7,5. Samenvatting door een scholier 1790 woorden 19 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

Vergelijkbare documenten
Boekverslag door C woorden 27 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. 1 - Communicatie, informatie en massacommunicatie

6,8. Samenvatting door een scholier 1375 woorden 26 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia H1-H11

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 10

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

8,6. Samenvatting door een scholier 2566 woorden 23 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Samenvatting hoofdstuk 1 t/m 4. Hoofdstuk 1.

7,7. Samenvatting door een scholier 8256 woorden 15 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. Samenvatting Massamedia. Hoofdstuk 1.

Begrippenlijst Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia (2) - H1 t/m H3

7,5. Samenvatting door een scholier 3125 woorden 15 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,8. Samenvatting door een scholier 1566 woorden 3 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

5,7. Samenvatting door D. 959 woorden 31 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

6,3. Wat is Communicatie?? Massacommunicatie. Vier functies. Samenvatting door een scholier 1286 woorden 1 april 2004.

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 1 t/m 3

7,8. - Cultuurkenmerken: o Kennis o Opvattingen o Sport o Symbolen o Feestdagen. Samenvatting door een scholier 2443 woorden 26 april 2002

6.4. Samenvatting door Een scholier 1781 woorden 11 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

5, soorten cultuur. 1.3 Verschillende subculturen. 1.5 Socialisatie en sociale controle

Cultuur: Datgene wat is aangeleerd, alle normen en waarden en andere kenmerken dat men als zelfsprekend beschouwd.

Communicatiestoornis: als er op de informatie die overgebracht wordt, niet correct gereageerd wordt.

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia (Essener)

Samenvatting Maatschappijleer Communicatie

Samenvatting door een scholier 1726 woorden 29 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

8,1. Samenvatting door een scholier 1179 woorden 31 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer blz Massamedia

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 1 t/m 8

Samenvatting door S woorden 9 mei keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

5.7. Werkstuk door een scholier 3127 woorden 11 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

- Er zijn veel soorten communicatie, denk maar eens aan een telefoongesprek, brief, quiz op tv en ook onze manier van kleden.

Samenvatting door een scholier 1773 woorden 15 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer.

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Communicatie en Media

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk Massamedia

Massamedia. Leertekst. Maatschappijkunde.nl

Eindexamen maatschappijleer havo 2007-I

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

6,5. Samenvatting door een scholier 1579 woorden 6 juli keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 2, MASSAMEDIA.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1: Massamedia

7,5. Paragraaf 1 Socialisatie en Cultuur. Samenvatting door een scholier 1147 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer MASSAMEDIA

1.1 Cultuur. 1.2 Soorten cultuur. 1.3 Verschillende subculturen. 1.4 De multiculturele samenleving

Cultuurkenmerken: normen, waarden, kennis, gewoonten, opvattingen, kunst, sport, symbolen en feestdagen.

Samenvatting door een scholier 1671 woorden 26 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1: massamedia

Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

7,3. Begrippenlijst door een scholier 1702 woorden 12 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Massamedia hoofdstuk 6 t/m 8

5,8. Opdracht door een scholier 1842 woorden 11 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Module 1: Massamedia

9.1. Interdependenties; onderlinge afhankelijkheid 4 soorten; Goffman theorie; 3 dimensies in cultuuruitingen

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Massamedia

Mediabeleid in Nederland

Bij de zender BNN is dit de jeugd die zich in bijvoorbeeld humor en avontuur interesseert.

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Socialisatie en cultuur

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia, politiek en beleid

Eindexamen maatschappijleer havo 2004-I

Eindtermen en toelichtingen bij keuzedomein C Massamedia van examenprogramma profielen v.w.o. (vrije deel) voor het centraal examen 2005

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Analyse Maatschappelijk Vraagstuk

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Samenvatting M&O H6: Communicatieproces

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia (69 tm 118)

Eindtermen en toelichtingen bij domein C:

Samenvatting Maatschappijleer H1 tot en met h 4.5

Referentiekader de verzameling van al je persoonlijke waarden, normen, standpunten, kennis en ervaringen.

