6,4. Samenvatting door een scholier 5064 woorden 30 juli keer beoordeeld. Filosofie

Vergelijkbare documenten
Eindexamen vwo filosofie II

Opgave 3 Roken en vrije wil

Samenvatting Filosofie Examenstof, vrije wil

Samenvatting Filosofie Examenstof: Vrije wil

Om dit document zo kort mogelijk te houden is bij de uitwerking zoveel mogelijk geabstraheerd van

Bart van Haaster 2013

Tjeerd van de Laar. Eindtermen vrije wil (Augustus 2011) Wat is vrije wil?

Opgave 1 Vrije wil op de weg

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots

Correctievoorschrift. Voorbeeld van een goed antwoord: Nagel volgt Kant door op te merken dat het vreemd en onwenselijk is

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking

Eindexamen vwo filosofie II

Opdrachten bij VRIJE WIL Hans Happel en Tjeerd van de Laar Koning Willem II College

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Intussen in de wereld van de robots

Opgave 2 Doen wat je denkt

filosofie vwo 2015-II

filosofie vwo 2015-II

Eindexamen vwo filosofie 2013-I

Opgave 1 Hebben kinderen een vrije wil?

Opgave 1 Hebben kinderen een vrije wil?

Eindexamen vwo filosofie I

Opgave 3 De gewapende overval

filosofie vwo 2015-II

Correctievoorschrift VWO 2012

Correctievoorschrift VWO 2015

5 Toetsvragen bij Vrije Wil Met antwoordmodel Tjeerd van de Laar

Correctievoorschrift VWO 2014

Opgave 1 Vrije wil op de weg

[met eindtermen onderwerp Vrije Wil] FILOSOFIE VWO. Syllabus centraal examen 2015

Correctievoorschrift VWO 2012

Vrije wil als zelfverwerkelijking. 21 februari 2013 Katrien Schaubroeck

Samenvatting Filosofie Wijsgerige antropologie

Correctievoorschrift VWO 2015

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf

Eindexamen vwo filosofie 2013-I

Aristoteles: Oh ja? Maar ik heb ook wel eens gehoord van utilitarisme, wat is dat dan?

Correctievoorschrift VWO 2013

Spinoza - ook tafels hebben een ziel

Correctievoorschrift VWO 2014

Geluk & wijsheid. Zesde avond

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Levenskunst en ethiek 13 Bouwstenen voor iedereen 14 Zestien filosofen 14 De hoofdstukken 15

filosofie Het IK en de vrije wil zin en onzin

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie

Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid

Leren Filosoferen. Zesde avond

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

filosofie havo 2018-II

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben.

Geluk & wijsheid. Zevende avond

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

Karma, Voortzetting en het Edele Achtvoudige Pad

Kennismakingsvragen:

Eindexamen filosofie havo I

Samenvatting Filosofie Emoties

Filosofie en actualiteit. Tweede bijeenkomst

Opgave 2 Neuroplasticiteit en wilsbekwaamheid

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?

Leren Filosoferen. Zevende avond

1 Johannes. - Kringleiderhandeleiding -

Correctievoorschrift VWO 2013

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

filosofie havo 2018-II

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Materie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018

Over vrijheid en gevangenschap schrijft de Schotse filosoof David Hume het volgende:

Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5

Het hiernamaals, het leven na de dood

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?

Eindexamen filosofie vwo II

filosofie vwo 2016-II

Eindexamen havo filosofie I

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven:

WERKBOEK 2. De bron van verandering. Kees Holtrigter (The 7D Solutions) 3e editie

Oefening baart ethiek Neurobiologie, boeddhisme en ethiek

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Voorbeeldexamen Vrije Wil als Voorwaarde voor Verantwoordelijkheid

Werkstuk Verzorging Kindermishandeling

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!

Retorica en drogredenen. Lucas Beerekamp, 2017

Les 1: het kruis, bekering en geloof

Filippenzen 1. Begin van de brief

Wat is? filosofie? Wat is. en kwaad. Hoofdstu

Kleur het palet naar eigen smaak in, met de kleuren die elke vaardigheid. Aandacht besteden aan jezelf. Een leven leiden dat bij je past

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

cultuur & media hoorcollege moderniteit en postmoderniteit theo ploeg

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

Wijsgerige antropologie:

Bijbelrooster 31 juli t/m 6 augustus Thema: Rechtvaardig door het geloof

Galaten 5. Concordant commentaar van A.E. Knoch

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Stoïcijnse levenskunst

VWO 4 FILOSOFIE Wat is ethiek en het utilisme

Inhoud. Hoofdstuk 1. Recht en existentie in filosofie en literatuur: redactionele inleiding 13. Claudia Bouteligier & Timo Slootweg


