Drie psalmen: denken, schuld belijden en danken in gewone taal

Vergelijkbare documenten
Sorry, vergeef me. Het voorbeeld van David psalm 51. blok B - nivo 1 - avond 6

Maak kennis met de Bijbel in Gewone Taal Toelichting bij Powerpoint presentatie

1. Bij een nieuw begin

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. A. Prins (Vriezenveen)

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

Wij zingen voor de dienst: Lied 869: 1 en 2

DIENST VAN SCHRIFTLEZING EN GEBED. 11 januari Eerste Zondag na Epifanie De doop van de Heer in de Jordaan

Preek HC zondag 51 Vergeef ons onze schulden

Eredienst zondag 20 januari 10.00u Voorganger: br. Huib van Leeuwen

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

HERVORMDE KERK HOOGBLOKLAND

DE WIJZE KONING SALOMO

Geef. nooit op! Gods beloften voor jou MIRANDA TOLLENAAR

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein

De stem van de stilte (nav 1 Koningen 19: 12, 13)

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

JEZUS VERGEEFT EN GENEEST

Heer, U zocht mij, toen ik was weggegaan U bracht mij veilig in Uw gezin U vergaf mij, mijn schuld is weggedaan U gaf mijn leven een nieuw begin

Familie naar Psalm 133 Tekst & muziek: Marcel Zimmer 2012 Celmar Music

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De gelijkenis van de verloren zoon.

Protestantse Gemeente te Wapenveld in de Petruskerk 7 jul :00 uur

Toon mijn liefde, aan de ander dien de ander, zo heb Ik ook jou liefgehad. Heb elkaar lief, wat er ook gebeurt, de ander, zo heb ik ook jou

21 mei uur AA Kramer orgel: Piet Noort schriftlezing: Mijndert Blijdorp. Welkom. Votum en zegengroet. GK psalm 147: 1 = LB 147: 1.

Gemeente. Zijspoortje. De Bijbelse Encyclopedie leert ons dat het woord kerk afgeleid is van het Griekse woord [kuriakè], dat des Heren betekent.

Gemeentezang Liedboek 281: 1, 2, 3 en 4: Jezus zal heersen

Over welke strijd gaat het in deze psalm? Wat betekent de waarschuwing in vers 12 voor jou?

26 oktober 2014 Nationale Bijbelzondag. Echt geluk is voor.. Bij de zaligsprekingen uit de Bijbel in Gewone Taal Mattheüs 5 : 1-12

Liedteksten Kerstfeest Zondagsschool Samenzang

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Tjimmie van der Wal: Zodra iedereen binnen is beginnen we met:

Zondag 16 februari Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help!

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

Menze Fernandus van Houten

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

KONING DAVID (DEEL 1)

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

Transponeringstabel LB2013-LB1973

VIEREN MET KINDEREN GEBED OM VERGEVING

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september in deze dienst zal. Julia Brugge.

Welkomstwoord en mededelingen Ik wil juichen voor U, mijn Heer (Op Toonhoogte 271) Ik wil juichen voor U, mijn Heer,

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God,

ADRIAAN VAN DER WELLE

Orde voor de ingebruikneming van een orgel of ander muziekinstrument

Genieten van het echte leven

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

Protestantse Gemeente De Levensbron te Rilland. Tweede zondag in de Advent, 6 december 2015 Kerkdienst van Woord en Sacrament

Prijst de Vader, prijst de Zoon. Prijst de Geest die in ons woont. Prijst de Koning der heerlijkheid. Prijst Hem tot in eeuwigheid.

In de loop van de vele jaren dat ik in mijn bediening sta, constateerde

Vijf redenen waarom dit waar is

Versie A SAMENLEESBIJBEL

Lezen : Johannes 3 : 1-21 Tekst : Johannes 3 : 21

De bruiloft van Simson

Liedjes over Gods naam?

Kinderdienst: Muziek brengt je bij God!.

Opwekkingsdienst 17 mei 2015 om in de Ark. Voorganger: Ds. Stam M.m.v.: de opwekkingsband. Thema: De Hartendokter!