Culturen verschillen per plaats, tijd en groep. Dat wat gepast en ongepast is, verschilt per generatie en per samenleving.

Massamedia. Hoofdstuk 8

8, Cultuur. 1.2 Soorten cultuur. Samenvatting door een scholier 2540 woorden 19 juni keer beoordeeld.

SOCIALISATIE EN CULTUUR

MAATSCHAPPIJKUNDE VMBO BB

H1: Communicatie en massamedia

maatschappijwetenschappen havo 2018-I

Samenvatting door een scholier 3561 woorden 8 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Overzicht

Les 1: Communicatie en interactie + soorten communicatie

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Markt en Massamedia

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming & criminaliteit en strafrecht & Massamedia (examen stof 2003)

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Bij deze opgave horen de teksten 6 en 7 en de figuren 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje.

Model Redactiestatuut

4,9. Spreekbeurt door een scholier 4592 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer.

Het proces waarbij een zender bedoeld/onbedoeld een bepaalde boodschap overbrengt aan een ontvanger

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1790 woorden 19 maart 2002 7,5 26 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1.1 Massamedia zijn middelen tot communicatie, namelijk massacommunicatie. Bij communicatie probeert een zender een boodschap over te brengen naar een ontvanger. Iemand die dan kijkt is een ontvanger. 1.2 bij eenzijdige communicatie is er sprake van eenrichtingsverkeer; de zender geeft bericht door aan de ontvanger; bv. Radio en Tv. Als de ontvanger op de boodschap reageert is dat Feed-back de rollen draaien dan. Dan is er sprake van meerzijdige communicatie. Verbale communicatie is gesproken of geschreven. Non-verbale communicatie is zonder woorden. Communicatie zonder hulpmiddelen is directe communicatie; met behulp van techniek (:communicatie media) is indirecte communicatie. 1.3 verbale en non-verbale communicatie moet goed op elkaar afgestempt zijn, anders lijkt het nergens op. 1.4 het referentie kader is wat ze als iets interpreteren, bij verschillende culturen. De voorkennis die men nodig heeft om het te begrijpen op het gebied van cultuur enz. Daarom kunnen er ook makkelijk communicatie stoornissen voorkomen. Socialisatie is het proces waarbij de mens voorbereid wordt op een rol en de maatschappij. 1.5 Informatie heeft 2 betekenissen: nieuws dat wetenswaardig is en kennis dat iemand weet. Om een feit voor iemand tot nieuws te maken moet het aan 3 voorwaarden voldoen: 1. het moet uitzonderlijk zijn. 2. het moet een samenhang vertonen. 3. iemand moet voorkennis hebben om het te begrijpen. 1.6 Massacommunicatie is communicatie gericht op een publiek. Het is bijna altijd eenzijdig ook is het meestal indirect. Bij massacommunicatie word meestal gebruik gemaakt van massamedia. 2.1 de media kan 4 taken vervullen: 1. ze kunnen leverancier van informatie zijn. 2. ze kunnen opties en gedrag beïnvloeden. 3. ze kunnen kennis en inzicht vergroten. 4. ze kunnen verstrooiing bieden. De verschillende taken zijn alleen niet zo scherp van elkaar te onderscheiden. https://www.scholieren.com/verslag/5344 Pagina 1 van 6

