Aan een bruin tafeltje in

Vergelijkbare documenten
Karate. 空 手. Een werkstuk gemaakt door Chuck Beekhuizen.

September Mocht je leuk nieuws, weetjes of iets anders hebben voor onze nieuwsbrief, mail dit dan naar

Interview met Y. HIRAYAMA Sensei 6de dan JKA Headquarter Tokyo Japan

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Laat ik, voordat ik over taiji (Tai Chi) begin, eerst over mezelf vertellen. Mijn naam is Jos

Logo B.R.C. Halle/C.R.B.-I.T.

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Leraar, je wist dat je het was.

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Bijlage interview meisje

Jezus en jij. Tekst: Willem de Vink. Illustraties: Arjan Wilschut, Timo Visser en Willem de Vink

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Dé 14 fundamentele stappen naar geluk

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Interviews: - interview: vragen gast - vragen pleeggezin - vragen aan begeleider van Open Thuis - Interview met de dienst VMG :

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Tai Chi. Algemeen. Balans tussen lichaam en geest.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

ADHD: je kunt t niet zien

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Ik denk eigenlijk dat deze blessure niet slecht is geweest voor mijn carrière

Welke krachten en drempels ervaren deelnemers door de workshops van Artability in Thessaloniki?

Lesmateriaal bij de voorstelling: Zwemmen Zonder Mouwen

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

En hoe blijf jij fit in je hoofd?

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

Hoe gebruikt de ruiter zijn eigen lichaam om paard te rijden en meer specifiek om aan de teugel te rijden?

DE GROTE LERAREN ALS SPIEGEL VOOR ZELFREFLECTIE?.

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

En hoe blijf jij fit in je hoofd?

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Karate Club Eerbeek REISVERSLAG BEZOEK JAPAN 2014

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Leuke dingen in de zomervakantie

En hoe blijf jij Fit in je Hoofd?

Wat zijn de meeste voorkomende fouten bij (nieuwe) scheidsrechters?

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Luisteren: muziek (B1 nr. 4)

SLB eindverslag. Rozemarijn van Dinten HDT.1-d

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Presentatie Tekst Top plan (talentontwikkelingsplan) Amy Kouwenberg OABCE1A

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Researchverslag: rituelen Joanna Siccama GAR1-B leraar: Harald Warmelink

In 2016 komt mijn boek uit: Leidinggeven is een werkwoord! Hoe creëer je (meer) ruimte voor jezelf?

Het? boekje. Intro. Een boekje voor ECHTE karateka s!!

1 Ben of word jij weleens gepest?

Werkboek Het is mijn leven

Namens Max: Tops: Tips: soms had je een beetje een houding van dat komt wel, probeer volgend project daar op te letten.

Een goed leven voor.

Ik ben blij dat ik nu voor u lijd Ik ben blij dat ik voor mijn geloof mag lijden Ik ben blij dat ik mag lijden voor de Kerk van Jezus Christus

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur


Tel:

HOE JE IN 5 STAPPEN ECHT ZELFVERTROUWEN OPBOUWT

VZW LOOPBAANCENTRUM. Tevreden. met je huidige. werksituatie?

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

3 Hoogbegaafdheid op school

MODULE #7 CORE PURPOSE

Denkfouten. hoofdstuk 6. De pretbedervers. De zwarte bril

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 2: Nieuwsbrief 3 (oktober 2013) Hallo allemaal,

Liederen solozang Prijs: 7,= euro per stuk

Bonus: Hoe goed ben jij momenteel?

Interview 3FM Collin Eisema txt Transcript interview Collin Eisema voor 3FM met Harm den Besten.

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Reflectiegesprekken met kinderen

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Masters hangen aan Eelco's lippen...

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten!

Eindverslag SLB module 12

Je motivatie vormt de basis om dingen te veranderen.

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Vul de enquête in. Bij deze enquête is het belangrijk dat elke vraag wordt ingevuld.

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Verhaal: Jozef en Maria

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

De Inner Child meditatie

Vragenlijst: Wat vind jij van je

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Latijn: iets voor jou?

