving 2) Het ontwikkelen van een dagprogrammatie (zie deel 3); ervaringsgerichte dagprogramma s, die een directe aansluiting geven op de leefomgeving van de jongeren en waarbij de pedagogisch relevante personen essentieel betrokken worden. Het gaat hier om geïndividualiseerde programma s in functie van een gestructureerde tijdsbesteding. 3) Het bieden van een tijdelijk residentieel verblijf (nadat alle hulpbronnen in de leefomgeving aangesproken zijn) in de leergroep (zie deel 2) met als functies: - ondersteuning - depannage - beveiliging - structurering of sanctionering - uitzonderlijke context- of leefomgevingsvervangende functie Samenwerkingsverbanden met andere voorzieningen of diensten: 1) Prioritaire en noodzakelijke samenwerkingsverbanden met: - centra voor deeltijdse vorming of centra voor deeltijds leren - psychiatrische voorzieningen en diensten - drugpreventie en -hulpverlening - gemeenschapsinstellingen - diensten voor alternatieve afhandeling van delicten -. 2) Daarnaast zijn er belangrijke samenwerkingsverbanden met de gemeente, vrijetijds- en sociale organisaties: vb. VDAB, CGG, CAD, OCMW, politie,. 5 De Standaard 26/01/2002, Een alternatief voor de plaatsing van delinquente jongeren; opsluiten lost niets op 5

1.4. Methodische principes Onze begeleidingen zijn gebaseerd op een aantal belangrijke pijlers. We vertrekken niet vanuit één bepaald theoretisch kader, maar werken eerder eclectisch vanuit verscheidene theorieën, vnl.: maatschappelijke kwetsbaarheid, ervaringsleren en de cliëntgerichte begeleidingsrelatie. Bepaalde bevolkingsgroepen riskeren actief gekwetst te worden door de georganiseerde maatschappij. In de kern gaat het om een cumulatie van negatieve ervaringen in contacten met maatschappelijke instellingen die leiden tot een ongunstig maatschappelijk perspectief. 'Het probleem hoeft dus niet per se bij de jongere te liggen, maar kan ook gesitueerd zijn aan de zijde van het maatschappelijk bindingsaanbod.' 6 Deze theorie verwerpt niet dat er ook individuele kenmerken en andere oorzaken aan de basis liggen van de problemen. Het mechanisme van maatschappelijke kwetsbaarheid maakt dat deze problemen worden geaccentueerd, en dat het proces van netwerkontbinding wordt bevorderd. Wij vertrouwen op het vermogen van elke jongere om zich tot een zelfstandig persoon te ontwikkelen die in een positieve relatie staat tot de omgeving waarin hij leeft. In die zin is het realiseren van een functionele vertrouwensrelatie tussen jongere, leefomgeving en begeleid(st)er belangrijk om juist deze maatschappelijke kwetsbaarheid te ondervangen. Dit kunnen we enkel realiseren vanuit een emancipatorische basishouding en een sterke participatie van de jongere en zijn leefomgeving. De begeleidingsrelatie is gebaseerd op wederzijds respect, waarin wordt gestreefd naar een verhoogde motivatie van de jongere om verantwoordelijkheid op te nemen en perspectief te brengen in hun leven. Hiervoor moet de begeleiding af en toe risico s durven nemen. 'Het creëren van een specifieke situatie, die de jongeren in staat stelt concrete ervaringen op te doen op grond waarvan zij gemotiveerd worden opnieuw te leren. Het leren vindt zijn oorsprong in een zich ontwikkelend toekomstperspectief.' 7 Een sfeer waarin de mogelijkheid geschapen wordt de jongere zichzelf te laten zijn en zichzelf te ontwikkelen. Het opdoen van concrete ervaringen, en inzien dat ze meer kunnen dan ze hadden gedacht, geeft positieve ervaringen. En dit maakt dat ze los komen van de neerwaartse spiraal van frustraties en falen. Het versterkt hun zelfvertrouwen waardoor ze open staan voor nieuwe leersituaties en durven denken aan een toekomst. De jongere krijgt de kans ervaringsgericht te leren, gericht op succeservaringen met ingebouwde faalkansen. We proberen eerder te werken in het hier en nu concreet en pragmatisch, op maat van de jongere, met experimenteerruimte noodzakelijk voor adolescente jongeren, gekoppeld aan vrijheid en verantwoordelijkheid. Deze werkwijze vraagt een permanente evaluatie en bijsturing van de begeleidingsplanning. Het is niet zo dat we ons enkel op bovenstaande theorieën baseren. Verschillende deelfacetten van onze werking zijn gebaseerd op verscheidene theoretische denkkaders. Onze benadering van de leefomgeving kan steeds versterkt worden door verscheidene theoretische visies o.a. de contextuele, systeemgerichte benadering. 