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan

MAAR uit genade door het geloof. Hoe wordt iemand gered?

By heart. U kent ze uit uw hoofd. Engelsen kennen ze uit het hart. By heart. En dat is heel mooier.

Kerk- en Schooldienst in de Maranathakerk. in samenwerking met de Protestants Christelijke Basisschool Samen op Weg VERWONDERING!

Lied van de maand

EZECHIËL: MAN VAN VISIOENEN

Er zal geen verzengende hitte, geen dorst en geen honger meer zijn want Hij zal ze weiden aan water dat vloeit uit het hart der woestijn.

OM TE BEGINNEN Welkom en mededelingen Muziek Allen gaan staan. Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer!

Kingdom Faith Cursus HEILIG, HEILIG, HEILIG

HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE

JEZUS GENEEST EEN BLINDE BEDELAAR

Thema: Vrede zij u! Liturgie voor de 2 e Paasdag op 28 maart 2016 in de Oude Kerk te Veenendaal. *Inleidende muziek.

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Zondag 12 april 2015 is er om 15 uur een aangepaste gezinsdienst in de Opstandingskerk te Terneuzen. Voorganger: de heer G.A. Slabbekoorn uit Goes

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

2. Zegengroet Genade voor u en vrede van God onze Vader in de Heer Jezus Christus. Amen

PETRUS EN DE KRACHT VAN HET GEBED

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VROUW BIJ DE PUT

NOTA EFEZIËRS 1,7-10 IN DE NIEUWE BIJBELVERTALING

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar

Orde van dienst. Thema: Zondag Vaderdag. voor de jeugddienst, zondagochtend 21 juni 2015 in de Hervormde Kerk van Rijsoord. : Peter Koppenaal -1-

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

De rijkdom van het evangelie

Liturgie avonddienst Westerkerk zondag 30 augustus 2015 Zingen (staande): Psalm 62 : 1,4 (NB) 1.Mijn ziel is stil tot God mijn Heer, van Hem verwacht

Liturgie van zondag 28 juni 2015 Viering van Woord en Gebed 4 e zondag na Trinitatis Liturgische kleur - groen

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

2

Liturgie voor de scholendienst 2015

De tien Geboden. Tien belangrijke regels. Aangepaste dienst Zondag 17 april 2016 Ds. Henk Bondt

Welkom in de Menorah. Voorganger Ouderling v. dienst Lectrice Organist. M.m.v. de Overstappers Elise Akkerman, Melanie Schutter en Marrit Tuinenga.

Onderstreep de Voor de koorleider. Van de Korachieten, een psalm.

Transcriptie:

Drie psalmen: denken, schuld belijden en danken in gewone taal Dit artikel bespreekt hoe er in de Bijbel in Gewone Taal is omgegaan met psalmen. De vertalingen van Psalm 139, Psalm 51 en Psalm 150 worden achtereenvolgens besproken. Psalm 139: denken over God in gewone taal Het is kenmerkend voor de brontekst van het bijbelboek Psalmen dat hetzelfde steeds opnieuw in andere termen, met zo veel mogelijk verschillende synoniemen, wordt gezegd. En daarbij maken de schrijvers/dichters graag gebruik van ongewone, soms archaïsche woorden. Maar in de BGT worden juist geen ongewone woorden gebruikt. De vertalers beperken zich tot een lexicon van ongeveer drieduizend woorden. Heel duidelijk is dat bijvoorbeeld te zien bij Psalm 139. Die psalm wordt wel gekarakteriseerd als een meditatie of een wijsheidspsalm, waarin nagedacht wordt over de verhouding tussen God en mens. 1 De eerste strofe luidt in De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) als volgt: HEER, u kent mij, u doorgrondt mij, 2 u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten. 3 Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op, met al mijn wegen bent u vertrouwd. De BGT-versie van deze strofe is: Heer, u weet alles van mij, u kent mij. 2 U weet waar ik ben, en u weet waar ik heen ga. U weet wat ik denk, ook al bent u ver weg. 3 U ziet me als ik thuis ben en u ziet me onderweg. U ziet alles wat ik doe. Het eerste wat hier opvalt, is de lengte van de tekst. Die heeft in de NBV vijf regels, in de BGT negen. Bijna twee keer zoveel. Maar als je naar het aantal woorden kijkt, is de tekst zélf toch niet veel langer. Dat hij er langer uitziet, komt doordat de langere regels in de BGT bijna steeds in tweeën zijn gesplitst en doordat er bij inhoudelijke overgangen tussenkopjes zijn geplaatst. Dat vergroot de overzichtelijkheid en het leesgemak. De structuur van de regels is in een oogopslag duidelijk: op één na beginnen alle regels in deze strofe met u of en u. En die u staat steeds in relatie tot de ik, de sprekende of mediterende bidder.

