Transponeringstabel LB2013-LB1973

Transcriptie

1 Transponeringstabel LB2013-LB1973 LB2013 LB1973 Titel Komt nu met zang van zoete tonen O God, die droeg ons voorgeslacht God is tegenwoordig Loof de Koning, heel mijn wezen De zon gaat op in gouden schijn De trouw en goedheid van de Heer Nu wordt het licht, de dag breekt aan Heer Jezus, o Gij dageraad De gouden zonne heeft overwonnen Het licht dat weer opnieuw begon Ontwaak, o mens de dag breekt aan Zingen wij van harte zeer O Christus die de zonne zijt Blijf bij ons, Jezus, onze Heer Gij die mijn liefste kleinood zijt O Heer mijn God, ook deze nacht Nu is de dag ten einde k Wil U, o God, mijn dank betalen De maan is opgekomen Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt De dag, door uwe gunst ontvangen Wij zoeken in uw huis uw aangezicht, o Here Looft god, die zegen al wat leeft Een rijke schat van wijsheid Here Jezus, om uw woord Heb dank, o God van alle leven Grote god, gij hebt het zwijgen Niet als een storm, als een vloed Wij geloven allen in één God Gij hebt uw woord gegeven Roept god een mens tot leven Here Jezus, wij zijn nu Heer van uw kerk Heer, zie ons aarzelend staan Het water van de grote vloed Jezus, Meester aller dingen Nu heeft het oude leven afgedaan Hoor gij ons aan! Wij dragen onze gaven U, verborgen Christus God zij gezegend! Laat ons dank bewijzen

2 Ziel, mijn ziel, aanvaard uw luister Breek ons, Heer, het brood Genader Heer, die al mijn zwakheid weet Heilig Wij loven U, o God, belijden U als Heer Grote God, wij loven U Zegen ons, Algoede Door goede machten trouw en stil omgeven O Jezus, hoe vertrouwd en goed Het hoogste woord daalt uit het licht Midden in de dood O Heer, wees met uw kerk Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doon O diepe nacht die ons omringt Gij zijt voorbijgegaan Geest van hierboven Wilhelmus God, die leven Waar God de Heer zijn schreden zet Hoe glanst bij Gods kindren het innerlijk leven Liefde gods, die elk beminnen O Here God, - ons liefst verlangen God die in het begin Heef geef mij vleugels dat ik reis Komt, kinderen, niet dralen Wat zou ik zonder U geweest zijn Door de nacht van strijd en zorgen Een mens te zijn op aarde Gij hebt, o Vader van het leven Vernieuw gij mij, o eeuwig Licht Jezus, ga ons voor O Heer die onze Vader zijt O grote God die liefde zijt Nu laat ons God de Here Laat ons de heer lofzingen Zolang als ik op aarde leven zal Looft overal, looft al wat adem heeft Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere Lof zij de Heer, ons hoogste goed Een vaste burcht is onze God Ik hoor trompetten klinken Zou ik niet van harte zingen Beveel gerust uw wegen Jezus, mijn verblijden Ik heb U lief, o mijn beminde Wat God doet, dat is wel gedaan

3 Soms groet een licht van vreugde Neem mijn leven, laat het, Heer Geef mij, Heer, mij los te zingen Gij die alle sterren houdt Waarom moest ik uw stem verstaan God gaat zijn ongekende gang O Heer, verberg U niet voor mij Heer, struur zelf het schip der kerk Het heil des hemels werd ons deel Zonne der gerechtigheid De ware kerk des Heren In Christus is noch west noch oost (hert) Zingt een nieuw lied voor God de Here Ga uit, o mens, en zoek uw vreugd Aan U behoort, o Heer der heren Zolang er mensen zijn op aarde De eersten zijn de laatsten O Vader, trek het lot U aan God is getrouw Vergeef, o Heer, dat duizendvoud Bewaar ons, Here, bij uw woord Hoe komt het dat het bos Behoed uw kerk, zet uit, o God, haar palen Gij die gelooft, verheugt u samen O Heer, die overwint Hallluja, 't loflied rijze Hoe goed, o Heer, is 't hier te zijn O Vader die uw woning sticht Heer Jezus, gij die als een kind Zie hier de kindren tot U komen O God, die naar uw strenge wet Wie ingaat tot dit water Tot U o Heer, tot U die liefde zijt Ter maaltijd van het lam gereed Zie ons heden voor U treden O leid mijn blindheid bij de hand Heer, wij komen vol verlangen De Heer zegt woorden van leven De eerste uit de doden O God die stierf onschuldig Laat ons als Jezus' jongren nooit vergeten De zonden zijn vergeven Gij zijt mijn goed Wij bidden u Gods zegen toe Als God ons huis zijn gunst onthoudt O eeuwge Schepper van het al

4 - 371 De haan kraait dat de dag begint In 't oosten klaar laat blozen O mijn ziele, looft den here Het nieuwe daglicht staat ons borg God die het al geschapen heeft Verzonken is het licht der zon De nacht, de moeder van de rust De avond komt, de zon daalt in het westen Gij hebt het daglicht weggenomen Het oude jaar is nu voorbij Almachtige, verheven Heer Verheugt u, christenen, tesaam Wat mijn God wil geschied' altijd U Here Jezus roep ik aan Mijn god, waar zal ik henengaan U heb ik lief, mijn god en Heer Christus mijn Heer, op U alleen O Heer, die daar des hemels tente spreidt De Heer in zijnen troon, zeer schoon Wilt heden nu treden God, den Here Gelukkig is het land Hoe groot, o Heer, en hoe vervaarlijk Here, kere van ons af O God die de gedachten Wie is het, die zo hoog gezeten Ach, blijf met uw genade Wie maar de goede God laat zorgen Al ruisen alle wouden O verbreker aller banden Jezus neemt de zondaars aan Ik heb de vaste grond gevonden God heeft mij zijn Zoon gegeven God enkel licht Mijn ziel, waartoe dit angstig vrezen Alle roem is uitgesloten Verlosser, Vried o hoop, o lust Ik weet waar mijn geloven Als Hij maar van mij is Tot U is het, Heer, dat ik vlucht O hoogt'en diepte, looft nu god Alle volken, looft de Here Van U zijn alle dingen Als God, mijn God, maar voor mij is O eeuwge Vader, sterk in macht Heer, mijn hert is boos en schuldig Het leven is: een krijgsbanier

5 - 470 Wat vlied' of bezwijk', getrouw is mijn God Ik heb gejaagd, wel jaren lang Door uwe donkre sluier heen God roept ons, broeders, tot de daad Eeuwig Woord, U willen wij bezingen Prijst des Heren machtig woord O Christus, wees geprezen Wij rijken, zeer door U bemind De Heer heeft mij gezien en onverwacht Hier is een stad gebouwd