1.5. Een geïntegreerd model 'De leefomgevingen en de jongeren waarmee wij werken, zijn meestal erg verbrokkeld. Er zijn veel breuken aanwezig, de relevante pedagogische personen zijn dikwijls vervreemd van de jongeren voor wie ze toch verantwoordelijk blijven, ze zijn niet langer gemotiveerd om nog iets voor hen te doen, veelal is er sprake van gebroken gezinnen. Toch merken we dat 6 P. GORIS, L. WALGRAVE, Van kattekwaad en erger: actuele thema's uit de jeugdcriminologie, Garant, Leuven-Apeldoorn, 2002, blz. 46 7 Project Ervaringsleren: rapportage onderzoek methodiek ervaringsleren, Hogeschool Limburg en IRIS Hogeschool Brussel, 2000 6

ondanks alle problemen en breuken in deze leefomgeving, (stief)vader en/of (stief)moeder, broers en zussen voor hen belangrijke personen in hun leven blijven. Daarom is het bijzonder belangrijk dat er met al onze mogelijkheden gezocht wordt om deze directe leefomgeving op een indringende wijze aan te spreken en ze te betrekken bij het ontwikkelen van een programma en bij de opvoeding van de jongere in het algemeen.' 8 We richten ons hierbij niet alleen op de kernfamilie, maar ook ruimer op elke persoon die een steunfiguur voor deze jongere kan zijn, ook al zien wij dit niet altijd direct als steun. Vandaar dat een CANO niet alleen meer kan gerealiseerd worden door een residentieel concept, maar wel een geïntegreerd model, waarin de leefomgeving, de dagbegeleiding, en de residentiële begeleiding onlosmakelijk verbonden zijn. Het gaat over een zeer intensief hulpaanbod waarbij het uitgangspunt en streefdoel een verblijf in de eigen leefomgeving inhoudt, omdat de jongere als een essentieel onderdeel van zijn eigen leefomgeving wordt gezien. Blijven de belangen van de leefomgeving strijdig met de belangen van de leefomgeving, dan zetten we ons ondubbelzinnig in voor de belangen en rechten van de jongere overeenkomstig het kinderrechtenverdrag. 1.6. Organisatorische aspecten Opnamebeleid Deze nieuwe organisatievisie komt reeds tot uiting in de opnameprocedure. Een opname wordt meer gepland dan voorheen, omdat er nu startdagen doorgaan, en dit vergt een goede inplanning voor de begeleid(st)ers. We gaan ons minder exclusief wijden aan informatie betreffende de jongere, en meer richten op informatie aangaande de leefomgeving. Naast de verwijzingsvraag vertrekken we vanuit de (hulp)vraag die door de bredere leefomgeving en de jongere wordt gesteld. Reeds in de opnameprocedure proberen wij een idee te krijgen omtrent de mogelijkheden van een actieve netwerkontwikkeling en omgevingsondersteuning. In het opnamebeleid wordt ook sterk rekening gehouden met de GKRB-overeenkomst 9 waardoor we ons er toe verbinden de uitstroom van jongeren uit Gemeenschapsinstellingen te bevorderen. Startdagen We starten met een wederzijdse kennismaking, waarin wij zicht willen krijgen op de jongere en zijn leefomgeving, en zij zicht krijgen op de werkwijze van de voorziening. Hierin willen wij ruimte geven aan de kijk en het verhaal van elke betrokken partij om bij te dragen aan een zorgvuldig beeld van de situatie. Daarnaast dringen wij niet verder in het privé-leven van de betrokkenen dan nodig is voor deze zorgvuldige beeldvorming. Het uiteindelijk doel is het analyseren van de (hulp)vraag in gezamenlijk overleg met de begeleider(s) en de verschillende ondersteuningsfuncties, om zo te komen tot een eerste basis voor het handelingsplan op maat van de jongere en zijn leefomgeving. Dit willen we realiseren met een zo groot mogelijke participatie van de jongere en zijn leefomgeving. Op het einde van de startdagen wordt er in samenspraak