Transcriptie:

Het doet nog altijd evenveel plezier om de kimono aan te trekken. Een interview met Sensei Alex Hauwaert over 25 jaar Budo Research Centrum Halle. (deel 1 van 2) credits: Clublogo: Danny Traweels, Tekening Tengu-handen: Roland Habersetzer Aan een bruin tafeltje in de cafetaria van het Halse Sportcomplex vertelt hij twee uur gepassioneerd over de bijzondere plaats van krijgskunst in zijn leven. Binnenkort beoefent Alex Hauwaert al veertig jaar karate. Daarvan geeft hij vijfentwintig jaar onafgebroken les aan zijn eigen Budo Research Centrum (BRC). Hij praat eerlijk over zijn moeilijke zoektocht naar de zin van martiale kunsten. Over hoe karate mee zijn persoonlijkheid heeft gevormd. Ik leer iets over het spel van yin en yang tussen tai ji en karate en hij vertrouwt me toe welke drempels de club nog zal moeten nemen in de toekomst. Maar eerst mogen we nog een paar maanden sans gêne genieten van dit jubileumjaar. Een unieke gelegenheid voor een uitgebreid verjaardagsinterview met een stukje clubgeschiedenis. En een portret van de bescheiden man die dit al een kwarteeuw mogelijk maakt. Japanse leermeesters Jo Van Roye: Wat was je eerste ervaring met karate? Alex Hauwaert: Toen ik in 1975 aan de Rijksuniversiteit Gent begon als licentiaat wiskunde was ik aan het Alex Hauwaert uitkijken naar een sport. Op een opendeurdag van de universiteit heb ik kennis gemaakt met karate en dat stond me aan. Die Gentse club was lid was van een vleugel van de Japan Karate Association (JKA). Dat was in de jaren zestig een initiatief om vanuit Japan instructeurs naar heel Europa te sturen. Ik ben maar een klein jaar in die club gebleven. Toen ik naar de militaire school ben gekomen, ben ik overgestapt naar een Brusselse club waar Sensei Miyazaki les gaf. Satoshi Miyazaki was de hoofdverantwoordelijke vanuit Japan voor de ontwikkeling van de karate in België. Voornamelijk Japanners gaven daar les. JVR: Hoe was het om les te volgen bij Japanners? Alex Hauwaert: Het was een hele kleine dojo van misschien maar een paar vierkante meter. Je kon er hooguit met acht leerlingen staan. Het was in gebroken Engels te doen en een beetje Japans. Ze toonden je oefeningen en daarna scandeerden ze. Er werd zeer veel op techniek gewerkt en ook op kumite (werken met partner, jvr.). Het was gewoon de Japanse manier van het overbrengen van de discipline. Ze kwamen je wel verbeteren, maar je had weinig toegang tot die mensen omwille van het taalprobleem.

Dus je moest veel leren op zicht. Wel zeer intensief moet ik zeggen, fysisch gesproken dan. Heel veel werken op kracht en zeer veel op snelheid ook. Typisch Japans. JVR: Vond je dat een interessante aanpak? Alex Hauwaert: Toen wel omdat ik niets anders kende en niet kon vergelijken. De eerste keer dat ik me vragen ben beginnen stellen was rond 1980. Ik trainde bij een nieuwe club in Sint-Pieters-Leeuw, de Kime Karate Club. De lesgever daar werkte veel meer op kihon en kumite (de termen betekenen basistechnieken en werken met partner, jvr.), maar zeer weinig op kata (een individuele stijloefening met een reeks vastgelegde bewegingen, jvr.). Dat gaf me al een eerste vergelijkingspunt. Ik wilde weten wat ik nog meer kon ontdekken in karate. JVR: Was het in die periode dat je evolueerde naar lesgever? Alex Hauwaert: Ja. Daar ben ik eigenlijk op natuurlijke wijze ingerold. Ik was op dat ogenblik de hoogste in graad in die club, ik stond als enige op het punt om zwarte gordel te worden. De toenmalige lesgever kon het lesgeven in karate niet meer combineren met zijn beroepsactiviteiten. Op een dag zei hij me: Ik kan geen les meer geven. Ik zal wachten tot jij zwarte gordel bent, want de enige die nog les kan geven ben jij. Met andere woorden: als jonge eerste Dan (een graad in Japanse vechtskunsten, jvr.) kreeg ik daar begin 1982 ineens de verantwoordelijkheid van die hele club. 1985: Als Sensei van de Kime Karate Club. Eerste uitnodiging R. Habersetzer voor stage in Sint-Pieters-Leeuw. Als jonge eerste Dan kreeg ik daar begin 1982 ineens de verantwoordelijkheid van die hele club. JVR: Niet in de meest ideale omstandigheden. Alex Hauwaert: Dat was inderdaad zeer confronterend. Je bent amper zes of zeven jaar bezig met karate en plots staan daar x-aantal mensen voor je aan wie je verondersteld wordt les te geven. Dat is ook de eerste keer dat ik mij vragen ben beginnen stellen over wat ik die mensen moest bijbrengen. De stof die ik van de Japanners en in Sint-Pieters-Leeuw had meegekregen, leek me compleet onvoldoende om die mensen jarenlang te onderrichten. Dat is een moeilijke periode geweest omdat ik er alleen voor stond en bij niemand te rade kon gaan. Alex Hauwaert: Ik had natuurlijk veel gelezen. In de literatuur over karate-do was sprake van de verbetering van het karakter van de beoefenaar. Ook het idee van karate als verdedigingskunst, je kunnen verdedigen in om het even welke omstandigheid, dát wilde ik de mensen bijbrengen. In die eerste jaren had ik enkel het aspect van wedstrijdvechten gezien, onder meer als scheidsrechter. Dat karate gewoon te doen zou zijn om punten op een mat was volgens mij onvolledig. Maar ik miste een inspiratiebron. Ik zag niet hoe ik me die zaken eigen kon maken en ik had iemand nodig die me kon coachen. In die omstandigheden heb ik in 1983 op een stage in Gent Mijnheer Habersetzer leren kennen. Inspiratie uit de Elzas JVR: Waar was je specifiek naar op zoek in het budo (krijgskunst, de weg van het gevecht, jvr.)? JVR: Wat heeft bij die eerste ontmoeting met Mijnheer Habersetzer zo n indruk