Vraag Antwoord Scores

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 5064 woorden 30 juli 2012 6,4 20 keer beoordeeld Vak Filosofie Hoofdstuk 1 Wat is vrije wil? Determinisme, alle acties en handelingen zijn van te voren bepaald, men heeft dus geen vrije wil (behalve volgens het conditioneel compatibilisme). Je handelingen en je zijn worden bepaald door je sociale omgeving, ervaringen en lichamelijke kenmerken (genetisch bepaald). 1.4 Het antieke en middeleeuwse denken over vrije wil In de geschiedenis zag men zich als onderdeel van de maatschappij ipv als individu. Over vrije wil: Socrates zag dat al het foute voortkwam uit onwetendheid, mensen begrepen niet dat iets fout zou kunnen zijn. Plato beweerde dat je foute dingen kan doen als ze je verleiden terwijl je weet dat ze fout zijn (tweespan). Aristoteles zegt dat we niet genoeg beheersing hebben om onze kennis van het goede in de praktijk te brengen. Onderscheid tussen kennis van het goede en de toepassing daarvan. Je bent je niet altijd bewust van de goede kennis (door emoties). Volgens alle drie hebben fouten dus te maken met een gebrek aan inzicht. Augustinus brengt daar verandering in. Volgens hem moeten we niet alleen weet hebben van het goede, maar ook de wil hebben om het goede te doen. Als je dan toch het foute doet heeft dat volgens Augustinus te maken hebben met aangeboren zondigheid van de mens. alleen de genade van God van goede wil in ons bewerkstelligen. 1.5 Drie verschillende begrippen van vrije wil 1. Vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid. Een handeling is uit vrije wil als je er moreel verantwoordelijk voor bent. Niet uit vrije wil? Niet moreel verantwoordelijk. Vrije wil is de controle over je eigen handeling die noodzakelijk is voor verantwoordelijkheid. 2. Vrije wil als zelfverwerkelijking. Handeling waarin tot uitdrukking komt wat iemand zelf belangrijk vindt. Om vrije wil te hebben moet je dus een individu zijn met een eigen mening. Je kan op basis van je mening beslissingen nemen. 3. Vrije wil als bewuste aansturing. Een handeling is uit vrije wil als die handeling wordt aangestuurd door een bewuste gedachte die je vlak voor de handeling hebt. Je handelt uit vrije wil als je vlak van te voren dacht en nu ga ik dit doen. Je bent in staat je eigen lichaam bewust in beweging te brengen. Hoofdstuk 2 Vrije wil als voorwaarde voor verantwoordelijkheid Moreel verantwoordelijk = wanneer we het iemand kwalijk nemen/prijzen om de daad. 2.2 Verantwoordelijkheid, straf en determinisme Wanneer verdient iemand het om gestraft te worden? Er zijn 4 verschillende redenen om iemand te straffen; Opvoeding: Middel om het gedrag van een misdadiger te veranderen, wil herhaling voorkomen. Afschrikking: Om te voorkomen dat veel mensen de wet zullen overtreden. Bescherming: Een misdadiger die in de gevangenis zit, kan hij de mensen buiten de gevangenis (en samenleving) geen kwaad meer doen. https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 1 van 9

