Aan de vraagzijde van de vermogensmarkt vinden we vrij wel dezelfde categorieën als bij de aanbodzijde:

Vergelijkbare documenten
Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.

Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1

6,6. Inkomsten belasting progressief: Eigenwoningforfait. Samenvatting door een scholier 1910 woorden 6 februari keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 7

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.

7, Samenvatting door een scholier 1812 woorden 4 januari keer beoordeeld

Een onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels

Samenvatting M&O hoofdstuk

Wanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn

5,8. Samenvatting door een scholier 3135 woorden 30 maart keer beoordeeld. Management en Organisatie

Samenvatting Management & Organisatie H13+H14

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11, Eigen vermogen

Samenvatting Management & Organisatie H10 t/m 15

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 10 t/m 13, Theorie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11: Eigen vermogen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3, 4 t/m 5.6

Samenvatting M&O Samenvatting hoofdstuk 11, 12 en 13 In Balans

Samenvatting Management & Organisatie Samenvatting 10 t/m 15

5,7. Samenvatting door S woorden 30 juli keer beoordeeld Onderhandse Lening

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

Leverancierskrediet à hiervan is sprake wanneer de leverancier goederen levert die pas later door de afnemer betaald te hoeven worden.

7,2. Samenvatting door een scholier 3301 woorden 5 maart keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstukken 12, 13, 14 en 17

6,9. Personeelsbeleid. Personeelsplanning: wat zijn de aanwezige kwaliteiten en wat heeft de onderneming nodig.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 9

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 t/m 7

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6

Nadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.

Samenvatting M&O H11: Eigen vermogen

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 t/m 13

PTA M&O. Hoofdstuk 10.

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming.

Je koopt iets dat pas later hoeft te worden betaald. De afnemer ontvangt het leverancierskrediet

Samenvatting Management & Organisatie Hoofstuk 1 t/m 7 en 10

5, > 3.3. Samenvatting door een scholier 1974 woorden 2 december keer beoordeeld

7,2. Samenvatting door een scholier 1567 woorden 9 december keer beoordeeld. M&O hf 1 t/m 6.

4,9. Samenvatting door een scholier 2141 woorden 24 juni keer beoordeeld

Om je goed voor te bereiden ontvang je bijgaand op de volgende bladzijden:

Om een zaak te beginnen is geld nodig. Er zijn 2 verschillende soorten vermogen.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 10

Samenvatting M&O Hoofdstuk

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 6

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk :Naamloze Vennootschap

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 8 en 9

Aanvulling Management en organisatie in Balans havo in verband met de expliciteringen van de examencommissie

6,6. Samenvatting door een scholier 1711 woorden 10 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1:

Organisatie: Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken.

Inleiding. 1.1 Aandeel. Medezeggenschap in de onderneming. Een gedeelte in het overschot bij de liquidatie van de onderneming.

De Naamloze Vennootschap ~ NV. Het bijeenroepen en leiden van algemene vergadering van aandeelhouders.

AANVULLING NAAMLOZE VENNOOTSCHAP HAVO

12 Het eigen vermogen

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Afbetaling Aflossing Aflossingsvrije lening Beleggingskrediet BKR of Bureau Kredietregistratie Consumptief krediet Creditcard

Hoofdstuk 8. Vreemd vermogen

5.6. Boekverslag door H woorden 31 maart keer beoordeeld

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 en 10

Vermogensbehoefte en financiering

Bij een organisatie die geen rechtspersoonlijkheid bezit is de eigenaar dus wel zelf aansprakelijk voor schulden.

Eindexamen m&o vwo 2008-I

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Verslag bespreking Centraal Examen M&O, HAVO, 2016 tijdvak 1. dd 20 mei 2016

M&O VWO 2011/

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

6.2 De functie van de banken

- De site voor samenvattingen

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 t/m 11

Financieel Management

Samenvatting Management & Organisatie Boek 1+ 2

Bij een keten van elektronicawinkels kunnen consumenten hun aankopen in termijnen betalen. enkelvoudige interest per jaar

7,4. Samenvatting door C woorden 14 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1- De naamloze vennootschap 1.1

Vraag Antwoord Scores

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 7, 13 t/m 15, 19 t/m 22

Samenvatting Management & Organisatie Personeel & Organisatie H1

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Vermogensbehoefte en financiering

Financieel Management

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Management en Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 11. Oefenopgaven: aandelen, intrinsieke waarde en dividend

Vraag Antwoord Scores

Samenvatting door een scholier 2640 woorden 15 augustus keer beoordeeld

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Oefenopgaven Hoofdstuk 5

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015

6,9. Samenvatting door een scholier 1980 woorden 27 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 1.