met de betrokken begeleider(s), de coördinatie van school en werk en de methodische ondersteuning een begeleidingstraject uitgetekend. Hoe ons begeleidingstraject er ook mag uitzien, wij richten ons steeds op de leefomgeving omdat dit een essentieel onderdeel is van de jongere zelf. 8 R. GERITS, De Centra voor Actieve Netwerk- en Omgevingsondersteuning: een voorlopige stand van zaken in vzw Jongerenwerking Pieter Simenon, stage 2001-2002, KULeuven 9 GKRB staat voor Gestructureerde Kortdurende Residentiële Begeleiding en is een project-overeenkomst afgesloten met de Vlaamse Gemeenschap 7

Begeleidingen Elke opgenomen jongere heeft steeds twee begeleiders die hem van dichtbij opvolgen: een aandachtsbegeleid(st)er en een contextbegeleid(st)er. Elke jongere heeft een contextbegeleid(st)er die de eindverantwoordelijkheid heeft voor de integrale begeleiding. Daarnaast heeft elke jongere een aandachtsbegeleid(st)er van de leergroep die aan hem is toegewezen en, in sterke samenwerking met de andere leergroepbegeleiders, het residentiële luik van het traject opvolgt. Samen realiseren de twee begeleiders de startdagen, en werken zij in nauwe communicatie en in afstemming met de methodische coördinatie aan de verdere begeleiding. De jongeren die in hun leefomgeving verblijven, hebben ook een interne aandachtsbegeleid(st)er. Deze blijft op de hoogte via de computer en neemt de residentiële begeleiding voor zijn/haar rekening als de jongere, wegens omstandigheden, in de leergroep terecht komt. Als deze jongeren snel in een extern traject starten, neemt de contextbegeleid(st)er de startdagen in handen. Binnen onze werking worden school, opleiding en tijdsbesteding gecoördineerd vanuit het werkatelier. Zij ondersteunen de begeleiding in deze aspecten om zo in samenspraak met de betrokkenen gestructureerde dagprogramma's te realiseren. 2. De leergroep We spreken over een leergroep i.p.v. een leefgroep; het verblijf is gericht op ervaringsleren en het opdoen van vaardigheden, en niet op een verblijf op zich. Een residentieel verblijf binnen de voorziening komt steeds op de tweede plaats. Onze nieuwe leergroep blijft werken met het bestaande fasesysteem gericht naar zelfstandigheid, op basis van het TCK-concept 10. De leergroep blijft een onderdeel van het totaalprogramma, ingebed in een sfeer van continuïteit van hulpverlenen. Bij crisissen in de thuissituatie of ruimere leefomgeving blijft een residentiële terugkoppeling steeds mogelijk. 2.1. Doelstelling 11 De leergroep is voornamelijk een springplank naar (her)opbouw van het netwerk om zo terug in de eigen leefomgeving te kunnen verblijven (alleen wonen of thuis wonen). De leergroep focust zich voornamelijk op de jongere zelf om dit te bereiken. De groep wordt hiervoor gebruikt als middel en niet als doel op zich. 2.2. Functies Ons uitgangspunt is vanuit een gestructureerde dagelijkse routine de jongere ervaringen meegeven, hen zelf dingen laten ontdekken en hierin succeservaringen opdoen en faalkansen bieden; gericht op sociale vaardigheden, zelfstandigheidstraining, school-, opleidings -en werkervaringen. Zodoende heeft de leergroep een dubbele functie. Enerzijds wordt de jongere steeds begeleid op vlak van sociale en praktische vaardigheden, zelfstandigheid, individuele 10 TCK staat voor trainingscentrum kamerwonen en maakt gebruik van volgende uitgangsprincipes: een kleinschalige genormaliseerde woonsituatie, een geïndividualiseerd begeleidingsaanbod en methodieken die gericht zijn op zelfstandigheidstraining en perspectiefontwikkeling. 11 We vertrekken vanuit de algemene doelstelling zoals weergegeven in het basiskader. De doelstelling van de leergroep is een tussendoel in het ruimer kader van het proces of traject welke een jongere doorloopt. 8