Vergelding: Als iemand verantwoordelijk is voor een misdrijf verdient hij het om daar voor gestraft te worden. Eerste drie redenen zijn om de criminaliteit te verminderen, dus ook een reden om te straffen. Vergelding beroept zich op morele verantwoordelijkheid, de dader moet de schuld inlossen. Dit heet ook wel retributieve rechtvaardigheid. De misdadiger betaalt zijn schuld af door de straf te ondergaan. Hoe hoger de staf, hoe erger de misdaad. Had een misdadiger ervoor kunnen kiezen om geen misdadiger te worden? Het principe van alternatieve mogelijkheden: handelen uit vrije wil vereist dat je ook iets anders had kunnen doen. Als we niet iets anders hadden kunnen doen, hebben we dus geen vrije wil. Als iemand bijvoorbeeld een nare jeugd heeft gehad en daarna moordenaar is geworden, heeft hij misschien geen andere mogelijkheden gehad. 2.2.3 Zijn al onze keuzes gedetermineerd? Determinisme = de overtuiging dat al onze keuzes zijn bepaald/gedetermineerd. Het idee dat sociale interactie onze keuzes bepaald heet sociaal determinisme. Genetisch determinisme is de tegenhanger; onze keuzes zijn bepaald door onze genen. Er zijn heel veel factoren die onze beslissingen maken. Sommige filosofen beweren dat elke handeling veroorzaakt is door handelingen die daar aan vooraf gingen. Natuurwetmatig determinisme; iedere gebeurtenis volgt noodzakelijk uit eerdere gebeurtenissen in combinatie met natuurwetten. Dan ligt je wil dus ook vast wat je gaat doen voordat je iets wilt. De overtuiging dat vrije wil niet samen gaat met het determinisme heet het incompatibilisme: Als het determinisme waar is, heeft niemand een vrije wil. Als het incompatibilisme waar is, en het determinisme waar is spreken we van hard determinisme: Als het determinisme waar is, dan heeft niemand een vrije wil (incompatibilisme). Het determinisme is waar. Niemand heeft een vrije wil. Hard determinisme = determinisme + imcompatibilisme. Daardoor zouden mensen dus niet moreel verantwoordelijk kunnen zijn voor hun daden, het was van te voren al bepaald. 2.2.4 Alternatieven voor hard determinisme Twee tegenstanders van determinisme: Libertarisme: Als het determinisme waar is, dan heeft niemand een vrije wil (incompatibilisme). Mensen hebben een vrije wil, het determinisme is onwaar. Compatibilisme: Mensen hebben een vrije wil, of het determinisme nu waar of onwaar is. 2.3 Libertarisme: geen determinisme, wel een vrije wil 2.3.1 De zaak van Leopold en Loeb Bij Leopold en Loeb is geen andere oorzaak voor hun handelen aan te wijzen dan zijzelf. Dit komt tot het ultiemeoorzaakprincipe: Als iemand uit vrije wil handelt, dan is zijn handeling veroorzaakt door zijn keuze om zo te handelen, zonder dat die keuze zelf weer is veroorzaakt door eerdere gebeurtenissen. Dit principe is ook het uitgangspunt van het libertarisme, samen met het principe van de alternatieve mogelijkheden. Het ultieme-oorzaakprincipe is een logisch gevolg van het principe van alternatieve mogelijkheden. Als je wat anders had kunnen doen, heb je zelf de keuze gemaakt, want als onze keuze het gevolg was geweest van andere gebeurtenissen had je geen andere keuze kunnen maken. Met het ultieme-oorzaakprincipe is het determinisme onwaar, volgens het determinisme zijn al onze keuzes al bepaald door andere gebeurtenissen. Libertarisme sluit het beste aan bij onze eigen belevingswereld, we maken eigen keuzes. 2.3.2 Biedt de wetenschap ruimte voor een ongedetermineerde vrije wil? Wetenschap: Kwantummechanica: er is een kans dat een uitkomst zo is, maar is niet altijd zo. De ene gebeurtenis volgt dus niet noodzakelijk uit de vorige en het determinisme is onwaar. Maar die kansverdeling in de wetenschap, zorgt dat dan wel voor een vrije keuze? Van de 10 keer dat iemand ziet zeg je 8 keer gedag en 2 keer niet, zo zit de kansverdeling in elkaar. Dan heb je dus nog geen vrije keuze, de handeling treedt toevallig op. Redenen zou een belangrijke voorwaarde zijn voor verantwoordelijkheid en als een handeling op toeval berust zou je https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 2 van 9

