VRA-Lustrumcongres. Pearls & Diamonds. 17 april 2015 Krasnapolsky Amsterdam



Vergelijkbare documenten
Het Effect van de Kanker Nazorg Wijzer* op Werkgerelateerde Problematiek en Kwaliteit. van Leven bij Werkende Ex-Kankerpatiënten

25 jaar whiplash in Nederland

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Het Effect van Voortgangsfeedback aan Behandelaars op de Uitkomsten van Psychologische Behandelingen; een Pilot Onderzoek

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Invloed van Bewegen op Depressieve Klachten in de. Fysiotherapie Praktijk. Influence of Movement on Depression in the. Physiotherapy Practice

Effecten Omgevingsinterventie en Fysieke Activiteit 1. Hoofdeffecten en Mediators van een Omgevingsinterventie op Maat ter Bevordering van

Adherence aan HWO en meer bewegen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Mentaal Weerbaar Blauw

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedra

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Disclosure belangen spreker

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

VERBAND VAN ACTIVITEITEN MET DEPRESSIE EN WELBEVINDEN 1

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Multidisciplinaire interventie voor patiënten met systemische sclerose

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

OPVOEDING EN ANGST EN DE INVLOED VAN EEN PREVENTIEVE TRAINING 1. Opvoeding en Angst en de Invloed van een Preventieve Training

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven

Landelijk Diabetes Congres 2016

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

en een Licht Verstandelijke Beperking Linda M. van Mourik

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt The role of mobility in higher education for future employability

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

Het Signaleren van Problemen 3 Maanden na Ontslag van de Intensive. Care en de Noodzaak van een Nazorgprogramma

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

Het modererend effect van de moeder kind relatie op de effecten van prenatale blootstelling aan PCB s op de cognitieve ontwikkeling van het kind

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

De Invloed van Familie op

Socio-economic situation of long-term flexworkers

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

De Invloed van Innovatiekenmerken op de Intentie van Leerkrachten. een Lespakket te Gebruiken om Cyberpesten te Voorkomen of te.

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Usability evaluation of a guideline implementation systym for cardiac rehabilitation: Think aloud study

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Het Effect van Actief Plus op de Kwaliteit van Leven bij 50-plussers en de Mediërende. Invloed van Beweeggedrag

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

Denkstijl, Responsstijl en Comorbiditeit bij. Jongeren met Externaliserende Problematiek in. Residentiële Behandelcentra

University of Groningen

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

Rouw bij mensen met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS)


Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Cognitieve Bias Modificatie van Interpretatiebias bij Faalangstige Studenten

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Is geheugenwinst te behalen? De Effectiviteit van de Online Geheugentraining Geheugen onder Controle bij Ouderen met.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Running Head: IDENTIFICATIE MET SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS 1. Sociaal-economische Status en Gezondheid:

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Workshop psychomotorische therapie. Maurits Uijting Supervisor en kerndocent opleiding PMT aan de Hogeschool Windesheim te Zwolle

Transcriptie:

60 VRA-Lustrumcongres Pearls & Diamonds 17 april 2015 Krasnapolsky Amsterdam

Algemene informatie Hoofdsponsoren Het VRA Lustrumcongres 2015 wordt mede mogelijk gemaakt door: Algemene sponsoren Otto Bock Freedom Innovations Europe Allergan Focal Meditech Basko Health Care Ambroise Congreslocatie NH Krasnapolsky Amsterdam Dam 9 1012 JS Amsterdam Organisatie Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen Postbus 9696, 3506 GR Utrecht T. 030-2739685 E. congres@revalidatiegeneeskunde.nl Website www.rehabilitationmedicinecongress.nl Accreditatie Accreditatie is aangevraagd bij de VRA en NAPA. Deelname aan dit congres levert u vier accreditatiepunten op. Accreditatiepunten worden per dagdeel toegekend. Indien u niet de hele dag aanwezig bent ontvangt u niet alle punten. Om uw accreditatiepunten te ontvangen dient u bij vertrek uw badge te scannen bij de registratiebalie. 3

OIM Orthopedie stimuleert onderzoek Elke orthopedische innovatie kan bij onze klanten zorgen voor bijvoorbeeld meer bewegingsvrijheid, een beter evenwichtsgevoel en minder compensatiebewegingen. Continu wil OIM Orthopedie daarom weten hoe het beter kan. Hoe we dat doen? Samen met andere partijen werken wij aan wetenschappelijk onderzoek, zoals: prototype onderbeenprothese ter verbetering van de zijwaartse balans knieorthese voor herstel van het kraakbeen verbeteren enkel-voetorthese bij kinderen met CP flexibele prothesepols voor mensen met een myo-elektrische onderarmprothese Bezoek onze stand of lees meer over deze en andere onderzoeken die wij steunen op www.oim.nl/onderzoek www.oim.nl Volg ons ook op