Gaan we naar de woorden van deze tekst toe, dan vallen vooral de eenvoud en de directheid op. De NBV-psalm varieert (met de brontekst mee): kennen, doorgronden, weten, doorzien, opmerken en vertrouwd zijn. De BGT-psalm herhaalt: weten, kennen en zien. De NBV-psalm laat de rijkdom van de variatie zien, de BGT-psalm de kracht van de herhaling. Wat voor de woorden geldt, geldt ook voor de zinnen. In de BGT wordt gestreefd naar zinnen met een beperkte lengte en een eenvoudige, duidelijke structuur. Verouderde en moeilijke werkwoordsvormen worden niet gebruikt. Ook hier kan weer een deel van Psalm 139 als voorbeeld dienen. De BGT heeft in de verzen 7-10: 7 Waar kan ik heen gaan zonder dat u het merkt? Waar kan ik heen vluchten zonder dat u mij ziet? 8 Ik kan wel naar de hemel klimmen, maar dan bent u daar. Ik kan wel afdalen naar het land van de dood, maar daar bent u ook. 9 Ik kan naar de plaats gaan waar de zon opkomt. Ik kan naar de plaats gaan waar de zon ondergaat. 10 Maar ook daar zal uw hand mij leiden, ook daar houdt uw hand mij vast. De brontekst gebruikt in vers 8 een werkwoordsvorm die aangeeft dat de beschreven handelingen niet echt gebeurd zijn. In veel andere vertalingen wordt daarvoor een onvoltooid verleden tijd gebruikt (die fungeert als een irrealis): Klom ik op naar de hemel u tref ik daar aan, / Lag ik neer in het dodenrijk u bent daar (NBV). Voor de BGT zou een verleden tijd die niet naar het verleden verwijst, in combinatie met inversie en gevolgd door een tegenwoordige tijd, een te moeilijke tekst opleveren Er is een onorthodoxe oplossing gekozen. Vers 7 heeft de vorm van twee retorische vragen, een vorm die in de BGT vaak wordt vermeden omwille van de duidelijkheid.2 Maar hier zijn ze blijven staan: Waar kan ik heen gaan? en Waar kan ik heen vluchten? Het antwoord op deze vragen luidt eigenlijk Nergens heen. Maar dat antwoord wordt niet gegeven. In plaats daarvan volgen enkele zinnen die ontsnappingsmogelijkheden suggereren, maar geen uitweg bieden: Ik kan wel naar de hemel klimmen, / maar dan bent u daar, Ik kan wel afdalen naar het land van de dood, / maar daar bent u ook. Met deze oplossing wordt de moeilijkheid die een verleden tijd als irrealis oplevert, omzeild. De tegenwoordige tijd ik kan, gecombineerd met het modale woordje wel, heeft de functie van de irrealis overgenomen. Tegelijkertijd wordt zo de moeilijke wisseling van werkwoordstijden vermeden, wat de eenvoud en de duidelijkheid van de tekst ten goede komt. De woorden en zinnen in de geciteerde strofen verwijzen naar de werkelijkheid als geheel: de hemel, het land van de dood, de plaats ( ) waar de zon opkomt, en de plaats ( ) waar de zon ondergaat (verzen 8 en 9). Andere vertalingen formuleren dit ingewikkelder, en nog iets dichter tegen het wereldbeeld van de brontekst aan: de hemel, het dodenrijk, de vleugels van de dageraad, en voorbij de verste zee (NBV). 2