Na die eerste stage ben ik thuis gekomen en heb ik gezegd: Ik denk dat ik het gevonden heb. op jou gemaakt? Alex Hauwaert: De concentratie die afstraalde van die man. Hij bracht een demonstratie karate onder de vorm van drie kata na elkaar. Daar ging zo n energie van uit en dat waren zo n beslissende momenten in die kata dat dat indruk op mij maakte. Is dát eigenlijk karate?, dacht ik. Het grote contrast in de explosiviteit tijdens de uitvoering van de kata en de zachtheid van de uitvoering van zijn tai ji quan (verder afgekort tot tai ji ; Chinese, op het taoïsme gebaseerde martiale kunst, jvr.) was eigenlijk ook zeer indrukwekkend. Dus complementariteit. je een antwoord. Niet van: Dat doen we later wel, je voert nu uit. En dus die mogelijkheid tot vragen stellen en een antwoord krijgen, had ik tot dan toe niet meegemaakt. Na die eerste stage ben ik thuis gekomen en heb ik gezegd: Ik denk dat ik het gevonden heb. JVR: Was dat moeilijk voor jou? Alex Hauwaert: Dat was moeilijk voor mij, onder andere omdat mijn schoonzus en schoonbroer daar in het bestuur zaten. Maar ik begreep wel dat ze een aantal verantwoordelijkheden hadden op Ik stelde me aan hem voor tijdens de pauze, vertelde dat ik al een aantal jaren karate beoefende en zei hem dat ik op zoek was naar iemand die me verder kon begeleiden. Op een zeer gemoedelijke manier, alsof we elkaar bij wijze van spreken al zeer lang kenden, heeft hij me uitgenodigd om deel te nemen aan een stage in Straatsburg. Het is toen bij dat korte gesprek gebleven. Een paar maanden nadien ben ik alleen met de trein naar Straatsburg gereisd. Daar wachtte mij een zeer warm onthaal en een compleet andere manier van werken. Eén van de eerste dingen die daar meteen opviel was: je hebt je partner nodig om te evolueren in het budo. Het is niet van ik tegen de andere of het ego dat zich moet bewijzen. Nee, je hebt elkaar nodig om te evolueren en je moet met het allergrootste respect werken. Ook de manier van werken: had je een vraag, kon je ze stellen en kreeg 1988: Officiële openingsles BRC Halle op Sint-Rochus Ik moet u melden dat ik niet kan blijven. Dus je zal een andere lesgever hebben, maar ik wens u veel succes. JVR: Je hebt je eigen dojo gesticht in 1987. Hoe moet ik me dat begin voorstellen? Alex Hauwaert: Door het contact met Mijnheer Habersetzer had ik gezien wat het budo nog meer kon zijn. Daarop heb ik voor mezelf zeer snel de strategische keuze gemaakt om ook op die manier te werken. Op dat ogenblik ben ik moeten vertrekken in de Kime Karate Club omdat men niet bereid was om daar die strategie te volgen. het niveau van de Vlaamse Karate Associatie die niet verenigbaar waren met ik die daar afkwam met: We moeten nu het Centre de Recherche Budo (CRB) gaan volgen van Mijnheer Habersetzer. In juni 1987 heb ik op het einde van het seizoen aan de leerlingen gezegd: Ik moet u melden dat ik niet kan blijven. Dus je zal een andere lesgever hebben, maar ik wens u veel succes. Maar ik had toen nog geen alternatief. Ik ben op mezelf blijven oefenen terwijl ik op zoek was naar een zaal. Dankzij de Halse sportdienst ben ik in een zaal op Sint-Rochus kunnen gaan oefenen. Daar zijn de eerste lessen stiekem doorgegaan met een aantal enkelingen.

