Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

Vergelijkbare documenten
Voordoen (modelen, hardop denken)

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Voordoen (modelen, hardop denken)

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Uitleg boekverslag en boekbespreking

3.3 Schrijfdoel en publiek bepalen In deze paragraaf oefen je met de schrijfstrategieën schrijfdoel en publiek bepalen.

1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie!

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Basisschool de Triangel. Het houden van een spreekbeurt.

Hoe schrijf ik een artikel?

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

lesmateriaal Taalkrant

Brave New Books daagt je uit: schrijf je boek af in één maand! WEEK 4: STIJL

Liefdesgedichten schrijven

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

2.1 FaVoriete leestips

Dit ebook heb ik geschreven op 28/10/2013 van 8:26 uur tot 9.58 uur

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

De Stilte danst Alice

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Datum: Jaar van verschijnen: Duur van de film:

Hoe maak je een werkstuk?

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

Mijn digitale leesrugzak

Kat Lieve kat Mijn lieve kat Ik hou van jou Altijd. Ogen Zwart omrand Staren mij aan Tranen vallen naar beneden Liefdesverdriet

Maak samen een glossy groep 8

Randvoorwaarden In les 2 hebben leerlingen individueel een computer met internet nodig. Alternatief: leerling voert les 2 thuis uit.

Uitleg boekverslag en boekreclame

Let op! Alles graag getypt in lettergrootte 12, lettertype mag je zelf kiezen.

WORKSHOP CREATIEF SCHRIJVEN: POËZIE

Voordoen (modelen, hardop denken)

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

LESBRIEF NR 2 OPDRACHT 1 ANDERS? VOOR GROEP

Handleiding Les 1: Een poëziekaart maken

Je gaat een werkstuk over dieren maken.

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring / 2016 groep 8

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

VERVANGTAAK LICHAMELIJKE OPVOEDING VOOR LANGDURIG GEBLESSEERDEN

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

MOEILIJKHEIDSGRAAD: -**- Een spreekbeurt geven, vraagt veel voorbereiding. Je moet immers vlot kunnen vertellen en je moet je luisteraars boeien.

LESBRIEF POEZIE OVER DE POST. Beste leerkracht,

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Koopkracht: de waarde van geld

Een verhaal schrijven

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Vogelgriep. Auteur: Chris Vegter Illustraties: Dirk van der Maat. Boekverslag van:... Klas:...

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Welke voorkeur heb jij?

Tafel met laatje en stoel Etui en papieren op tafel, evt. speelgoed/mooi blaadje o.i.d. Schilderstape Lege dozen Lege jerrycan o.i.d.

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Tekst lezen en vragen stellen

Werkstuk. Groep 5. Hoe maak je in 9 stappen een werkstuk:

Hoe maak je een werkstuk?

Wat weet je al? Je gaat bekijken wat je al over de overheid weet.

PeerEducatie Handboek voor Peers

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Bedenken: een tekening maken van de held

om Kort en Krachtig te schrijven Ingrid Verbakel

Voordoen (modelen, hardop denken)

Aan de poort van de stad der geletterdheid

Les 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom. Introductiefase:

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Een overtuigende tekst schrijven

Tekstbureau Duidelijk Zo

Ik in mijn stad. projectdag 1. Wat is de bedoeling? Hoe pak je het aan? Wat is het resultaat? Vooruitblik

Schule: Schreiben B 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Transcriptie:

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

I Oefenen met observeren

1. Het woordenschilderij A Kijk 60 seconden heel goed naar de foto. Je mag niet schrijven. B Schrijf daarna zo precies mogelijk op wat je hebt gezien. Je ziet de foto niet meer. Je hebt 3 minuten. C Wissel van tekst met de persoon naast je. Lees elkaars tekst. Vergelijk.