In vers 9 staat het beeld van de vleugels van de dageraad. Wat daarmee precies bedoeld wordt, is omstreden. In de tweede helft van het vers gaat het duidelijk over het uiterste westen, waar de zon ondergaat ( voorbij de verste zee ). Dat maakt het aannemelijk dat het in de eerste helft over het uiterste oosten gaat, waar de zon opkomt. De dageraad kun je lezen als een omschrijving van de opkomende zon. Dat zou in ieder geval aansluiten bij de voorstelling van de zon als een schijf met vleugels, die je vindt in Maleachi 3:20 (en verder in het hele oude Oosten). De weergave in de BGT maakt de impliciete verwijzing naar de zon expliciet, en gebruikt hiervoor duidelijke, maar toch beeldende bewoordingen, zoals het past in gewone taal, zonder terug te vallen op het strikt zakelijke naar het oosten en naar het westen (Groot Nieuws Bijbel). Psalm 51: schuld belijden in gewone taal Psalm 51 is een van de bekendste klaagpsalmen en behoort tot de kerkelijke boetepsalmen. De bidder belijdt in deze tekst zijn schuld. Hij vraagt om vergeving en spreekt zijn vertrouwen in God uit. Wat maakt deze tekst tot een tekst in gewone taal? Allereerst de vertaling van het opschrift: 1 Een lied van David. Voor de zangleider. 2 David maakte dit lied nadat de profeet Natan met hem gesproken had. Want David had met Batseba geslapen, terwijl zij getrouwd was met één van zijn soldaten. Bij dit korte tekstje vallen twee dingen in het bijzonder op. Ten eerste dat de psalm geen psalm wordt genoemd, maar een lied anders dan traditioneel, maar gewoner, en lied is een heel goede weergave van de brontekst. 3 Ten tweede vallen de slotwoorden op: terwijl zij getrouwd was met één van zijn soldaten. In de tekst van het opschrift wordt verwezen naar het verhaal over David en Batseba dat te vinden is in 2 Samuel 11 en 12. De BGT maakt die verwijzing expliciet en maakt daarmee ook duidelijk waaróm de profeet Natan met David spreekt. En de vertaling verklaart ook hoe het opschrift gekoppeld kan worden aan de tekst van de psalm: David wordt gezien als de ik-figuur die zijn schuld belijdt (vergelijk vers 6 met 2 Samuel 12:13). Ook over de tekst van de eigenlijke psalm valt veel te zeggen. De brontekst bevat een aantal keer het woord chattat (of afleidingen daarvan), dat meestal met zonde (zondig, zondigen, zondaar) vertaald wordt. Dit woord behoort tot de traditionele religieuze taal, en in de religieuze betekenis niet tot de gewone taal waar in de BGT naar gestreefd wordt. BGT-vertalers zijn er daarom voorzichtig mee. In de BGT-versie van Psalm 51 komt zonde maar twee keer voor, in de verzen 3-4 ( Vergeef me mijn zonden, / neem mijn schuld weg ) en in vers 11 ( Let niet meer op mijn zonden, / vergeet wat ik verkeerd heb gedaan ). Beide keren wordt in de regel erna op een gewonere manier gezegd wat ermee wordt bedoeld: mijn schuld en wat ik verkeerd heb gedaan. Verder is het met chattat vergelijkbare brontekstwoord awon (schuld, zonde) meestal vertaald met schuld of fout. Zo luiden de eerste twee strofen: 3 God, u bent goed, heb medelijden met mij! Uw liefde is groot. Vergeef me mijn zonden, 4 neem mijn schuld weg, maak mij weer schoon. 5 Ik weet wat ik verkeerd heb gedaan, 3

