Watertoets Akkerstraat 10a Biest-Houtakker Opdrachtgever : Gemeente Hilvarenbeek Postbus 3 Projectnummer : 20110219 5080 AA Hilvarenbeek Status rapport / versie nr. : Definitief 02 / D02 Datum : 26 september 2011 Opgesteld door Gecontroleerd door : ing. G. Moret : ing. L. Christianen Voor akkoord : ing. A.J.M van Dessel Paraaf : Versie nr. Datum Omschrijving Opgesteld door Gecontroleerd door D01 07/09/2011 Watertoets Akkerstraat 10a Biest-Houtakker GM LC D02 26/09/2011 Verwerken opmerkingen gemeente Hilvarenbeek e-mail d.d. 21 september 2011 GM LC Postbus 4156 t.(0162) 456481 4900 CD Oosterhout f.(0162) 435588 Hoevestein 20b info@ageladviseurs.nl 4903 SC Oosterhout www.ageladviseurs.nl
Biest-Houtakker blad 1 INHOUD blz. 1 INLEIDING 2 2 BELEIDSKADER WATERBEHEER 2 2.1 Algemeen beleid 2 2.2 Richtlijnen waterhuishouding Waterschap 2 2.3 Hydrologisch neutraal ontwikkelen 4 2.3.1 Overige randvoorwaarden 4 2.3.2 Toetsmethodiek 5 2.4 Gemeentelijk beleid 5 3 HUIDIGE WATERSYSTEEM 6 3.1 Algemeen 6 3.2 Oppervlaktewater en waterkeringen 6 3.3 Bodemopbouw en grondwater 6 3.3.1 Conclusie bodemopbouw 6 3.3.2 Conclusie grondwater 6 3.3.3 Conclusie infiltratiecapaciteit 7 3.4 Beschermde gebieden en natuur 7 4 TOEKOMSTIG WATERYSTEEM 8 4.1 Algemeen 8 4.2 Fasering en koppeling 8 4.3 Compensatie regen- en oppervlakte water 8 4.4 Verwerking Regenwater 9 4.5 Verwerking Huishoudelijk afvalwater 10 5 ONTWATERING EN AANLEGPEILEN 10 5.1 Plangebied getoetst aan ontwateringsnorm 10 6 RESUMÉ 11 BIJLAGEN 1. Resultaten HNO toetsinstrumentarium 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
Biest-Houtakker blad 2 1 INLEIDING In het kader van het bestemmingsplan "centrumplan Biest-Houtakker" is de gemeente Hilvarenbeek voornemens om grond aan te kopen van eigenaar van het perceel en het agrarische bedrijf aan de Akkerstraat 10a. De eigenaar is in principe bereid mee te werken en de grond te verkopen en de milieuvergunning in te leveren. Hiertoe moet ook de bestemming van het perceel aan de Akkerstraat 10a van agrarisch omgezet worden naar één bedrijfsbestemming met bedrijfswoning en naar één nieuwe woonbestemming. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is een ruimtelijke procedure noodzakelijk. In het kader van deze ruimtelijke procedure dient er een wateradvies van het waterschap te komen in de vorm van een goedgekeurde watertoets. De randvoorwaarden en uitgangspunten die in het kader van de watertoets verzameld worden zijn uitgewerkt in deze waterparagraaf, welke wordt toegevoegd aan het bestemmingsplan. In deze waterparagraaf worden de huidige- en toekomstige situatie m.b.t. de waterhuishouding beschreven. Voor de toekomstige situatie wordt beschreven welke maatregelen genomen dienen te worden ten aanzien van het watersysteem om te voldoen aan het landelijk-, waterschaps- en het gemeentelijk beleid. Voor de planlocatie is het principe hydrologisch neutraal ontwikkelen van toepassing. Dit betekent dat het water op eigen terrein opgevangen en geborgen dient te worden. Deze watertoets wordt voor advies en goedkeuring voorgelegd aan de waterbeheerder (waterschap De Dommel) en de gemeente Hilvarenbeek. De waterparagraaf maakt onderdeel uit van de ruimtelijke onderbouwing bij het (ontwerp-) bestemmingsplan. 2 BELEIDSKADER WATERBEHEER 2.1 Algemeen beleid De voerende waterschappen in Nederland richten zich op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde duurzame watersystemen. Nagestreefd wordt het vergroten van de belevingswaarde van stedelijk water, natuurvriendelijke inrichtingen en de duurzaamheid van watersystemen. De waterbeheerders werken daarom samen met gemeenten, die de regie hebben over de ruimtelijke ordening en het beheer van de openbare ruimte, om deze doelstellingen uit te halen. Het waterschap De Dommel is verantwoordelijk voor de waterkwantiteit en kwaliteit in het onderhavige gebied. De bestaande riolering in de omgeving van het plangebied is in beheer en eigendom van de gemeente Hilvarenbeek. 2.2 Richtlijnen waterhuishouding Waterschap Zoals aangegeven is voor de gemeente Hilvarenbeek het waterschap De Dommel de voerende kwaliteits- en kwantiteitsbeheerder. Inrichtingen van waterhuishoudingen voor ruimtelijke plannen worden door deze instantie getoetst en gekeurd. Voor nieuwbouw geldt dat het schone regenwater van het vuile huishoudelijke afvalwater gescheiden opgevangen en verwerkt dient te worden.
