Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting DE BODEM ONDER EEN VRUCHTBARE KRINGLOOP Nick van Eekeren DMS Vertrekpunt grondsoort Welke grondsoort zit u? Zie ook bodemdata.nl Losser 101 Veldpodzolen. Dekzand. Hier afgewisseld met hogere podzolen en meestal geëgaliseerd. De laagten werden opgevuld, dan alles diep losgemaakt en daarop een humushoudende laag grond. 102 Beekeerd in beekbezinking (geen dekzand). Komt hier weinig voor. 105 Dit worden eenmansesjes genoemd. De plaggen werden niet op de hei gehaald, maar in de buurt van de beek en hebben een wat rijkere humus en zijn bruin van kleur. Ze zijn wat lemig. Bij goed beheer de mooiste zandgronden van Nederland. Regenwormen, onder meer Lumbricus tererstris zijn gek op deze bodems. 107. Middelhoge podzolen. Deels nat ontwikkeld (veldpodzol), deels wat droger (Dunne witte uitspoelingshorizont). Meestal een dunne bruine inspoelingshorizont. 114. Oude bouwlanden, dus meer dan 50 cm dikke donkere laag. Ze zijn zwart dus plaggen van de heide zijn gebruikt. Verder leemarm. Puur zand dus. 116. Hoge podzolen. Zeer arm zand. Vroeger droge heide 125. Een afwisseling van oude bouwlanden van type 114, beekbezinkingsgronden van zeer arm zand type 102 en hier en daar kleine bruine esjes type 105. Hier en daar komen ook veldpodzolen (101) en middelhoge podzolen met 30-50 cm donkere laag voor. De combinatie van deze vijf bodems komt alleen in Twente voor en heet de Twente-associatie. 1
Weerselo 125 Twente associatie 102 Dit is hier het belangrijkste bodemtype. Het zijn beperkt dekzandgronden, maar vooral beekbezinkingsgronden. De beekbezinkingsgronden bevatten weinig leem. Zeer arm zand dus. Alles beekeerd, dus roest in bouwvoor een eronder. Soms zeer veel roest. 115 Bruine oude bouwlanden. Strooisel uit he beekdal gehaald, niet van de hei. De laag onder de bouwvoor is altijd bruin, de bouwvoor soms wat zwarter. Ze hebben een hoger leemgehalte en zijn daardoor goed vochthoudend. Potentieel heel mooie gronden. Ideaal voor alle soorten regenwormen. Net als 105 bij Losser. 110 Middelhoge podzolen in zeer arm zand. Dit was vroeger heide en hier werden waarschijnlijk de plaggen voor de oude bouwlanden van 114 (onderdeel van 125) gehaald. Relatie bodemkwaliteit en gewas kwantiteit en kwaliteit DS opbrengst op zand zonder bemesting DS-opbrengst kg ds per ha 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 0 kg N per ha P20 P15 P13 P4 P14 P3 P11 P16 P19 P7 P20 P5 P10 P12 P1 P9 P8 P17 P6 P18 DS opbrengst op zand met bemesting DS-opbrengst kg ds per ha 20000 18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 300 kg N per ha 0 kg N per ha P20 P15 P13 P4 P14 P3 P11 P16 P19 P7 P20 P5 P10 P12 P1 P9 P8 P17 P6 P18 N-opbrengst en N-reponse zand Voorspeller/indicator zand N-opbrengst is organische stof 300 NLV (kg N ha -1 ) 250 200 150 100 Gemeten NLV 50 Lineair NLV voorspeld op basis organische stof 0 0 2 4 6 8 Organische stof (% laag 0-10 cm) Vuistregel 1% org stof= 25-30 kg NLV 2
