Ga de dialoog aan, Distelmans! Dr. An Haekens is hoofdarts Alexianen Zorggroep Tienen. 14 december 2015 1 shares Wim Distelmans Eric de Mildt 1 De voorbije week is er heel wat inkt gevloeid over euthanasie bij psychisch lijden. Opvallend is toch wel de reactie uit Nederland rond de positie van Wim Distelmans in dit hele debat: je kan niet tegelijk slager en vleeskeurder zijn in een thema dat zo nauw de volksgezondheid aanbelangt. Hoe sterk zou het niet zijn geweest mocht Wim Distelmans, in zijn hoedanigheid van voorzitter van een Federale Controle en Evaluatiecommissie Euthanasie, na de oproep van een groep van meer dan 60
collega artsen en psychologen om euthanasie omwille van psychisch lijden uit de wet te halen, een voorstel hebben gedaan om samen in overleg te gaan in plaats van het eigen grote ideologische gelijk onmiddellijk naar voren te schuiven. De opening die de initiële euthanasiewet creëerde met betrekking tot psychisch lijden lijkt vandaag op grond van concrete discussies wellicht nogal snel en gemakkelijk te zijn gemaakt. De criteria waaraan voldaan moet worden om euthanasie te kunnen toepassen, laten op het punt van psychisch lijden veel te veel ruimte voor interpretatie en dus ook voor potentieel oneigenlijk gebruik. De discussie gaat vooral over het volgende criterium: "de... patiënt bevindt zich in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden, en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening; [...]" SHARE Collega Distelmans zou de moed moeten hebben om zich af te vragen hoe het komt dat de Federale Controle en Evaluatiecommissie zo'n moeite heeft om artsen te
vinden die bereid zijn te zetelen in die commissie Dat criterium "medische uitzichtloosheid" betekent dat er geen behandelperspectief meer is. Voorstanders van de absolute autonomiegedachte stellen over dat criterium dat er situaties zijn waarin er wel nog behandelperspectief is, met andere woorden, dat er nog een behandeling mogelijk is voor die concrete patiënt met een euthanasievraag, maar wanneer deze patiënt die behandeling weigert, er toch voldaan is aan het criterium van medische uitzichtloosheid. Zo argumenteert Lieve Thienpont in De Morgen (9/12) dat patiënten die geen inspanning meer willen leveren voor een behandeling die mogelijks nog resultaat zou kunnen opleveren ook het recht heeft om die behandeling te weigeren en dus euthanasie te krijgen. Hiermee is het criterium "medische uitzichtloosheid" herleid tot het criterium "bereidheid om een behandeling te ondergaan". Collega Distelmans zou de moed moeten hebben om zich de vraag te stellen hoe het komt dat de Federale Controle en Evaluatiecommissie zo'n moeite heeft om artsen te vinden die bereid zijn te zetelen in die commissie. Daar zijn wellicht allerlei argumenten voor te bedenken, maar zou het kunnen dat heel wat artsen die zorgvuldig willen handelen met betrekking tot deze problematiek, aarzelen om zich te identificeren met
Distelmans commissie? Hoe is het te verklaren dat in de 13 jaar dat de euthanasiewet bestaat welgeteld 1 casus werd doorgestuurd naar het Parket, (toevallig?) een casus waarover een Australische documentaire is gemaakt? SHARE Dreigt hier niet het gevaar dat men in deze commissie zoveel dossiers laat passeren dat op den duur de praktijk de wet heeft voorbijgestoken zonder enige maatschappelijke discussie? Dreigt hier niet het gevaar dat men in deze commissie zoveel dossiers laat passeren dat op den duur de praktijk de wet heeft voorbijgestoken zonder enige maatschappelijke discussie? Is het niet tijd voor een grondige doorlichting van deze Evaluatiecommissie? Dat er terughoudendheid is met betrekking tot euthanasie omwille van psychisch lijden mag onder meer ook blijken uit de cijfers. In een Letter to the Editor (6/11) van een aantal Vlaamse artsen en professoren op een artikel van Lieve Thienpont en Wim Distelmans in The British Medical Journal wordt
gereageerd op hun analyse van 100 Belgische casussen met euthanasieverzoek omwille van psychisch lijden. Uit dat artikel van Thienpont en Distelmans kan men afleiden dat 35 50% van de euthanasieverzoeken omwille van psychisch lijden door één en dezelfde psychiater werd uitgevoerd. Dit geeft toch wel te denken over de gedragenheid binnen het medisch korps. Is het dan niet dringend tijd om de wettelijke zorgvuldigheidscriteria voor euthanasie grondig te herzien en te verfijnen voor situaties van psychisch lijden, een lijden dat geen enkele psychiater onverschillig laat? De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie heeft reeds jaren geleden een 'Richtlijn omgaan met het verzoek om hulp bij zelfdoding door patiënten met een psychiatrische stoornis' geschreven. Hulp bij zelfdoding is in ons land niet wettelijk geregeld, maar het document getuigt van een grote zorgvuldigheid en geeft de complexiteit van deze problematiek duidelijk weer. In deze Nederlandse richtlijnen is het bijvoorbeeld niet mogelijk euthanasie toe te kennen aan een patient die nog een "redelijk behandelperspectief" heeft maar behandeling weigert. Ondertussen zijn ook in ons land hulpverleners uit de geestelijke gezondheidszorg bezig met het uitschrijven van zorgvuldigheidscriteria. Dit vanuit een nood die bij veel artsen en hulpverleners wordt ervaren, met name
een nood aan richtlijnen om met dit uitzichtloos psychisch lijden en de vraag naar euthanasie om te gaan, richtlijnen die momenteel in ons land niet beschikbaar zijn. Overigens zijn er heel wat positieve ontwikkelingen: binnen heel wat psychiatrische ziekenhuizen worden supportteams opgestart om de expertise omtrent het omgaan met uitzichtloos psychisch lijden te vergroten; binnen de Federatie Palliatieve Zorgen Vlaanderen is enkele jaren geleden een werkgroep 'Psychiatrie en Palliatie' opgestart, met als doel samen na te denken over 'palliatieve zorg' in de psychiatrie. Daarnaast is er momenteel een grote omwenteling bezig in de geestelijke gezondheidszorg in de hoop de zorg makkelijker toegankelijker te maken en meer mensen met psychische problemen beter te kunnen behandelen. Het psychisch lijden mag niet gebanaliseerd worden. Het is een té ernstige en belangrijke problematiek om herleid te worden tot ideologische polariseringen van welke zijde dan ook. Daarom vragen we een sereen maar nieuw inhoudelijk debat over deze problematiek en de huidige wetgeving om met grotere zorg en zorgvuldigheid met dit psychisch lijden om te kunnen gaan. SHARE Het psychisch lijden mag niet gebanaliseerd
worden. Het is een té ernstige en belangrijke problematiek om herleid te worden tot ideologische polariseringen van welke zijde dan ook.