het niet kunnen beredeneren. Dus zelfs als het determinisme weerlegd wordt betekend dat niet dat iemand een vrije wil heeft. 2.3.3 Ligt de vrije wil voorbij de grenzen van de wetenschap? Immanuel Kant maakt het onderscheid tussen hoe dingen op zichzelf zijn en hoe ze aan ons verschijnen. De verschijningen worden gevormd door de manier waarop wij de wereld ervaren. De fenomenale wereld is de wereld van de waarneembare dingen. De wereld van de dingen op zichzelf noemt Kant de noumenale wereld. Van deze wereld kunnen we geen zekere kennis hebben. Vrije wil is volgens Kant ook een noumenon. De fenomenale wereld is gedetermineerd en de noumenale wereld niet. Vrije wil is noodzakelijk voor de praktische rede, we vragen ons af wat we behoren te doen. Kant verdedigt de plichtethiek. Een plicht is een morele vereiste waaraan je moet gehoorzamen. Met de plichtethiek ben je vrij in de zin van het principe van alternatieve mogelijkheden. Je kunt alleen een plicht hebben om iets te doen als je er ook voor kunt kiezen om het te doen. Het ultieme-oorzaakprincipe is een veronderstelling van de praktische rede. Een moreel handelend persoon laat zijn keuze bepalen door de wil om moreel te handelen, dit kan alleen als je zelf de ultieme oorzaak van je handeling bent. Bij een immoreel handelend persoon is zijn beslissing in zichzelf gedetermineerd. Zaak Kulkinski: Hij heeft zijn slachtoffers uit vrije wil vermoord en is zelf de ultieme oorzaak in de noumenale wereld. In de fenomenale wereld lijkt het dat de moorden een noodzakelijk gevolg zijn van eerdere gebeurtenissen. De wetenschap heeft geen rede deze theorie te geloven, maar ook geen rede deze NIET te geloven. Is Kant een libertariër of een compatibilist? Kant vs. Liberarisme: Wetenschappelijke kennis is volgens Kant kennis van een volledig gedetermineerde wereld. Dit is niet in strijd met de praktische rede die een vrije wil veronderstelt, is hij een compatibilist. Maar in tegenstelling tot het compatibilisme is de wereld op zichzelf volgens Kant niet gedetermineerd. Op die manier valt Kant buiten het libertarisme, compatibilisme en hard determinisme. Maar als we de ultieme oorzaak van onze handelingen zijn en tegelijkertijd onze gebeurtenissen in de fenomenale wereld overeenkomen met de natuurwetten en eerdere gebeurtenissen, in hoeverre zijn wij dan nog vrij en de ultieme oorzaak? Want elke handeling moet overeenkomen met eerdere gebeurtenissen en natuurwetten, dan is er met een bepaalde situatie maar een handeling mogelijk. Ben je dan nog wel de ultieme oorzaak? 2.4 Compatibilisme: Vrije wil, ongeacht of determinisme waar is of niet Compatibilisten beweren dat determinisme en vrije wil samen kunnen gaan. Ze verwerpen het ultiemeoorzaakrpincipe. Het ultieme-oorzaakprincipe gaat er van uit dat je handeling niet bepaald is door eerdere gebeurtenissen, maar dat is wel het uitgangspunt van het determinisme dus moet het ultieme-oorzaakprincipe verworpen worden. Thomas Hobbes en David Hume kenden het compatibilisme al; je bent volgens hen vrij als hij onbelemmerd kan doen wat hij wil. Je handelt uit vrije wil dat je kunt doen (of laten) wat je wilt. Zolang je niet fysiek belemmerd of gedwongen wordt, handel je uit vrije wil. Datgene wat je uiteindelijk wil IS gedetermineerd. 2.4.2 Conditioneel compatibilisme Het conditioneel compatibilisme gaat uit van het determinisme én het principe van alternatieve mogelijkheden. De conditioneel compatibilisten gaan er van uit dat 'als je iets anders had gewild, had je iets anders gedaan.' Maar als je iets anders had gewild was dat gedetermineerd. Zo gaan het determinisme en het principe van alternatieve mogelijkheden samen. Twee voorwaarden: 1. De persoon doet wat hij wil doen, wat hij wil kan gedetermineerd zijn, ultieme-oorzaakprincipe verwerpen. 2. Als de persoon iets anders had gewild, dan had hij iets anders gedaan, maar dat hij niets anders wil kan best gedetermineerd zijn. https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 3 van 9

Bij nummer 2 veel twijfels door het consequentie-argument van Peter Inwagen. Florianne steelt een ipond. Als het determinisme waar is, is deze diefstal noodzakelijk gevolg van de natuurwetten en eerdere gebeurtenissen. Als ze iets anders had kunnen doen dan het plegen van de diefstal had ze de natuurwetten of geschiedenis moeten veranderen, en dat kan niet. 2.4.3 Verantwoordelijkheid zonder alternatieve mogelijkheden Gedachte-experiment van meneer Janssen en dokter Black. Janssen had geen andere keuze (Black zou ingrijpen) maar Black heeft niet ingegrepen, hij heeft de keuze alsnog uit vrije wil gemaakt. Als hij dat niet had gedaan had er wel iemand ingegrepen (geen alternatieve mogelijkheid) dus is hij dan wel de ultieme oorzaak van zijn handeling? Niet altijd dus. Als conditionele compatibilisten geloven dat meneer Janssen uit vrije wil handelt moeten ze op zoek naar een alternatief. 2.4.4 Compatibilisme op grond van vatbaarheid voor redenen John Martin Fischer: als we uit vrije wil handelen hebben we controle over ons eigen gedrag. Als we geen controle hebben zijn we niet verantwoordelijk. Totale controle = als we zoveel controle over onze keuzes hebben dat handelingen uit het niets veroorzaakt kunnen worden zonder het gevolg te zijn van eerdere gebeurtenissen. Als het determinisme waar is kunnen we nooit zoveel controle hebben. Regulatieve controle = met het principe van alternatieve mogelijkheden. We kunnen er voor kiezen het een of het ander te doen. Deze controle kunnen we niet hebben als het determinisme waar is. We hebben ook geen regulatieve controle nodig voor verantwoordelijkheid (voorbeeld Black en Janssen). Besturingscontrole = vereist voor verantwoordelijkheid. Voorbeeld rij instructeur. Zo lang je luistert heb je de besturingscontrole, maar geen regulatieve controle. Als je wat anders besluit te doen neemt de rij instructeur de besturingscontrole over. We zijn alleen verantwoordelijk als je ergens besturingscontrole over hebt. Voor rede vatbaar zijn is ook noodzakelijk voor verantwoordelijkheid. Als je voor rede vatbaar bent kun je begrijpen waarom je iets wel of niet moet doen. 2.4.5 Compatibilisme op grond van reactieve attitudes Houden mensen verantwoordelijk op basis van onze reactieve attitudes (maar hoeft niet terecht te zijn). Reactieve attitudes: emotionele reacties op het gedrag van anderen. Twee attitudes (houdingen): 1. Reactieve attitudes: houding van emotionele betrokkenheid waarbij je iemand benadert als een verantwoordelijk persoon (boosheid, verontwaardiging, etc.) 2. Objectiverende attitudes: in gevallen waarbij we onszelf genoodzaakt zien om een wat meer afstandelijke houding in te nemen (demente vrouw steelt tas). Determinisme maakt geen verschil in verantwoordelijk houding van mensen, omdat reactieve attitudes altijd blijven (mens = emotioneel). 2.5 Kan straf verdienen een kwestie zijn van pech hebben? Thomas Nagel: Morele mazzel: Wanneer een belangrijk aspect van wat iemand doet afhankelijk is van factoren buiten zijn controle, terwijl we hem in dat opzicht toch blijven beschouwen als object van morele oordelen, dan kunnen we spreken van morele mazzel of morele pech. Voorbeelden van Alex en Bernard. Onze beslissingen kunnen alleen maar vrij zijn van pech of geluk als ze de ultieme oorzaken van onze handelingen zijn, of in de woorden van Fischer: als we totale controle zouden hebben over onze handelingen. Verantwoordelijkheid is alleen vrij van morele mazzel als we totale controle hebben. https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 4 van 9