Wij gaan jou volgen en wat er ook gebeurt, jij bent onze Sensei. JVR: Volgelingen uit Sint-Pieters-Leeuw? Alex Hauwaert: Ja, dat waren inderdaad mensen uit Sint-Pieters- Leeuw die zich toen volledig inschreven in: Wij gaan jou volgen en wat er ook gebeurt, jij bent onze Sensei. Zij zijn in die periode meegekomen naar die eerste lessen. De club is toen gesticht bij ons thuis op 3 december 1987. De eerste officiële les is eigenlijk pas doorgegaan in januari 1988. In het begin was dat met vallen en opstaan. De eerste lessen met 4 à 5 leerlingen. Ik denk dat we een tweetal jaar op Sint-Rochus hebben geoefend. Geleidelijk aan zijn we in sportcomplex de Bres komen trainen en na een tijd zijn we hier volledig komen oefenen. De eerste afdeling die we hebben bij gecreëerd was de afdeling tai ji quan in 1991. In 1995 is de karate afdeling voor kinderen gekomen en veel later in 2006 of 2007 de kobudo (klassieke Japanse krijgskunst met wapens, jvr.). Kijk, ik doe tai ji. JVR: Vanwaar de keuze om vanaf 1991 naast karate ook een afdeling tai ji quan te starten? Alex Hauwaert: Dat is ingegeven door Mijnheer Habersetzer. Op die eerste karatestages in de Vogezen in de vroege jaren tachtig was er steeds een moment van meditatie. Hij had ons toen getoond, Kijk, ik doe tai ji. Hij had het van Sensei Ohtsuka geleerd in het begin van de jaren 1970. Hij zei me: Als je heel lang budo en specifiek karate wil blijven beoefenen, zeer explosief en intensief, moet je proberen om te compenseren door je lichaam en je geest een beetje rust te gunnen. Complementariteit is daar natuurlijk van belang geweest. JVR: Yin en yang in de zuivere zin. Alex Hauwaert: Maar dat is het eigenlijk. Het geheel in evenwicht proberen te houden, dat is vandaag nog altijd zo. Tai ji wordt door sommigen beschouwd als te slaapverwekkend, te traag enzovoort, maar dat is omdat de mensen niet beseffen hoe je dat moet situeren ten opzichte van karate. Er heeft zeer lang een misverstand over bestaan dat een zwarte gordel alleen maar voor je is weggelegd als je jong, lenig en soepel bent. Wil je starten op zestig jaar, start je op zestig jaar. JVR: Welke zijn doorheen de jaren de belangrijkste evoluties geweest in jouw stijl van lesgeven? Alex Hauwaert: In het begin van mijn periode als lesgever waren de lesvoorbereidingen zeer minutieus uitgeschreven, tot het laatste woord. Ik wilde geen verrassingen meemaken en ik moest mijn tijd kunnen volmaken. Ik heb snel geleerd dat je wel perfect het standaard lesschema in je hoofd kan hebben, maar als het resultaat niet overeenkomt met wat je in gedachten had, dan moet je de mensen verbeteren en ze laten evolueren. Vandaag omvatten mijn lessen veel meer materiaal dan er tijdens de les zelf uitkomt. Waarom? Omdat je de mensen moet bijsturen: misschien moet ik langer stilstaan bij bepaalde oefeningen, verwacht ik meer inzet of moet ik meer uitleg geven. Het is zeer interactief. Een tweede aspect is dat we andere accenten hebben gelegd. Vroeger was de techniek het allerbelangrijkste. Nadien hebben we ingezien dat de techniek in een echt gevecht mogelijk ondergeschikt zal zijn aan de mentale kracht en de inzet waarmee je de oefening uitvoert. Dat wil niet zeggen dat de techniek onbelangrijk is geworden, maar op een bepaald moment moet je de mensen naar een ander niveau tillen. Omdat we zeer lang in die beschermde omgeving van de dojo (oefenzaal voor zelfverdedigingskunsten, jvr.) zijn gebleven, is dat een element dat we in de beginfase niet voldoende hebben ingeschat. De origine van het budo is de weg van het gevecht. Als je echt je onderricht tot op het einde doortrekt en de mensen geeft waar ze recht op hebben, moet je consequent durven zijn. Die consequentie moet je ook zien op de mat. Het is een inspanning geweest van bijzonder lange adem. Dat vraagt een bijzonder grote concentratie en betrokkenheid van de leerlingen. In het begin was ik tamelijk tevreden als ze hun techniek al goed deden. Vandaag volstaat dat niet meer. Iemand die vandaag zijn techniek goed doet, heeft de basis. Maar die is bijlange niet voorbereid om een confrontatie aan te gaan. Die reactiviteit uit de mensen halen is bijzonder moeilijk, maar dat heeft een grote invloed gehad op de manier van lesgeven.