aandachtspunten, om zo de kansen op reïntegratie in de eigen leefomgeving of de ontwikkeling van een toekomstige leefomgeving te verhogen. Anderzijds biedt de leergroep een tijdelijk verblijf (nadat alle hulpbronnen in de leefomgeving aangesproken zijn) met als mogelijke functies: a) Ondersteuning: wanneer de draagkracht van de leefomgeving eerst verhoogd dient te worden, kan het zijn dat we eerst starten met een verblijf in de leergroep. b) Depannage: als het even niet meer lukt, en er nood is aan een rustmoment om alles eens op een rijtje te zetten, is tijdelijke crisisopvang binnen de leergroep mogelijk. c) Beveiliging: als het gedrag van de jongere of de onderlinge relaties in de leefomgeving het niet toelaten de jongere in zijn leefomgeving te laten verblijven, kan er ook tijdelijk worden voorzien in crisisopvang binnen de leergroep. d) Structurering of sanctionering: de nood aan houvast en het moeilijk kunnen realiseren hiervan in de leefomgeving kan een tijdelijk verblijf in onze leergroep noodzakelijk maken. Daarnaast kan een duidelijke grensbepaling nodig zijn als antwoord op bepaald gedrag. e) Uitzonderlijke context- of leefomgevingsvervangende functie: zeer uitzonderlijk is er geen sprake van een bestaande leefomgeving en is verblijf in onze leergroep nodig in functie van een zich ontwikkelend netwerk. Binnen de interne werking behouden we de sterke punten: een fasesysteem in functie van zelfstandigheidstraining (kamertrainingsinfrastructuur), ervaringsleren, beperkte maatschappelijk relevante regels, continuïteit in de begeleidingsrelatie, 2.3. Concreet Termijnen Het intern verblijf wordt best zo kort mogelijk gehouden met duidelijke afspraken op vlak van perspectief en termijn. Het is niet de bedoeling zich te settelen. Het moet eerder gezien worden als één van de stappen in een begeleidingstraject. Takenpakket De hoofdfunctie van de leergroepbegeleid(st)ers is de permanentie verzekeren en het begeleiden van het residentieel verblijf van de jongeren. De groep jongeren is het gezamenlijk belang van de gehele begeleidersgroep. Naast groepshantering zijn er nog verschillende deelfuncties verdeeld per begeleid(st)er: een aandachtsgast met alle bijkomende taken, orde en netheid, materiële aspecten, activiteiten en groepsgesprekken, vergaderingen (team, borg, beleid, ) en overleg, EHBO, teamvoorzitterschap, dienstrol, bereikbaarheid en permanentie, verslaggeving (Ter Inzage, Handelingsplan, evolutienota's, ),vorming (gasten en zichzelf),. Crisissen Indien een jongere die extern verblijft, wordt teruggekoppeld naar de leergroep worden er afspraken gemaakt met de contextbegeleid(st)er, de intern aanwezige begeleid(st)er en de methodische coördinatie over het intern verblijf. De eerste dag van zijn intern verblijf heeft de jongere een gesprek met de methodische coördinatie over de situatie. De begeleid(st)ers van de leergroep krijgen de informatie van de betrokken jongere door van de contextbegeleid(st)er en/of methodische coördinatie. 9

3. Dienst Tijdsbesteding (DTB) Voor elke jongere die wij begeleiden, is een gestructureerde daginvulling tijdens de weekdagen een belangrijk werkpunt. Voor iemand die opgenomen wordt in de residentiële setting geldt de regel dat hij minstens 4,5 dagen per week een zinvolle dagbesteding heeft. Afhankelijk van zijn leeftijd (al dan niet leerplichtig) en de keuzes die hij maakt, kan deze daginvulling er als volgt uitzien: voor leerplichtigen: -voltijds onderwijs -(vervangend)deeltijds onderwijs + deeltijds werk, brugproject of vrijwilligerswerk -leercontract voor jongens die niet langer leerplichtig zijn: voltijds werk Voor hun daginvulling worden de jongeren geholpen door enerzijds de schoolbegeleid(st)er en anderzijds de mensen van het werkbegeleidingsproject Werkatelier. Dit aanbod is er in principe voor elke jongere: residentieel verblijvend of verblijvend binnen het netwerk of extern (deel)traject. 