Scholing van laag opgeleide volwassenen
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK Boer, Peter Rudolf den Scholing van laag opgeleide volwassenen : een onderzoek naar de inrichting en effecten van scholing in het kader van de PBVE / Peter Rudolf den Boer. - Groningen : GION, Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs, Opvoeding en Ontwikkeling, Rijksuniversiteit Groningen - (Monografieën onderwijsonderzoek ; 23) Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. - Met lit. opg. ISBN 90-6690-395-3 Trefw.: volwasseneneducatie / laaggeschoolden ; beroepsonderwijs. (c) 1995. GION, Gronings Instituut voor onderzoek van Onderwijs, Opvoeding en Ontwikkeling, Rijksuniversiteit Groningen. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission of the Director of the Institute. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Directeur van het Instituut.
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN SCHOLING VAN LAAG OPGELEIDE VOLWASSENEN Een onderzoek naar de inrichting en effecten van scholing in het kader van de PBVE Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Psychologische, Pedagogische en Sociologische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus Dr. F. van der Woude in het openbaar te verdedigen op donderdag 27 april 1995 des namiddags te 4.00 uur door Peter Rudolf den Boer geboren op 15 april 1952 te Eindhoven
Promotores: Prof. Dr. W.Th.J.G. Hoeben Prof. Dr. M. van der Kamp
Beoordelingscommissie: Prof. Dr. J. Dronkers Prof. Dr. B.W.M. Hövels Prof. Dr. J.L. Peschar
INHOUD 1. INLEIDING 1 1.1 Werkloosheid en werkloosheidsbestrijding 2 1.2 Scholing, de betrokkenheid van het beleid 2 1.3 PBVE, meerdere kaders, meerdere doelstellingen 4 1.4 Opheffing PBVE-maatregel, voortzetting scholingsbeleid 5 1.5 Evaluatiekader PBVE 6 1.6 Beschikbare data 8 1.7 Probleemstelling 9 2. WETENSCHAPPELIJK KADER 11 2.1 Inleiding 11 2.2 Beleidsanalyse 12 2.2.1 Beschrijving van het scholingsbeleid in het kader van de PBVE 12 2.2.2 Middel-doel-reconstructie 15 2.2.3 De beleidstheorie in a nutshell 27 2.3 Beschikbare kennis en theorie 30 2.3.1 De waarde van scholing voor de positie op de arbeidsmarkt 30 2.3.2 Onderzoek naar effecten van scholing 35 2.3.3 De onderwijskundige inrichting 48 2.3.4 De organisatie van de scholing: de rol van de intermediairs 53 2.4 Uitwerking van de onderzoeksvragen 56 2.4.1 Verwachte effecten van scholing 56 2.4.2 Verwachte effecten van de inrichting van de scholing 60 2.4.3 Verwachte effecten van de regionale organisatie 66 3. ONDERZOEKSOPZET 69 3.1 Naar een model van onderzoek 69 3.2 Variabelen 71 3.2.1 Maten voor extern effect 71 3.2.2 De wijze van afronding van de cursus 77 3.2.3 De inrichting van de opleiding 78 3.2.4 De regionale organisatie van de scholing 82 3.2.5 Cursistkenmerken 84 3.2.6 Opleidingsrichting 86 Inhoud iii
3.3 Instrumenten, steekproef en respons 87 3.3.1 Vragenlijst oud-cursisten 87 3.3.2 Vragenlijst praktijkbegeleiders 90 3.3.3 Vragenlijst PBVE-coördinatoren 93 3.3.4 Opbouw databestand 94 3.4 Analyse van de gegevens 96 3.4.1 Netto-effect scholing 96 3.4.2 Relaties inrichting en organisatie scholing en effect 98 3.4.3 Interactieve relaties 100 4. BESCHRIJVING VAN CURSISTEN, OPLEIDINGEN EN EFFECTEN 103 4.1 Inleiding 103 4.2 Cursistkenmerken 103 4.2.1 Beschrijving cursisten 104 4.2.2 Onderlinge samenhang cursistkenmerken 107 4.3 De inrichting van de opleidingen 111 4.3.1 Beschrijving van het theoriedeel 112 4.3.2 Beschrijving van