Financiële analyse. Les 2 Vermogensbehoefte en financiering. Auteur: Witek ten Hove, MBA

Samenvatting door B woorden 26 januari keer beoordeeld. Naamloze vennootschap; Vereniging; Stichting.

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 4112 woorden 5 december 2002 8,1 38 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting hoofdstukken 4,5,6 en 7 M&O Hoofdstuk 4 De aanbieders van geld Aan de aanbodzijde van de vermogensmarkt vinden we: - Institutionele beleggers = instellingen die grote sommen geld te beleggen hebben, voorbeelden hiervan zijn pensioenfondsen en levensverzekeringsmaatschappijen. Institutionele beleggers verstrekken vaak geld door onderhandse leningen. Een onderhandse lening is een lening waarbij de geldgever en de geldnemer rechtstreeks met elkaar in contact treden. - Bij ondernemingen komt het vaak voor dat ze tijdelijk over (veel) geld beschikken dat niet in het productie proces is vastgelegd. Dit is bijvoorbeeld het geval als de behaalde winst niet wordt geïnvesteerd. - De overheid De vragers van geld Aan de vraagzijde van de vermogensmarkt vinden we vrij wel dezelfde categorieën als bij de aanbodzijde: - Consumenten maken erg veel gebruik van leningen en dat niet alleen om een nieuwe auto, een boot, een caravan en dergelijke aan te schaffen, maar zeer veel consumenten hebben een hypothecaire lening op hun huis. - Ondernemingen maken ook gebruik van leningen, dit meestal omdat ze voor de financiering van de productie is aangewezen op: Eigen vermogen (aandelenkapitaal, geserveerde winst) Vreemd vermogen (leningen) - De overheid maakt gebruik van leningen als zij uitgaven moet doen voor duurzame bestemmingen https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 1 van 14

De vermogensmarkt De vermogensmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van vermogen (geld). Over het geleende geld wordt vaak een kostenplaatje gehangen in de vorm van interest (rente). Er wordt verschil gemaakt tussen korte (looptijd korter dan een jaar) en lange kredieten. De vermogensmarkt valt dan in twee delen uiteen: - De geldmarkt: de markt waar het kortstondig tijdelijk vermogen verhandeld wordt. - De kapitaalmarkt: de markt voor permanent vermogen (aandelenvermogen) en langdurig tijdelijk vermogen (looptijd langer dan een jaar) De geldmarkt Kredieten van de geldmarkt zijn onder andere: - Een rekening-courantkrediet = De schuld van een particulier of een onderneming aan een bank tot een afgesproken maximumbedrag (Bijvoorbeeld f 40.000,-) - Een leverancierskrediet = De verkoper levert eerst goederen en pas enige tijd later betaald de koper - Een afnemerskrediet = De koper betaald eerst en daarna moet de verkoper aan zijn verplichtingen voldoen (bijvoorbeeld bij een abonnement op de krant) De kapitaalmarkt Tot de kapitaalmarkt worden gerekend: aandelen, obligaties, onderhandse leningen en hypotheken. De kapitaalmarkt wordt onderverdeeld in twee markten: - De openbare markt = waardepapieren worden verhandeld die door middel van emissie (uitgifte) zijn geplaatst en via de effectenbeurs kunnen worden gekocht en verkocht (bijvoorbeeld aandelen en obligaties). In principe kan elke vermogensverschaffer (belegger) op een dergelijke emissie inschrijven. De leningsvoorwaarden betreffende de interest en de aflossingen worden vooraf bekend gemaakt. - De onderhandse markt = Er is hier doorgaans slechts één aanbieder die voor de benodigde vermogen zorgt. In het algemeen gaat het hier om onderhandse leningen. Deze leningen worden vooral verstrekt door institutionele beleggers. Over de voorwaarden van de lening tussen wordt tussen de geldgever en geldnemer overlegd (onderhandeld). De prijs van geld De werking van marktmechanisme of prijsmechanisme is dat de verstrekkers van geld beschikken over https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 2 van 14

