Intertemporele afwegingen = het nemen van belangrijke beslissingen die voor je toekomst van belang zijn.

Vergelijkbare documenten
5,5. Samenvatting door een scholier 1286 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 5.

De drie manieren van pensioen sparen noemen we de 3 pijlers van het pensioensysteem.

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * Als %

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd

Bijlage bij lesbrief Pensioenworkshop Mañana

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Ouderdomspensioen Rekenvoorbeeld 1 10 Algemeen Pensioenfonds KLM KLM Health Services Pensioen Laag 2 april 2016

6.1 De AOW. Een alleenstaande krijgt 70% van het minimumloon. Gehuwden of samenwonenden krijgen 100% van het minimumloon.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wist je dat je nu waarschijnlijk al pensioen opbouwt? Een klein beetje, maar het is pensioen.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Je partner en kinderen krijgen een pensioen als je overlijdt. Je bouwt bij ons ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Overlijd je? Dan geldt dit.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw,

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

PROEFDRUK PROEFDRUK. Onderwerp: Uw pensioenoverzicht van Beste mevrouw SW Voorbeeld,

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Ruilen over de tijd (havo)

Als beide ouders overleden zijn, wordt het wezenpensioen verdubbeld. Ieder kind krijgt dan een bedrag ter hoogte van 28% van het ouderdomspensioen.

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Pensioen Laag 2

Hoe is jouw pensioen geregeld?

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

De hoogte van het totale partnerpensioen staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op

Ouderdomspensioen. Partnerpensioen. Wezenpensioen. 19 september Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Werkt u in deeltijd of gaat u in deeltijd werken, dan bouwt u vanaf dat moment naar rato pensioen op.

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in uw pensioenregeling?

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Sparen of lenen Waarom?

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Verplichte context Module 4 Onderwijs en menselijk kapitaal

Hoe is uw pensioen geregeld?

Welkomstbrief. Meer weten? Kijk op pensioentextielverzorging.nl

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Gaat u met pensioen? Dan krijgt u ouderdomspensioen.

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

StichtingPensioenfondsNIBC

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Hoe is uw pensioen geregeld?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Een nieuwe pensioenregeling

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?


PSL. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw,

Wat krijgt u in uw pensioenregeling?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

De grootste financiële beslissing in een mensenleven

1. Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Pensioen aanvullende pensioenregelingen. Wat krijg je in onze aanvullende regelingen? Extra ouderdomspensioen. Laag 1.

Financieel rapport. Financiële risico s de baas. Overzicht met de mogelijke ontwikkeling van de financiële positie van:

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Ruilen over de tijd. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Uw pensioen bij Avebe Over wat er voor u belangrijk is als het om uw pensioen gaat. Pensioenfonds Avebe

StichtingPensioenfondsNIBC

Laag 2 LAAG 2. Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Een goede oudedagsvoorziening? Werknemers zijn aan zet

Transcriptie:

Samenvatting door K11 2575 woorden 29 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context H5; Jong geleerd, oud gedaan 5.1 Levensfase Levensfasen = kindertijd/jeugd studietijd werken pensioen dood. Tijdens deze fasen neem je belangrijke beslissingen die voor je toekomst van belang zijn. Intertemporele afwegingen = het nemen van belangrijke beslissingen die voor je toekomst van belang zijn. Bovenste grafiek Hierin zie je het verband tussen verwachte gemiddelde brutoarbeidsinkomen per jaar, je gemiddelde consumptie per jaar en je leeftijd. Tijdens je kindertijd/jeugd verwaarloosbaar inkomen. consumptieniveau wordt in die tijd hoofdzakelijk bepaalt door je ouders. Pensioen stop je met werk geen arbeidsinkomen meer. Werkzame leven inkomen hoger dan consumptieve uitgaven. Van je inkomen moet je ook belasting en sociale premies betalen. Een ander deel van je inkomen gebruik je voor de aflossing van schulden en ander deel weer voor besparingen (spaargeld op je bank en bijv. te betalen pensioenpremie). Stroomgrootheden = grootheden die per tijdseenheid of periode worden gemeten. (inkomen, consumptie, besparingen, belastingen, premies en aflossingen) https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 1 van 10