Biest-Houtakker blad 3 Het huishoudelijke afvalwater dient in overleg met de gemeente Hilvarenbeek aangesloten te worden op een bestaand rioolstelsel in de omgeving van de planontwikkeling. Voor het schone regenwater gelden de hoofd beleidsregels die zijn vastgelegd in het waterbeheerplan 2010-2015 krachtig water vastgelegd. Dit waterbeheerplan beschrijft de doelen en inspanningen van waterschap De Dommel voor de periode 2010-2015. Hierin wordt indeling in de volgende thema s gemaakt: Droge voeten; Voldoende water; Natuurlijk water; Schoon water; Schone waterbodem; Mooi water. Voor het thema Droge voeten brengt het waterschap gestuurde waterbergingsgebieden aan, zodat de kans op regionale wateroverlast in 2015 in bebouwd gebied en een deel van de kwetsbare natuurgebieden acceptabel is. In beekdalen die in zeer natte perioden van oudsher overstromen, passen we geen overstromingsnorm toe. Voor Voldoende water stelt het waterschap de plannen voor het gewenste grond- en oppervlakteregime (GGOR) in zowel landbouw- als natuurgebieden uiterlijk in 2015 vast. Met de realisatie van maatregelen in de belangrijkste verdroogde natuurgebieden (Topgebieden) gaan we stevig aan de slag. Voor het thema Natuurlijk wate richt het waterschap de inrichting en het beheer van haar watergangen op het halen van de ecologische doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water en de functies waternatuur en verweven uit het Provinciaal Waterplan. Om deze doelen te halen gaat het waterschap verder met beekherstel, de aanleg van ecologische verbindingszones en het opheffen van barrières voor vismigratie. Deze maatregelen voert het waterschap zoveel mogelijk uit per gebied, in één samenhangend maatregelenpakket met herstel van Topgebieden en verbetering van de water(bodem)kwaliteit. Voor Schoon water zet het waterschap het proces van samenwerking met gemeenten in de waterketen door. Het waterschap voert gezamenlijke optimalisatiestudies uit en leggen afspraken vast in afvalwaterakkoorden. Verder verbetert het waterschap een deel van onze rioolwaterzuiveringen vergaand om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Het waterschap neemt bron- en effectgerichte maatregelen om kwetsbare gebieden te beschermen. Bij het thema Schone waterbodems pakt het waterschap vervuilde waterbodems aan in samenhang met beekherstel. Afhankelijk van de soort verontreiniging gaat het waterschap saneren, beheren of accepteren. Voor Mooi water vergroot het waterschap bij haar inrichtingsprojecten de waarde van water voor de mens. Dit doet het waterschap door ruimte te bieden aan recreatiemogelijkheden, landschap en cultuurhistorie.