2.2 massamedia vervult verschillende functies: a. Overdracht van cultuur. b. Blikverruiming c. Draagt kennis en informatie over. d. De massamedia kan de overheid laten weten wat de burgers weten wat de burgers willen en andersom e. Uitwisseling van meningen. De massamedia kan daardoor dingen achterwegen laten of zelfs liegen. 2.3 een exacte definitie van cultuur is niet mogelijk. Cultuur is de manier waarop mensen hun leven vormgeven. Iedereen hoort wel tot een bepaalde cultuur bv. in de klas waar je zit. Vooroordelen zin negatieve oordelen gebaseerd op gebrek aan kennis. Stereotypen zijn cliché beelden, de werkelijkheid is meestal veel gecompliceerder. 2.4 de massamedia speelt ook een rol bij het meningsvorming proces. Bv.: ze bepalen waar de mensen over nadenken, publieke agenda. En ze bepalen hoe er over gedacht wordt. De massamedia bepalen waarover we praten en denken, en speelt ook een rol in de politiek. 2.5 Er bestaat een theorie die denkt dat: mensen die hun informatie alleen uit boeken halen zijn punctueel, logisch en letterlijk. Mensen die alles van tv halen, verzwakt de filosofie en word alles eentonig. 2.6 dat de massamedia hun functies niet altijd vervuld heeft de volgende oorzaken: v de meeste media zijn marktgericht. v er is meestal sprake van eenzijdige communicatie. v voor hun nieuws voorziening zijn pers en omroep gedeeltelijk afhankelijk van persbureaus. 3.1 het is moeilijk om te beoordelen of het beeld dat de media ons geeft objectief is. Mensen nemen slechts een deel van wat er gebeurd, dat noemen we selectieve perceptie. 3.2 de massamedia kan nooit en volstrekt objectief beeld van de werkelijkheid geven omdat diegenen die de informatie verschaft ook al enige inbrengingen heeft gedaan. 3.3 het nieuws van de krant of tv is vooral door verschillende stadia gelopen. Verschillende journalisten zijn ermee bezig geweest. Een groot deel van die berichten is afkomstig van enkele grote persbureaus. 3.4 de journaliste maken een selectie uit hun nieuws dat is subjectief. Wel hebben ze enkele regels over wat nieuws is en wat niet: - gebeurtenissen of uitspraken moet uitzonderlijk zijn. - Gebeurtenissen moeten gevolgen hebben voor grotere groepen mensen. - Ze moeten actueel zijn (gisteren of vandaag plaatsgevonden hebben) - Waarover langer kan worden gepubliceerd (meer waarde) https://www.scholieren.com/verslag/5344 Pagina 2 van 6

- Er moet een zekere afwisseling in zitten. 3.5 om zich zo objectief mogelijk voor te stellen moeten ze zich aan een aantal journalistieke normen proberen te houden: - informatie uit zoveel mogelijke bronnen halen. - Ze moeten hoor- en wederhoor toepassen. - Informatie en opinie moeten ze scheiden. 3.6 de grote persbureaus geven meer informatie over de westerse landen dan over de derde wereld landen. 3.7 de massamedia brengt ons ook een hoop amusement zoals; films ook daar halen we onze informatie vandaan maar, meestal is dat een beetje oppervlakkig. Algemene informatie: - normen: regels voor gedrag. - Waarden: opvattingen over wat goed is. - Pluriformiteit: meervormigheid, bv. oproep: KRO =katholiek, NCRV = christelijk, AVRO = liberaal. - Injectietheorie: vb: Radio, hoorspel war of the world 1937 orson welles VS. de eeuwige jood (joden Ö ratten) - Selectietheorie: consument bepaalt/selecteert informatie bv. met zappen. - Agenda theorie: massamedia bepalen waar we het over hebben. - Maatschappijleer: gaat over maatschappelijke problemen. Als iedereen ergens last van heeft. Belangrijkste massamedia: tv, krant, internet, radio, tijdschriften, boeken. - Manipulatie: iemand naar de hand zetten. Toepassing: Talkshows VS. Mensen blijven vanzelf kijken als ze iets horen schreeuwen, en gaan niet zappen. Ze kiezen een beetje dommere mensen uit omdat die makkelijker te manipuleren zijn. 5.1 De belangrijkste massamedia zijn de oproep en de pers. De pers zijn gedrukte massamedia, kranten enz. Tot omroep behoren radio en tv. Marktmechanisme de wet van vraag en aanbod bepaalt welke groot kunnen worden en welke moeten verdwijnen. 5.2 een grondwet is de belangrijkste wet. Alle wetten zijn eigenlijk gedetailleerde versies van de grondwet. In art 6 staat dat alle mensen vrij mogen zijn in welke godsdienst ze geloven. Art 7 betekend vrijheid van meningsuiting. Censuur is controleren en verbieden van teksten voordat ze in het openbaar zijn verschenen. In Nederland mag de overheid dat niet. 5.3 je mag wel je eigen mening hebben maar niet: beledigen, opruiing, liegen, schenden en discrimineren. Het verschoningsrecht is het recht om informatie die iemand bij de uitoefening van zijn beroep heeft verkregen verborgen moet houden voor bv. justitie enz. 5.4 de internationale regels zijn minder streng dan de Nederlandse grondwet, omdat het iet alleen de vrijheid https://www.scholieren.com/verslag/5344 Pagina 3 van 6