Onderste grafiek Hier zie je het verband tussen je verwachte vermogen en je leeftijd. Vermogen = waarde van je bezittingen waarde van je schulden Voorraadgrootheden = grootheden die op een bepaald tijdstip worden gemeten. (vermogen, bezittingen en schulden) In kindertijd/jeugd geen vermogen opgebouwd. Studietijd je bouwt een studieschuld op, je investeert in jezelf om later een goede baan te krijgen. tijdens studie, vermogen wordt elk jaar negatiever. Die schuld moet je na je studie in een aantal jaren terugbetalen, dit doe je met een deel van je inkomen Als die studieschuld is afgelost bouw je tijdens je werkzame leven weer een vermogen op. Je koopt een huis hypotheekschuld wordt na door aflossingen steeds kleiner. Je spaart op een bank of je belegt geld in: aandelen, opties of obligaties. Je betaalt pensioenpremie je bouwt zo een pensioenvermogen op. Je kan ook een koopsom- of lijfrentepolis afsluiten als aanvulling op je pensioeninkomen of om eerder te stoppen met werken, maar ook om nabestaande een goed inkomen te kunnen garanderen. Na je pensionering vermogen neemt weer af, het bijeen gespaarde vermogen wordt gebruikt om van te leven. 5.2 Investeren in studeren Startkwalificatie jongeren zonder startkwalificatie zijn volgens de overheid onvoldoende voorbereid op de arbeidsmarkt. (ten hoogste vmbo diploma of mbo niveau 1 diploma). Jongeren kiezen na hun middelbare school vaak voor een vervolgopleiding, om goed voorbereid te zijn op de arbeidsmarkt (startkwalificatie) Zij investeren in human capital = in jezelf tijd en geld investeren. Persoonlijke motieven om verder te studeren Tijd = schaars. https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 2 van 10

Je moet een keuze maken tussen scholing, een (on)betaalde baan en vrije tijd. Kies je voor een vervolgopleiding, dan offer je vrije tijd en inkomen uit betaald werk op. Opofferingskosten van je studie = het opofferen van vrije tijd en inkomen uit betaald werk. Meestal bouw je een studieschuld op zonder studiefinanciering kun je je studie meestal niet zelf betalen. (Belangrijke) Redenen om verder te gaan studeren: Vergroten van je kennis : kennis komt later goed van pas, in je beroep, vrije tijd, voor je gezin of ergens anders. Verbeteren van je vaardigheden : in elk vak-/leergebied leer je beter gebruik te maken van je eigen vaardigheden. (Zelf) Ontplooiing : doordat je verder studeert komt je persoonlijkheid beter tot ontwikkeling. Vergroten van je kansen op de arbeidsmarkt : hoe hoger opleidingsniveau hoe hoger kansen op werk hoe lager de kans op werkloosheid. Werkloosheidspercentage bij lager opgeleiden is hoger dan bij hoger opgeleiden. Verhoging van je kansen op een hoger inkomen : hoe hoger je opleidingsniveau hoe hoger je latere arbeidsinkomen. Met je toekomstige inkomen kan je je studieschuld aflossen en beginnen aan het opbouwen van vermogen voor later. Een leven lang leren Doordat er steeds nieuwe/verbeterde productiewijzen worden uitgevonden en toegepast (innovatie), is herscholing, bijscholing of omscholing altijd nodig. Herscholing = het opfrissen van bestaande kennis en vaardigheden. Bijscholing = het toevoegen van nieuwe kennis en vaardigheden aan je bestaande kennis. Omscholing = het volgen van onderwijs om een geheel ander vak te leren. Omscholing is nodig als de eisen die het bedrijfsleven en de overheid stellen, niet (meer) aansluiten op de wensen, de kennis en vaardigheden van werkzoekenden. Onderwijs en economische ontwikkeling Scholing/onderwijs is niet alleen belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling, maar het verbetert ook de economische ontwikkeling in het land. Goed onderwijs levert een goed geschoolde beroepsbevolking op de kwaliteit van de werkenden is daardoor hoog. Voordelen: 1. Een goedgeschoolde beroepsbevolking kan kwalitatief hoogwaardige goederen produceren. https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 3 van 10