2.6 Wat nu als we geen vrije wil hebben? Derk Pereboom: We kunnen alleen staf verdienen, en dus moreel verantwoordelijk zijn, als we totale controle hebben. Maar volgens hem hebben we geen totale controle. Hij is een harde compatibilist: Niemand heeft een vrije wil, of het determinisme nu waar is of niet. Mensen verdienen nooit straf (sterke aanrekenbaarheid), maar je mag mensen wel ter verantwoording roepen (zwakke aanrekenbaarheid). We kunnen wel straffen voor bescherming van de samenleving. Niet in alle gevallen waar je op principiële redenen straft is er ook een pragmatische reden. In sommige gevallen waarin we nu wel straffen kunnen we iemand dus vrij laten. Oorlogsmisdadigers die spijt betuigd: handelt niet meer op dezelfde manier, geen bescherming van de samenleving. Hij hoeft niet meer te leren en afschrikken voor later heeft ook niet zo heel veel nut. Misschien dat hij zelf wel gestraft WIL worden om zijn schuld in te lossen. Slecht gedrag komt dus voort uit gebrek aan inzicht en kennis. Slecht gedrag kan dus voorkomen worden door goede opvoeding en opleiding. Dit vinden we al bij Socrates. Hoofdstuk 3 Vrije wil als zelfverwerkelijking Vrije wil als zelfverwerkelijking: Een handeling is uit vrije wil is een handeling waarin tot uitdrukking komt wat de handelende persoon zelf belangrijk vindt. Je moet een individu zijn met een eigen mening. Met vrije wil bedoelen we dus het vermogen om op basis van je eigen mening beslissingen te nemen. Als je handelt naar je eigen mening wordt dat werkelijkheid, vandaar zelfverwerkelijking. Hiervoor moet je een eigen identiteit hebben. 3.2 Wat betekent het om zelf iets te willen? 3.2.1 Vier aspecten van zelfverwerkelijking 1. Herkenbaarheid = gedrag waar je iemand aan kan herkennen. 2. Authenticiteit = het moet van jou zijn, niet van iemand anders en origineel, zelf over nagedacht. 3. Reflexiviteit = na kunnen denken over de manier waarop je denkt/je denkt over jezelf na. 4. Zelfkennis = weten wat bij jezelf past/welke keuze je moet maken. Hoe meer je jezelf kent, hoe meer je eigen identiteit tot uiting komt in je handelingen. 3.2.2 Zelfverwerkelijking als ideaal Zelfverwerkelijking is ons ideale beeld van vrijheid. Onze identiteit moet zoveel mogelijk tot uiting komen in ons handelen. 3.3 De verscheidenheid van onze verlangens 3.3.1 Als je conflicterende verlangens hebt, wat is dan je eigen wil? Voorbeelden lezen. 3.3.2 De mens als bundel van verlangens Hume: 1. Als je verlangt naar A / 2. En je weet of gelooft dat je A zou bereiken door B te doen / 3. Dan heb je een reden om B te doen. Volgens Hume kiezen we voor het sterkste verlangen. De rede is een slaaf van de passies. Als de optelsom van alle redenen positief is doe je het. Volgens Hume hebben we niet zoiets als onszelf of onze eigen identiteit. We ervaren alleen verschillende waarnemingen, verlangens en de verbanden daartussen. 3.3.3 Kan je sterkste verlangen in strijd zijn met je eigen wil? Uit vrije wil handelen is het handelen naar je sterkste verlangen. Verslaving: verlangen om te stoppen niet groot genoeg t.o.v de sigaret. Volgens Harry Frankfurt is dat onjuist en kun je verslaving zien als een dwang waardoor je belemmerd wordt niet te roken. Zo iemand is onwillig verslaafd. Dan heb je dus een eigen wil die verschilt van de optelsom van verlangens. https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 5 van 9