JVR: Geen eenvoudige boodschap om over te brengen. Alex Hauwaert: Dat was bijzonder moeilijk. We hebben geleidelijk aan mensen bewust moeten maken van al die nieuwe noties: meer stress bij de aanval, je zal zeer weinig tijd hebben om te reageren, je moet zonder genade kunnen zijn met de aanvaller, je moet kunnen werken op een aanval uit verschillende richtingen, de mogelijke aanwezigheid van meerdere tegenstanders, ga je dialogeren met de aanvaller of niet?. Het is een inspanning geweest van bijzonder lange adem. 1997: Samen met Soke Habersetzer en J.Faieff in St. Nabor (dojo R. Habersetzer) werkend aan Tengu JVR: In 1995 is het Centre de Recherche Budo (CRB) dan geëvolueerd naar het CRB-Institut Tengu. Sindsdien oefent BRC Halle volgens de principes van de filosofie Tengu-no-michi. Was die evolutie een grote aanpassing voor onze club? Alex Hauwaert: Dat was een bijzonder grote aanpassing om twee redenen: omdat we een beetje bevreesd waren voor de reactie van de mensen en omdat we de overvloed aan nieuwe informatie wilden bewaken. Ken je de origine van Tengu? Eén van de domeinen waarin Mijnheer Habersetzer geïnteresseerd was, waren vuurwapens. Tijdens een Amerikaanse stage in 1993 had hij net op een schietschijf gevuurd. De instructeur vroeg hem: Heb je de schijf geraakt? Ik ben zeer zeker., antwoordde Mijnheer Habersetzer. Oké, zei de instructeur, We zullen gaan kijken. Het was bijzonder confronterend toen bleek dat hij de schietschijf niet geraakt had. Hij dacht dat hij na al die jaren van ervaring wel zeker mocht zijn van wat deed. Als dit zo is, vroeg hij zich af, zal mijn karatetechniek dan wel voldoende zijn als ik hem nodig heb in een echt gevecht?. Plotseling kreeg heel dat budo een beetje een deuk. We moesten ons afvragen of alle oefeningen die we aan de mensen aanleerden wel zouden werken in de realiteit. Een tweede confronterend element is de stress die je kan meemaken in een echte inzetsituatie. Als er plotseling iets gebeurt wat je niet verwacht, kan je niet weten hoe je zal reageren. Je kan een aantal van je technieken verliezen omdat je zodanig onder de indruk bent van de aanval. Dus hebben we geprobeerd om uit het gevechtsschieten een aantal situaties te halen en die geleidelijk aan te transformeren en te transfereren naar het budo. Zo is de Tengu ontstaan. We hadden ons ook voorgenomen om die link met dat wapen niet meteen te leggen omdat we wisten dat het mensen mogelijk zou kunnen choqueren. Maar we zagen dat de mensen vrij positief reageerden en openstonden voor die zin voor realisme. Want dat is niet het originele verhaal dat na de Tweede Wereldoorlog is verteld geweest door de Japanners die het karate hebben willen laten uitgroeien over de hele wereld. Hun verhaal was: Je gaat naar een wedstrijd en diegene die het meeste punten scoort, is de overwinnaar en krijgt een beker. Dat is een compleet ander verhaal dan overleving en de mensen daarop voorbereiden. In deel 2 van dit interview: waarom je gerust nog met karate kan starten op je zestigste ; een persoonlijk portret van onze Sensei ; en dat ons Belgische Leger toch een pak cultureler is ingesteld dan we soms beseffen.