vele miljarden, maar ze kunnen al deze miljarden moeilijk uitlenen met een percentage van 9%. Om dit geld nu wel kwijt te raken gaan ze dit percentage verlagen, tot bijvoorbeeld 7%. Nu gaat het makkelijker om het aan de man te brengen. Als ze het percentage nu nog verder laten zakken, dan zal er een moment zijn waarop zij vrijwel al hun geld kwijt kunnen. Er is evenwicht ontstaan tussen vraag en aanbod. Het omgekeerde kan zich ook voordoen. Als banken over weinig geld beschikken dan zal de bank de interest verhogen. De Amsterdamse Effectenbeurs Effecten zijn waardepapieren die kunnen worden gekocht en verkocht, zoals aandelen en obligaties. Op de effectenbeurs gebeurt dit allemaal. De officiële naam van de effectenbeurs is na de fusie met de optiebeurs vanaf 1 januari 1997 Amsterdam Exchanges. \Alleen leden hebben toegang tot de beurszaal. Wie effecten wil kopen zal zich moeten wenden tot een lid van de vereniging (commissionairs en banken), die dan de opdracht uitvoert, maar dan wel voor een vergoeding (provisie). De 150 bedrijfsleden van de effectenbeurs worden onderverdeeld in drie categorieën: - De banken - De commissionairs - Hoekmansbedrijven, dit zijn tussenpersonen tussen de commissionairs en banken. Ze mogen geen zakelijke relatie hebben met de beleggers. commissionairs en banken zijn verplicht orders van hun klanten door te geven aan de hoekman, die verantwoordelijk is voor de ordelijke handel in een toegewezen groep fondsen. Zo n groep wordt ook wel een hoek genoemd, zo heb je de Phillipshoek en de uitgevershoek. De Officiële Prijscourant bevat ongeveer 2.000 fondsen, waarvan 70% bestaat uit binnenlandse en buitenlandse obligaties en 30% uit Nederlandse en buitenlandse aandelen. De voorwaarden voor officiële notering zijn vastgelegd in het Fondsenreglement. De beslissing over toelating wordt genomen door de minister van financiën op advies van het bestuur van de Amsterdamse effectenbeurs. Bij het centrum voor fondsenadministratie zijn de meeste aandelen geregistreerd, ze komen niet meer in handen van de belegger. Hoofdstuk 5 Het aandelenkapitaal Obligaties (schuldbrieven) vormen vreemd vermogen; aandelen zijn eigen vermogen. Het aandelenkapitaal is permanent vermogen, je kan hier blijvend over beschikken. Als je het aandeel verkoopt, verkoop je het aan een andere belegger en niet aan het bedrijf zelf. Het bedrijf kan dus permanent van het geld gebruik maken. Aandelen worden geïmiteerd, oftewel door de onderneming uit gegeven. Een aandeelbewijs is een bewijs van deelname aan het aandelenkapitaal in een NV. Deze bestaat uit twee delen; de mantel en een dividend blad https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 3 van 14

- De mantel is het eigenlijke aandeel, hierop staan vermeld; - de naam van de NV - de nominale waarde van het aandeel - de plaats van vestiging - het maatschappelijk aandelenkapitaal - het nummer van het aandeel Bij een aandeel maak je onderscheid tussen nominale en koerswaarde. Het nominale waarde is de waarde die op het aandeel vermeld staat. Dit bedrag moet je over het algemeen niet voor het aandeel betalen. Onder invloed van aanbod en vraag komt er een prijs (beurskoers) tot stand. De koerswaarde is het bedrag dat voor een aandeel moet worden betaald als men het wil kopen. Het tweede deel van een aandeel is het dividendblad. Als een NV een bepaalde winst maakt, krijgen de eigenaren (aandeelhouders) hier een deel van in de vorm van dividend. De aandeelhouder moet nu het dividendblad van zijn aandeelbewijs afscheuren en dit inleveren bij de NV of bij de bank. Als een onderneming hun aandelenkapitaal wil uitbreiden dan komt er een emissie van aandelen. Er wordt dan een prijs vastgesteld waartegen het publiek of de institutionele beleggers deze kunnen kopen; de emissiekoers. De koers ligt enkele procenten onder de beurskoers. Bij een NV kennen we twee begrippen wat aandelenkapitaal betreft; - het maatschappelijke aandelenkapitaal (statutair aandelenkapitaal) - het geplaatste aandelenkapitaal Het maatschappelijke aandelenkapitaal is het totaalbedrag dat men aan nominaal aandelenkapitaal nodig denkt te hebben. Het geplaatste aandelenkapitaal is het maatschappelijke aandelenkapitaal minus het bedrag van de niet uitgegeven aandelen. De koerswinst is belastingvrij, dus als een aandeelhouder een aandeel voor 100 euro koopt en later verkoopt voor 275 euro heeft hij 175 euro belastingvrije winst. Directieleden die krijgen hebben soms een optieregeling, dit houdt in dat ze na een aantal jaren aandelen kunnen kopen tegen een koers (prijs) die nu wordt vastgesteld. Soms is het ook zo dat werknemers opties ontvangen. Zij ontvangen dan gebruikelijk een deel van de winst (tantième). Preferent aandelenkapitaal Preferente aandelen zijn aandelen die op een bepaald gebied voorrang hebben op gewone aandelen. Dat kan betrekking hebben op de: - Winstuitkering - Zeggenschap - Uitkering bij liquidatie Bij winstpreferentie ontvangen de preferente aandeelhouders het dividend waarop ze recht hebben, voordat aan de gewone aandeelhouders dividend wordt uitgekeerd. Het meest voorkomende recht bij zeggenschap is dat de preferente aandeelhouders een bindende https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 4 van 14