2. Mijn schoenen A Kijk 60 seconden goed naar je eigen schoenen en denk erover na. Waar en wanneer heb je ze gekocht? Wat heb je meegemaakt op deze schoenen? Ben je blij met deze schoenen of juist niet? Waarom? B Beschrijf in 3 minuten iets wat je hebt meegemaakt op deze schoenen. C Wissel van tekst met de persoon naast je. Lees elkaars tekst. Vergelijk.

3. Vlucht vertraagd A Je bent op Schiphol. Je vliegtuig heeft vertraging. Wat zie je, voel je, hoor je, ruik je? Wat doe je en wat denk je? Hoe is het na 1 uur? Na 2 uur? Na 3 uur? B Beschrijf in 5 minuten jouw vertraging. C Bewaar je tekst. Je hebt hem straks nodig voor een andere opdracht.

II Kleintje poëzie

4. Elfje Een elfje is een gedicht van elf woorden. Regel 1 heeft 1 woord, regel 2 2, regel 3 3, regel 4 4 en regel 5 1. Een elfje hoeft niet te rijmen. Lees het elfje hieronder: Luchtballon (1 woord) Grote bol (2 woorden) Passeert de zon (3 woorden) Ik hoor hete lucht (4 woorden) Vuur (1 woord) Het onderwerp van dit elfje is een luchtballon. Maak nu zelf een elfje.

5. Acrostichon Een acros4chon is een naamdicht. De eerste le8ers van de regels vormen samen een naam of een woord. Lees het acros4chon Zeehond. Zout en glibberig lig je daar En je zwaait wat met je staart En je flapt wat met je vinnen Hoger en hoger klimt de zon Over je zandplaat stroomt al water Nader en nader komt de zee Duik nu diep weg in de golven. Maak nu zelf een acros4chon.

III Ideeën vangen

6. Woordweb

7. Mindmap

8. Denken met een DeBonohoedje op Feiten Noteer met elke hoed op 60 seconden woorden over: het circus Positief Negatief Gevoel

9. Opstel A Werk je aantekeningen bij de vorige opdracht verder uit. Wat vind jij bijzonder aan het circus? Welke herinneringen heb je? Welke ideeën? Welke meningen? B Je gaat een opstel/essay schrijven over dit onderwerp: Circus: een wereld op zich. Maak een woordweb over dit onderwerp. C Werk je woordweb uit tot een persoonlijk opstel van 250 500 woorden.

IV Aan de slag met fictie

10. Een verhaal afmaken Lees de inleiding en maak het verhaal af. Geef het verhaal een titel. Waarom hebt u het gedaan? vraagt de poli=eagent. Hij zit achter zijn bureau en kijkt op het scherm van zijn computer. Ik weet het niet. De vrouw zit op een stoel voor het bureau. Haar handen liggen op haar tas. De agent kijkt de vrouw vriendelijk aan. Hebt u dit wel eens vaker gedaan? Nee, zegt de vrouw heel zacht. Nog nooit. Kom, zegt de agent, Vertel me alles maar. Begin bij het begin. U loopt door de supermarkt. En wat gebeurt er dan?

11. Gesprek met je klas over verhalen schrijven Vraag de leerlingen hoe je een goed verhaal schrijft. Hier hebben ze zeker ideeën over. Maak tijdens het gesprek aantekeningen op het bord. Een paar mogelijke onderwerpen: Hoe zit een verhaal in elkaar? (titel - inleiding kern slot) Wat maakt een verhaal leuk om te lezen? (herkenbaarheid, spanning) Hoe maak je een verhaal spannend? (er moet altijd een conflict zijn, bijzondere situaties of personen, actie, niet te veel vertellen aan de lezer, de lezer meer vertellen dan het personage weet, spelen met de tijd) Wat maakt een verhaal origineel? (eigen beelden, ideeën, verrassende situaties > experimenteer!)

12. Bedenk een personage Lees de vragen en schrijf antwoorden op - Kies een beroep. Is je personage een man of een vrouw? - Hoe ziet hij/zij eruit? Hoe oud? Waar woont hij/zij? In wat voor huis? - Wat voor karakter heeft je personage? - Bedenk een probleem voor je personage. - Bedenk een vriend en een vijand voor je personage. - Wat eet je personage graag? - Doet hij/zij aan sport? - Waar heeft hij/zij een hekel aan? - Wat weet je nog meer over hem/haar? - Hoe heet hij/zij?