2. Door onderwijs/scholing begrijp je veranderingen in de samenleving beter. zo worden er sneller oplossingen voor maatschappelijke problemen gevonden. 3. Door een goedgeschoolde beroepsbevolking is de arbeidsproductiviteit (productie per werkende) hoog. 4. Door hogere productie per werkende worden de arbeidskosten per product lager hierdoor kan de winst kan toenemen dit kan leiden tot meer investeringen. 5. Door de lagere arbeidskosten kunnen ook de verkoopprijzen in de bedrijven dalen dit leidt tot een betere (internationale) concurrentiepositie. 6. Door de hogere arbeidsproductiviteit neemt de welvaart toe. werknemers produceren immers meer in dezelfde tijd. In een land kan dan in totaal meer geproduceerd worden. De schaarste neemt af en dus neemt de welvaart toe. Overheidsbemoeienis De overheid bemoeit zich met het onderwijs, omdat het samenhangt met de economische ontwikkeling Het aantal drop-outs is erg hoog. Drop-outs = leerlingen die zonder diploma hun school verlaten. Toekomstkansen drop-outs erg klein, ze veroorzaken veel overlast en kosten. De overheid stimuleert de scholen om drop-outs te voorkomen door bijvoorbeeld direct in te grijpen bij spijbelgedrag. = geregeld in de leerplichtwet. Leerplichtwet = iedereen is vanaf de leeftijd van 5 jaar tot en met het schooljaar waarin zij 16 wordt leerplichtig. Hierna geldt de kwalificatieplicht voor alle jongeren die nog geen startkwalificatie hebben Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is verantwoordelijk voor de onderwijsuitgaven. Deze uitgaven zijn zo n 20% van de totale rijksuitgaven. Deze uitgaven kunnen gezien worden als een investering in human capital. Grootste deel van de uitgaven zijn directe onderwijsuitgaven; salarissen, bouw, inrichting en onderhoud van de scholen, de organisatie van het onderwijs en de betaling van de gratis boeken in het voortgezet onderwijs. Ongeveer 11% van de onderwijsbegroting gaat naar studiefinanciering, hier heb je recht op als je gaat studeren in HBO of aan de universiteit. Zo kan iedereen in Nederland deelnemen aan hoger onderwijs. Volg je voltijd studie je komt dan in aanmerking voor basisbeurs. https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 4 van 10