Voorspeller/indicator zand N-response is potworm Relatie bodemkwaliteit en gewas kwantiteit en kwaliteit Variatie bedrijven en percelen Maak verschillen percelen in bodemkwaliteit en productie inzichtelijk Org. Stof, VOCHT, CEC, ph en potwormen belangrijk Streef naar meer maatwerk op perceel niveau voor bemesting Welke maatregelen kun je nemen? Welke maatregelen kun je nemen? Werken aan bodem is werken aan: 1. Waterhuishouding 2. Structuur 3. Beworteling 4. Organische stof 5. Bodemleven 6. Bodemchemie 1. Waterhuishouding Slechte en goede ontwatering Slechte ontwatering, geen teken van wortels en bodemleven, en slechte bodemstructuur Goede ontwatering, wortels en Bodemleven, en een goede bodemstructuur 3
1. Waterhuishouding: Organische stof 2. Structuur: Voorkomen en opheffen verdichting 2 mm vocht Per % org.stof Proeven op zand: Gras 12 % derving Mais 15% derving 2. Structuur: In Akkerbouw trekt men structuur en draagkracht uit elkaar 3. Beworteling: Centrale rol - Nutriëntenbenutting - Waterbenutting - Bodemstructuur - Organische stof - Voeding bodemleven 3. Beworteling: Rassenkeuze 3. Beworteling maatregelen Brochure: Terug naar de graswortel www.louisbolk.nl Van Eekeren et al., 2011 4
4. Organische stof 1% organische stof meer in laag 0-10 cm op zandgrond Per Per ha: ha: 25-30 kg N hogere levering 50,-- 50,-- 1,3-2,2 mm meer vocht 20,-- 20,-- 1320 kg ds opbrengst gras 80,-- 80,-- Euro 145 per ha Organische stofgehalte in de bodem is Evenwicht in aanvoer en afbraak 4. Organische stof: Afbraak Stimulering afbraak door: Lucht Grondbewerking (Bouwland) Lucht Waterhuishouding Temperatuur Waterhuishouding Bekalken 4. Organische stof: Maatregelen Gras top gewas wat betreft opbouw Lage frequentie graslandvernieuwing Bewust omgaan met bekalken Grondbewerking minimaliseren Maisteelt CCM Mest Groenbemester 5. Bodemleven: functies 5.Waterhuishouding: bodemleven Vrij maken van nutriënten voor plantengroei Behoud van bodemstructuur (kruimels) Waterregulatie Abraak van mest Bodembewoners Pendelaars 5
Score: Slecht 4 1 3 2 6. Bodemchemisch: Bijvoorbeeld S Belangrijk voor gewasgroei (>2,2 g kg ds) Zonder S wel RE maar geen kwaliteit Melkgevend 40 kg/dag 2,0 g S per kg ds Werken aan bodem is werken aan: 1. Waterhuishouding 2. Structuur 3. Beworteling 4. Organische stof 5. Bodemleven 6. Bodemchemie Terug naar de basis Gras en mais liegen nooit 1 Algemeen Datum Bodemconditiescore MijnBodemconditie: Kuilmeting Naam bedrijf Beschrijving historie perceel Wil je de BodemConditieScore online uitrekenen? Ga dan naar www.mijnbodemconditie.nl 2 Bodemanalyse Zuurgraad (ph) [4] Organischeb Stof (%) [4] Naam uitvoerder Positie bodemkuil /GPS coord. W Perceel/volgnummer [1] /GPS coord. N Bodemtype [2] Gewascode [3] [1] Zie gecomnineerde opgave gewassen Ministerie EZ [2] 1 = Zware Klei 2 = Lichte Klei 3 = Zwak Lemig Zand 4 = St erk Lemig Zand 5 = Veen [3] 259 = mais rotatie, 259c = mais continue, 266 = tijdelijk gr as (< 6 jaar), 265 = permanent gr as 3 Bodem Conditie Score (BCS) [4] Zie bodemanal yse perceel, indien aanwezig, ander s inschatten 1 Zuurgraad (ph) 2 2 Bodemstructuur 3 3 Regenwormen 3 4 Aantal gekleurde vlekken 2 5 Beworteling 3 6 Kleur 2 7 Ploegzool 3 8 Gewasbedekking 2 Totaal BCS Score: (0 = onvoldoende, 1 = matig, 2 = goed) 4 Aanvullende waarnemingen Vochtigheid Plasvorming Wegingsfactor [score] [score x wegingsfactor] Scheuren Spoorvorming / vertrapping 5 Resultaten Beoordeling: (0 = geen, 1 = matig, 2 = veel) merkingen 0 8 16 24 Steek je kop niet het zand maar kijk wat vaker onder de graszode 6