van meningsuiting regelt, maar ook het recht op informatie. De overheid mag de burgers de informatie die hun door anderen word aangeboden niet onthouden. In Nederland mogen rechters wetten in formele zin (belangrijke informatie) niet toetsen aan de grondwet. 5.5 in Nederland speelt ook de bescherming van pluriformiteit mee. De Nederlandse regering wel ook de verscheidenheid van de media garanderen. In Nederland is het democratie. De regering heeft in Nederland een zorgfunctie d.w.z. dat de regering ervoor moet zorgen dat de media optimaal hun werk kunnen doen. 5.6 bij de publieke omroep heeft men geen winst oogmerk. Commerciële zenders hebben dat wel. 6.1 kranten kunnen 6 soorten berichten brengen: 1. beleidsinformatie: politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. 2. human interest: bijzondere gebeurtenissen. 3. verstrooiing: strips, sportberichten, feuilletons enz. 4. praktische informatie: weerbericht, beurskoersen enz. 5. opinie: mening van de krant, cartoons die het nieuws uitbeelden. 6. advertenties. 6.2 landelijke dagbladen zijn in heel Nederland te koop. De regionale krant is vooral voor nieuws uit de streek. 6.3 de ochtendbladen brengen nieuws van de vorige dag. De avondbladen brengen verser nieuws namelijk van dezelfde dag. 6.4 de populaire kranten brengen veel humaan interest en verstrooiing bv.: de telegraaf en AD. Bij de kaderkranten ligt de nadruk op beleidsinformatie. Ook de opmaak verschilt sterk tussen beiden kranten. 6.5 Elke krant heeft een bepaalde indentiteit (karakter) NRC kan een liberale krant genoemd worden enz. 6.6 Tot de meest gelezen bladen horen de damesbladen: zij bevatten veel praktische informatie voor de vrouw. Andere categorieën zijn de familiebladen zoals de panorama en de nieuwe revu, de onderwerpen zijn dus uiterst gevarieerd. Mannenbladen zijn playboy en penthouse. Roddelbladen: de grootste zijn story, privé, en weekend. 6.7 opiniebladen, zij hebben het doel de lezer te informeren over de achtergronden van maatschappelijke, economische, politieke en culturele ontwikkelingen. 6.8 huis-aan-huis bladen zijn bladen met veel advertenties en een klein beetje nieuws. 7.1 als de massamedia er naar streeft om een zo groot mogelijk publiek aan te trekken noemt met dat marktgerichtheid. https://www.scholieren.com/verslag/5344 Pagina 4 van 6