Biest-Houtakker blad 4 Binnen de kerntaken die het waterschap heeft, kiest het ervoor om twee onderwerpen met hoge prioriteit aan te pakken: 1. Het voorkómen van wateroverlast; 2. Het herstellen van het watersysteem van Natura 2000-gebieden. Het waterschap verricht inspanningen op het realiseren van de waterbergingsgebieden voor 2015, waarbij de gebieden ten behoeve van het bebouwd gebied de allerhoogste prioriteit hebben. Het herstel en de bescherming van de leefgebieden voor zeldzame planten- en diersoorten in Natura 2000-gebieden zijn urgent. Daarom geeft het voorrang aan maatregelen in het watersysteem die hieraan bijdragen. 2.3 Hydrologisch neutraal ontwikkelen In samenwerking met Waterschap Aa en Maas heeft Waterschap De Dommel een definitie en randvoorwaarden opgesteld voor het hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO). In principe heeft elke ruimtelijke ontwikkeling invloed op de hydrologie. De beleidsterm hydrologisch neutraal heeft dan ook vooral betrekking op het zo veel mogelijk (binnen de ontwikkeling) neutraliseren van de negatieve hydrologische gevolgen van toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Ieder ruimtelijke ontwikkelingsplan is uniek. De toetsing van ruimtelijke ontwikkelingsplannen is dan ook maatwerk. Niet in alle gevallen zullen de algemeen geformuleerde normen toereikend zijn voor de toetsing. In de eerste instantie wordt getoetst op de aspecten en normen die hieronder zijn weergegeven; A. Er is geen toe- of afname van de afvoer op de rand van het plangebied; B. Er mogen geen veranderingen van oppervlaktewaterstanden optreden op de grens van het plangebied en daarbuiten; C. Er mag geen overlast optreden door extreme gebeurtenissen; D. De omvang van grondwateraanvulling blijft gelijk; E. Er mogen geen veranderingen van grondwaterstanden optreden op de grens van het plangebied en daarbuiten. 2.3.1 Overige randvoorwaarden In alle gevallen moet de ontwikkeling aantoonbaar in de volledige aanleg van alle maatregelen voorzien, vooruitlopend op, of in gelijke fasering met de verhardingstoename; De bergingsopgave van een ontwikkeling dient bij voorkeur binnen het plangebied te worden gerealiseerd; Als met de ontwikkeling watergangen verdwijnen die, behalve voor het plangebied zelf, ook voor het regionale systeem een bergingsfunctie vervullen, dient een berging met dezelfde omvang ten behoeve van het regionale systeem te worden terug gebracht. Daarnaast heeft de bergingsfunctie ook betrekking op de waterhuishoudkundige (afwaterende) functie van de watergangen; Na vulling van een bergingsvoorziening moet deze tijdig weer leeg zijn, zodat de volledige bergingscapaciteit voor het opvangen van een volgende bui beschikbaar blijft (dimensionering en het ontwerp van bergingsvoorzieningen zie module C2200 van de Leidraad Riolering); De initiatiefnemer is verantwoordelijk om de gewenste en toegestane maatgevende afvoer aan te bieden op een bestaande watergang met voldoende afvoercapaciteit.
Biest-Houtakker blad 5 2.3.2 Toetsmethodiek Ter ondersteuning van het watertoetsproces is een instrumentarium (HNO-tool) ontwikkeld waarmee op een snelle manier een plan getoetst kan worden op hydrologische neutraliteit. Daarbij is een vertaalslag gemaakt naar vijf toetsaspecten waaraan een plan of ontwikkeling getoetst kan worden. In de beleidsnotitie 'Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk' zijn voor de toetsing drie methodieken onderscheiden met een verschillend detailniveau: de kengetallen methode, het bakjesmodel en een (geo)hydrologische modellering. De HNO-tool vervangt de kengetallen methode en het bakjesmodel. In de HNO-tool is echter geen onderscheid gemaakt tussen de kengetallenmethode of het bakjesmodel, maar is voor alle kleine tot middelgrote plannen één eenduidig toetsinstrumentarium ontwikkeld. Daardoor kunnen er geen discussies over grijze gebieden voorkomen. Het toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen bestaat uit een programma waarin de gebruiker de kenmerken van het projectgebied en gegevens over de systeemeisen invoert. De resultaten worden echter niet berekend, maar uit een database ingelezen en gepresenteerd. De database is gevuld met de rekenresultaten van een bakjesmodel. Op deze wijze wordt geen nieuw model gemaakt maar wordt er wel indirect gebruik gemaakt van een geavanceerd model, terwijl de gewenste resultaten snel en eenvoudig worden gepresenteerd. 2.4 Gemeentelijk beleid De gemeente Hilvarenbeek volgt het beleid van waterschap De Dommel aangaande de verwerking van het regenwater. In overleg met de gemeente Hilvarenbeek d.d. 17-06-2011 zijn er specifiek voor de gebiedsontwikkeling de volgende watergerelateerde uitgangspunten benoemd: - Omtrent de infiltratiecapaciteit en bodemkundige gegevens kan er worden aangesloten bij het onderzoek zoals deze is uitgevoerd voor Centrumplan Biest-Houtakker; - Voor de toekomstige ontwikkeling dient er voor de woning 200 m 2 en bijgebouw max. 100 m 2 te worden aangehouden.
