Wie: een oude dame en een nette heer. Wat: jullie zitten van de zon te genieten en voeren de eendjes. Waar: op een parkbankje aan de vijver.



Vergelijkbare documenten
5 Opdrachtkaartjes bij telefoongesprek of dialoog

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Lepel. Het boek en de film. Jolien Hesselberth

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Leesboekje de omgeving

Kijk eens in de spiegel naar jezelf

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

ZORGELOOS OP UITJE, VOOR OUDERS EN BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE KINDEREN

De woonkamer. Er staan veel dozen in de woonkamer, er staat een bank en een kast die half in elkaar gezet is.

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Ergens geen boodschap aan hebben. Je ergens niets van aantrekken.

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Op weg naar een dementievriendelijke wijk. Iedereen kan een steentje bijdragen. Jasper Kimenai Alzheimer Nederland

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Spreekopdrachten thema 7 Werken

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Wat leuk dat jij een spreekbeurt gaat houden over Villa Pardoes!

Lieve juf. werkblad 1. 8 Dichter bij de taal Boom uitgevers Amsterdam,

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Inleiding. Veel plezier!

Telefoneren. groep 6. Mevrouw Safir. De loodgieter. Meneer Den Hoed. De redactie van het Jeugdjournaal. De kinderopvang. De vader van Silke

Je bent een echte doorzetter, bravo! Je hebt goed naar mij geluisterd, fantastisch! Daar heb je goed over nagedacht, echt slim van je!

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Liefde ik heb je zo lief! Kijktocht Voortgezet onderwijs havo vwo onderbouw

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Filmverslag Nederlands Pay It Forward

Bijlage Rolkaarten. Je staat op het station, elk moment kan de trein komen. Je hebt een belangrijke afspraak waar je echt op tijd moet zijn.

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Spelenderwijs opvoeden

ALLE TIJD! Musical Advent en Kerst 2015 Kind op Zondag. Tekst: Erik Idema Muziek: Gerard van Amstel

Liefde in het kippenhok

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Saomy. Februari Villa Ticca

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

De Weier Vissedijk 35c 7602 CP Almelo

Eerste hulp bij jouw CV met ouders!

Een buik van wol. Tom! Tom! Cato kwam hard aan rennen. En zei: vandaag word mevr. Catharina. 90 jaar en ik wil haar een heel mooi cadeau

NT /2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

De allerliefste oppas

Je hebt je huiswerk niet gemaakt, maar durft dat niet te zeggen. Je krijgt een beurt en zo merkt de meester het toch. Oeps

Dag van de Hond. Kind & Hond. kunnen de beste maatjes worden!

Lucas 2:25-35 Heb je geduld?

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Weer loop ik door de draaideur van het Lucasziekenhuis.

1b nr. 1 Wie of wat?

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

NIEUWS UIT GROEP 6. Sportdag

tekst & muziek Carin van Essen illustraties Roel Ottow Van 4 tot 8 jaar met CD!

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Boekverslag Sense and Sensibility (Jane Austen)

Thema In en om het huis.

Aflevering: 31. Te + infinitief

Een buik van wol door Theatergroep Fien

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal.

Take a look at my life week 5&6

STILL: workshop fotobewerking

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Drie doktoren Je bent arts en hebt een patiënt die een spoedoperatie nodig heeft. Twee collega-artsen (2 medespelers) hebben ook een spoedeisende

NASCHOOLSE DAGBEHANDELING. Figaro. Welkom! Waarom kom jij naar de groep? Informatieboekje voor kinderen die komen kennismaken. Dit boekje is van:

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Grammatica Woordbenoemen 2. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Naar bed, naar bed! Rik van Spronsen. Zie voor verantwoording:

Thema 2 De Samenleving: samen of ieder voor zich?