3.4 De eigen wil als de natuurlijke aard van een persoon 3.4.1 Mill over het karakter Karakter = de verlangens die van jezelf zijn. Het is een individueel groeiproces met verlangens die van jezelf zijn (die verlangens kunnen groeien). Robert M. heeft karakter, de verlangens zijn van hemzelf en tijdens het handelen ontwikkeld hij die verlangens. Het karakter is als een boom, het ontwikkeld en het is iets natuurlijks. Zelfverwerkelijking hangt samen met het hebben van karakter. Iemand die karakter heeft geeft uiting aan zijn eigen karakter die gevormd is door de beschaving waar hij in leeft. Het karakter van iemand is niet volledig aangeboren maar ook niet volledig aangeleerd. Vaak is het karakter herkenbaar voor iemand, maar niet altijd. De uitingen die niet herkenbaar zijn voor iemand kunnen wel verlangens van iemand zelf zijn. Je karakter is authentiek, van jezelf en origineel. Ook reflexiviteit is erg belangrijk bij het vormen van je karakter. Hierdoor kan je zelf reflecteren of je karakter bij jezelf past. Maar: als je de neiging hebt snel boos te worden, maar daar niet gelukkig van wordt, hoort die neiging niet bij je karakter volgens Mill. Utilitaristische ethiek: we moeten zo handelen dat er zo veel mogelijk gelukt bereikt wordt voor zoveel mogelijk mensen. Hierdoor moeten we er dus voor zorgen dat mensen met verschillende karakters en levens bij elkaar kunnen wonen en zichzelf kunnen zijn. Liberalistische politiek. Zelfkennis: om jezelf te verwerkelijken moet je zelfkennis hebben om te weten wat bij je past en wat niet. Iedereen is anders en wordt anders. 3.4.2 Frankfurt over de samenhang tussen verlangens Onderscheid in verschillende verlangens: Tweede-orde-verlangens: Het verlangen dat over het verlangen gaat (het verlangen om geen verlangen meer te hebben naar drugs). Noodzakelijke voorwaarde om zelf iets te kunnen willen. Is alleen nog geen voldoende voorwaarde om zelf iets te willen. Het feit dat je verlangt naar dat je iets verlangt betekent niet dat je het zelf wilt (vb fastfood/afvallen). Lange termijn. Eerste-orde-verlangens: Gericht op iets buiten jezelf waar je naar verlangt, het verlangen naar drugs. Korte termijn. Probleem dat je twee tweede-orde-verlangens hebt; derde-orde-verlangens die uitdrukken welk tweede-orde je écht wilt. Zo kan je wel door blijven gaan volgens sommige filosofen. Volgens Frankfurt houdt dit op zodra je een orde hebt bereikt waar geen conflict meer is. Verlangens vormen een structuur, ze zijn samenhangend. Die structuur heeft hiërarchie van de verlangens. Volgens sommige filosofen een structuur door de tijd heen, als je elke dag wat anders wilt heb je geen duidelijke eigen wil. Ook andere drijfveren hangen samen (enthousiast reageren op vakantievoorstel). Uiteindelijk is die structuur samenhangend door de liefde, die zorgt voor de reacties en drijfveren. Je natuurlijke aard ligt dus besloten in de dingen waar je van houdt, zorgt voor je eigen smaak, stijl en wil. Ook de liefde kan conflicteren (land vs. relatie). Kiezen is geen probleem voor theorie maar voor persoon. Dat ze strijdend zijn betekent niet dat de liefde niet bepalend is voor haar keuze. Het is alleen niet eenduidig, welke keuze je ook maakt; er zal altijd een deel tegen zichzelf in gaan, allebei de keuzes hebben hun nadelen. 3.5 De keuze om zelf iets te willen 3.5.1 Is het aan jezelf om te bepalen wat je wilt? Jean-Paul Sartre: Hoe kan iets uit eigen wil zijn als je er niet zelf voor hebt gekozen? Alle feitelijke gegevens kan je omarmen of afwijzen, je hebt dus nog altijd een keuze. Op het moment dat je jezelf een vraag stelt is er geen juist antwoord op die vraag. Een schaar of hamer heeft van te voren een doel, een mes wordt wat hij van zichzelf maakt. https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 6 van 9