Biest-Houtakker blad 6 3 HUIDIGE WATERSYSTEEM 3.1 Algemeen Het plangebied is gelegen aan de Akkerstraat, ten noorden van de kern Biest-Houtakker. Biest-Houtakker is één van de kernen in de gemeente Hilvarenbeek. Kadastraal is het volgende bekend; kadastrale gemeente Hilvarenbeek, sectie B, perceelnummers 1328 en 1331. In het plangebied is een vrijstaande woning met een loods en een melkstal gevestigd. Het overige terrein bestaat uit perceelverharding en grasland. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 8.045. Het regenwater infiltreert rechtstreeks in de ondergrond of wordt afgevoerd richting de bermsloot evenwijdig aan de Akkerstraat. In het kader van hydrologisch neutraal ontwikkelen De maaiveldhoogte aan de Akkerstraat ligt gemiddeld op 13,10m +NAP. Aan de Akkerstraat ligt drukriolering waarvoor reeds een huisaansluiting aanwezig is voor huisnummer 10a. 3.2 Oppervlaktewater en waterkeringen Binnen de plancontouren is geen oppervlakte water aanwezig. Het dichtstbijzijnde oppervlakte water is gelegen aan de westzijde van het plangebied en betreft het Wilhelminakanaal. Langs de Akkerstraat is een droogvallende greppel aanwezig. 3.3 Bodemopbouw en grondwater Middels de wateratlas van de provincie Noord-Brabant is bepaald dat de bodemkundige hoofdeenheid bestaat uit hoge zwarte enkeerdgronden welke bestaan uit lemig fijn zand. Op basis van de bodemkaart van Nederland (TNO 1975) kan de regionale bodemopbouw als volgt worden gekenmerkt; Tabel 1. Regionale bodemopbouw (bron: bodemkaart Nederland) Diepte Bodemsamenstelling Formatie Geohydrologie (m-mv) 0 5 Matig tot matig grof zand afgewisseld met Nuenen Deklaag leemlagen 5 24 Middel grof tot uiterst grof, grindig zand Sterksel en Veghel 1 e watervoerend pakket > 24 Leem afgewisseld met lagen matig fijn zand Kedichem en Tegelen Scheidende laag Binnen de watertoets van Centrumplan Biest-Houtakker 1 worden de volgende conclusie getrokken omtrent de bodemopbouw, grondwater en infiltratiecapaciteit. 3.3.1 Conclusie bodemopbouw In de meeste boringen is een leemlaag aangetroffen. De leemlagen zijn waargenomen op 1 tot 1,5 m-mv en op een diepte van 2 m-mv. Hoofdzakelijk bestaat de bodem uit matig fijn zand. 3.3.2 Conclusie grondwater Op basis van de waargenomen grondwaterstanden is een maatgevende GHG bepaald van 0,80 m mv. (13,70 0,80 => 12,90 m + N.A.P.) Deze waarde wordt als realistisch en betrouwbaar geacht. Aanbevolen wordt echter in een vervolgstadium verder onderzoek te verrichten naar de GHG. Dit in verband met het ontbreken van recente meerjarige gegevens. 1 20100618-2011-09-26 D02 Watertoets Centrumplan Biest-Houtakker,
Biest-Houtakker blad 7 3.3.3 Conclusie infiltratiecapaciteit Op basis van de k-waarden bepaald door de firma Ockhuizen Grondmechanica B.V. kan worden geconcludeerd dat de doorlatendheid van de ondergrond zeer goed is. De infiltratieproeven van de firma Ockhuizen zijn echter in de verzadigde zone onder de plaatselijk aanwezige leemlagen uitgevoerd. Voor de watertoets is vooral de doorlatendheid in de onverzadigde zone boven de leemlagen van belang. Daarom wordt ten behoeve van de bepaling van de gemiddelde k-waarde uitgegaan van de k-waarden bepaald door Tauw. Aan de hand van de resultaten kan worden geconcludeerd dat de gemiddelde k-waarde in de onverzadigde zone 0,65 m/dag bedraagt. In de checklist van het waterschap De Dommel wordt een k-waarde van 0,8 of groter genoemd als goede mogelijkheid voor infiltratie. Een waarde tussen 0,4 en 0,8 duidt op een redelijke mogelijkheid voor infiltratie, een waarde van 0,4 of kleiner duidt op een slechte mogelijkheid voor infiltratie. Aan de hand van de checklist van waterschap de Dommel blijkt dat de mogelijkheden voor infiltratie van regenwater redelijk zijn. De beperkte mogelijkheden zijn vooral te wijten aan de aanwezigheid van leemlagen. Indien deze geperforeerd of ontgraven worden dan zal de infiltratiecapaciteit verbeterd worden. Voor het volledig onderzoek wordt verwezen naar de watertoets van Centrumplan Biest- Houtakker. 