voordracht van twee personen voor de benoeming van een bestuurslid, waaruit de gewone aandeelhouders een keuze moeten maken. Deze aandelen worden vaak prioriteitsaandelen genoemd. De bedoeling is dat deze aandelen in het bezit van een kleine groep aandeelhouders, vaak de oprichters van een NV, blijven, zodat zij de leiding blijven houden over de onderneming. Als een onderneming wordt geliquideerd (opgeheven) krijgen eerst de verschaffers van vreemd vermogen hun geld terug. Daarna de preferente aandeelhouders geheel of gedeeltelijk. Hierna, wat zelden voorkomt, krijgen de gewone aandeelhouders hun geld terug. Voordelen voor de NV aan het gewone aandelenkapitaal te opzichte van het preferente aandelenkapitaal. Voordelen: - De opbrengst bij plaatsing van gewone aandelen is in het algemeen hoger - D houders van een gewoon aandeel bemoeien zich meestal niet of nauwelijks met het beleid van de NV. Nadelen: - Wanneer het in de onderneming slecht gaat, is het best mogelijk dat met behulp van nieuw vermogen het bedrijf uit de slop kan worden gehaald. Vaak willen de vermogensverschaffers geen nieuw vermogen zomaar aanbieden, behalve dan als er een bepaalde preferentie aanverbonden is. - Door de preferente aandelen uit te geven wordt het lastiger om nog gewone aandelenkapitaal aan te trekken Emissie van anderen Emissie is het plaatsen van aandelen. Als een onderneming dit gaat doen, wordt dit bekent gemaakt d.m.v. advertenties. Als men dan meer informatie wilt kan die een prospectus raadplegen, dat gratis verkrijgbaar is bij de bank. In de prospectus staan de volgende punten: - Het doel van de emissie - Een overzicht van bedrijfsresultaten - Een winstverdeling zoals deze in de statuten is vastgelegd. - De prijs (koers) - De datum waarop de aandelen kunnen worden afgehaald en moeten worden betaald. De kosten van het laten drukken van de aandelen en de kosten van het emissie prospectus worden berekent in de emissiekosten. Als aandelen worden geplaatst kunnen ze dat tegen nominale waarde ( a pari geplaatst) of tegen een hogere emissiekoers (boven pari) Agio is het verschil tussen de nominale waarde en de emissiekoers. De intrinsieke waarde van de onderneming is de totale waarde van de onderneming. Deze kan je op twee manieren berekenen, namelijk: - intrinsieke waarde = bezittingen schulden - intrinsieke waarde = het eigen vermogen De reserves van een onderneming kan je berekenen door: Intrinsieke waarde nominaal geplaatste aandelenkapitaal https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 5 van 14