3.1. Doelstelling Met het mee zoeken en begeleiden van een zinvolle daginvulling, beogen wij volgende doelen: - we trachten nieuwe uitsluitingen in de school te voorkomen - we zoeken naar een voor de jongere zinvolle en haalbare manier om te voldoen aan de leerplicht en gebruik te maken van zijn leerrecht tot 18 jaar - we bieden structuur op vlak van tijdsbesteding - we bieden de jongere zelfinzicht op vlak van werk- en sociale vaardigheden - we geven de jongere de kans zich te oefenen in werk- en sociale vaardigheden teneinde zich te integreren in een arbeidsmilieu - door werk verwerven jongeren een inkomen waardoor zij zich financieel leren te handhaven in de maatschappij - we werken mee aan zijn perspectief 3.2. Functie De schoolbegeleiding is een specifieke functie met volgende verantwoordelijkheden: a) samen met de jongere zoeken naar een opleiding die aansluit bij zijn mogelijkheden en perspectief b) opvolging van het schoolverloop c) centraal aanspreekpunt voor de scholen d) bemiddelen bij conflicten e) integreren van de schoolbegeleiding binnen de totaalbegeleiding van de jongere (in samenwerking met de individuele begeleiders) 10

Het Werkatelier biedt een aanbod op volgende vlakken: a) werkbegeleiding: -interne observatie en individuele training op vlak van technische, werk- en sociale vaardigheden, waarbij de jongere getraind wordt door ervaren technisch/pedagogische begeleiders -extern zoeken we mee naar werkgevers (in de breedst mogelijke zin van het woord) en bieden ondersteuning zowel aan de werkgever als aan de jongere -de mogelijkheid om een (beperkt) loon te verdienen als de jongeren instapt in het brugproject van het Werkatelier b) uitwerken en opvolgen van alternatieve leerprogramma s voor jongeren die niet meer ingeschakeld kunnen worden in het reguliere onderwijs c) uitwerken en opvolgen van time-outmogelijkheden voor jongeren die tijdelijk verwijderd worden uit hun verblijf (zowel voor intern als extern verblijvende jongeren) d) uitwerken en opvolgen van externe ervaringsprojecten binnen het begeleidingstraject van de jongere 3.3. Concreet methodiek Door een intensieve schoolbegeleiding wilden we enerzijds nieuwe uitsluitingen voorkomen, maar ook ondersteuning bieden aan de scholen om de draaglast voor de school te verminderen en de kans op een blijvende samenwerking te vergroten. We willen ook opkomen voor het recht van de jongere op vorming waardoor hun kansen op zelfontplooiing en integratie op de arbeidsmarkt reëel verhoogd kunnen worden. Vanuit de schoolbegeleiding stellen wij ons op als partner van de school waarbij we volgende accenten leggen: - school of opleiding integreren in de totaalbegeleiding van de jongere - noodzaak van een aanklampende begeleiding - appèl op de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de jongere In het Werkatelier ligt de nadruk vanzelfsprekend op het 'doen'. We trachten de individuele groei van de jongere te bevorderen door vaardigheden en zelfinzicht te verhogen. Doel, inhoud en duur van de samenwerking zijn per jongere verschillend, afhankelijk van perspectieven, voorkennis, capaciteiten en beperkingen. Elk werktraject wordt opgebouwd rond de interesses en ervaren knelpunten van de jongere en verloopt volgens zijn ritme. Kans op groeien en faalkansen worden ingebouwd door een modulair systeem. termijnen De termijn van samenwerking is volledig afhankelijk van het hulpverleningstraject dat in Pieter Simenon uitgetekend wordt met elke jongere. Om de motivatie van de jongere staande te houden, wordt er individueel op maat gewerkt. takenpakket Schoolbegeleiding - begeleiden en coördineren van de school- en opleidingssituaties van alle jongeren in nauwe samenwerking met de individuele begeleiders en vertrekkend vanuit een globaal begeleidingsplan 11