3.4 Beschermde gebieden en natuur Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een attentie en/of beschermd gebied, een gebied waar reconstructieplannen voor gelden en/of een Natura2000 gebied. De planlocatie maakt eveneens geen onderdeel uit van de Provinciale Milieu Verordening. De projectlocatie is echter wel gelegen in een keur attentiegebied rondom natte natuurparel het spruitenstroompje. Ter bescherming van deze natte natuurparel zijn handelingen die een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding vergunningsplichtig. Voorbeelden van dergelijke handelingen zijn drainage, bemalingen, aanleg of verdieping of verbreding van waterlopen.
Biest-Houtakker blad 8 4 TOEKOMSTIG WATERYSTEEM 4.1 Algemeen In het kader van het bestemmingsplan "centrumplan Biest-Houtakker" is de gemeente Hilvarenbeek voornemens om grond aan te kopen van de eigenaar van het perceel en het agrarische bedrijf aan de Akkerstraat 10a. De eigenaar is in principe bereid mee te werken en de grond te verkopen en de milieuvergunning in te leveren. Hiertoe moet ook de bestemming van het perceel aan de Akkerstraat 10a van agrarisch omgezet worden naar één bedrijfsbestemming met bedrijfswoning en naar één nieuwe woonbestemming. Ter compensatie kan de perceeleigenaar een woning op deze locatie aan de Akkerstraat aan de westzijde van de huidige woning realiseren. Deze is nog net gelegen binnen "stedelijk gebied". Tevens mag er ook een loods worden behouden. De bestaande melkstal zal worden gesloopt en hiervoor komt een ruime woning van en een bijgebouw van max. 100m 2. Het bestaande woonhuis met garage blijft behouden. Het regenwater en huishoudelijk afvalwater wordt in de toekomstige ontwikkeling gescheiden afgevoerd. Binnen de planontwikkeling zal geen oppervlakte water worden gedempt, extra compensatie is daardoor niet benodigd. 4.2 Fasering en koppeling Het totale centrumplan is opgebouwd uit een tweetal fases. De eerste fase betreffen de percelen Biestsestraat 38 en 40. De initiatieven ter hoogte van Akkerstraat 10a zullen worden gekoppeld aan de bestemmingsplan Centrum Biest-Houtakker en maken tevens onderdeel uit van fase 1. Van de planontwikkeling Biestsestraat 38 en 40 is een separate watertoets rapportage opgesteld. De tweede fase is gelegen ter hoogte van perceel Biestsetraat 42, deze fase is nog niet uitgewerkt en wordt in planvorming niet meegenomen. Vooruitlopend kan er wel worden geconcludeerd dat er meer verharding en bebouwing zal verdwijnen dan dat er gerealiseerd wordt. 4.3 Compensatie regen- en oppervlakte water Om eventuele invloeden op het watersysteem inzichtelijk te maken zijn onderstaand de verschillende type oppervlakten in tabelvorm weergeven. Tabel 2. Oppervlakteverdeling fase 1 (Akkerstraat 10a) Oppervlaktes Huidig Toekomstig Bebouwing 1.260 860 Verharding 785 210 Onverhard terrein 6.000 6.975 Water - - Totaal 8.045 8.045 In de huidige situatie is het plangebied (Akkerstraat 10a) voor 44,5 % verhard. In de toekomstige situatie wordt dit ongeveer 13 %, een afname van 975 m 2.
