LEERRESULTATEN & TOETSTERMEN TAXATIES Opgesteld door het examenbureau van de vastgoedbranche
Inleiding Voor u ligt het toetstermendocument voor Taxaties. Achter elke toetsterm vindt u tussen haakjes het niveau waarop getoetst kan worden. Dit wordt de taxonomiecode genoemd. In dit toetstermendocument wordt de taxonomiecode van Bloom gebruikt. Deze bestaat uit 6 hiërarchische niveaus, die verwijzen naar de verschillende denkprocessen. In deze hiërarchie hangt ieder niveau af van de mate waarin het voorliggende niveau bereikt is. Bijvoorbeeld: om kennis goed te kunnen toepassen (niveau 3) moet iemand beschikken over de juiste informatie (niveau 1) en moet iemand die informatie goed kunnen begrijpen (niveau 2). Kennisniveaus Bloom Aan het einde van dit document treft u de toetsmatrijs. In de toetsmatrijs staat weergegeven op welke wijze de toetstermen over het examen zijn verdeeld. Toetstermen Taxaties versie 1.1 december 2018 2
Inhoudsopgave Toetstermen Taxaties...4 Toetsmatrijs en cesuur Taxaties...7 Toetstermen Taxaties versie 1.1 december 2018 3
Toetstermen Taxaties De kandidaat A. Taxaties past verschillende waarderingsmethodieken toe. A.1. Inleiding A.1.1 kan in hoofdlijnen omschrijven hoe een taxateur zijn werkzaamheden verricht. (K) A.1.2 kan opnoemen welke onderdelen in een taxatierapport moeten worden opgenomen en deze omschrijven. (K) A.1.3 kan opnoemen welke factoren van invloed zijn op de waarde van een te taxeren object. (K) A.1.4 kan de voorwaarden en kaders voor de aanneming van een opdracht benoemen. (K) A.2. De opdrachtgevers A.2.1... kan de wensen en beweegredenen van de verschillende soorten opdrachtgevers voor een taxatie toelichten. (B) A.2.2 kan de diverse opdrachtgevers van een taxatie categoriseren. (B) A.3 Waardebegrippen A.3.1... kan de waardebegrippen marktwaarde, huurwaarde en herbouwwaarde omschrijven. (K) A.3.2 kan omschrijven wanneer voor een taxatie de marktwaarde, de huurwaarde of de herbouwwaarde moet worden toegepast. (K) A.3.3 kan toelichten of de marktwaarde, de huurwaarde of de herbouwwaarde moet worden toegepast. (B) A.3.4 kan toelichten of de marktwaarde wel of niet in verhuurde staat moet worden bepaald. (B) A.3.5 kan het verschil tussen waardering tegen historische kosten (fiscaal) en waardering tegen actuele waarde (jaarrekening) bij de waardebepaling van onroerende zaken toelichten. (B) A.3.6 kan de waardebegrippen directe opbrengstwaarde, indirecte opbrengstwaarde, bedrijfswaarde en vervangingswaarde in verband met de waardebepaling van onroerende zaken omschrijven. (K) A.3.7 kan omschrijven hoe de waarde van een onroerende zaak voor de jaarrekening dient te worden bepaald. (K) A.3.8 kan toetsterm E.3.7 in een casus toepassen. (T) A.3.9 kan het begrip zelfstandige vruchtdrager definiëren. (K) A.3.10 kan vaststellen of er sprake is van een zelfstandige vruchtdrager en de consequenties daarvan voor de waardebepaling aangeven. (B) A. 3.11 kan de meest voorkomende bijzondere uitgangspunten benoemen. (B) A.4 Waarderen in het kader van de WOZ A.4.1 kan omschrijven hoe de waardebepaling van woningen en niet-woningen in het kader van de heffing van onroerendezaakbelasting verloopt. (K) Toetstermen Taxaties versie 1.1 december 2018 4
