Notitie. Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug 1



Vergelijkbare documenten
Vergelijking in de tijd (Soortenrijkdom) Akkers Moerassen

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 23 oktober 2012

Herontwikkeling vliegbasis Soesterberg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Knelpunten N237. Soestduinen. Amersfoort. Den Dolder. Bilthoven. Groenekan. Huis ter Heide. Soesterberg. De Bilt. Zeist. Utrecht. Austerlitz N237 N221

Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur,

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag DRMV/

GEMEENTE ZEIST Nota van ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan Zorginstelling Dennendal Reinaerde

Park Vliegbasis Soesterberg

Twee arbeidsplaatsen meer, tien scholeksters minder.

Bijlagen Aanvulling Plan-MER

Afsprakenkader verdere samenwerking Hart van de Heuvelrug 2013

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

(hoofdstuk uit Inspiratiegids Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Utrecht)

: Hart van de Heuvelrug: clusterovereenkomsten Zeist Zorgpilot en Soest I. Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag.

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied

Biodiversiteitsverlies in Nederland, Europa en de wereld,

meerwaarde halen uit de MER

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

Synergie tussen MIRT projecten: synergie in de directe en indirecte effecten

Nieuwe bedrijfslocaties

PS2009RGW College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel

Harderbos en Harderbroek verbonden

Natuurcompensatieplan aanleg gasontvangststation nabij Halfweg (gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude)

Bermenplan Assen. Definitief

SAMENVATTING SAMENVATTING

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

Nieuwjaarsbijeenkomst MSPUG 19 januari 2016 WELKOM!!!

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur

MKBA RRAAM. Lessen voor andere projecten? Wim Spit. Symposium Betere Besluitvorming met MKBA, 2 oktober 2013

1 INLEIDING. 1.1 Het begrip EHS

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Wat is de economische waarde van natuur in Oost-Brabant en wat betekent dat voor toekomstgerichte natuurbehoudsactie?

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland

GEMEENTE SOEST. Ingek. Nr. ^^vs 2 ^ 2 6 AU Afd.: /2w

MEER HEIDE OP DE HEUVELRUG

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

Ontwikkeling kernkwaliteiten Nationale Landschappen

SALDOBENADERING EHS PAMPUSHOUT. Auteur: Evert Stellingwerf en Eric van der Aa Datum: 6 maart 2013

Visie Biltse Duinen Concept Chris Bakker, mede op basis van document Trudy Maas.

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS)

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Almere 2.0. studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband)

Onderwerp: Voorstel tot instemming van de rapportage Bereikbaar Boxmeer ook na 2020 en uitwerking van de gedane aanbevelingen.

2/27/2011. Overzicht. Natuur is een publiek goed

Gebiedswijzer Wierdense Veld

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving Aansluiting plan Lingerzijde op de actuele regionale woningbehoefte

RECREATIE & NATUUR EN STARING ADVIES

Monitoring Natuurverbinding Hoorneboeg & Zwaluwenberg

Oog voor de toekomst. Jaarverslag Hart van de Heuvelrug 2013

Betreft: Reactie Stichting Milieuzorg Zeist e.o. op Ruimtelijk Plan Vliegbasis Soesterberg.

Nieuwe Hollandse Waterlinie

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Bert van t Holt UNIEKE NATUUR VLIEGBASIS BEDREIGD

Hoe duurzaam is de ladder?

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant,

Biodiversiteitsverlies in Nederland, Europa en de wereld,

Ditverslag is een geïntegreerd verslag van het werkatelier op 31 oktober 2018 en op 22 januari Het verslag van het werkatelier op 31 oktober

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Recreatief aanbod voor wandelen en fietsen,

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss

Ecologisch Energie Netwerk: Quick-scan ecologie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Provinciale Staten van Utrecht T.a.v. de heer H. Schoen Utrecht. Als bijlage bij zienswijze-formulier d.d. 14 mei Geachte dames en heren,

Delfstofwinning langs rivieren goed voor natuur en veiligheid

Datum: 5 november 2013 Portefeuillehouder: De Graaf

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

NATURA 2000 SLOT OF SLEUTEL?