Hoogte basisbeurs is voor uitwonende studenten hoger dan thuiswonende. Of je in aanmerking komt voor aanvullende beurs hangt af van het inkomen van je ouders. je aanvullende beurs wordt lager naarmate het inkomen van je ouders hoger is, hang t ook af van of je broers/zussen hebt in voortgezet onderwijs of een aanvullende beurs hebben. Naast aanvullende beurs kan je rentedragende lening afsluiten, hierover betaal je rente. Je kan ook een lening aanvragen voor het betalen van je collegegeld collegegeldkrediet, deze lening moet je na je studie terug betalen. Je hebt recht op ov-studentenkaart als je studiefinanciering krijgt. Je mag elk jaar een bedrag bij verdienen zonder dat je studiefinanciering daardoor in gevaar komt. Je krijgt studiefinanciering in de vorm van een prestatiebeurs. Prestatiebeurs = basisbeurs en aanvullende beurs worden eerst als lening uitbetaald, net als ovstudentenkaart (vast bedrag per maand). Als je binnen 10 jaar minstens een Hbo-diploma behaalt, wordt het omgezet in een gift. Je hoeft het dan niet terug te betalen. Eerste 12 maanden aanvullende beurs altijd een gift. Je hebt 4 jaar recht op prestatiebeurs, daarna kan je nog 3 jaar geld lenen. Informatie Beheer Groep voert Wet studiefinanciering uit. Het ministerie is ook verantwoordelijk voor de uitvoering van Wet kinderopvang. Kinderopvang is volgens deze wet een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, overheid en werkgevers. Scholen verplicht om aansluiting met buitenschoolse opvang te organiseren. Iedereen die werk of opleiding voor een beroep combineert meet de zorg voor kinderen kan aanspraak maken op een kinderopvang toeslag. bijdrage van de overheid in de kosten van kinderopvang. 5.3 Inkomen, gezin en rondkomen Met geld omgaan is niet makkelijk je wilt meer dan wat mogelijk is. Begroting = een schatting van alle inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode. Als je weet wat de verwachten inkomsten en uitgaven zijn, kun je gaan budgetteren. Zo kan je vaststellen of bepaalde uitgaven haalbaar zijn of niet, soms moet je bezuinigen op het een om het ander te kunnen doen. https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 5 van 10

Budgetteren = zorgen voor evenwicht tussen de verwachte inkomsten en verwachte uitgaven. Het bijhouden van financiën is voor iedereen van groot belang. Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) = helpt geldproblemen te voorkomen of op te lossen. Er zijn 3 categorieën uitgaven: Vaste lasten = uitgaven die op een vaste tijd terugkeren. Reserveringsuitgaven = niet-regelmatige uitgaven en/of onverwachte uitgaven Huishoudelijke uitgaven = de dagelijkse uitgaven voor de boodschappen. Niet elke maand komt er evenveel geld binnen. Sommige maanden kan er een begrotingstekort ontstaan en in sommige maande een begrotingsoverschot. In overschot maanden geld reserveren voor de tekort maanden, dit geld zet je dan op een spaarrekening. Begrotingstekort = als de verwachte uitgaven hoger zijn dan de verwachte ontvangsten. Begrotingsoverschot = als de verwachte inkomsten hoger zijn dan de verwachte uitgaven. Je moet ook denken aan het reserveren voor grote uitgaven in de toekomst, als je daar nu geen geld opzij voor zet, krijg je later te maken met geldtekorten. Je moet ook rekening houden met prijsstijgingen. Als je geld tekort komt, moet je lenen. Soms is bezuinigen op andere uitgaven een oplossing. 5.4 Met ouderdomspensioen Ouderdomspensioen = het inkomen voor de tijd dat je op latere leeftijd niet meer werkt. Zo n pensioen is niet vanzelfsprekend, je moet het opbouwen. In Nederland is het pensioensysteem gebaseerd op 3 uitgangspunten, 3 pijlers. Pijler 1 AOW-Basispensioen Algemene Ouderdomswet biedt iedere Nederlandse burger een basispensioen. Elk jaar dat je vanaf je 15e in Nederland hebt gewoond, bouw je 2% AOW op. De hoogte van de AOW is afhankelijk van de woonsituatie en is voor iedereen even hoog. https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 6 van 10

