EERSTE HULP BIJ EVALUEREN



Vergelijkbare documenten
EVALUATIE: EEN BASISBEGRIP

BIJEENKOMST 1- KENNISMAKING

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht...

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Doel. Vertrekpunt: Santé! De beste gesprekken voer je... op café

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

God geeft evenveel aan de laatste als aan de eerste.

Over taaie taboes en lastige liefdes

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

De focusgroepen gaven ons in het verleden al een antwoord op volgende kernvragen:

Communicatie op de werkvloer

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Jongerenverwerking Franciscus Spreekt (duur: 60 minuten)

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Knabbel en Babbeltijd.

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar?

Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf!

Y-choice. Luister naar De keuzes die je maakt van Van Dik Hout. Het nummer staat op de CD Het beste van De songtekst vind je in bijlage 1.

Deze handleiding is van

Tietel slide. Titel slide 2 Module 2. tekst. Beïnvloeden. Juni Trainers: Sarah Strübin en Willem Ezerman ALFABEELD ORGANISATIEONTWIKKELING

Les 3 - maandag 3 januari De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Laat de jongeren de test conflictstijlen maken (zie bijlage 1). Naar aanleiding van de uitslag ga je in gesprek.

ADHD en lessen sociale competentie

Liefde, voor iedereen gelijk?

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling

BUE Zelfevaluatie OL

een functioneringsgesprek verschilt naar aard en doel van een evaluatie of beoordelingsgesprek

Handreiking Workshop Omgaan met probleemgedrag, hoe tevreden ben jij?

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

Fit in je Hoofd, Goed in je Vel.

Feedback aan leerkrachten

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Lesbrief thema: Identiteit

De loopbaanchecklist

Ouders over tevredenheidmetingen.

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Methodieken en werkvormen Module 11: Evalueren van activiteiten - Diverse werkvormen om te evalueren

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

Juf Sabine en juf Maaike

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Vrienden & Relaties

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime?

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

Actief luisteren (De ander helpen zo duidelijk mogelijk te zijn)

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Werkboek Het is mijn leven

Teambuilding = vormen van een goedwerkende groep

Verbindingsactietraining

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Training. Vergaderen

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Aan de hand van 11 kleine stapjes, kan deze methode jou helpen om jou einddoel te bereiken!

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Het instappen in de Paranormale Wereld

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO!

Beroepsgerichte Vorming, opleiding handel en administratie of Project Algemene Vakken

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

METHODIEKEN KINDERPARTICIPATIE

Draaiboek vorming oudercontact

Mirjams mama en moekie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

DUUR WAT HOE MATERIAAL

Docentenhandleiding. CP15 het functioneringsgesprek. dh15-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Het circus komt 3+ Clair de Lune Théâtre (België)

Draaiboek efficiënt communiceren Beter samenwerken door een goede communicatie

over deze vragen praten. Laat de tweetallen hun antwoorden opschrijven. Sluit dit onderdeel plenair af: wie wil hier iets over zeggen?

joepla 2 De Cartoons hoogte van je stemming

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)


Ontdek je kracht voor de leerkracht

Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen

6555 BW Wat kun je doen als je te snel boos bent.indd 12

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Lesbrief HyperISH. ISH_lesplan.indd :23

Wervelende. Voorlichtingsshow

Voorbereiding assessment

Workshop. Gevarieerde werkvormen als oplossing voor niveauverschillen

Inhoudstafel Leermeermoment La J Kinderen Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doel van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding...

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

Mijn WERKSTUK in 10 stappen

Discussiëren Kun Je Leren:

Transcriptie:

EERSTE HULP BIJ EVALUEREN WERKWINKEL INSPIRATIEDAG ONGELOOFLIJK (6 FEBRUARI 2010) WAT IS EVALUEREN? EVALUEREN IS TERUGBLIKKEN NAAR HET VERLEDEN OM HET IN DE TOEKOMST BETER TE DOEN. Evalueren is terugkoppelen. In een evaluatie kijken we terug naar de verwachtingen en vragen we ons af of die verwachtingen zijn ingelost. Naar begeleiders toe is het heel belangrijk om op voorhand duidelijke afspraken te maken, uit te spreken wat je van elkaar verwacht... Evalueren om te evolueren. We inventariseren niet wat er allemaal fout zat en we veroordelen niet. Als we geloven dat mensen groeien, dan zal dat niet lukken door hen te zeggen wat ze allemaal fout gedaan hebben. Dan zullen we hen moeten bevestigen in wat ze doen, benoemen waarin ze sterk zijn en hen aanmoedigen op terreinen waarin ze minder sterk zijn. BEZINT EER GE BEGINT Je kan niet zomaar beginnen aan een evaluatie. Vooraf moeten een aantal dingen vaststaan: Wat ga je evalueren? Een proces (bv. De manier waarop een weekend werd voorbereid) Een eindproduct (bv. het weekend, een activiteit) Onze werking De begeleidingsploeg Welke methodiek kan je het best gebruiken? Evalueren we eerst per twee en dan in grote groep? Wat wil je bereiken met de evaluatie? Een indruk krijgen van de mate van tevredenheid of echt alles grondig doorspreken? 1