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Initiatiefvoorstel (Groene) Ruimte voor verbetering

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

De ladder voor duurzame verstedelijking : introductie en achtergrond

Samenwerkingsovereenkomst projectgebied Henschotermeer

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS

Motivatie wijzigingsplan

Nieuwe koers Ecologische Hoofdstructuur

Provinciaal projectenboek natuur 2013 Beknopte analyse van mogelijke bijdrage projecten aan Europese doelen

5 Kansen en knelpunten voor de houtsector en boseigenaren

Natuur weer verbinden met de mens: kansen creëren voor biodiversiteit in Zuid Holland. Paul Opdam. Wageningen Universiteit en Alterra

GEBIEDSVISIE BODEGRAVEN - NOORD

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Windpark Wieringermeer

Hoe groen zijn de partijprogramma s

Rol PBL in het natuurbeleid Netwerk Land en Water. Petra van Egmond 21 maart 2014

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

De inzetbaarheid van inzetbaarheidinstrumenten

Natuurontwikkeling Wilnisse Bovenlanden

Businesscase: titel. Businesscase. Titel. Auteur: Versie: Datum: Pagina 1 van 5

Notitie. 1 Aanleiding

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Transcriptie:

Notitie Aan : Bertus Cornelissen, Provincie Utrecht Van : Gerwin van der Meulen, Decisio Datum : 7 april 2014 Betreft : Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug Inleiding en vraagstelling In het programma Hart van de Heuvelrug is de ontwikkeling van natuur van essentieel belang om de (verdere) verrommeling en versnippering van natuurgebieden aan te pakken; naast de andere doelstellingen op het gebied van woningbouw, zorg etc.. Verder sluit de natuurontwikkeling nauw aan bij de ontwikkeling van natuur op provinciaal en Rijksniveau in het gebied (bijvoorbeeld in het kader van de EHS). De kern van de (investeringen in) natuurontwikkeling door het programma Hart van de Heuvelrug is de totstandkoming van twee ecologische corridors 1. Daarnaast zijn vele terreinen, die hun oorspronkelijke functie (bedrijfsterrein, defensie, recreatie etc.) verloren hadden, in natuurgebied (her)ontwikkeld. In deze notitie bespreken we de effecten op de natuurwaarden van de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug en beantwoorden we de vraag: in welke mate profiteert de natuur in het projectgebied Hart van de Heuvelrug van de verschillende maatregelen die in het kader van de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug genomen zijn? Tegen deze achtergrond gaan wij in deze notitie achtereenvolgens in op de volgende onderwerpen: 1. Waarderen van natuur(kwaliteit) en de natuurpuntensystematiek 2. Onzekerheden en gehanteerde scenario s 3. Natuureffecten van de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug 4. Maatschappelijk rendement 5. Aanbevelingen 1. Waarderen van natuur(kwaliteit) en de natuurpuntensystematiek Het maatschappelijk waarderen van investeringen in natuur(kwaliteit) staat in Nederland nog in de kinderschoenen. De kwantitatieve waardering van (de verbetering van) natuur is ook geen eenvoudige opgave. Want, welke prijs hangen we bijvoorbeeld aan de transformatie van een hectare grasland naar een hectare heide? In de regel is de maatschappelijke betalingsbereidheid voor natuurkwaliteit in dit verband lastig en niet eenduidig vast te stellen. 1 Een ecologische corridor is een lijnvormig natuurgebied dat minimaal twee natuurkernen met elkaar verbindt en breed genoeg is om als bewegingscorridor en/of leefgebiedcorridor voor diersoorten te kunnen functioneren. Een ecologische corridor faciliteert hiermee de uitwisseling van individuen tussen populaties. Dit helpt om inteelt en verlies van genetische variatie te voorkomen, zoals vaak optreedt binnen (kleine) geïsoleerd gelegen populaties. De grote(re) leefgebieden dragen zo positief bij aan de biodiversiteit. Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug 1