- betrokkenheid in interne en externe samenwerkingsverbanden Werkbegeleiding Het Werkatelier staat naast het intern en extern begeleiden van de jongens i.f.v. tijdsbesteding ook voor de verantwoordelijkheden die een afzonderlijk project en locatie met zich meebrengen: enerzijds het beheer van de aan ons toevertrouwde gebouwen en materialen, en anderzijds het opvolgen van administratie, boekhouding, erkenning, subsidiëring, en interne en externe vergaderingen (Werkatelierteam, borg, beleid, ). Door de erkenningen als project van de afdeling Bijzondere Jeugdbijstand en als brugproject van de Dienst Beroepsopleidingen, Departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, past het Werkatelier in grotere gehelen. Dit houdt in dat er permanent dient geijverd te worden om deze erkenningen te continuëren. begeleidingen Elke jongere heeft recht op volgende ondersteuning: - schoolbegeleiding: hulp bij het zoeken naar een geschikte vorm van onderwijs en ondersteuning - interne werkbegeleiding: technisch/pedagogische begeleiding in het Werkatelier - externe werkbegeleiding: hulp bij het zoeken van een geschikte vorm van werk en ondersteuning 3.4. Methodische ondersteuning Werkatelier De methodische ondersteuning van het team dat instaat voor de daginvulling gebeurt door de coördinator van het Werkatelier, in afstemming met de methodische coördinatie vanuit Pieter Simenon. De coördinator vertrekt vanuit de informatiedoorstroming in de verschillende teams (Pieter Simenon en Werkatelier) en waakt mee over de rode draad in elk traject van een jongen (vooral over het luik gestructureerde daginvulling). Doel is ondersteuning, ter versterking van de begeleid(st)ers en begeleidingen van de jongeren. 4. Project Ervaringsleren/Leer-Werkcentrum La Gileppe Het Project Ervaringsleren/Leer-Werkcentrum is een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse stichting Xonar (Maastricht), Orthopedagogisch centrum De Wissel (Leuven), Centrum Neerhof-vzw Cirkant (Turnhout) en Jongerenwerking Pieter Simenon (Lommel). Dit project wordt gerealiseerd op de camping La Gileppe te Jalhay nabij de Hoge Venen in de Ardennen. Een aantal van onze jongeren kan terecht in dit project waar residentieel verblijf (zoals in de leergroep) gekoppeld wordt aan een ervaringsgericht dagprogramma (tijdsbesteding en opleiding) en aan een intensieve voorbereiding van het verdere traject dat hier op kan volgen (vb. begeleid zelfstandig wonen, terug thuis gaan wonen). De gemiddelde duur van het project ligt op dit moment op drie maanden. De methodiek leunt o.a. op elementen uit het ervaringsleren, de authentieke werkrelatie tussen begeleiding en gasten, de intensiteit van de interacties, de compacte afbakening van uitdaging en tijd, een 'klikpunt'gericht op morgen. 12

4.1. Doelstelling Het project wil de negatieve spiraal, waar deze adolescenten vaak zijn in terechtgekomen, doen keren. Het programma doet vooral appèl op de nog aanwezige positieve krachten bij jongeren in een poging het opgebouwde negatieve zelfbeeld te kantelen in een minimale opbouw van hernieuwd zelfvertrouwen. 4.2. Concreet Opleidingstrajecten Ervaringsproject Het opleidingsaanbod is een cruciaal onderdeel van het Leer-Werkcentrum. Bedoeling is laagdrempelige, basale en vooral heel praktische modules aan te bieden, waarbij jongeren vrijwel onmiddellijk succeservaringen kunnen scoren. Ecologisch natuuronderhoud: Op en rond de camping zijn ruime mogelijkheden om projectdeelnemers in te zetten t.b.v. ecologisch landschapsonderhoud. Horeca: De camping heeft een keuken en een restaurant die de mogelijkheid bieden om eenvoudige horecavaardigheden te leren. Buitensport: La Gileppe heeft een groepsaccomodatie waar groepen kunnen verblijven die op aanvraag een buitensportprogramma wordt aangeboden. De projectjongeren verrichten hierbij ondersteunende werkzaamheden (het uitzetten van tochten, het (mee-)begeleiden van groepen, het aanleren van organisatorische vaardigheden, ). Tegelijkertijd worden deze ervaringsactiviteiten ook ingezet voor de persoonlijkheidsvorming van de jongere zelf. Begeleidingen De jongeren die vanuit Pieter Simenon dit project volgen, worden uiteraard in het project zelf opgevolgd door een begeleid(st)er van het project zelf. Daarnaast is er steeds een contextbegeleid(st)er aangesteld vanuit onze voorziening (zoals beschreven in punt 5) die de jongere opvolgt en de link legt naar de leefomgeving. Het zijn ook de contextbegeleid(st)ers die het vervolgtraject na dit project realiseren. Het geheel wordt gecoördineerd door de methodische ondersteuning (zie punt 6). 