Er is sprake van door de overheid verplichte solidariteit tussen ouderen en jongeren. Uitgangspunt is dat een bejaard echtpaar een gezamenlijke AOW-uitkering krijgt van het totale minimumloon. AOW premies worden alleen betaald door mensen met een inkomen. Voor AOW geldt net als voor andere sociale verzekeringen het omslagstelsel. Omslagstelsel = betaalde AOW premies worden direct doorgegeven aan de AOW-gerechtigden. Hoogte premie hangt af van hoogte uitkeringen, aantal pensioengerechtigden en de te maken kosten. Door ontgroening en vergrijzing neemt de beroepsbevolking in verhouding tot het aantal AOWgerechtigden af AOW dreigt onbetaalbaar te worden. Er is daarom een AOW-spaarfonds opgericht. Deze wordt tot 2020 gevuld met belastinggeld om er vanaf 2020 de extra benodigde AOW-uitkeringen mee te kunnen betalen. Volgende maatregelen zijn of kunnen worden meegenomen: Je AOW met een hoger uitkeringsbedrag vrijwillig max. 5 jaar later laten ingaan. (2011) Afschaffing partner toeslag voor partners jonger dan 65 jaar. (2015) Rijkere AOW ers een extra bijdrage vragen om AOW betaalbaar te houden. Verplichte verhoging AOW leeftijd langer doorwerken bevorderen. AOW ers ook premie AOW laten betalen.. Verhoging AOW premie voor werkende. Omzetting omslagstelsel in kapitaaldekkingsstelsel. Kapitaaldekkingsstelsel = de verzekerde betaalt premies die vervolgende door een beheerfonds worden belegd zodat later de uitkering (waardevast) kunnen worden uitgekeerd. Je spaart zo voor je eigen AOW-uitkering. Pijler 2 Aanvullend bedrijfspensioen Doel aanvullend bedrijfspensioen de AOW aanvullen met een pensioenuitkering die afhangt van het genoten salaris en het aantal jaren dat je gewerkt hebt. Je uiteindelijke pensioen is hoger en beter afgestemd op de hoogte van je arbeidsinkomen voordat je met pensioen ging. Aanvullende bedrijfspensioenen zijn gebaseerd op kapitaaldekkingsstelsel: met betaalde premies spaar je met behulp van je werkgever je eigen pensioen bij elkaar. Pensioenfondsen innen premies en verzorgen pensioenuitkeringen. Zowel fondsen voor een hele sector als voor individuele ondernemingen. Grootste pensioenfonds in Nederland ABP : Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (voor overheid en onderwijs) Pensioenpremie wordt deels door je werkgever betaald, het andere deel betaal je zelf. De premie wordt https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 7 van 10

betaald over je pensioengrondslag. Pensioengrondslag = bruto werknemers inkomen franchise. Franchise = dat deel van je jaarsalaris dat niet meetelt voor de opbouw van je pensioen. Hiermee bouw je geen pensioen op, omdat je voor dat deel later AOW krijgt. De betaalde premies worden door pensioenfondsen belegd in aandelen, obligaties en andere waardepapieren. Door koerswinst en beleggingsrendement neemt je pensioenreserve(opgebouwde pensioenvermogen) extra toe. Pensioen uitkeringen kunnen worden geïndexeerd. Pensioenindexatie = pensioenen worden geheel/gedeeltelijk aangepast aan het inflatiepercentage, zodat uitkering waardevast blijft, of aan de stijging van de cao-lonen, zodat uitkering welvaartsvast blijft. Je koopkracht blijft gelijk of kan zelfs toenemen. De indexatie kan weg worden gelaten als de dekkingsgraad van het pensioenfonds te laag wordt. Dekkingsgraad = de verhouding tussen het vermogen van een pensioenfonds en de pensioenen die het fonds nu en in de toekomst moet uitbetalen. Dekkingsgraad 120%, wilt zeggen dat tegenover elke 100,- die uitbetaald moet worden er 120,- aan vermogen staat. Wettelijk is een dekkingsgraad van minimaal 105% voorgeschreven. Hoogte pensioenuitkering hangt af van het salaris en het aantal jaar dat je gewerkt hebt. In NL streefwaarde ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, 70% van het laatst verdiende loon. De meeste pensioenfondsen zijn van een eindloonstelsel naar een middelloonstelsel. Eindloonstelsel = de maximale AOW + pensioenuitkering op 65-jarige leeftijd ongeveer 70% van het laatst verdiende loon voordat je met pensioen ging. https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 8 van 10