steeds denk ik aan mijn fouten. 6 Ik ben schuldig, schuldig tegenover u. Ik heb gedaan wat u verkeerd vindt. Ook verder is de taal gewoner dan in andere vertalingen. In vers 3 komen in de brontekst de woorden cheen (genade, gunst, liefde), rachamim (erbarmen, medelijden) en chèsèd (trouw, goedheid) voor. De precieze betekenis van deze Hebreeuwse termen is vloeiend: het gaat om synoniemen die heel dicht bij elkaar liggen. In de BGT zijn gewone formuleringen gekozen die goede equivalenten zijn van de woorden die in de brontekst gebruikt worden. In de BGT wordt beeldspraak vermeden als de betekenis niet duidelijk wordt uit de tekst. 4 Vaak is het mogelijk een beeld (gedeeltelijk) te behouden als het vergelijkingspunt op een of andere manier duidelijk kan worden gemaakt. Zo is het met het schoonwassen en reinigen in vers 4. Schoonwassen betekent het weghalen van vuil; het vuil is in dit geval de schuld (of zonde). De eerste regel van vers 4, was mij geheel schoon van mijn schuld, is in de BGT zonder beeldspraak geworden: neem mijn schuld weg. Zo kon in de tweede regel blijven staan: maak mij weer schoon. De betekenis van het schoonmaken is al in de eerste regel gegeven en daardoor is het beeld in de tweede regel begrijpelijk. Dit beeld komt terug in vers 9, waar letterlijk vertaald staat: Ontzondig mij met hysop, zodat ik rein ben, was mij, zodat ik witter ben dan sneeuw. De BGT vertaalt zo: Neem mijn schuld weg, dan kan ik weer bij u komen. Maak mij weer schoon, zo schoon als witte sneeuw. Het ontzondigen is weergegeven met Neem mijn schuld weg (vergelijk vers 4). En het rein worden is geworden dan kan ik weer bij u komen : het gaat om de reinheid die vereist is om voor God te verschijnen. Wassen is geworden maak mij weer schoon (vergelijk opnieuw vers 4). Met witter dan sneeuw is geen letterlijk wit bedoeld, maar reinheid. In zo schoon is dat expliciet gemaakt, en het woord wit is aan sneeuw toegevoegd. Allemaal kleine verschuivingen waardoor de beelden behouden zijn en de tekst geschikt gemaakt is voor de BGT. En nog iets vermeldenswaards: de in de andere vertalingen zo opvallende hysop, of majoraan, is uit de tekst verdwenen. Het is een verwijzing naar een concrete reinigingsrite met majoraantakken (vergelijk Exodus 12:22, Leviticus 14:1-9, Numeri 19:1-6, 16-19), maar die rite functioneert hier niet concreet, maar als beeld voor een innerlijke reiniging. Daarom is hier de betekenis van het beeld weergegeven. Die innerlijke reiniging is het onderwerp van het gedeelte van de psalm dat in de BGT het kopje Maak mij van binnen nieuw heeft gekregen: 12 God, geef mij weer een onschuldig hart. Maak mij van binnen nieuw, 4