Voorwoord Pearls & Diamonds: de VRA zestig jaar jong! Dit jaar viert de Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen haar diamanten jubileum. Ter ere van het 60-jarige bestaan wordt op 17 april het VRA-Lustrumcongres georganiseerd in het Krasnapolsky te Amsterdam. In deze passende locatie staan gedurende de hele dag de Parels en Diamanten van de revalidatiegeneeskunde centraal. In de ochtend is Lucille Werner bij ons te gast; zij zal ingaan op onderwerpen als participatie en eigen regie. Aansluitend zullen prof. dr. Anne Visser- Meily en dr. Imelda de Groot parels binnen de revalidatiegeneeskunde presenteren. In de middag wordt een paneldiscussie gehouden onder leiding van Frenk van der Linden, met als titel: VERLEDEN, HEDEN, nee VOORAL TOEKOMST: Wat is de rol van de revalidatiearts over 60 jaar? Onderwerpen als neuromodulatie, osseo-integratie, robotica en transitie naar de eerstelijn komen hier aan bod. Aan de hand van stellingen zullen we met u in gesprek gaan over de toekomst. De dag zal op een bijzondere wijze worden samengevat en afgerond door cabaretier Michiel Peereboom, waarna iedereen de mogelijkheid heeft om deel te nemen aan één van de sociale activiteiten. Vervolgens vindt het diner en een fonkelende feestavond plaats in de Wintertuin. Vrijdag 17 april wordt een bijzondere dag, waar we samen mogen vieren dat de VRA zestig jaar jong is en springlevend! De Lustrumcommissie heeft met veel plezier en in goede samenwerking met de Wetenschappelijke Commissie deze dag voor u vorm gegeven. Wij hopen van harte dat u zult genieten van dit feestelijke lustrum congres! Namens De lustrumcommissie Suzanne Lambregts Voorzitter Lustrumcommissie 5

Ipsen revalidatie jaarprijs 2015 voor innovatieve patiëntenzorg 20.000,- Voor een projectvoorstel waarvan patiënten direct en meetbaar gaan profiteren in de dagelijkse revalidatiezorg

Sociaal programma Tussen 17.00 en 19.00 uur bieden wij u de mogelijkheid deel te nemen aan een van de onderstaande activiteiten. Activiteit: Alternatief revalideren in Amsterdam Een rondleiding door het oudste stukje van Amsterdam: De BurghWallen. Tijdens de rondleiding is er een borrel en worden er hapjes geserveerd. De rondleiding duurt anderhalf uur en vertrekt vanuit het Krasnapolsky. Activiteit: Borrelboot door Amsterdam Na de lustrum ALV vertrekt de borrelboot achter het Krasnapolsky (op de hoek van de Oudezijds Voorburgwal en Damstraat) voor een prachtige vaartocht door hartje Amsterdam. Tijdens de vaartocht worden hapjes en drankjes geserveerd. De vaartocht duurt +/- anderhalf uur. Feestavond en diner Om 19.30 uur start de feestavond met diner in de Wintertuin van NH Krasnapolsky. 7

Programma Ochtend 9.00 9.30 Ontvangst en registratie 9.30 10.00 Start ochtendprogramma 10.00 10.40 Gastspreker: Lucille Werner Durf te dromen! 10.40 11.10 Prof. dr. Anne Visser-Meily Van parel naar groeidiamanten; verbeteren van de CVA zorg vraagt om slim innoveren 11.10 11.40 Dr. Imelda de Groot Progressie in de kinderrevalidatie van neuromusculaire aandoeningen 11.40 12.00 Plenaire posterpresentaties 12.00 13.30 Posterbezichtigingen, expositie en lunch 8

Programma Middag en Avond 13.30 15.00 Paneldiscussie: VERLEDEN, HEDEN, nee VOORAL TOEKOMST: Wat is de rol van de revalidatiearts over 60 jaar? Discussieleider: Frenk van der Linden 15.00 15.40 Expositie en pauze 15.40 16.10 Cabaretier: Michiel Peereboom Lachen was nog nooit zo gezond 16.10 16.45 Lustrum ALV 17.00 19.00 Activiteit: Rondvaart of Rondwandeling 19.30 00.00 Diner en feestavond Locatie: NH Krasnapolsky: Wintertuin 9