de randvoorwaarden bij het praktijkdeel 112 4.3.3 Samenvatting beschrijving inrichting praktijkplaatsen 115 4.3.4 Onderlinge samenhang inrichtingsvariabelen 116 4.4 Opleidingsrichting 117 4.5 De wijze van afronding van de cursus 120 4.6 Posities een jaar na het verlaten van PBVE-scholing 121 4.6.1 Het vervolg na PBVE 121 4.6.2 Beschrijving posities werkenden 122 4.6.3 Vervolgopleidingen 123 4.7 Vergelijking cursist- en inrichtingskenmerken per categorie van vervolg na PBVE 125 4.8 Samenvatting 131 5. NETTO EXTERN EFFECT PBVE-SCHOLING 133 5.1 Inleiding 133 5.2 Onderzoeksopzet 134 5.2.1 Onderzoeksgroepen 134 5.2.2 Controlevariabelen 135 5.2.3 Matchingsprocedure 137 5.2.4 Vergelijkbaarheid arbeidsmarktsituatie gematchte groepen 141 5.2.5 Analyse van de gegevens 142 5.3 Vergelijking gematchte paren: heeft scholing effect? 143 iv Inhoud
5.4 Vergelijking subgroepen: wie profiteert van scholing? 145 5.5 Samenvatting en conclusies 152 6. BIJDRAGE VAN DE INRICHTING EN ORGANISATIE 157 6.1 Inleiding 157 6.2 Analyse van de gegevens 158 6.3 Resultaten 162 6.3.1 Relaties met cursusafronding 163 6.3.2 Relaties met arbeidsmarkteffect 176 6.4 Samenvatting en conclusies 193 7. CURSIST EN INRICHTING: OPLEIDINGSTRAJECTEN 199 7.1 Inleiding 199 7.2 Onderzoeksopzet 200 7.2.1 De opleidingstrajecten 200 7.2.2 Constructie cursistclusters 203 7.2.3 Analyse 206 7.3 Resultaten 207 7.3.1 Resultaten voor de wijze van cursusafronding 207 7.3.2 Resultaten voor het arbeidsmarkteffect 211 7.4 Samenvatting en conclusies 217 8. CONCLUSIES EN DISCUSSIE 221 8.1 Inleiding 221 8.2 Conclusies 223 8.2.1 Effecten van scholing 223 8.2.2 De bijdrage van de inrichting 228 8.2.3 De bijdrage van inrichting voor bepaalde groepen 232 8.2.4 De bijdrage van de regionale organisatie 235 8.3 De beleidstheorie nader beschouwd 237 8.3.1 Beleidsdoelen 237 8.3.2 Inrichting van de scholing 240 8.3.3 Regionale organisatie 241 8.3.4 Conclusies ten aanzien van de beleidstheorie 243 8.4 Discussie 244 8.4.1 Implicaties voor het beleid 244 8.4.2 Implicaties voor het veld 246 8.4.3 Suggesties voor verder onderzoek 247 Inhoud v
SUMMARY 249 LITERATUUR 255 BIJLAGEN 263 (De bijlagen zijn genummerd per hoofdstuk waar ze bijhoren) 2.1 Onderzoeksvragen en hypotheses 265 3.1 Categorieën en frequenties arbeidsmarkteffect 267 3.2 Variabelen van de praktijkcomponent 268 3.3 Variabelen van de regionale organisatie 279 3.4 Vergelijking cursisten met en zonder gegevens over de inrichting van de praktijk 282 3.5 Vergelijking regio s met en zonder cursistgegevens en vergelijking cursisten uit regio s met en zonder regio-gegevens 285 4.1 Tussentijds verlaten van de cursus: redenen en positie 290 5.1 Operationalisering variabele zoekrichting werk en afstemming met opleidingsrichting PBVE 292 6.1 Relevante covariaten cursusafronding 294 6.2 Relevante covariaten arbeidsmarkteffect 299 6.3 Correlaties tussen de lengte van de opleidingen en de wijze van cursusafronding per regio 304 7.1 Dichotomisering cursistvariabelen voor clusteranalyse 305 7.2 Clusterindeling cursistclusters 306 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN 307 vi Inhoud