5. Contextbegeleiding Contextbegeleiding vormt een totaalprogramma, een geïntegreerde aanpak waarin het aandeel van de leefomgeving niet vrijblijvend kan zijn. De ouders of ruimere leefomgeving zijn de ervaringsdeskundige wat de jongere betreft, en in die zin zijn zij de eerste verantwoordelijken in het veranderingsproces dat gezamenlijk wordt gestart. Zijn er problemen in het dagelijks samenleven van de jongere en zijn leefomgeving, dan worden deze samen met de contextbegeleider besproken en wordt er gezocht naar een oplossing. 13

5.1. Doelstelling 12 Contextbegeleiding heeft tot doel de communicatie in en met de leefomgeving van de jongere op gang te brengen en de band in deze leefomgeving te herstellen. En daarnaast het verhogen van de competenties van de verschillende actoren en verstevigen van het netwerk. Dit doen we door teamvorming met de ouders en/of andere steunfiguren. Zij leren ons hoe de jongere en hun context in elkaar zit, en wij verhogen hun competenties in relatie tot elkaar. Het einddoel is streven naar reïntegratie en verbondenheid. Hiervoor richten we ons op vijf dimensies: zichzelf; de anderen; voorwerpen en materialen; de groep, samenleving en cultu(u)r(en); levensgeheel, natuur(lijke) kringloop. 5.2. Functies Het begeleidingsaanbod van de contextbegeleidingen is er voor elke jongere, waar deze zich ook bevindt in zijn traject: in de leergroep, project ervaringsleren, begeleid zelfstandig wonen, een begeleiding in de leefomgeving (bij familie, steunfiguren, ), woon-en werksituaties (in samenspraak met het Werkatelier). 5.3. Concreet Takenpakket De hoofdfunctie van een contextbegeleid(st)er is de integrale begeleiding van de jongere in zijn traject. Een jongere die extern verblijft, wordt begeleid door een contextbegeleider die minimaal twee keer per week contact neemt met de jongere. Daarnaast neemt deze begeleid(st)er een deel praktische taken op: zakgeld, bestaansminimum, mutualiteit,. De praktische taken worden mee ondersteund vanuit de administratie. In het breder kader van een contextbegeleiding kunnen ook linken worden gelegd met andere diensten of voorzieningen voor bijkomende ondersteuning (vb. VDAB, CAD, OCMW, ). Bijkomende taken (kunnen) zijn : vergaderingen (team, borg, beleid, ) en overleg, teamvoorzitterschap, bereikbaarheid en permanentie, verslaggeving (ter inzage 13, handelingsplan, evolutienota's, ),vorming (gasten en zichzelf),. Crisissen De ouders of andere steunfiguren die betrokken zijn bij de jongere kunnen ons steeds telefonisch bereiken. Indien er zich crisissen voordoen stellen wij voorop dat een begeleider binnen de 24u. in de situatie aanwezig kan zijn. Het uitgangspunt is zo snel mogelijk ingaan op de concrete hulpvraag. Aan de andere kant verwachten wij een groot engagement van de ouders en/of andere steunfiguren in de begeleiding. Zij zijn de ervaringsdeskundigen op vlak van de jongere. Indien er echter geen ander alternatief is in de leefomgeving, kan de jongere tijdelijk terecht in de leergroep. De contextbegeleid(st)er geeft in samenspraak met de methodische coördinatie de nodige informatie betreffende de jongere door aan de begeleid(st)ers van de leergroep en maakt samen afspraken rond het intern verblijf. 12 We vertrekken vanuit de algemene doelstelling zoals weergegeven in het basiskader. De doelstelling van de contextbegeleiding is een tussendoel in het ruimer kader van het proces of traject welke een jongere doorloopt. 13 Ter inzage is een geautomatiseerd databestand dat wordt gehanteerd binnen de voorziening 14