Voorgaande constatering leidde er in het verleden toe dat natuureffecten veelal als PM-post (promemorie) in maatschappelijke kosten- en batenanalyses van publiek gefinancierde gebiedsontwikkelingsprojecten werden opgenomen. Om toch de natuureffecten van projecten evenwichtig in een maatschappelijke afweging te kunnen meenemen, ontwikkelde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de zogenaamde natuurpuntensystematiek 2. De PBL-natuurpuntensystematiek gaat uit van een areaal natuurgebied (in hectares), de natuurkwaliteit van dat gebied (in een percentage; gebaseerd op de aanwezigheid van bepaalde soorten en typen) en een weegfactor per natuurtype (een maat voor de uniciteit van het natuurtype; reikend van kwelder tot stenig terrein). Ter illustratie is in de volgende tabel een overzicht opgenomen van natuurtypen die in het gebied van Hart van de Heuvelrug voorkomen. Daarbij is ook, op basis van landelijke PBL-cijfers, de weegfactor en de gemiddelde natuurkwaliteit per natuurtype (in Nederland) weergegeven. Tabel 1. Weegfactoren en gemiddelde natuurkwaliteit per natuurtype, Nederland Natuurtype Onderliggende natuurdoeltypen Weegfactor Droge schraalgraslanden Kalkgrasland, droog schraal- en duingrasland Gemiddelde natuurkwaliteit In Nederland 1,9 24% Natte schraalgraslanden Voedselrijke natuurgraslanden e.a. Nat schraalgrasland, dotterbloemgraslanden Bloemrijke graslanden, akkers, binnendijks zilt grasland 1,8 58% 1,4 23% Droge heide Droge heide en duinheide 1,0 62% Droge bossen Bossen van arme zandgronden etc. 1,0 74% Stenig terrein Stenig terrein, daken, etc. (sterk verstoord) 0,2 - Bron: natuureffecten in MKBA's van projecten voor integrale gebiedsontwikkeling, PBL, 2009. De natuurkwaliteit per natuurtype is een gemiddelde voor dat natuurtype in Nederland. Dit gemiddeld is door Decisio berekend op basis van cijfers van PBL. Deze cijfers betreffen arealen natuurtypen naar verschillende natuurkwaliteitsklassen (bijv. <25 procent, 25 - < 50 procent etc.). Op basis hiervan is een gewogen gemiddelde per natuurtype berekend. De weegfactor is een maat voor de uniciteit van het betreffende natuurtype in Nederland; bijvoorbeeld: een droog heidelandschap is in Nederland schaarser dan stenig terrein. Daarom heeft het natuurtype droge heide (1,0) een hogere weegfactor dan stenig terrein (0,2). De gemiddelde natuurkwaliteit van een natuurtype, uitgedrukt in een percentage, wordt gebaseerd op het aantal aanwezige doelsoorten. Doelsoorten zijn soorten (planten en dieren) die een goede indicatie geven van de aanwezigheid van andere soorten. De gedachte daarbij is: als doelsoort A aanwezig is, dan zullen 2 Natuureffecten in MKBA s van projecten voor integrale gebiedsontwikkeling, PBL, 2009 Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug 2