Het doet nog altijd evenveel plezier om de kimono aan te trekken. Een interview met Sensei Alex Hauwaert over 25 jaar Budo Research Centrum Halle. (deel 2 van 2) credits: Clublogo: Danny Traweels, Tekening Tengu-handen: Roland Habersetzer De gemakkelijke oplossing is, zeggen: Iedereen doet dat hier en je gaat honderd keer pompen en kan je niet pompen, awel, de deur is daar. JVR: In veel clubs gaat het wél nog steeds om winnen. Wat me sinds het begin is opgevallen aan BRC Halle is dat er plaats is voor iedereen, ongeacht leeftijd of lichamelijke beperkingen. Is dat altijd zo geweest? Alex Hauwaert: Dat is altijd zo geweest. Ik vond dat het budo en de karate niet enkel voor de elite was weggelegd. Met de elite bedoel ik de meest atletische of soepele mensen. We hebben altijd open gestaan voor mensen die een beperking hebben, wat het ook moge zijn. Omdat je als club toch probeert mee te werken aan een deel opvoeding van de maatschappij. Dus is het voor iedereen, niet alleen voor de elite. We hebben ook geen beperking gesteld van leeftijd waarop je kan starten met karate. Wil je starten op zestig jaar, start je op zestig jaar. Er heeft zeer lang een misverstand over bestaan dat een zwarte gordel alleen maar voor je is weggelegd als je jong, lenig en soepel bent. Zeer zelden heeft men het mentale laten doorwegen en geëvalueerd of die persoon wel voldoende maturiteit heeft om die zwarte gordel te dragen en het voorbeeld te geven. Dat zijn toch waarden die we vanaf het begin in de club en op het niveau van de CRB-federatie hebben gehandhaafd. JVR: Welke extra inspanning vraagt dat van jou als Sensei? Alex Hauwaert: Je hebt meer geduld nodig en je moet in staat zijn om in te spelen op bepaalde beperkingen van personen. Want de gemakkelijke oplossing is, is zeggen: Iedereen doet dat hier en je gaat honderd keer pompen en kan je niet pompen, awel, de deur is daar. Je moet creatief zijn als lesgever en een alternatief gaan zoeken. En je moet dat kunnen overbrengen op een manier die mensen valoriseert. De mensen moeten zich goed en gelukkig kunnen voelen. Mens en Krijger JVR: Mijnheer Habersetzer heeft je in 2005 de zesde Dan graad toegekend. Je draagt nu de titel Tashi (Krijger). Wat betekent die zesde Dan voor jou als budoka? Alex Hauwaert: Voor mij persoonlijk betekent het een bijzondere erkenning van hem uit naar mij toe, na zoveel jaren van samenwerking. Ik beoefende toen iets meer dan dertig jaar karate.

Voor mij is dat een moment geweest waar ik dacht van: Goed, ik heb technisch voldoende getoond. De zesde Dan is er gekomen omdat hij gezien heeft wat de inzet is en wat de bijdrage is die je aan de CRB-federatie levert als dusdanig. Het is meer dan gewoon maar een techniek tonen of een werk afgeven. Dat is een blijk van vertrouwen. Maar het was voor mij wel een bijzonder moment moet ik wel zeer duidelijk zeggen, dat heeft me natuurlijk plezier gedaan. Ik vond dat het budo en de karate niet enkel voor de elite was weggelegd. 2005: Erkenning 6de Dan door R. Habersetzer JVR: Hoe zie je jouw eigen evolutie naar de zevende Dan? Alex Hauwaert: Voor de vijfde Dan was de timing nog geprogrammeerd. Ze vragen je of je dat kan voorbereiden. Vanaf zesde Dan ken je die timing niet meer. Vanaf dan is het Mijnheer Habersetzer zijn voorrecht als Soke, als stichter van zijn school, om te zeggen dat die persoon een zesde of een zevende Dan waard is. Dus ik zal wel zien. Komt dat er, oké, komt dat er niet, ook oké. Wat voor mij vandaag van belang is, is het werk dat ik al geleverd heb. Die zesde Dan is al een grote erkenning. Komt er nog iets bij, goed. Maar wezenlijk zal dat niets veranderen voor mij. JVR: In de literatuur over karatedo staat dat de beoefening van karate je karakter verandert. In welke zin heeft het budo jouw eigen persoonlijkheid gevormd? Alex Hauwaert: Wat ik in het budo zelf heb ondervonden, is eerst en vooral de nieuwsgierigheid en leergierigheid die je moet hebben. De zin van kunnen luisteren en dialogeren, je niet willen opdringen en niet willen imponeren. Ook niet het ego willen vooropstellen voor de rest, maar een beetje ik zou niet willen zeggen het onderdanige maar. JVR: Bescheidenheid. Alex Hauwaert: Voilà, de bescheidenheid. Jezelf niet te ernstig nemen, de zaken kunnen relativeren. Dat zijn zaken die het me heeft bijgebracht. In alle bescheidenheid verder blijven oefenen, niet te snel tevreden zijn, weten dat je tegenslagen kan meemaken. Verbetering van het karakter van nature uit ben ik altijd iemand geweest die veel geduld heeft opgebracht en een zekere rust heb gehad. Die jarenlange beoefening van het budo en de tai ji erbij heeft natuurlijk wel gemaakt dat je rustig en kalm blijft. Er zijn natuurlijk wel momenten waarbij het ook minder gemakkelijk is. Iedereen maakt dat mee. Dan moet ik wel zeggen dat ik een paar keer heb kunnen terugvallen op de tai ji en de karate als een soort uitlaatklep. Ik heb dat om mij volledig op te concentreren. Innerlijk kom je toch volledig tot rust. Niet meteen, maar na een zekere tijd kom je toch terug in balans. JVR: Welke spirituele dimensie heeft het budo voor jou? Alex Hauwaert: Als we het daarstraks hadden over het verbetering van het karakter van de beoefenaar: je moet je kunnen concentreren. Je moet beseffen waar je mee bezig bent. Zonder concentratie zal je er weinig aan overhouden, wat vandaag ook één van de zwakke punten is. Je ziet een zeer groot verschil in concentratie bij de mensen die zich effectief met volle overgave inzetten en de mensen die er de hele les niet bij zijn met hun gedachten. Ik denk dat het ook een beetje komt met de maturiteit van de mensen. JVR: Als Sensei moet je een goede conditie onderhouden. Waaruit bestaat je eigen trainingsschema? Alex Hauwaert: Ik ben toch al vier dagen per week bezig met de normale lessen: op woensdag tai ji,