zorg dat ik trouw blijf aan u. 13 Stuur me niet weg, blijf dicht bij mij met uw kracht. 14 Red mij en geef me weer vreugde, geef me nieuwe moed. In deze passage staat in de brontekst in elk vers een keer het woord roeach. Dat is een polyseem woord: het kan allerlei betekenissen hebben en daardoor onduidelijk zijn. Bekende betekenissen van dit woord zijn bijvoorbeeld adem, wind, geest en leven. De context maakt meestal wel duidelijk wat er bedoeld wordt. In de meeste vertalingen is drie keer voor het woord geest gekozen, tweemaal als de geest van de mens en eenmaal als de geest van God. Maar ook het woord geest is polyseem en leidt tot een onduidelijke tekst. In de BGT wordt zo n dubbelzinnig/meerzinnig woord vermeden; in plaats daarvan wordt de specifieke betekenis weergegeven. Als het gaat om de geest van de mens, wordt daarmee in de Bijbel vaak het innerlijk van de mens bedoeld. Geest staat dan heel dicht bij hart, zoals ook blijkt in de tweede regel van vers 12: God, geef mij weer een onschuldig hart. / Maak mij van binnen nieuw. In vers 14 is gekozen voor de betekenis moed, dat wil zeggen kracht om te leven. In vers 13 staan in het Hebreeuws de woorden roeach qodsjecha, traditioneel vertaald als uw heilige geest.5 Dat betekent hier niet hetzelfde als de heilige Geest in het Nieuwe Testament. Alleen al om dat misverstand te voorkomen, moet in de BGT een andere vertaling worden gezocht. Het gaat hier om de levendmakende kracht van God. 6 In gewone taal is dat uw kracht geworden. Psalm 51 wordt gerekend tot de klaagpsalmen. In zo n psalm spreekt de bidder meestal ook zijn vertrouwen op God uit. En hij belooft God te danken als hij wordt gered : U bent mijn redder, God, / red mij van de dreigende dood! / Dan zal ik juichen over uw goedheid (vers 16). Dat juichen staat centraal in de laatste psalm die in dit artikel aan de orde komt: Psalm 150. Psalm 150: zingen en danken in gewone taal Psalm 150 is een hymne of lofpsalm, in het Hebreeuws een tehilla. Een van de psalmen dus waarnaar het boek Psalmen als geheel Tehilim, Lofzangen, wordt genoemd. De psalm begint en eindigt met het woord halleluja. Is dat gewone taal? Nee. Het behoort eerder tot de traditionele religieuze termen die verder in de BGT worden vermeden. Maar anders dan de meeste traditionele termen is dit woord een Hebreeuws woord dat als zodanig in het Nederlands is ingeburgerd, net als het woord amen trouwens. Andere Hebreeuwse of Aramese termen worden vertaald als het kan, of weggelaten als de betekenis onbekend is. Het bekendste voorbeeld daarvan is het woord sela. De betekenis daarvan is onbekend. Waarschijnlijk is het een liturgische of muzikale aanwijzing die te maken had met het zingen van de psalmen, misschien een rustteken. In de BGT is het weggelaten. Voor het begrip van de tekst speelt het geen rol. Maar de betekenis van halleluja is wel bekend: loof de Heer ( de Heer is hier de weergave van jah, een korte vorm van de Hebreeuwse godsnaam jhwh). Die betekenis komt volop tot uitdrukking in de tekst van de psalm zelf: Zing voor God in zijn heilige tempel, zing voor hem in zijn hemels paleis. 5

2 Zing voor hem, want hij doet wonderen. Zing voor hem, want groot is zijn macht. 3-5 Zing voor hem! Klap in je handen en dans. Zing voor hem en maak muziek. Speel op harpen en op fluiten, speel op trommels en trompetten, dank hem met alle instrumenten. 6 Alles wat leeft, zing voor de Heer! Eén ding springt meteen in het oog: loven heeft als traditioneel, formeel en weinig frequent woord plaatsgemaakt voor het veel gewonere, maar daardoor ook direct aansprekende zingen. In de BGT-psalm komt dit zingen zeven keer voor. Naast zingen komen nog enkele andere, met dit woord verbonden noties naar voren: muziek maken of spelen (op instrumenten), en danken. Maar zingen is het overheersende en samenvattende woord. Het is een zingen dat met instrumenten wordt begeleid. De bekendste worden expliciet genoemd: harpen en fluiten, trommels en trompetten. De andere (ongenoemde snaarinstrumenten, bekkens en cimbalen) worden veralgemeniseerd ( dank hem met alle instrumenten ). Er staat nog één woord in de psalm dat in andere vertalingen weinig aandacht krijgt, en dat is het woord dans. Elders wordt vertaald: Loof hem met dans/reidans/rondedans. In de BGT krijgt dit woord een regel voor zichzelf: Klap in je handen en dans. Zo wordt zonder vreemde woorden te gebruiken toch het juiste beeld opgeroepen en wordt voorkomen dat de lezer aan een moderne vorm van dansen denkt. Loven is het opvallendste, maar niet het enige woord in deze psalm dat ongebruikelijk is in gewone taal. Dat zijn ook formuleringen als zijn heilige woning en het uitspansel of zijn machtig gewelf (NBV). Waarschijnlijk gaat het hier over Gods aardse en hemelse heiligdom, dat wil zeggen de tempel in Jeruzalem en de plaats waar God in de hemel woont. 7 In de BGT-tekst is dat expliciet gemaakt. Vers 2 roept ertoe op God te loven om zijn krachtige daden en om zijn oneindige grootheid. In de BGT is die moeilijke nominale constructie verbaal gemaakt, maar wel parallel gebleven: want hij doet wonderen, want groot is zijn macht. Deze verschuivingen (ook wel vertaaltransformaties genoemd) maken de tekst eenvoudiger en duidelijker. De taal is gewoner, maar de tekst houdt zijn zeggingskracht en blijft poëtisch. 8 Dat komt onder andere door de aandacht die er is gegeven aan het ritme, in de afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. Ook is er in de BGT-versie van Psalm 150 veel aandacht voor de klank. Er is bijvoorbeeld veel alliteratie en assonantie in de tekst: heilige tempel, hemels paleis; klap in je handen en dans; zing voor hem en maak muziek; trommels, trompetten, instrumenten. En er is de herhaling van het klankvolle woord zingen, zesmaal aan het begin van de regel en nog eens nadrukkelijk in de tweede helft van de laatste regel. Daar wordt het vervolgd door hetzelfde halleluja waardoor het in het begin van de psalm werd ingeleid. Ten slotte In het bovenstaande zijn drie psalmen uit de BGT (nog steeds voorlopige teksten) besproken. Daarbij is vooral gekeken naar de taal. Moeilijke of onduidelijke woorden en traditionele religieuze taal 6