AANDACHTSPUNTEN Evaluatie is een dialoog, geen monoloog. Om tot een goede dialoog te komen, zijn onderstaande elementen onontbeerlijk. Actief luisteren: dat is een antwoord zoeken op vragen als: - wat zegt de andere over zichzelf? - wat zegt de andere over mij? - welke behoeften zitten hier achter? dat is vaak struikelblokken overwinnen: - je verstand (luister niet als een schaakspeler, dit wil zeggen voortdurend denkend aan je volgende repliek of antwoord) - je mond (zwijgen dus om de ander voldoende ruimte te laten om zijn verhaal te doen) - je gevoelens (leef mee, maar kruip niet samen in de put) - verstrooidheid (denk niet voortdurend aan wat je straks nog moet doen) Assertiviteit Dit betekent op een positieve manier omgaan met probleemsituaties. Het is opkomen voor jezelf en je gevoelens (ik boodschappen), zonder hierbij de ander te kwetsen. Het is de ander tegemoet treden in een machtsvrije dialoog. Een aantal belangrijke voorwaarden hiervoor zijn: - je lichaamstaal moet overeenstemmen met wat je zegt - waar nodig moet je neen kunnen zeggen en grenzen kunnen bepalen - je moet durven toegeven dat je iets niet weet, iets niet kunt - je kan niet voor iedereen goed doen - kom op voor jezelf, je eigen waarden, meningen en gevoelens - maak je fouten, dan moet je er ook zelf de verantwoordelijkheid voor dragen. Echt je fouten toegeven betekent om vergeving vragen. Dat betekent ook dat je niet moet vluchten in goedkope excuses. Tijdsbesteding Neem je tijd voor een gesprek. Onder een goede tijdsbesteding verstaan we ook het kunnen inschatten van de juiste tijdsduur. Eindeloos palaveren heeft zeker ook geen zin. Je evalueert zowel de anderen als jezelf. Zelfevaluatie houdt in dat je jezelf bevestigt, stuurt en kansen geeft. Zelfevaluatie betekent ook dat je je eigen gedrag en je begeleidingsstijl, je opdrachten in de voorbereiding gaat bevragen en beoordelen in functie van het goede verloop. Formuleer elk evaluatiepunt zorgvuldig. Iedereen moet immers duidelijk weten waarover er geëvalueerd wordt. Neem dus voldoende tijd om het evaluatiepunt helder en ondubbelzinnig te verwoorden. Niet elk evaluatiepunt weegt even zwaar door. Bepaal dus eerst de belangrijkheid van elk onderdeel en hou daar rekening mee wanneer je een algemene score toekent aan het geheel. Het negatief oordeel over een zeer belangrijk gebeuren zal bv. sterker doorwegen dan 2

het positief oordeel over een klein aspect van het gebeuren. Haal de besluiten van een evaluatie regelmatig boven. Evalueren is belangrijk maar alles hangt af van wat je met de uitkomst van de evaluatie in de toekomst doet. Hou er dus rekening mee bij het plannen van een volgende activiteit, het nieuwe werkjaar, ENKELE AANZETTEN Technische mogelijkheden Je kan op verschillende manieren evalueren. De evaluatie kan eenvoudig gebeuren onder de vorm van een gesprek. De ervaring leert dat een gesprek niet iedereen ligt omdat de een zich nu eenmaal vlotter kan uitdrukken dan de ander. Daarom kan heel wat materiaal worden gebruikt om het gesprek te helpen op gang komen, zoals bv. papier en stiften, symbolen, gebaren en voorwerpen. Bovendien mag men de waarde van een expressieve lichaamsvorm niet onderschatten. Sommige mensen kunnen hun gevoelens spontaan kwijt door een of ander lichamelijk gebaar, zelfs als zij er geen woorden voor vinden. Ideaal zou zijn dat woord en gebaar altijd samengaan, zodat de gehele mens in beweging komt. Enkele voorbeelden van methodieken Evalueren met materialen: Voorwerpen leiden zeer goed tot associëren. Kies enkele foto s, CD s, voorwerpen uit de eigen leefwereld en/of eerder symbolische voorwerpen. Vraag iedereen om één voorwerp te kiezen waar zijn/haar oog op valt als men denkt aan wat er deze sessie (weekend,...) gebeurde. Lachbekjes Teken als begeleider drie soorten mannetjes : vrolijke, neutrale en triestige mannetjes. Bij elk mannetje kunnen door de deelnemers activiteiten gezet worden die leuk, neutraal of minder leuk waren. Het begin van het einde Leg een grote stapel dia s, foto s of muziek klaar. Vraag voor de activiteit aan de deelnemers om iets uit te kiezen wat aansluit bij hun verwachtingen van de activiteit. De deelnemers tonen het geselecteerde materiaal en vertellen er iets over. Doe dit ook weer aan het einde van de activiteit. Bekijk of het gekozene nu nog past bij hun ervaring. Men kan eventueel iets anders kiezen. Twee stoelen De begeleider heeft een lijst met onderwerpen opgesteld met betrekking tot de te evalueren activiteiten waarover hij graag reacties wil horen. Twee stoelen worden tegenover elkaar opgesteld, waarvan de één de positieve stoel is en de andere de negatieve stoel. De begeleider noemt een onderwerp op van de lijst. De groepsleden kunnen hierop reageren door op één van de stoelen te gaan zitten, afhankelijk van hun mening. Het gaat hier steeds over korte reacties, waardoor er een vrij snelle afwisseling is van personen op de stoelen. Kleur bekennen De deelnemers hebben een groene en een rode ballon. De begeleider stelt vragen over de verschillende activiteiten of over verschillende aspecten van 1 3