op vrijdagavond en zondagvoormiddag karate en een aantal maanden ook op zaterdag voor de hogere graden karate. Je lichaam moet ook een beetje rusten. Vandaag is het niet zo dat ik dagelijks oefen. Wat ik wel doe is dat ik buiten het karate een algemene conditie onderhoud door te zwemmen en te fietsen. In de periode dat ik bij Defensie actief was, was er toch wel dagelijks sport: lopen of een andere activiteit. Wat ik vandaag buiten de normale les nog wel vrij regelmatig doe, is tai ji. Waar ik persoonlijk mee bezig ben, is die reactietraining en precisietraining bij het schieten. Dat is iets wat een toegevoegde waarde geeft aan het werken, de snelheid van uitvoering, de concentratie. En dat ligt perfect in de lijn met die Tengu. Dat is het zo n beetje. Daarnaast blijf je leergierig door het consulteren van boeken: je neemt eens een kata door of je bekijkt combinaties. Je blijft dat onderhouden. De Cultuur van Defensie JVR: Een zin die me trof op de website van BRC Halle was: Een budoka die zichzelf respecteert, moet een grote cultuur bezitten. Aan welke vormen van cultuur besteed je graag tijd? Alex Hauwaert: Buiten het budo bedoel je dan? Wel, waar ik van kan genieten is muziek. James Last en André Rieu, of zeer klassieke muziek. Of muziek uit mijn tijd zoals Barry White en Will Tura. Ik heb een grote mix van muziek in de auto. Af en toe ga ik toch wel alleen naar concerten zoals laatst naar Il Divo in Vorst Nationaal. Dat was zeer goed. Wat ik de laatste tijd minder doe, maar waar ik vroeger veel aan heb gehad, is toneel. Of het nu humor was of drama. Of af en toe een tentoonstelling. Maar dan moet het echt zeer gericht zijn. Dus bijvoorbeeld een tentoonstelling over China of Japan. De lijnen van de club zijn uitgetekend. Maar we moeten beseffen dat we nog een aantal hindernissen zullen tegenkomen. JVR: Ben je de tentoonstelling over Hokusai in het Museum voor Japanse Kunst al gaan bekijken? Alex Hauwaert: Ja, dat bijvoorbeeld, dat interesseert mij. Omdat je daar een aantal zaken opsteekt. En dan boeken lezen. Misschien valt dat niet direct onder cultuur, maar je blijft wel bij met een aantal zaken. JVR: Is je interesse voor cultuur eveneens gestimuleerd geweest door het budo? Of ben je altijd een cultuurliefhebber geweest? Alex Hauwaert: Dat is uiteindelijk door mijn professionele vorming als officier gestimuleerd. Ik herinner me dat we in de eerste twee jaren van onze opleiding verplicht een aantal culturele voorstellingen moesten bijwonen. JVR: Dat is verrassend om te horen van het Belgische Leger. Alex Hauwaert: Dat was regelmatig hoor. Een bezoek aan Brussel, bezoek aan Luik, bezoek aan Gent, bezoek aan dat museum, eens een voorstelling in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. Er werden ook aanwezigheden genoteerd, of je er wel geweest was. Dat heb ik meegemaakt. Dus daar leer je op die manier ook die wereld kennen. En in het begin denk je Moet dat nu toch?, maar nadien ben je wel blij dat je dat gedaan hebt. JVR: Wanneer heb je in de loop van die voorbije 25 jaar gedacht: Nu doek ik mijn club op, het is genoeg geweest?. Alex Hauwaert: Nooit. JVR: Maar er zijn wel moeilijke momenten geweest, veronderstel ik? Alex Hauwaert: Er is één moeilijk moment geweest in de geschiedenis van de club en dat was toen ik in 1992 beroepshalve zes maanden moest vertrekken naar het voormalige Joegoslavië. Dat is de enige keer dat ik gedacht heb: Ai, dit kan verkeerd aflopen. Maar voor de rest heb ik nooit getwijfeld. Er zijn nooit momenten geweest waarvan ik dacht het is gedaan, dus ik blijf nog altijd met evenveel enthousiasme lesgeven. JVR: Welke voldoening geeft lesgeven je? Alex Hauwaert: Wat ik vandaag bijzonder motiverend vind, is dat je in de karate en in de tai ji mensen hebt die uit verschillende omgevingen komen, met verschillende interesses en beroepskwalificaties. Het is leuk dat je daar ook met die mensen over kan praten op een normale manier. Elk heeft zijn eigen problemen, maar de mensen verstoppen zich niet meer. Vroeger wist ik niets over de deelnemers. Vandaag is dat niet meer zo. Je oefent met iedereen gaande van een leraar tot een buschauffeur, een