Middelloonstelsel = de uitkering is afhankelijk van het gemiddeld in je leven verdiende salaris. Bij middelloon bouw je elk jaar dat je (vanaf 15e levensjaar) premie betaalt maximaal 2,25% van je pensioen op. De opbouw percentages verschillen per pensioenfonds. In Nederland hoef je niet op je 65e met pensioen te gaan. Dat kan tussen je 60e en je 70e. Eerder stoppen met werken uitkering lager. Langer doorwerken hoger pensioen. Je pensioen groeit exponentieel naarmate je langer doorwerkt(het pensioenbedrag neemt meer dan evenredig toe.) Je kan ook kiezen om met deeltijd pensioen te gaan; een deel van de week werken, een deel van de week genieten. Ook nog keuze om aan het begin meer pensioen te ontvangen en later minder pensioen te ontvangen. Pijler 3 Vrijwillige pensioensopbouw Als je vind dat je AOW + bedrijfspensioen niet hoog genoeg is, kun je zelf/vrijwillig sparen voor extra pensioen. Pensioen kan laag zijn omdat: woonde in buitenland, lange tijd niet gewerkt. Ondernemers zijn aangewezen op zo n vrijwillig pensioen. Uitgangspunt: kapitaaldekkingsstelsel. Lijfrente sparen = stort eenmalig(koopsompolis) of jaarlijks een vast bedrag op een deposito rekening rekening is geblokkeerd, tussentijds geen geld opnemen renteopbrengst staat vooraf vast afspreken met bank wanneer en hoe de stortingen incl. rente worden uitbetaald. Levensverzekering = levensverzekering wordt uitbetaald als de verzekerde op een bepaalde datum nog in leven is of daarvoor komt te overlijden. Premie wordt belegd in aandelen/obligaties uitkeringshoogte onzeker. Levensverzekering betaalt bedrag in 1x uit, bij lijfrenteverzekering wordt het in termijnen uitgekeerd. Zelf beleggen = zelf aandelen, obligaties of andere waarde papieren kopen. Of je beleggingsportefeuille verkopen wanneer je met pensioen gaat beleggingsopbrengst onzeker Aflossen hypotheekschuld = ervoor zorgen dat je je hypotheek hebt afgelost voordat je met pensioen gaat woonlasten dalen sterk. Dit is niet sparen, maar woonlasten dalen je kunt met lager pensioen inkomen genoegen nemen. Levensloopregeling n.v.t. 5.5 Pensioen bij arbeidsongeschiktheid en overlijden. Soms moet je gedwongen stoppen met werken door arbeidsongeschiktheid kan voor geldproblemen zorgen bij familie, wanneer je overlijdt kunnen die problemen nog groter worden. Arbeidsongeschiktheidspensioen en nabestaande pensioen zijn ook gebaseerd op 3 pijlers. https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 9 van 10

Ouderdom Arbeidsongeschiktheid Nabestaanden Pijler 1; wettelijke geregeld basispensioen OAW WIA ANW Pijler 2; aanvullend pensioen pensioenfonds waarbij werkgever is aangesloten Aanvullend ouderdomspensioen Aanvullend pensioen arbeidsongeschiktheid Aanvullend nabestaandenpensioen en ANW-compensatie Pijler 3; vrijwillige verzekeringen Bijv. lijfrenten, beleggingen, extra pensioen van pensioenfonds inkopen Bijv. particulier verzekeren, extra pensioen van pensioenfonds inkopen Bijv. gewone levensverzekering, lijfrenteverzekering, extra pensioen van pensioenfonds inkopen De overheid garandeert een minimumbasis inkomen (AOW, WIA, ANW) meestal onvoldoende om levensstijl te behouden pensioenfondsen bieden aanvullende voorzieningen, waarvoor wel premie moet worden betaald. Premies verschillen per pensioenfonds en per sector waar je werkzaam bent. (lees blz.131) https://www.scholieren.com/verslag/98871 Pagina 10 van 10