A.4.2 A.4.3 A.4.4 A.4.5 A.4.6 A.4.7 A.4.8 A.4.9 kan omschrijven wat in de Wet WOZ onder de marktwaarde wordt verstaan. (K) kan omschrijven wat onder een incourant object wordt verstaan. (K) kan omschrijven wat in de Wet WOZ onder de gecorrigeerde vervangingswaarde wordt verstaan. (K) kan de begrippen technische en functionele veroudering definiëren. (K) kan omschrijven wanneer in het kader van waardebepaling op grond van de Wet WOZ de gecorrigeerde vervangingswaarde moet worden toegepast in plaats van de marktwaarde. (K) kan toelichten welk waardebegrip in het kader van waardebepaling op grond van de Wet WOZ moet worden toegepast. (B) kan de vrijstellingen uit de Wet WOZ noemen en omschrijven. (K) kan toelichten of een vrijstelling uit de Wet WOZ dient te worden toegepast. (B) A.4.10 kan het begrip waardepeildatum uit de Wet WOZ definiëren. (K) A.4.11 kan van een in een casus genoemde datum bepalen welke waardepeildatum in het kader van de Wet WOZ op die datum geldig is. (B) A.4.12 kan noemen op grond van welke omstandigheden de waarde van een onroerende zaak per waardepeildatum wordt herzien. (K) A.4.13 kan in een casus bepalen of de waarde van een onroerende zaak per waardepeildatum moet worden herzien. (B) A.5 Waarderingsmethodieken A.5.1 kan omschrijven wat een waardering met behulp van de vergelijkingsmethode inhoudt. (K) A.5.2 kan omschrijven wat een waardering met behulp van de huurwaardekapitalisatiemethode inhoudt. (K) A.5.3 kan het verschil tussen het netto aanvangsrendement (NAR) en het bruto aanvangsrendement (BAR) toelichten. (B) A.5.4 kan omschrijven wat een waardering met behulp van de kostenbenaderingsmethode inhoudt. (K) A.5.5 kan omschrijven wat een waardering met behulp van de discountedcashflowmethode (DCF) inhoudt. (K) A.5.6 kan omschrijven wat een waardering met behulp van de residuelegrondwaardemethode inhoudt. (K) A.5.7 kan in een casus de vergelijkingsmethode toepassen. (T) A.5.8 kan in een casus de huurwaardekapitalisatiemethode (BAR/NAR) toepassen. (T) A.5.9 kan in een casus de kostenbenaderingsmethode toepassen. (T) A.5.10 kan in een casus de residuele-waardemethode toepassen. (T) A.6. Aansprakelijkheid en integriteit van de taxateur. A.6.1 kan de aansprakelijkheid van de taxateur voor fouten in een taxatierapport omschrijven. (K) A.6.2 kan in een casus bepalen in hoeverre een taxateur aansprakelijk is voor een fout in een taxatierapport. (B) A.6.3 kan omschrijven hoe de integriteit van de taxateur tot uiting komt. (K) A.6.4 kan uitleggen in hoeverre een taxateur ethisch en integer handelt. (T) A.6.5 beschrijft wat een meldingsplicht in het kader van de Wet voorkoming witwassen en financiering terrorisme (Wwft) inhoudt. (K) Toetstermen Taxaties versie 1.1 december 2018 5
A.6.6 A.6.7 A.6.8 beschrijft waar een melding gedaan kan worden in het kader van de Wet voorkoming witwassen en financiering terrorisme (Wwft). (K) beschrijft wanneer een melding gedaan kan worden in het kader van de Wet voorkoming witwassen en financiering terrorisme (Wwft). (K) beschrijft hoe een melding gedaan kan worden in het kader van de Wet voorkoming witwassen en financiering terrorisme (Wwft). (K) Toetstermen Taxaties versie 1.1 december 2018 6
Toetsmatrijs en cesuur Taxaties Taxaties Taxonomie Kennis Begrip Toepassing Onderdeel A. Taxaties 11 8 11 Totaal 100% 30 Het onderdeel Taxaties heeft op het examen in totaal 30 vragen. Dit examen duurt 75 minuten. Voor elke vraag kan maximaal 1 punt behaald worden. Bij sommige vraagtypen kan gedeeltelijk gescoord worden. De cesuur van Taxaties: 55% plus de raadkans De examencommissie behoudt zich het recht voor om tot maximaal 5% van de toetsmatrijs en cesuur af te wijken. Toetstermen Taxaties versie 1.1 december 2018 7