verpleger, dokter of zelfstandige. Dat is zeer leuk. Dat je iets aanreikt aan mensen uit verschillende groepen en lichtingen van de bevolking, zie je. Mensen komen vanuit hun achtergrond met verschillende interesses en een eigen motivatie. Dat maakt het vandaag bijzonder boeiend. JVR: En het werken met jongeren? Want dat vraagt toch ook een speciale aanpak. Alex Hauwaert: Ja, dat is juist. Dat vraagt een bijzondere interesse en een bijzondere motivatie ook. De motivatie daar is dat je die doelgroep een beetje kan vormen. Dat je iets kan toevoegen aan wat er vandaag gebeurt in de maatschappij. Maar je moet natuurlijk realistisch zijn en goed beseffen dat een aantal mensen niet gaan blijven. Ik denk dat we blij mogen zijn dat er af en toe een jongere doorstroomt naar zwarte gordel. Maar het doet plezier als het gebeurt. JVR: Mijnheer Habersetzer heeft intussen een erfenis opgebouwd die meer dan vijftig boeken en een eigen stijl omvat. Welke erfenis wil jij op termijn nalaten als Sensei? Alex Hauwaert: Over erfenis wil ik niet graag spreken. Wat mooi zou zijn, is dat er iets verder kan blijven gaan van BRC Halle, waar we budo aanbieden volgens een bepaalde visie en bepaalde objectieven. Die visie is geëvolueerd met de tijd en we zijn meegegaan in het Tengu-verhaal. We hebben toen niet afgehaakt en we zijn de moeilijke weg blijven kiezen. Nu we 25 jaar bestaan, staan we op de kaart in Halle. Onze club is zowel financieel als qua ledenaantal gezond. De groep is constant met een aantal afdelingen die allemaal min of meer op een zelfde niveau kunnen blijven oefenen. Als dat verder zou kunnen bestaan, is dat natuurlijk magnifiek. Meer dan dat verwachten, kan ik niet doen. JVR: Hoe zie je de club evolueren in de komende vijfentwintig jaar? Alex Hauwaert: Laat ons zeggen dat de lijnen zijn uitgetekend. Het is in de richting van de Tengu-filosofie dat we moeten blijven gaan. Maar we moeten wel beseffen dat we nog een aantal hindernissen zullen tegenkomen. Er zullen momenten zijn waarop men de waarde en het nut van op die manier oefenen opnieuw in vraag gaat stellen. Intern of extern. Dan is het natuurlijk de sterkte van de club zelf en de anciens die dan zullen maken of dat je dat verhaal kan blijven doortrekken of niet. Ik zie de evolutie van de club als een vaste, erkende waarde in Halle. We bieden meer aan dan enkel het sportieve en we profileren ons ook zo. We zorgen dat we ons kunnen blijven profileren voor alle leeftijden, voor alle mogelijke mensen, beperkingen of geen beperkingen, niet elitair gaan werken en geen selectief publiek aanspreken. Dat zijn zo n beetje de lijnen die we moeten aanhouden voor de komende jaren. JVR: Hoe lang ga je door met les geven? Alex Hauwaert: Ik ga door zolang ik kan. Dat zal evolueren natuurlijk, want ik doe niet meer dezelfde dingen als toen ik twintig jaar was. Maar budo is uiteindelijk een deel van mijn leven geworden. Het doet nog altijd evenveel plezier om de kimono aan te trekken. Zolang ik dat kan doen, zal ik dat blijven doen.