Onze existentie (ons bestaan) gaat vooraf aan onze essentie (ons wezen). Je essentie wordt niet helemaal bepaald door je keuzes, het staat niet vast (filosofiestudent en uitschrijven).het stopt nooit, je moet jezelf blijven maken. (Dat besef niet meer? Niet vrij meer.) Je bent dus ook verantwoordelijk voor je keuzes. Je moet de verantwoordelijkheid nemen om vrij te zijn, je hebt steeds verantwoordelijkheid om te kiezen. Herkenbaarheid Als je op een bepaalde manier blijft handelen omdat je zo herkenbaar bent, blijf je dus niet bedenken of je wel wilt wat je écht bent. Authenticiteit De essentie van een mens kan nooit een gegeven worden, dus niet zo authentiek. Wel authentiek omdat je het handelen terug kan voeren naar je eigen keuze. We hebben altijd zelf gekozen om zo te handelen, dus is het van ons zelf. Reflexiviteit Je moet je keuze niet maken aan de hand van reflexiviteit, maar je krijgt een uitgangspunten waarop je je keuze moet baseren. (Voorbeeld jongen naar leger en zieke moeder). Zelfkennis Ook op grond hiervan valt de keuze niet te maken. Volgens Frankfurt is dit een uitzonderlijk voorbeeld, volgens Sartre het bewijs dat de theorie van Frankfurt niet klopt. 3.5.2. Interpretatie: een middenweg tussen zelfkennis en zelf kiezen Visie 3.4: Je keuze ligt al vast, je weet dat alleen zelf nog niet. Existentialisme: Je keuze ligt niet vast, je moet blijven kiezen om te weten wat je wilt. Middenweg? Beslissen is een vorm van interpretatie. Charles Taylor. Zelfinterpretatie: het bepalen wat je zelf wilt door je keuze te baseren op kenmerken van jezelf die al vastliggen, maar daar anderzijds ook weer iets aan toevoegen door de manier waarop je die kenmerken interpreteert. De interpretatie gebaseerd op aannames, die kunnen fout zijn. Sterke evaluatie: Lekkere biefstuk! - maar is gemaakt in de bio-industrie - hoef ik niet Zwakke evaluatie: Mmm, lekkere biefstuk. Radicale beslissingen: Je moet eerlijk zijn ten opzichte van jezelf = zelfverwerkelijking. Mensen moeten de begrippen uit hun cultuur gebruiken om vorm te geven aan hun cultuur en wil. Door die begrippen proberen we ook te begrijpen wat onze verlangens zijn. We moeten ook kritisch zijn over die culturele begrippen, we moeten die reflecteren. Taylor nog goed doorlezen - vaag. 3.6 Hedendaags scepticisme Gray + Doris: Er is geen morele vooruitgang geboekt, hoe graag mensen dat ook willen geloven. Doris: Mensen zijn van nature slecht, is makkelijk over te halen om slechte dingen te doen. WE moeten dat voorkomen door een omgeving te creeëren waar dat niet kan/minder snel mogelijk is. Eerder geneigd om iets slechts te doen als je er niet zelf verantwoordelijk voor bent, dat is geen zelverwerkelijking maar gehoorzamen. We moeten niet kijken naar de ontwikkeling van de individu maar het idealiseren van de samenleving zodat mensen niet slecht handelen. Zelfverwerkelijking ligt minder voor de hand. Swaab - vrije wil als bewuste aansturing bestaat niet. Zelfverwerkelijking kan wel. Net als Libet, het is al vastgelegd wat wij gaan doen voordat we het zelf besloten hebben. Haidt: Mensen baseren keuzes niet op reflectie maar op intuïtie. We zoeken naar standpunten om ons intuïtieve standpunt te verdedigen. We hebben (onzichtbare) drijfveren die ons handelen veroorzaken. Met de taal kunnen we onze drijfveren beoordelen en tegelijkertijd nieuwe (onzichtbare) drijfveren ontwikkelen. Eens met Hume. Gray: Zelfverwerkelijking is een westerse misvatting. Morele begrippen (rechtvaardigheid) zijn modegrillen. We https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 7 van 9