activiteit. Als antwoord blazen de deelnemers telkens een stukje ballon op: lucht blazen in de groene ballon betekent dat ze het onderdeel goed vonden, lucht blazen in de rode ballon betekent dat het onderdeel niet goed bevonden werd. Op het einde kan iedereen zien aan de grootte van de ballonnen hoe de deelnemers het geheel vonden. EVALUATIEMETHODIEKEN: ENKELE VOORBEELDEN EVALUATIEDOMINO Doel: een activiteit, de werking, de begeleidingsploeg, evalueren en daar meteen een aantal engagementen aan koppelen. Materiaal: - pennen - evaluatiedominoblokjes met een pluim, 2 per deelnemer (zie bijlage) - evaluatiedominoblokjes met een pijl, 2 per deelnemer (zie bijlage) Werkwijze: Deel de dominoblokjes uit. Op de ene helft van elk blokje staat een pen. Op de andere een pluim of een pijl. Iedere deelnemer krijgt 4 dominoblokjes, 2 met een pluim op en 2 met een pijl. Op de blokjes met de pluim schrijft de deelnemer iets positief over de activiteit, de werking, in het vakje met de pen. Bijvoorbeeld: het onthaal was goed georganiseerd. De leden waren meteen mee in het thema. In het vakje met de pluim schrijft hij een mooi compliment voor de groep of voor de persoon die dit mogelijk heeft gemaakt. Bijvoorbeeld: X verdient een pluim omdat hij met veel creativiteit en energie het goede onthaal mogelijk heeft gemaakt. Op de blokjes met de pijl, schrijft hij iets wat minder goed verlopen is in het vakje met de pen. Bijvoorbeeld: De uitnodiging voor de activiteit werd te laat aan de leden bezorgd, vele leden hadden toen al iets anders gepland. In het vakje met de pijl schrijft hij wat hij wil doen om het te verbeteren of waar de groep samen aan zou kunnen werken. Bijvoorbeeld: We moeten vroeger beslissen wat er op de uitnodiging komt zodat Y meteen aan de slag kan en niet nog weken moet rondbellen om alle informatie te verzamelen. De blokjes moeten uiteraard niet allemaal vol geschreven zijn. Wanneer iedereen daarmee klaar is, speel je samen domino. Degene die het eerste op de vergadering was, mag beginnen en legt een eerste blokje af en ligt in het kort toe wat hij heeft geschreven. Daar kan wat op ingegaan worden. Degene met een opmerking, suggestie, pluim die bij de vorige aansluit, mag een blokje aanleggen en zo verder tot alle blokjes op zijn. Het is goed dat er bij dit spel een spelbegeleiders is, die de bespreking van de blokjes in goede banen leidt. Het kan ook nuttig zijn om iemand aan te duiden die verslag maakt van de gemaakte opmerkingen, suggesties en pluimpjes. BOOTMETHODE Je pakt een groot blad papier. En begint gewoon direct de zee te tekenen en dit symbolische voorstellen als wat je wil gaan evalueren (Weekends, activiteit, groep). Dan begin je een boot te tekenen, maar je vraagt aan de andere leiding om te helpen wat we allemaal nodig hebben, op een boot om een goede vaartocht te hebben. Nadat de boot getekend is en niemand meer iets weet wat we nodig hebben. Dan is het de bedoeling dat iedere leider zijn naam op een onderdeel van de boot plaats. Als dit gebeurt is gaan we een rondje maken en doet iedereen zijn uitleg waarom hij zich op 4

dat onderdeel heeft geschreven. De groep kan dan reageren van ja dat heb ik ook gezien in u of ik had u ook misschien daar bij gezet. CIRCUSMETHODE Hier word wat je wil leiding groep voorgesteld als een circus. En in ieder circus heb je verschillende types die de show stelen: clown, leeuwentemmer, orkest, olifant, goochelaar, Elke leiding krijgt nu een papiertje waar hij zijn type op schrijft, maar dit type word nog een versterkt met een BN dat heel toepasselijk is voor u als persoon. Bv: vrolijke Clown, vergeetachtige leeuwentemmer, Dan worden alle papiertjes opgehaald door de begeleider en opent hij één voor één een papiertje en legt die in het midden van de tafel. Nu is het aan de groep om te raden om wie het gaat. Ze mogen niet enkel een naam roepen maar ook argumenteren wie het is. Na even te kunnen discuteren wie het zou kunnen zijn word de echte persoon bekent gemaakt en doet hij dan zijn uitleg waarom hij het heeft gekozen. 5