worden in de BGT vermeden als er ook gewone woorden beschikbaar zijn, en er wordt gestreefd naar een eenvoudige zinsbouw. De rijke variatie in woordkeus, die karakteristiek is voor de brontekst van de psalmen, maakt in de BGT meestal plaats voor herhaling. Herhaling van taalelementen is een belangrijk kenmerk van alle poëzie, ook in de Hebreeuwse dichtkunst. In de BGT worden niet alleen vaak woorden herhaald, maar ook klanken en zinsstructuren. De besproken passages van Psalm 51, 139 en 150 laten zien hoe effectief de inzet van dergelijke poëtische middelen is in gewone taal. In al hun eenvoud zijn de psalmen in de BGT bijzonder krachtige teksten. Noten 1 F.-L. Hossfeld en E. Zenger, Psalmen 101-150 (HThKAT), Freiburg im Breisgau 2008, 718-21. 2 Vgl. voor de behandeling van retorische vragen in de BGT: J. van Dorp, Loeit een os bij zijn voederbak? De weergave van retorische vragen in Job in de Bijbel in Gewone Taal in: Met Andere Woorden 29/3 (september 2010), 2-11. 3 L. Koehler en W. Baumgartner, Hebräisches und Aramäisches Lexikon zum Alten Testament, Leiden 1967-1995, 536: ein zu Instrumentenbegleitung gesungenes Lied. 4 Vgl. voor de behandeling van beelden en beeldspraak in de BGT: H. Sysling, Bevende wachters of trillende handen. Prediker 12:1-8 in de Bijbel in Gewone Taal in: Met Andere Woorden 28/2 (juni 2009), 3-10; R.E. Smit, Eenvoudige poëzie. De vertaling van de Psalmen in de Bijbel in Gewone Taal, in: Met Andere Woorden 28/3 (september 2009), 3-10, vooral 7-9. 5 In het Oude Testament komt deze wending alleen nog voor in Jesaja 63:10. 6 Koehler en Baumgartner, 1120, s.v. roeach 10: Kraft der Belebung, Lebensgeist/Lebenshauch. 7 Hossfeld en Zenger, 872. 8 Vgl. voor de kenmerken van poëzie in de BGT het in noot 4 genoemde artikel van Smit. Drs. P.J. Booij is als oudtestamenticus verbonden aan het Nederlands Bijbelgenootschap. Voor de Bijbel in Gewone Taal heeft hij onder andere aan de vertaling van het boek Psalmen gewerkt. 7