hebben geen morele vooruitgang geboekt, alleen technologische. We blijven onze omgeving vernietigen en medemens vermoorden, komt doordat we dieren zijn. Dat we onze eigen essentie nog moeten vormen en kiezen is een sprookje, we worden gedreven door lusten en hartstochten. Milgram experiment. Hoe je handelt is afhankelijk van de situatie, niet van je karakter of wil. Verscheidenheid van drijfveren waar we ons grotendeels niet bewust van zijn, geen zelf aanwezig. Eens met Hume. Hoofdstuk 4 Vrije wil als bewuste aansturing 4.1 Inleiding Vrije wil als bewuste aansturing = Een handeling is vrije wil is een handeling die wordt aangestuurd door een bewuste gedachte die je vlak voor de handeling hebt. Je handelt uit vrije wil wanneer je handeling het gevolg is van het feit dat je dacht En nu ga ik dit doen. Met vrije wil bedoelen we dus het vermogen om bewust je eigen lichaam in beweging te brengen. John Searle: Als je een bewuste gedachte hebt kan je je eigen lichaam bewust aansturen. Waar zit die bewuste gedachte? Je denkt niet aan de elektrische impulsen en het hele proces, wel aan het bewegen van je arm. Roept veel vragen op. Verhouding tussen lichaam en geest niet duidelijk. (Dualisme/monisme). 4.2 Een mechanistische kijk op ons lichaam Het lichaam en de natuur kan gezien worden als iets mechanisch, maar hoe werkt de bewuste aansturing dan? 4.2.1 Mechanisering en de wetenschappelijke revolutie Artistoteles: Teleologisch wereldbeeld, alles in de wereld heeft een doel (een steen valt naar beneden omdat hij als doel heeft om op de aarde te liggen) - Wetenschappelijke revolutie - Mechanisch wereldbeeld (alles verklaren met formules enz.) Johannes Kepler: De wereld is een klok. Een ingewikkeld mechanisme waarin de mensen radartjes zijn. Er is alleen geen doel of bezieling, als de klok eenmaal loopt blijft hij zo lopen. René Descartes: Mechanistisch wereldbeeld ook op toepassing op de dieren. Dieren waren een gevoelloos mechanisme. Was dat ook zo met mensen? 4.2.2 Substantiedualisme: de scheiding tussen lichaam en geest Verschil mens en dier: geest. Substantiedualisme: de menselijke geest is een substantie die onafhankelijk bestaat van het menselijk lichaam. Res cogitants (ziel bewuste aansturing) / Res extensa (lichaam mechanisch) De geest als iets mechanisch zien is lastiger. Zo is leven na de dood ook niet mogelijk, dan zou de geest ook vergaan. Maar, als het substantiedualisme waar is, hoe kan de geest het lichaam dan in beweging brengen? Interactieprobleem. Opgelost door het bestaan van de pijnappelklier en de homuculus. 4.3 De natuur als gesloten domein 4.3.1 Is de vrije wil een bovennatuurlijke kracht? Isaac Newton: Monisme. Dingen komen in beweging door krachten die er op uitgeoefend worden (zwaartekracht enz.) Niet alle krachten zijn via directe fysieke aanraking, dus ook bovennatuurlijke krachten. De geest oefent een bovennatuurlijke kracht uit op het lichaam. Oplossing voor het interactieprobleem. Geloof in bovennatuurlijke krachten - er ontstaan gaten op de plaatsen waar de bewegingen niet door natuurkrachten veroorzaakt worden. Nog wel plaats voor in de huidige wetenschap? In 17e en 18e eeuw nog wel geloof in de bovennatuurlijke krachten, maar na ontdekkingen die in strijd zijn met de bovennatuurlijke krachten geen geloof meer in het bovennatuurlijke, alles kan verklaard worden met natuurkrachten. (Bijvoorbeeld wet van behoud van energie). https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 8 van 9

Fundamentele natuurkrachten: zwaartekracht, elektromagnetische kracht, zwakke kernkracht en sterke kernkracht - geen gaten meer voor bovennatuurlijke krachten. Causale geslotenheid van het natuurkundig domein - Alles wat in de natuurkundige wereld gebeurd wordt veroorzaakt door natuurkundige krachten - geen oplossing voor interactieprobleem. 4.3.2 Epifenomenalisme: het bewustzijn heeft geen invloed Epifenomenalisme = Bewuste ervaringen en gedachten worden wel door het lichaam veroorzaakt, maar hebben zelf geen invloed op het lichaam. (Geest heeft gevoelens als er iets gebeurt met het lichaam maar de geest kan zelf niks veroorzaken in het lichaam. Epifenomeen = een gebeurtenis die wel een oorzaak heeft maar zelf niks kan veroorzaken). De geest hobbelt er maar wat achteraan. Met epifenomenalisme geen sprake van vrije wil als bewuste aansturing. Niet geloofwaardig - als je iets bewust ervaart (spruitjes vies vinden) zou dat geen invloed hebben op je handelingen, maar je zal voortaan er minder snel voor kiezen om spruitjes te eten. 4.3.3 Monisme: de eenheid van lichaam en geest De geest is onderdeel van het natuurkundig domein en valt samen met het lichaam - substantiemonisme - monisme. De gedachtes en de activiteit van de hersenen vallen samen. Eenvoudigste vorm van monisme = identiteitstheorie (J.J.C. Smart) = alle gedachten en ervaringen zijn identiek aan de hersentoestanden. Bewuste gedachten zijn hersentoestanden en die hersentoestanden kunnen je lichaam in beweging brengen. (Descartes - Als je gedachten alleen een mechanisme zijn kan je niet meer denken). Problemen met de identiteitstheorie: Een gedachte kan ergens over staan, maar een hersentoestand niet? / Mensen kunnen dezelfde gedachte hebben, maar een andere hersenactiviteit hebben. https://www.scholieren.com/verslag/74331 Pagina 9 van 9