6. Methodische coördinatie 6.1. Doelstelling De methodische coördinatie staat in voor de kwaliteit van de zorg. Daarnaast bewaken zij de grondrechten 14 van de jongeren die worden begeleid. 6.2. Concreet De methodische coördinatie vertrekt vanuit de informatiedoorstroming in het teamoverleg, de dagelijkse rapportering in de computer (ter inzage) en contacten met begeleid(st)ers. Ze maken het teamverslag en coördineren het teamproces en de groepshantering voor de leergroep. We spreken niet meer over dagopvolging, maar over methodische coördinatie. Zij richten zich hoofdzakelijk op de inhoudelijke pedagogische of methodische aspecten van begeleidingen en houden zicht op het volledige begeleidingstraject (de rode draad). We vertrekken vanuit een zelfsturend team waardoor aanwezigheid bij de dienstoverdracht niet noodzakelijk is. Er is wel een zo goed mogelijke continue aanwezigheid voor de eventuele bespreking van inhoudelijke problemen. Begeleiders kunnen zich steeds tot de methodische coödinatie richten met inhoudelijke vragen en omgekeerd. De intern verblijvende jongens worden samen met de twee betrokken begeleid(st)ers en de methodische coördinatie minimaal maandelijks buiten het teamoverleg besproken in het kader van het af te leggen begeleidingstraject. En daarnaast wordt de samenwerking tussen de twee betrokken begeleiders opgevolgd en geoptimaliseerd. Het gaat steeds om inhoudelijke ondersteuning, de praktische aspecten worden door de begeleiders rechtstreeks opgenomen. Het goede verloop wordt opgevolgd. Het doel is ondersteuning ter versterking van de begeleid(st)ers en begeleidingen van de jongeren. Het is altijd een streven naar een versterking van de positie van de begeleid(st)ers en het ondersteunen in hun werk. Daarnaast hebben zij ook oog voor eventuele klachten of onvrede van de jongeren aangaande hun begeleidingen. Voor de extern verblijvende jongeren is het belangrijk zicht te hebben en te behouden op de begeleiding van de jongeren. Binnen het extern begeleiden is het belangrijk te streven naar een efficiënte organisatie (goede verdeling jongeren, werken met een planning/agenda, inzage in gepresteerde uren, bereikbaarheid, ). Dit wordt opgenomen met de methodische coördinatie. Het VTO-beleid wordt door de methodische coördinatie opgenomen en in samenspraak met de begeleiders gerealiseerd. De methodische coördinatie stelt het referentiekader op en coördineert de verslaggeving van de opgenomen jongeren. De begeleiders zelf houden de timing in het oog. Er wordt gelet op het discreet en zorgvuldig omgaan met alle informatie die we hierbij over de jongeren te weten komen. Daarnaast coördineren zij de contacten en informatiedoorstroming naar de verwijzende instanties en houden ze de jongeren hiervan op de hoogte. En zij leggen linken met andere diensten (vb. CAD, psychiatrie, ) voor een eventueel totaalprogramma op maat van elke jongere. 14 De grondrechten zoals deze zijn opgesteld in het verdrag inzake de rechten van het kind. 15

Literatuurlijst - DEPUYDT A., DEKLERCK J., DEBOUTTE G.(red.), 'Verbondenheid' als antwoord op de-link-wentie'?, Acco, Leuven/Leusden, 2001 - GERITS R., De Centra voor Actieve Netwerk- en Omgevingsondersteuning: een voorlopige stand van zaken in vzw Jongerenwerking Pieter Simenon, stage 2001-2002, KULeuven - GORIS P., WALGRAVE L., Van kattekwaad en erger: actuele thema's uit de jeugdcriminologie, Garant, Leuven-Apeldoorn, 2002 - KIVITS T., Psychotherapie in kaart gebracht, Utrecht, Het spectrum, 1991 -MERTENS M., VANDEBROEK E., Systeemgerichte methoden in de hulpverlening: Een initiatie in het omgaan met mensen en hun netwerken, Leuven-Apeldoorn, Garant, 1998. - VERHELLEN E., Verdrag inzake de rechten van het kind: achtergronden, motieven, strategieën en hoofdlijnen, Garant, Leuven/Apeldoorn, 1993 - VANDAMME W., VAN WELZENIS I., VANHUMBEECK V., LUYTEN H., EBRAERT G., MESSENS P., Centra voor Actieve Netwerk- en Omgevingsbegeleiding, Agora - WALGRAVE L., Confronterende jongeren, Universitaire Pers Leuven, 1996 - De Standaard 2002-01-26, Een alternatief voor de plaatsing van delinquente jongeren; opsluiten lost niets op - Hogeschool Limburg en IRIS Hogeschool Brussel, Project Ervaringsleren: rapportage onderzoek methodiek ervaringsleren, 2000 - Kern: centrum voor psychotherapie en relatievorming, Hulpverlening in perspectief, jubileumuitgave 25 Kern 16