de soorten A1, A2, A3 en A4 ook aanwezig zijn. Maar als doelsoort B niet aanwezig is, dan zullen de soorten B1, B2, B3 en B4 waarschijnlijk ook niet aanwezig zijn. Per natuurtype zijn verschillende doelsoorten van belang om de natuurkwaliteit te bepalen. Bovendien geldt dat niet alle doelsoorten aanwezig hoeven te zijn voor een natuurkwaliteit van 100 procent; dit verschilt weer per natuurtype. Natuurwaarde in het nulalternatief (huidige situatie zonder project) Stel, in het nulalternatief bestaat een natuurgebied uit 40 hectare. De 40 hectares zijn van het natuurtype droog schraalgraslanden. De natuurkwaliteit van het natuurtype droog schraalgrasland zou 100 procent zijn indien 25 procent of meer van de 27 doelsoorten (is 6,75 doelsoorten) voor dit natuurtype zouden worden aangetroffen. In het betreffende natuurgebied worden 6 van de 27 doelsoorten daadwerkelijk aangetroffen. De kwaliteit van dit natuurgebied is dan 6 : 6,75 = 89 procent. De weegfactor voor dit natuurtype is 1,9. De natuurwaarde in het nulalternatief van dit natuurgebied is dan: 40 hectare * 89 procent * 1,9 = 68 natuurpunten. Natuurwaarde in het projectalternatief (huidige situatie mét project) Nu wordt in het projectalternatief hetzelfde natuurgebied met 10 hectare uitgebreid (in het nulalternatief bestond deze 10 hectare uit asfalt) en wordt na 20 jaar 1 doelsoort extra in het natuurgebied aangetroffen. In het projectalternatief is het aantal doelsoorten nu 7; waardoor de natuurkwaliteit van het natuurgebied nu 100 procent bedraagt. De natuurwaarde in het projectalternatief van dit natuurgebied is dan: (40+10) hectare * 100 procent * 1,9 = 95 natuurpunten. De natuurwinst van het projectalternatief bedraagt daarmee 95 68 = 27 natuurpunten. De hiervoor beschreven PBL-natuurpuntensystematiek is door Decisio gebruikt om de natuurwinst te berekenen die optreedt als gevolg van het programma Hart van de Heuvelrug. Daarbij is wel rekening gehouden met enkele onzekerheden en scenario s. 2. Onzekerheden en gehanteerde scenario s Het lijkt aannemelijk dat de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug een positieve uitwerking heeft gehad (en nog zal hebben) op de natuurkwaliteit. Maar, het is niet zonder meer mogelijk uitspraken te doen over de exacte effecten van de gebiedsontwikkeling op de natuur. Bij de analyse van de natuureffecten constateerden wij een aantal onzekerheden, namelijk: meetgegevens voor het nulalternatief ontbreken. het is onbekend of, en zo ja wanneer, natuureffecten daadwerkelijk optreden. het is onbekend of, en zo ja wanneer, geconstateerde knelpunten in de corridors worden opgelost. Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug 3

Door de onzekerheden is op dit moment niet met zekerheid vast te stellen 3 wat de natuureffecten van de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug (zullen) zijn. Toch kunnen we wel een gefundeerde indicatie geven van de verwachte natuureffecten van Hart van de Heuvelrug als we enkele scenario s hanteren voor het nulalternatief (huidige situatie zonder het programma) en het projectalternatief (huidige situatie met het programma). In de kwantitatieve analyse van de natuurwinst van het programma Hart van de Heuvelrug hanteerden we de volgende scenario s: Het nulscenario pessimistisch : gaat uit van de situatie waarin het programma niet was uitgevoerd en waarin de natuurkwaliteit verder zou afnemen door toenemende druk, verrommeling en versnippering. De verschillende soorten die in 2004 nog in het gebied leefden, verdwijnen in dit scenario uit het gebied. Tevens is de functie en het beheer van de projectgebieden in dit nulscenario niet duurzaam gewaarborgd (voor de toekomst). Het nulscenario realistisch : gaat eveneens uit van de situatie waarin het programma niet was uitgevoerd, maar waarin de natuurkwaliteit van de verschillende projectgebieden niet substantieel zou afnemen. Het programmascenario realistisch : de situatie waarin het programma wel is/wordt uitgevoerd, waardoor de natuurkwaliteit in projectgebieden (op termijn) toeneemt en waarbij de functie en het beheer van projectgebieden voor de langere termijn gewaarborgd is. Het programmascenario ideaal : de situatie waarin alle ambities van het programma worden gerealiseerd. Een voorwaarde voor het verwezenlijken van dit scenario is dat de bestaande knelpunten worden opgelost. Het oplossen van de bestaande knelpunten garandeert overigens niet dat het ideale scenario daadwerkelijk verwezenlijkt wordt. Op basis van de PBL-natuurpuntensystematiek, de onzekerheden en gehanteerde scenario s is vervolgens de natuurwinst van het programma Hart van de Heuvelrug berekend. 3. Natuureffecten van de gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug De gehele gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug heeft naar verwachting een maatschappelijke impact (additioneel) van 68 tot 216 natuurpunten (afhankelijk van het gekozen nulscenario), exclusief PM-posten 4. Dit betekent dat de waarde van de natuur in het gebied in het programmascenario realistisch op termijn zal toenemen met 17 tot 53 procent; afhankelijk van het gekozen nulscenario. 3 Zo bleek ook al uit het rapport van Ecogroen, 2005 4 De volgende projecten zijn voorlopig als PM-post (pro memorie) opgenomen: Dennendal, Sterrenberg, Dolderse Hille, Sanatoriumterrein, Steunpunt Huis ter Heide en Kozakkenput. Dit zijn PM-posten omdat of geen inzage werd verkregen in de grondexploitatie (bijvoorbeeld vanwege vertrouwelijkheid) of dat op dit moment onzeker is of het betreffende project conform plan zal worden uitgevoerd. Daarom zijn ook de natuureffecten van deze projecten voorlopig niet meegenomen. Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug 4