VOORWOORD Het schrijven van een proefschrift doe je alleen, maar voor het welslagen van een dergelijk project is de steun van anderen onontbeerlijk. Hoevelen dat er zijn ben ik me eigenlijk pas gaan realiseren tijdens het schrijven van dit voorwoord. Zonder de inzet, hulp en steun van alle deskundigen, collega s en vrienden was dit proefschrift nooit tot stand gekomen. Dat geldt in de eerste plaats voor Wim Schouten. Vanuit zijn functie bij de sector Onderwijs-Arbeidsmarktvraagstukken van de Arbeidsvoorziening was hij degene die de vergelijking met een controlegroep praktisch handen en voeten gaf. Mijn dank gaat in dit verband ook uit naar de heer Roozendaal, directeur van de sector OAV, voor zijn prompte medewerking bij het ter beschikking stellen van de benodigde data. Van de ins en outs in de wereld van de scholing en vooral die van de PBVE ben ik iets meer gaan begrijpen dankzij de leden van de klankbordgroepen: Theo Kentie, Carla Neijts en Jaap Schipper namens de Directeurenvereniging BVE, Edith Sikking en (nogmaals) Wim Schouten van de Arbeidsvoorziening, Boukje Spit van het ministerie van, toen nog, O&W en de heren Bakker en Zorn van bureau Berenschot, de toenmalige intermediair PBVE. Dat geldt ook voor de PBVE-coördinatoren, die hun tijd ter beschikking stelden om met mij over mijn onderzoek van gedachten te wisselen, de heren Pollen (Amsterdam), Timmerman (Drenthe) en Krijnsen (Groningen). Uiteraard gaat mijn dank ook uit naar alle PBVE-deelnemers en de andere PBVE-coördinatoren, die hun medewerking aan de onderzoeken hebben verleend. Dankzij een aantal collega s in den lande kon ik gebruik maken van databestanden die voor dit proefschrift belangrijk waren. Rob Hoffius en Eric Fleur van de B&A-groep, onderzoeksbureau in Den Haag, wil ik bedanken voor alle medewerking bij het toegankelijk maken van de data-bestanden. Jeroen Onstenk en Ben Wilbrink van het SCO-Kohnstamm-Instituut in Amsterdam voor de openhartige samenwerking, waarbij het gebruik van elkaars data nooit een punt was. De wetenschappelijke diepgang van het proefschrift is mede verbeterd dankzij de kritische inbreng van de promotoren. De samenwerking met Wijnand Hoeben en Max van der Kamp was open en constructief. Bewonderswaardig was Voorwoord i
het geduld en de inzet waarmee ze de steeds groeiende stapel papier van commentaar voorzagen. De realisering van deze onderneming werd aanzienlijk vegemakkelijkt door de omgeving waarin ik dat kon doen. Binnen het RION/GION kon ik rekenen belangstelling en medeleven, maar ook op praktische steun. Een aantal (ex- )collega s wil ik met name bedanken: Roelande Hofman en Caren Peeters die hun medewerking verleenden aan de onderzoeken die mede aan dit proefschrift ten grondslag liggen, de leden van de themagroep BVE van het GION die de concept-tekst becommentariëerden, Jos de Vrieze die de literatuursearches en de vele aanvragen verzorgde en de literatuurlijst op orde bracht, Anneke Geitz, die de tekst doornam op spel-, schrijf- en taalfouten en Ciska van der Noord die de verbeteringen en de definitieve lay-out verzorgde. Een speciaal woord van dank geldt mijn collega Henk Guldemond. (Als er een citation-index voor voorwoorden bestond zou hij waarschijnlijk bovenaan staan.) Hij was voor mij de altijd aanwezige vraagbaak wanneer ik in methodologische of statische nood verkeerde. Ook was hij een grote steun bij het uiteindelijk definitief maken van de tekst. Piet Steenbakkers wil ik bedanken voor de onbaatzuchtige en accurate hulp bij het corrigeren van de Engelse samenvatting. En zoals dat hoort, last but not least, het thuisfront. Het is een cliché, maar daarom niet minder waar: dit alles was niet gelukt zonder de steun en het begrip van mijn vrouw, Cobi de Jong, en kinderen, Renske en Merijn. Peter den Boer Winschoten, februari 1995 ii Voorwoord