Biest-Houtakker blad 9 Voor het bepalen van de benodigde compensatie van afstromend regenwater zijn de beleidsregels vanuit waterschap De Dommel leidend. Conform de in tabel 2 opgenomen oppervlaktes zal er door de planontwikkeling een afname zijn in verhard oppervlak (975 m 2 ). Binnen de beleidsregels van waterschap De Dommel is beschreven dat indien de ontwikkeling in kwestie een toename in verhard oppervlak van 500 of meer tot gevolg heeft er retentie wordt geëist. In dit geval is er derhalve geen compensatie benodigd vanuit het waterschap. Voor de HNO-tool vanuit waterschap worden de percelen Biestsetraat 38, 40 en Akkerstraat 10a samengevoegd. Omdat fase 2 nog niet ver uitgewerkt is, wordt deze fase niet meegenomen in de HNO-tool van het waterschap. Door afname in verhard oppervlak zal de te creëren berging wel voldoen aan fase 1+2. In de watertoets van het centrumplan (Biestsestraat 38 en 40) zijn de onderstaande verhardingsoppervlaktes bepaald. Tabel 3. Oppervlakteverdeling fase 1 (Biestsestraat 38, 40) Oppervlaktes Huidig Toekomstig Bebouwing 1.317 2.110 Verharding 1.238 3.110 Onverhard terrein 3.185 520 Water - - Totaal 5.740 5.740 In de huidige situatie is het plangebied (Biestsestraat 38, 40) voor 44,5 % verhard. In de toekomstige situatie wordt dit ongeveer 91 %, een toename van 2.665 m 2. Uitgaande van ontwikkeling in een nieuw bestemmingsplan vormt het hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO), conform de richtlijnen van waterschap De Dommel opgenomen in Ontwikkelen met een duurzaam wateroogmerk het uitgangspunt. Op basis van de HNO-Tool van waterschap de Dommel bedraagt het waterbezwaar uitgaande van een toename in verhard oppervlak van 1.690 in een T=10 situatie 50 en in een T=100 situatie 66. Zie hiervoor ook bijlage 1. 4.4 Verwerking Regenwater Voor dit plan dient het principe hydrologisch neutraal ontwikkelen gevolgd te worden. Dit wil zeggen dat bij een (nieuwe) ontwikkeling compenserende maatregelen dienen te worden genomen om piekafvoeren op te vangen. Zoals in 4.3 aangegeven zijn er geen retentie eisen vanuit het waterschap voor de planontwikkeling, het heeft echter wel de voorkeur om het regenwater conform de voorkeursvolgorde van waterschap De Dommel te verwerken: 1. Hergebruik; 2. vasthouden / infiltreren; 3. bergen; 4. afvoeren naar oppervlaktewater. Conform de in hoofdstuk 3 benoemde bodem- en grondwatergegevens en infiltratiekansen is het plangebied in beperkte maten geschikt voor infiltratie. Gezien de voorkeursvolgorde zal er dan ook gezocht moeten worden naar een infiltratievoorziening. Gezien de huidige verwerking van het regenwater wordt geadviseerd om het toekomstige regenwater van de daken middels een ringleiding af te voeren naar de aanwezige bermsloot.