De omvangrijkste natuureffecten treden, binnen de totale gebiedsontwikkeling Hart van de Heuvelrug, op bij de volgende projecten: Sleutelgebied Erica Vliegbasis Soesterberg De Vlasakkers Landgoed De Paltz Het realiseren van de aanwezige toekomstpotentie van de verschillende projecten in de gebiedsontwikkeling is onder meer afhankelijk van de mate waarin partijen bereid zijn en mogelijkheden zien om de huidige, bestaande knelpunten in de corridors op te lossen. Bij die knelpunten gaat om: De oostelijke corridor wordt tussen de vliegbasis Soesterberg en de Vlasakkers doorsneden door de intensief gebruikte, provinciale weg N413. Het militair/natuurgebied de Vlasakkers, gelegen in de oostelijke corridor, wordt omheind door een hekwerk en moet nog beter worden gezoneerd. De Kolonel van Rooijenweg, die het natuurgebied Oude Kamp doorkruist, is (nog) niet verkeersluw (gemaakt). Deze weg is gelegen in de oostelijke corridor. Uit de werksessie kwam naar voren dat het in de rede ligt dat in de nabije toekomst nog inspanningen worden verricht om dit knelpunt (ten dele) op te lossen. De Towerroad Camp New Amsterdam, gelegen in de westelijke corridor tussen de vliegbasis Soesterberg en het Ericaterrein, wordt nog gebruikt voor militaire doeleinden. Deze weg is voorzien van straatverlichting. Uit de werksessie kwam naar voren dat het in de rede ligt dat in de nabije toekomst nog inspanningen worden verricht om dit knelpunten (ten dele) op te lossen. Indien deze knelpunten in de toekomst worden opgelost, is het nog steeds niet zeker dat het ideale programmascenario wordt gerealiseerd; de natuur is niet volledig te sturen. Doelsoorten kunnen ondanks alle inspanningen nog steeds beslissen weg te blijven uit het gebied. Het oplossen van de knelpunten brengt het ideale programmascenario wel dichterbij. Dit zou betekenen dat, ten opzichte van het realistische programmascenario, nog maximaal 113 natuurpunten gerealiseerd kunnen worden. Ten opzichte van de beide nulscenario s zou er dan sprake zijn van een toename van de natuurwaarde in het gebied van 44 tot 80 procent. 4. Maatschappelijk rendement De Gebiedsvisie Hart van de Heuvelrug (2003) constateerde een druk op het gebied gelegen tussen Zeist, Soest en Amersfoort door een toenemende vraag naar woningbouw- en werklocaties, intensief recreatief gebruik, congestie en een versnippering (en verrommeling) van natuurgebieden. Bovendien speelden ambities op het gebied van natuurontwikkeling (Rijk; nu provincie) en ruimtelijke kwaliteit (lokaal/regionaal) voor de langere termijn een belangrijke rol. Verrommeling en versnippering van natuurgebieden aangepakt Het programma Hart van de Heuvelrug heeft met de ontwikkeling van de ecologische corridors en de daarbuiten gelegen natuurprojecten vanaf 2004 invulling gegeven aan het tegengaan van verdere Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug 5