Dividend Over de winst van een onderneming is vennootschapsbelasting verschuldigd (35%) Dividend = hetgeen dat over de aandeelhouders wordt verdeeld Tantième = hetgeen wat de werknemers en commissarissen uit de winst ontvangen Een NV of BV is verplicht 25% dividendbelasting op het dividend in te houden. Een uitkering in contanten noem je cashdividend en een uitkering in aandelen heet stockdividend. Bij stockdividend is het moeilijk om belasting over in te houden, dus als ze met stockdividend werken, werken ze ook nog voor een deel met cashdividend. Het dividendpercentage kan je op de volgende wijze berekenen: Dividendbedrag voor aftrek van de dividendbelasting / geplaatst aandelenkapitaal x 100% Het bedrag voor de aftrek van dividendbelasting noem je ook wel brutodividend. Een onderneming levert liever stock dan cashdividend uit, omdat bij cash ze geld kwijtraken en bij stockdividend houden ze dit geld binnen de onderneming. Het kan ook dat een onderneming bij winstverdeling een deel van de winst niet uitkeren aan de aandeelhouders, dit noem je winstreservering of winstinhouding. Hoofdstuk 6 Hypothecaire leningen Een hypothecaire lening is een geldlening op onderpand van ontroerend goed (grond en gebouwen). Bij een hypothecaire lening krijgt de geldgever het recht het ontroerend goed in het openbaar laten verkopen als je niet aan je verplichtingen voldoet. De grote van het bedrag dat je kan lenen hangt af van je inkomen, van andere schulden die je hebt, van het inkomen van je partner enzovoorts. Je onderscheidt: - de lineaire hypotheek - de spaarhypotheek - de annuïteitenhypotheek De lineaire hypotheek Bij een lineaire hypotheek wordt er elk jaar een even groot deel van de lening afgelost. De interest die wordt berekend wordt genomen van de schuldrest. Dus als je in tien jaar 100.000 euro moet aflossen is de aflossing per jaar 10.000 euro en dan is de interest over jaar 3 (schuldrest nog 80.000) de interest van die 80.000 euro. De lasten per maand kan je berekenen door, de aflossing + (de interest belastingvoordeel (50%)) / 12 De interestkosten mag je van je inkomensbelasting aftrekken. Dus als de kosten van de interest 6.000 euro is moet je bij een belastingtarief van 50% 3.000 euro minder betalen. Hoe hoger je inkomen hoe meer belasting je over je inkomen betaald, maar dan is je belastingvoordeel ook hoger. De top van je belasting is 60%. In ons land heb je het schijventarief. https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 6 van 14

Hieronder de voordelen en nadelen van een lineaire hypotheek: Voordelen: - de interestkosten worden snel lager - de schuld wordt steeds kleiner Nadelen: - doordat de interestkosten lager worden, neemt ook het belastingvoordeel af. - de uitgaven zijn het 1e jaar het hoogst, terwijl je dan met je inkomen helemaal nog het hoogste niveau hebt bereikt De spaarhypotheek Bij een spaarhypotheek los je gedurende de looptijd niet af. In plaats daarvan betaal je elke jaar (of elke maand) een spaarpremie. Deze premies worden belegd, zodat je na tien jaar bijvoorbeeld over 100.000 euro beschikt, waardoor je de lening kan aflossen. Omdat je 100.000 euro leent, waarover je dus niet hoeft af te lossen, moet je elk jaar 6.000 interest betalen. Hieronder de voordelen en nadelen van een spaarhypotheek Voordelen: - groot fiscaal voordeel (elk jaar maximale interestaftrek) - over de interest van het spaarbedrag hoef je geen belasting te betalen - de maandlasten blijven (op het laatste jaar na) elk jaar even hoog Nadelen: - de hoge interestlasten; je betaald elk jaar interest over het geleende bedrag, dus niet over de schuldrest - het percentage interest dat je over het spaarbedrag vergoed krijgt, is vaak lager dan het percentage dat je zelf moet betalen. De annuïteitenhypotheek Een annuïteit is een periodiek (gelijkblijvend) bedrag aan interest en aflossing samen. Een kenmerk van een annuïteitenhypotheek is dat de geldlener gedurende de gehele looptijd van de lening per jaar hetzelfde bedrag betaald. De obligatielening Een obligatielening is een geldlening die in kleine bedragen is opgesplitst. Een obligatie is een bewijs van deelneming in een geldlening. Een obligatie bestaat uit een mantel en een couponblad. De mantel is de officiële stuk, waarop de belangrijkste gegevens vermeld staan. Het couponblad bestaat uit een aantal coupons en een talon. Een houder van een obligatie kan jaarlijks een coupon inleveren waarover hij dan interest ontvangt. Als hij alle coupons verbruikt heeft, stuurt hij de talon op naar een instelling die de obligatielening heeft uitgegeven. Enige tijd later ontvangt hij dan weer https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 7 van 14