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Clicker Training. Train uw pup met de clicker training. Uw pup leren wat zijn naam is:

Keetje zucht. Wat duurt het lang! Maar wacht... Daar komt een auto de straat in rijden. Hij stopt achter de verhuiswagen en er stappen twee mensen

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Dit is een download bij het artikel Omdat je het kunt uit JOP COACH magazine, nr

Hollandse Meesters. Dit werkboekje is van:

Als Jasmijn weer eens verliefd is, komt ze meteen naar Lonnie toe.

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Melkweg. Van kop tot teen. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: Het lichaam

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

HANDLEIDING Leerkracht

= als je angst voelt, ben je bang. = een ander woord voor verdrietig. = iemand die snel ergens bang van wordt.

Het Amsterdam Museum gaat over Amsterdam. In het museum hangen schilderijen.

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

B-b-b-b-eroemdheid Wie is beroemd en heeft het altijd koud? Antwoord: Justin Bibber.

Cultuurontmoeting : Schilder in de klas

Transcriptie:

een oude dame en een nette heer. jullie zitten van de zon te genieten en voeren de eendjes. op een parkbankje aan de vijver. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een zakelijke directeur en een zwetende jogger. jullie staan te schuilen voor de regen. onder een afdakje in het park. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een beveiligingsmedewerker en een slechthorende oma. de oude oma is kunst aan het bekijken. in een museum. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een ongeduldige toerist en een kassamedewerker. de toerist wilt iets hebben. in een supermarkt. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed.

een kapper en een deftige klant. de klant wordt geknipt. in een kapsalon. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. twee giebelende hartsvriendinnen. jullie bekijken een enge film. in een volle bioscoopzaal. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. Een bekakte meneer en mevrouw. jullie belanden per ongeluk in de achtbaan. in een pretpark. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. Een zangeres en een vrolijke presentator. de zangeres gaat optreden. in een bejaardentehuis. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed.

Een rustige man en een hysterische vrouw. jullie hebben een auto ongeluk gehad. op de snelweg. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een oude dame en een monteur. de tv van de oude dame is stuk gegaan. thuis bij de oude dame. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. moeder en dochter de dochter is uitgenodigd voor een modelwedstrijd. thuis Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een oude, vervelende man en een verpleegster. de man laat de verpleegster voor het minste geringste komen. in een ziekenhuis. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed.

een opdringende verkoper en een geduldige meneer. de verkoper vraagt of de meneer lid wilt worden van een natuurorganisatie. bij de voordeur. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een stoere jongen en een ongeduldige mevrouw. de jongen heeft pech met zijn scooter en vraagt of hij even mag bellen naar huis. bij de voordeur. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een verlegen meisje en een meneer. het meisje is de weg kwijt. op straat. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een ongeduldige behanger en een mevrouw. de behanger komt de kamer behangen. thuis bij de mevrouw. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed.

een pizzaverkoper en een meisje. de bezorger komt een pizza bezorgen. bij de voordeur. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een verliefd stelletje de jongen vraagt of het meisje met hem wilt trouwen. op het strand. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een fietser en een jogger. de fietser fietst tegen de jogger aan. op straat. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een meneer en mevrouw in de rij bij de kassa. de meneer dringt voor. in de supermarkt. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed.

een ondeugend kind en een moeder. het kind heeft stiekem lopen snoepen, maar ze gaan zo eten. aan tafel. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een meneer die de hond uitlaat en een jongen. de meneer laat de hond op de stoep poepen en ruimt het niet op. op straat. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een deftige dame en een schilder die het raamkozijn schildert. er valt een pot verf naar beneden. op straat. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een zwerver en een stoere jongen. de zwerver vindt een briefje van 50 euro in de prullenbak. in het winkelcentrum. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed.

een klein meisje en een stoere jongen. het meisje is haar moeder kwijt. in de speeltuin. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. twee voetballers. een van de voetballers heeft een eigen doelpunt gemaakt. op het voetbalveld Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. een lastige jarige en een meisje. de jarige krijgt een kado van het meisje. op een verjaardag. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed.

Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed. Verdeel de rollen. Bedenk een conflict. Verzin hoe de situatie afloopt. Oefen het toneelstukje goed.