Biest-Houtakker blad 10 Gezien de omvang van de overige perceelverharding en de infiltratiekansen binnen het gebied zal het overige afstromend regenwater plaatselijk infiltreren in de ondergrond. Ten aanzien van het materiaalgebruik dienen geen uitlogende bouwmaterialen zoals lood, koper, zink en zachte PVC te worden toegepast. Dit om verontreiniging van het hemelwater te voorkomen. De compenserende maatregelen voor het centrumplan zijn verwoord in watertoets: 20100618-2011-09-26 D02 Watertoets Centrumplan Biest-Houtakker,. 4.5 Verwerking Huishoudelijk afvalwater Voor de nieuwe woning zal t.b.v. de verwerking van huishoudelijk afvalwater aansluiting gezocht dienen te worden met het bestaand gemeentelijk riool gelegen in de Akkerstraat. Voor de productie wordt uit gegaan van gemiddeld 120 liter vuilwater per dag geproduceerd per inwoner. Voor de woning wordt uitgegaan van een gemiddelde woning-bezetting van 2,5 bewoners. Dit betekent dat er dus 2,5 x 120 liter = 300 liter per dag wordt geproduceerd. 5 ONTWATERING EN AANLEGPEILEN De Ontwateringssnorm in stedelijk gebied in Nederland is vastgelegd in de Leidraad Riolering (C1000). Afhankelijk van de functie en inrichting van het gebied zijn de volgende richtlijnen beschikbaar m.b.t. de toelaatbare grondwaterstanden: Tabel 3. Toelaatbare grondwater stand in relatie tot de functie van de grond (bron: Leidraad Riolering) Functie: Toelaatbare grondwaterstand Woningen met kruipruimte* 0,70 m - kruin weg Woningen zonder kruipruimte* 0,30 m - kruin weg Tuinen en openbare groenvoorziening 0,50 m - maaiveld Primaire wegen 0,90 1,00 m kruin weg Secundaire wegen + woonstraten 0,70 m - kruin weg * Uitgangspunt: vloerpeil van woningen 0,2 tot 0,3 m + maaiveld. De grondwaterstanden in tabel 3 mogen gemiddeld enkele dagen per jaar voorkomen. 5.1 Plangebied getoetst aan ontwateringsnorm Op basis van de vastgestelde normen en een GHG van 12,90 m + N.A.P. dient het toekomstige bouwpeil ca. 13,60 m + N.A.P. te bedragen (uitgaande van woningen met kruipruimte). Het huidige maaiveldniveau bedraagt ca. 13,10 m + N.A.P, dit is niet voldoende om aan de norm te voldoen. Het plangebied zal daar waar niet wordt voldaan de aan de norm opgehoogd dienen te worden.
Biest-Houtakker blad 11 6 RESUMÉ Het plangebied aan de Akkerstraat 10a bestaat is circa 8.045 m2 groot. Het regenwater infiltreert rechtstreeks in de ondergrond of wordt afgevoerd richting de bermsloot evenwijdig aan de Akkerstraat. In het kader van hydrologisch neutraal ontwikkelen. Aan de Akkerstraat ligt drukriolering waarvoor reeds een huisaansluiting aanwezig is voor huisnummer 10a. De maaiveldhoogte aan de Akkerstraat ligt gemiddeld op 13,10m +NAP en de GHG is gesteld op 0,80 m-mv. De k-waarde wordt vastgesteld op 0,65 m/dag. Daarmee zijn de mogelijkheden voor infiltratie van regenwater redelijk. In de nieuwe situatie zal het verhard oppervlak afname met circa 975 m2. Conform het beleid van waterschap De Dommel is dan geen compensatie benodigd. Het heeft echter wel de voorkeur om op basis van het principe van hydrologisch neutraal ontwikkelen regenwater in de voorkeursvolgorde (hergebruik vasthouden/infiltreren bergen afvoeren naar oppervlaktewater) te verwerken. Voor de HNO-tool vanuit waterschap worden de percelen Biestsetraat 38, 40 en Akkerstraat 10a samengevoegd. Omdat fase 2 nog niet ver uitgewerkt is, wordt deze fase niet meegenomen in de HNO-tool van het waterschap. Door afname in verhard oppervlak zal de te creëren berging wel voldoen aan fase 1+2. Evenals voor het Centrumplan geldt voor deze ontwikkeling dat geen uitlogende bouwmaterialen mogen worden gebruikt en dat voor het verwerken van het huishoudelijk afvalwater aansluiting moet worden gezocht op het bestaand gemeentelijk riool.