een nieuw couponblad. Men kan een obligatielening op verschillende manieren aflossen: - aflossing in één keer aan het einde van de looptijd van de leningen - aflossing in gedeelten gedurende een aantal jaren door middel van uitloting - het inkopen van de eigen obligaties Omdat men niet gauw van een onderneming obligaties gaat kopen alleen door een advertentie kan men ook een prospectus aanvragen, hier staat onder andere in vermeld: - de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen; - de resultaten van afgelopen jaren en de verwachtingen voor de toekomst - het doel van de lening en de grootte van het te lenen bedrag - de datum waarop de koers bekent wordt gemaakt - de wijze van aflossen en data waarop wordt afgelost - het tijdstip waarop moet worden ingeschreven - het tijdstip waarop de obligaties kunnen worden afgehaald en moeten worden betaald. Beleggers geven zelf aan welk bedrag ze voor de aangeboden obligaties over hebben. Aan de hand van de inschrijvingen wordt door de minister van financiën de uitgiftekoers bepaalt. Dit noem je het tendersysteem. Als na de eerste dag van uitgifte de plaatsing van de obligaties nog enige tijd wordt voortgezet, spreek je van een toonbankuitgifte. De uitgiftekoers kan van dag tot dag worden bijgesteld. Vaak zal de onderneming zich het recht voorbehouden van vervroegde aflossing. Als de onderneming dan tijdens de looptijd, geld over heeft en dus niet nodig is, kan zij de obligatielening of een deel daarvan vervroegd aflossen. Als vervroegde aflossing niet is toegestaan, dan kan de onderneming interest besparen door de obligaties op de effectenbeurs in te kopen. Overeenkomsten tussen aandelen en obligaties zijn: - Voor een onderneming zijn ze beiden een manier om aan lang vermogen te komen. - Voor de belegger zijn ze beiden alternatieve beleggingpapieren (waardepapieren). - Zowel obligaties als aandelen kun je via de effectenbeurs kopen en verkopen Verschillen tussen aandelen en obligaties: Aandelen Obligaties Bewijs van mede-eigendom in een NV of een BV Schuldbewijs van een NV of een BV Deel van eigen vermogen Deel van vreemd vermogen Permanent vermogen Tijdelijk vermogen (wordt afgelost) Medezeggenschap (stemrecht) in de AVA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders) Geen zeggenschap in de AVA Risico bij slechte resultaten Minder risico Koers onstabiel, afhankelijk van de winstverwachting Koers stabieler, voornamelijk afhankelijk van de rentestand Dividend als beloning (afhankelijk van de winst) Vast interestpercentage https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 8 van 14

Het plaatsen van obligaties De obligaties kunnen geplaatst worden: - tegen nominale waarde - boven nominale waarde - beneden de nominale waarde (er ontstaat in dat geval disagio) Agio op obligaties ontstaat doordat de interest op de obligaties hoger is dan de marktrente op het moment van plaatsing. Is de marktrente hoger dan de interest, dan is alleen plaatsing tegen disagio mogelijk. De onderhandse lening Een onderhandse lening is een lening die op lange termijn door één geldgever wordt verstrekt. Voordelen van een onderhandse lening: - er kan onderhandeld worden over de leningsvoorwaarden - er zijn geen emissiekosten - er zijn lagere administratieve kosten ten opzichte van bijvoorbeeld de obligatielening. Leasing Leasing is het huren van bedrijfsuitrusting in plaats van deze te kopen. Bij leasing maak je onderscheid tussen operationele leasing en financial leasing. Bij operationele leasing kan de lease-overeenkomst tussentijds worden opgezegd, zodat de leaseperiode algemeen vrij kort zal zijn. Bij financial leasing kan de huurovereenkomst niet worden opgezegd. Bij leasing kom je ook de vorm sale and lease back. Bij deze vorm kan je iets verkopen aan een leasemaatschappij en het direct daarna weer te leasen. Een belangrijk motief om duurzame productiemiddelen te leasen i.p.v. te kopen, is dat de gehele huurprijs van de fiscus aftrekbaar is, waardoor een zeer belangrijk belastingvoordeel kan worden verkregen. Financiering van not for profit-organisatie De belangrijkste vormen van financiering voor een niet-commerciële organisaties zijn: - budget financiering; meestal bij overheidsinstellingen, zoals waterschappen (instellingen die zich bezig houden met de waterstand) en ziekenhuizen. - Lumpsum; vooral in het onderwijs, afhankelijk van het aantal leerlingen krijgt de school een som geld van de overheid. - Subsidies; de overheid is hier niet verplicht op grond van wetten om voor de financieringen te zorgen. Wel moet de organisatie zich aan regels houden om hiervoor in aanmerking te komen. Meestal betaald de overheid maar een deel van het benodigde bedrag - Leningen, contributies en giften; leningen worden in veel gevallen door een not for profit-organisatie https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 9 van 14