verrommeling en versnippering van natuurgebieden. Door projecten zoals Jessurunkamp, het Kodakterrein, het Harlanterrein, Sleutelgebied Erica, Steunpunt Huis ter Heide of Fornhese zijn niet in meer in functie zijnde bedrijfslocaties, recreatieterreinen of militaire terreinen in natuurgebieden (her)ontwikkeld. Daarmee is de (natuur)functie van dergelijke gebieden voor de langere termijn benoemd en gewaarborgd. Bovendien geldt dat de lange termijn visie voor het beheer van deze (nieuwe) (natuur)gebieden helder is. Daarnaast is door de verschillende partijen uitwerking gegeven aan de natuurdoelstellingen in het gebied door de realisatie van ecoducten. De versnippering van natuurgebieden (door infrastructuur) is daardoor verminderd en daarnaast zijn bovendien de voorwaarden geschapen (door de verbindingen met de natuurgebieden elders) om de natuurkwaliteit in het gebied te behouden en te versterken. Stedelijke druk in het gebied gereguleerd Door het in goede samenhang met natuurontwikkeling benoemen van de woningbouw- en bedrijfsterreinlocaties is door het programma Hart van de Heuvelrug richting en invulling gegeven aan de stedelijke ontwikkeling in het gebied op de langere termijn. Gebieden zoals Apollo Noord, vliegbasis Soesterberg, Richelleweg of Huis ter Heide West bieden voor de toekomst mogelijkheden tot woningbouw en bedrijfsvestiging. De realisatie van dergelijke rode locaties staat echter momenteel wel onder druk door onder meer stagnatie op de woningmarkt. Voor de middellange termijn voorziet de regio nog steeds een omvangrijke woningbehoefte. Vanuit de optiek van de betrokken partijen is daarom van afstel geen sprake. Ruimte gecreëerd voor recreatie Het programma Hart van de Heuvelrug heeft bovendien ruimte gecreëerd voor recreatiemogelijkheden in het gebied. Niet meer in functie zijnde bedrijfslocaties of defensielocaties zijn (her)ontwikkeld tot natuur en ontsloten voor het publiek. Tevens biedt de beoogde ontwikkeling van de vliegbasis Soesterberg mogelijkheden om het recreatief aanbod in het gebied te vergroten. Maatschappelijk rendement De vraag die resteert is, of de gebleken natuurwinst van het programma de maatschappelijke investeringen waard zijn geweest? In binnen- en buitenland lijkt er consensus te bestaan dat dit eerder een beleidsvraag dan een analytische vraag is (zie bijvoorbeeld, Nyborg, 2012). Het is daarom aan de partijen van het programma Hart van de Heuvelrug om te beoordelen of de maatschappelijke investeringen opwegen tegen de natuurwinst. Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug 6

5. Aanbevelingen Tegen de achtergrond van de uitgevoerde analyse formuleren we de volgende aanbevelingen: 1. Oplossen van de geïdentificeerde knelpunten in de corridors: de voorwaarden voor het beter laten functioneren van de ecologische corridors kunnen worden verbeterd door het oplossen van de geïdentificeerde knelpunten. 2. Meten is weten: het is aan te bevelen om op enigerlei wijze een monitoring op te zetten om de natuurontwikkeling in de gecreëerde, ecologische corridors te volgen. Door het ontbreken van meetgegevens is het op dit moment lastig gebleken de exacte natuureffecten van de maatregelen binnen het programma vast te stellen. Structurele monitoring hiervan kan in de toekomst relevante, beleidsondersteunende informatie opleveren. We zien de meting van CSO (2012) in deze als een goede stap. Natuureffecten programma Hart van de Heuvelrug 7