7.2 steeds minder uitgevers hebben een steeds groter deel van de totale bladen markt in de handen gekregen, dit heet: persconcentratie. De persconcentratie wordt veroorzaakt door twee verschijnselen: de oplagespiraal en de technologische veranderingen in de uitgeverij. De oplagespiraal geeft het verband aan tussen de oplage, de advertentie-inkomsten en de kwaliteit van de bladen. Er heeft in de laatste 60 jaar ook een monopolie vorming in de pers plaatsgevonden. 7.3 marktsegmentering º omdat het publiek in verschillende groepen is onderverdeelt ontstaan afzonderlijke bladen. Dit heeft tot meer bladen geleid. Een special interest blad is een blad wat een specifiek onderwerp heeft waar ook veel reclame voor word gemaakt. 7.4 een bedrijfskolom bevat alle activiteiten die nodig zijn om een bepaald produkt bij de klant te brengen (redacties, drukkerij, distributie, vervoer, winkels). 7.5 de directie is verantwoordelijk voor de zakelijke kant. De redactie draagt de verantwoordelijkheid voor de inhoud van het blad. In en redactiestatuut si de indentiteit van de krant vastgelegd en is de verhouding tussen redactie en directie geregeld. 7.6 het bedrijfsfonds voor de pers is een fonds voor dagbladen en tijdschriften in nood die dan worden gesteund. 7.7 in democratische landen bemoeid de regering zich weinig met de pers, in de communistische landen meer. 8.1 omroepbestel: de gehele organisatie van de Nederlandse omroep. De belangrijke kenmerken van de mediawet: 1. het bestel is publiek: het maken van winst is verboden, geen commerciële activiteiten. 2. het bestel is open: iedereen die aan de wettelijke voorwaarden voldoet kan financiële steun van de overheid krijgen. 3. het bestel kent programmatische autonomie: de zendgemachtigden hebben zelf de volledige vrijheid om hun programma s te vullen. 8.2 De mediawet onderscheidt de volgende omroep instellingen: 1. omroep verenigingen. 2. de Nederlandse Omroep Stichting (NOS) 3. de stichting Ether Reclame (STER) 4. educatieve omroepinstellingen 5. lokale en regionale omroepinstellingen. Om een zendmachtiging te krijgen, moeten de omroepverenigingen aan een aantal voorwaarden voldoen: a. een eigen indentiteit hebben. b. Ze moeten georganiseerd zijn als een vereniging of stichting. c. Ze moeten een totaalprogramma brengen; 4 soorten programma s: culturele-, informatieve-, https://www.scholieren.com/verslag/5344 Pagina 5 van 6

educatieve- en amusementsprogramma s maken. d. Ze moeten een minimum aantal betalende leden hebben. Aspirant-omroep: een beginnende omroep die aan alle voorwaarden voor de andere omroepverenigingen moet voldoen, behalve aan de voorwaarden voor het ledental. 8.4 de taken van de NOS zijn: - de coördinatie van de programma s van de landelijke omroepverenigingen - het vertegenwoordigen van de omroepverenigingen in internationale organisaties en het beschikbaar stellen van programma s aan het buitenland. - Het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de omroep instellingen - En het verzorgen van eigen programma s over die zaken waaraan andere zendgemachtigden niet voldoende aandacht schenken. Nederlands omroep produktie bedrijf NOB verzorgt de voorzieningen om programma s te maken: 1. het exploiteren van alle technische voorzieningen van de nationale omroep, zoals studio s, gebouwen en apparatuur. 2. het instandhouden van de muziek bibliotheek de fonotheek, het film- en beeldbanden archief, de omroeporkesten en koren enz. De overige zendgemachtigen zijn: a. kerken en genootschappen op geestelijke grondslag. b. Politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer. 9.1 tussen 1900 en 1960 was er in Nederland een verzuilde samenleving. Er was een katholieke-, een protestante-, een socialistische- en een algemene zuil. De katholieke zuil had ook hun eigen kerken en scholen. In die tijd had elke zuil zijn eigen krant. Na die tijd ging dat over in de dagbladen, maar je ziet het nog wel aan de publieke omroepen. 9.2 de ontzuiling, leiden tot individualisering. De omroepswet is dat de zendgemachtigen moeten voldoen aan een groot aantal regels. Hij leek sterk op de mediawet, ze mogen geen winstoog hebben. https://www.scholieren.com/verslag/5344 Pagina 6 van 6