afgesloten. De belangrijkste bron van inkomsten is de contributie. Vaak worden ook giften gevraagd aan de leden (bij de kerk) Hoofdstuk 7 De functie van banken Een bank is een instelling die zich bezig houdt met het verlenen van kredieten die zij verschaft uit eigen middelen, uit van derden opgenomen (o.a. spaarders) of door creatie (geldschepping).een bank kan op drie manieren aan geld komen: - uit eigen middelen - uit middelen van derden - door creatie (geldschepping) Kredietverlening uit eigen middelen De eigen middelen van de bank bestaan uit aandelenkapitaal en reserves. Deze vormen bij de meeste banken als garantie voor verliezen. Kredietverlening uit middelen van derden De bank is hierbij afhankelijk van anderen; de bank moet zelf maar afwachten hoeveel geld haar zal worden aangeboden. Kredietverlening door creatie Gespecialiseerde banken, zoals hypotheek banken, richten zich bij hun bedrijfsuitoefening op één bepaalde activiteit. De hoofdtaken van de algemene bank zijn: - het verstrekken van kredieten; - het aanbieden van spaarmogelijkheden Daarnaast houden zij zich bezig met: - Het verrichten van betalingen voor cliënten - Het bewaren van effecten - Effectenverkeer - De emissiebedrijf - Valutahandel Het aanbieden van spaarmogelijkheden Bij deposito s zet je je geld voor een bepaalde periode vast. Bij het lenen van geld kom je ook de begrippen https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 10 van 14

variabele en vaste interest tegen. Bij vaste interest geldt een aantal jaren hetzelfde percentage per periode (jaar); het staat enige tijd vast. Een variabele interest kan elke dag worden aangepast aan de dan geldende interestvoet. Het verrichten van betalingen voor cliënten Als je een bankrekening hebt, kan je via je bank makkelijk betalingen verrichten door een formulier in te vullen, hierop moet je invullen: - naar wie het bedrag moet worden overgemaakt (nummer) - op welk rekeningnummer het bedrag moet worden overgemaakt - welk bedrag er moet worden overgemaakt Als bewijs zet je je handtekening op het formulier. Het bewaren van effecten Bij openbare bewaarneming geeft de cliënt zijn effecten aan de bank, die dan weer alle werkzaamheden verricht die er moeten gebeuren. Bij gesloten bewaarneming geeft de cliënt de effecten in een geslote trommel bij de bank af en doet de werkzaamheden dan allemaal zelf, dit komt nog zelden voor. Effectenverkeer Als een onderneming nieuwe aandelen of obligaties wil plaatsen, schakelt zij vaak het bankwezen in. De bank kan op twee manieren worden betrokken bij een emissie: - De bank neemt de gehele emissie van de onderneming tegen een vooraf bepaalde koers over - De bank kan ook alleen haar bemiddeling verlenen; hiervoor ontvangt ze dan provisie. De bank loopt nu geen risico. Valutahandel Bij de banken kan je vrij gemakkelijk geld wisselen, als je bijvoorbeeld naar een land op vakantie gaat waar ze met ander soort geld betalen. Ook kan je ze weer gewoon inwisselen voor euro s bij de banken. Leveranciers en afnemerskrediet Leverancierskrediet is krediet dat de leverancier verleent aan de afnemer, de leverancier levert goederen die pas later door de afnemer betaald hoeven worden Afnemerskrediet is krediet dat de afnemer verstrekt aan de leverancier, de afnemer betaald goederen die pas later geleverd hoeven te worden. Bij leverancierskrediet onderscheid je twee mogelijkheden: - het consumptief leverancierskrediet - het productief leverancierskrediet. https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 11 van 14