13. Het plot Het plot van een verhaal draait altijd om een conflict. A Werk in tweetallen. Wissel met een klasgenoot van beschrijving van een personage (opdracht 14). Lees elkaars beschrijving. B Bedenk een conflict of probleem dat deze personages met elkaar hebben. Bedenk er zo nodig nog een of meer andere personages bij. Dat mogen ook dieren zijn. C Bedenk een plot. D Schrijf samen een kort verhaal over dit conflict.

14. Spelen met perspectief - Lees het krantenbericht. - Schrijf het verhaal door de ogen van één van de personages: de man, het jongetje, de oppas, een vogel in een boom of de moeder. Laat de leerlingen schrijven in de tegenwoordige tijd. - Wissel uit met iemand die een ander perspectief heeft gekozen en lees elkaars verhaal. Man redt kind Een man heei in New York een jongetje van 3 jaar gered. Het kind viel van de derde verdieping van een flatgebouw. Het jongetje was op de rand van het balkon van zijn huis geklommen, toen zijn babysimer even niet opleme. Het kind verloor zijn evenwicht en viel. Een man die aan kwam lopen, zag het jongetje vallen. Hij ving hem op in zijn armen. De moeder kwam op dat moment net de straat inlopen. Ze zag alles gebeuren.

15. Spelen met ruimte A Kies in gedachten een van je klasgenoten. Denk een minuut goed na over die persoon. B Beschrijf nu in 3 minuten een ruimte die goed past bij deze persoon. Een ruimte is niet per se binnen het kan ook buiten zijn. Je mag alleen de ruimte beschrijven, dus niet de persoon. C Lees de teksten voor aan elkaar. Kunnen de anderen raden bij welke persoon de ruimte hoort?

16. Spelen met tijd A Neem een verhaal dat je eerder hebt geschreven. Schrijf het verhaal in een andere volgorde op. Maak bijvoorbeeld van het eind het begin. B Vergelijk de twee versies van je verhaal. Welk verhaal vind je beter? Waarom?

17. Spelen met openingszinnen Pak een van je verhalen erbij (bijvoorbeeld Vertraging ). Schrap de eerste zin. Bedenk 3 tot 5 andere (betere!) openingszinnen voor het verhaal. Tips: - Begin in een actie (geen beschrijving). - Maak een zin die bij de lezer vragen oproept. - Begin met een belangrijk detail. - Houd het kort en simpel. - Begin met iets persoonlijks.

18. Een verhaal schrijven rond een foto Gebruik de foto als begin, kern of slot van je verhaal.

V. Feedback A Feedback docent: - Verteltechniek (thema, motieven, personages, tijd, ruimte, spanning, vertelperspectief etc.) - Opbouw van het verhaal - Taalgebruik - Wees spaarzaam met je feedback, houd het bij suggesties. B Peer-feedback: - Laat ll in 2-tallen elkaars verhaal lezen en peer-feedback geven: A Dit vind ik goed. B Dit zou ik anders doen, namelijk zo:.. Oefening: geef elkaar feedback op het Schipholverhaal.

VI. Revisie Van herschrijven wordt je verhaal beter. Leg je verhaal een paar dagen weg. Herlees het kritisch. Zijn er details die niet kloppen? Maak je verhaal logisch. Is er overbodige informatie? Schrappen! Heeft het verhaal een titel die nieuwsgierig maakt? Is de openingszin pakkend? Heb je het verhaal goed opgedeeld in alinea s? Ben je tevreden over het slot? Leest het verhaal lekker? Zijn de zinnen niet te kort of te lang? Gebruik je bepaalde woorden regelmatig? Zorg voor synoniemen. Zijn er fouten in grammatica en spelling? Verbeter die.