BIJLAGE 1 Resultaten HNO toetsinstrumentarium
Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen Compenserende berging voor nieuw verhard gebied Algemeen Naam project: Contactpersoon initiatiefnemer: Centrumplan Biest-Houtakker Dhr. S. Bosch Datum: 26-09-2011 26 september 2011 Kenmerken projectgebied pagina Hydrologisch 1 van 2neutraal ontwikkelen Bruto oppervlak projectgebied Bestaand verhard oppervlak 13785 4600 De waterschappen Aa & Maas en De Dommel willen Nieuw totaal verhard oppervlak 6290 met deze berekening in Netto te compenseren oppervlak 1690 een vroeg stadium de Hiervan is type 1 (volledig verhard) Hiervan is type 2 (semi-verhard) Infiltratiepercentage semi-verhard oppervlak Maaiveldniveau nieuw verhard oppervlak GHG 393 1297 50 13.7 12.9 % m + NAP m + NAP betrokkenen adviseren over de eisen die de waterschappen stellen ten aanzien van hydrologisch neutraal ontwikkelen. Infiltratiesnelheid bodem 0.65 m/dag Het berekende wateradvies is richtinggevend. Aan de Systeemeisen aan berging in projectgebied berekening kunnen geen Dimensies voorziening rechten worden ontleend. Lengte voorziening 14.0 m Talud voorziening (1:x) 3.0 Maximale peilstijging (in normaal nat jaar) 0.5 m Maximale peilstijging bij T=10 jaar scenario 0.5 m Maximale peilstijging bij T=100 jaar scenario 0.8 m Afvoercoëfficiënten voorziening Afvoercoëfficiënt bij T=10 jaar scenario 0.67 l/s/ha Afvoercoëfficiënt bij T=100 jaar scenario 1.34 l/s/ha Resultaten Contactpersoon Totale benodigde berging in projectgebied Berging voor infiltratie Berging bij extreme neerslag T=10 jaar Berging bij extreme neerslag T=100 jaar 11 50 66 Dhr. T. van Ham Tel: 0411 61 86 18 Fax: 0411 61 86 88 http://www.dommel.nl Ontwerp infiltratievoorziening Ruimtebeslag Maximale berging in normaal nat jaar Maximale ledigingstijd in normaal nat jaar Berging bij extreme neerslag T=10 jaar 43 11 18 11 uren Waterschap De Dommel Postbus 10.001 5280 DA Boxtel Bosscheweg 56 5283 WB Boxtel T=100 jaar 24 Ontwerp bergingsvoorziening voor extreme neerslagsituaties Ruimtebeslag 121 Berging bij T=10 jaar 50 Berging bij T=100 jaar 66 Afvoercapaciteit bij T=10 jaar 0.3 /uur Berging 'tussen de stoepranden' Berging bij T=100 jaar 0
Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen Compenserende berging voor nieuw verhard gebied Toelichting Neerslag die valt op verhard oppervlak wordt sneller naar het oppervlaktewater afgevoerd dan neerslag die op onverhard oppervlak valt. In het geval dat er verharding wordt aangelegd op een locatie waar eerst geen verharding aanwezig was, is er dus sprake van een versnelde lozing naar het oppervlaktewater. Dit heeft gevolgen voor de aanvulling van het grondwater en de afvoer uit het projectgebied bij neerslagsituaties. Deze gevolgen dienen gecompenseerd te worden door infiltratie en berging in het projectgebied. Opmerkingen <geen> 26 september 2011 pagina Hydrologisch 2 van 2neutraal ontwikkelen De waterschappen Aa & Maas en De Dommel willen met deze berekening in een vroeg stadium de betrokkenen adviseren over de eisen die de waterschappen stellen ten aanzien van hydrologisch neutraal ontwikkelen. Het berekende wateradvies is richtinggevend. Aan de berekening kunnen geen rechten worden ontleend. Contactpersoon Dhr. T. van Ham Tel: 0411 61 86 18 Fax: 0411 61 86 88 http://www.dommel.nl Waterschap De Dommel Postbus 10.001 5280 DA Boxtel Bosscheweg 56 5283 WB Boxtel