Het consumptief leverancierskrediet Dit is krediet dat een leverancier verleent aan de consument. Dat de leverancier dit krediet geeft ligt voor de hand: - hij hoeft niet, zoals banken, aan dit krediet te verdienen - voor de banken zou deze kleine bedragen veel te veel werk met zich meebrengen, waardoor de kosten hoog zouden zijn; de kosten voor een leverancier zijn lager - leveranciers kunnen meestal beter dan banken beoordelen of de kredietnemer zijn verplichtingen zal kunnen nakomen - door de kredietverlening bindt de leverancier de klant aan zich (klantenbinding) Het productief leverancierskrediet Het productief leverancierskrediet wordt verstrekt door de ene leverancier aan de andere. Het meest voorkomende is dat de producent aan de detaillist (winkel) geeft. Waarom maakt men liever gebruik van leverancierskrediet dan van bankkrediet? Daarvoor zijn de volgende redenen aan te voeren: - De kosten van het leverancierskrediet zijn meestal lager dan die van het bankkrediet - Het risico is voor de leverancier kleiner dan voor de bank, omdat de leverancier meestal beter dan de bank kan beoordelen hoe de afnemer er voorstaat In de meeste bedrijven wordt er gebruik van leverancierskrediet. Het zou echter de voorkeur verdienen een deel van het leverancierskrediet te vervangen door eigen vermogen, omdat: - het leverancierskrediet duurder is dan eigen vermogen; - de leveranciers bij contante betalingen vaak grote kortingen geeft Afnemerskrediet Afnemerskrediet wordt door de afnemer verstrekt aan de leverancier. Het voornamelijk voor bij: - dienstverlenende bedrijven - de uitvoering van speciale orders - de opkopende handel Dienstverlenende bedrijven verlenen diensten die bij wanbetalingen niet kunnen worden teruggevorderd Bij speciale orders is het risico voor de leverancier dat de afnemer hem met het vervaardigde laat zitten, vrij groot. Vandaar dat de leverancier zal eisen dat grote bedragen vooruit worden betaald. Opkopende handel vind je bijvoorbeeld op het gebied van allerlei graangewassen. Ter financiering van de teelt ontvangt de boer (leverancier) geldmiddelen van zijn afnemer. Afnemerskrediet is ook in twee delen te verdelen: https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 12 van 14

- consumptief afnemerskrediet; de consument verstrekt de consument krediet aan de leverancier, zoals vooruitbetaling van abonnementen. - productief afnemerskrediet; een kredietverlening tussen ondernemingen, waarbij vooruitbetaling plaatsvindt. Het rekening-courantkrediet Vrijwel alle ondernemingen hebben bij de bank een rekening-courant. Dit is een rekening die gebruikt wordt voor de dagelijkse betalingen en ontvangsten. Bij dit krijgt de onderneming toestemming van de bank oom tot een bepaald maximumbedrag rood te staan; het kredietplafond. Het bedrag dat de onderneming nog overheeft om op te nemen (tot aan het kredietplafond) heet de dispositieruimte. Deze kredietvorm is in vergelijking met anderen duur. De interest die je betaald is, omdat je ver rood kan staan, veel hoger. Het consumptief krediet Het consumptief krediet is bedoeld voor particulieren die het gebruik voor consumptieve doeleinden. Tot consumptieve krediet reken je: - het doorlopend krediet - de persoonlijke lening - koop en verkoop op afbetaling - huurkoop Het doorlopend krediet Bij een doorlopend krediet spreken bank en consument af dat de consument krediet mag opnemen tot bijvoorbeeld een bedrag van 6.000 euro dat in 60 maanden moet worden terugbetaald. Daarnaast moet interest worden betaald over het uitstaande bedrag. Het geleende bedrag hoeft niet in één keer worden opgenomen. Afgeloste bedragen kunnen steeds opnieuw worden opgenomen. De persoonlijke lening Bij de persoonlijke lening (PL) leent de consument een bedrag bij zijn bank voor een bepaald doel. Hij neemt het maximale bedrag ineens op. Afgeloste bedragen mogen niet opnieuw worden opgenomen. Hiervoor moet hij een nieuwe lening openen. De aflossing bestaat uit gelijke termijnen, waarbij de aflossing en interest worden betaald. De kosten van een PL bestaan uit afsluitprovisie en interest, samen aangeduid als financieringskosten, meestal uitgedrukt in percentages per jaar. Voor de consument is een PL en een doorlopend krediet een duur krediet. Het risico dat een aantal consumenten zijn lening niet aflost, wordt door de bank opgenomen in de kredietprijs (het kredietpercentage) https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 13 van 14

Koop en verkoop op afbetaling Bij koop en verkoop op afbetaling komen kopen en verkopen overeen dat de koopprijs van een roerende zaak, bijvoorbeeld een wasmachine, zal worden betaald in termijnen. Als het genot van de zaak is verschaft vervallen er hier ten minste twee van voor de consument. Met duurzame consumptiegoederen bedoel je allerlei artikelen waar de consument jaren plezier mee zal hebben Huurkoop Huurkoop lijkt erg veel op afbetaling. Bij koop en verkoop op afbetaling wordt de koper eigenaar op het moment van levering. Bij huurkoop blijft de verkoper eigenaar totdat de laatste termijn is betaald. Pas daarna wordt het eigendom overgedragen aan de koper. Bij huurkoop is voor de geldverstrekkende instelling meer zekerheid aanwezig. Als de koper niet meer betaald, heeft de verkoper het recht het artikel bij de klant terug te halen, waarna hij kan proberen dit aan iemand anders te verkopen https://www.scholieren.com/verslag/8169 Pagina 14 van 14