Gastspreker Lucille Werner Durf te dromen! Lucille Werner is presentatrice, programmamaakster en motivator. Naast haar televisiewerkzaamheden zet zij zich actief in voor haar stichting de Lucille Werner Foundation (LWF). Met haar stichting focust ze zich op positieve beeldvorming voor mensen met een lichamelijke handicap, door middel van mediaprojecten. Een lichamelijk handicap hoeft je niet in de weg te staan. Maar nog steeds blijven veel mensen met een handicap te ver op de achtergrond of zij plaatsen zichzelf daar. Onnodig! Integratie van mensen met een handicap in de samenleving is waar Lucille zich sterk voor maakt. Bekende initiatieven die Lucille heeft genomen om een bijdrage te leveren aan positieve beeldvorming over mensen met een handicap zijn de Mis(s) verkiezing en de CAPawards, waarin awards worden uitgereikt aan bijzondere talenten met een handicap. Zij heeft ook een boek geschreven over haar persoonlijke ervaringen met haar handicap: Het leven op rolletjes. Tijdens haar lezing staat participatie van en eigen regie voor mensen met een handicap centraal. Aan de hand van haar eigen persoonlijke ervaringen en projecten van de Lucille Werner Foundation zal zij haar visie geven hoe mensen met een handicap een sterkere positie in de samenleving kunnen veroveren en eigen regie kunnen verkrijgen of behouden. De rol die de revalidatiearts hierin kan spelen zal door Lucille worden geschetst. Communicatie over de mogelijkheden van de revalidatiegeneeskunde speelt hierbij ook een belangrijke rol. 10

Keynote Speaker Prof. dr. Anne Visser-Meily Van parel naar groeidiamanten; verbeteren van de CVA zorg vraagt om slim innoveren Anne Visser-Meily is revalidatiearts, hoogleraar revalidatiegeneeskunde, medisch hoofd van de Neurorevalidatie in het UMC Utrecht en is hoofd van het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht. Visser-Meily is voorzitter van de Werkgroep Scholing en Opleiding van Kennisnetwerk CVA NL, lid van de raad van advies van de patiëntenvereniging Hersenletsel.nl, ze is vaste columnist in het Hersenletsel Magazine, redactielid van het Nederlands Tijdschrift Revalidatiegeneeskunde en ambassadeur van www.jmzpro.nl. De zorg voor CVA patiënten is sterk aan het veranderen; enerzijds op basis van nieuwe kennis anderzijds omdat het zorglandschap verandert. Snel mobiliseren, intensiever oefenen, inactiviteit voorkomen, eigen regie van patiënt met zijn naasten en steeds minder geld zijn sleutel woorden. Het is een uitdaging om patiënten, die allemaal anders zijn met andere ideeën en wensen, de eerste dagen tot weken op een doelmatige manier meer te activeren en gerichter te behandelen en om partners hierbij te betrekken. De laatste jaren heeft het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht een aantal projecten uitgevoerd gericht op verhogen van de intensiteit van het oefenen en op het stimuleren om blijvend actiever te zijn. Dit startte met het ontwikkelen van de Oefengids waarvoor in 2011 de ZonMw Parel werd verkregen. Om het zelf oefenen verder te stimuleren en grip op eigen herstel te vergroten zijn de Oefen app beroerte en gebruik van de Activiteiten monitor toegevoegd. Dit zijn relatief simpele, goedkope hulpmiddelen, die vaak een andere groep patiënten aanspreken. Want elke patiënt is anders, dus je toolkit om mensen in beweging te krijgen moet verschillende gereedschappen bevatten. Hiermee kunnen we zorg pas echt verbeteren en op maat aan bieden. Implementatie en door ontwikkeling van deze hulpmiddelen vraagt blijvende aandacht. In de wereld om ons heen groeien pareltjes, het is aan revalidatieprofessionals om ze te zien en ze te gebruiken. 11

Keynote Speaker Dr. Imelda de Groot Progressie in de kinderrevalidatie van neuromusculaire aandoeningen Imelda is kinderrevalidatiearts in het RadboudUMC. Momenteel is zij voorzitter van de werkgroep Neuromusculaire aandoeningen van de VRA, in samenwerking met de patiëntenorganisatie Spierziekten Nederland. Zij is senior researcher en projectleider van meerdere promotie-onderzoeken, student-onderzoeken en aiosonderzoek en neemt deel aan internationale onderzoeken en medicatie trials als Nederlands centrum. Zij is opleider revalidatiegeneeskunde en docent bij geneeskunde en paramedische opleidingen. Zij is cursusleider van PAOG en NPi cursussen Neuromusculaire aandoeningen Een vorm van gecoördineerde kinderrevalidatie bestaat in Nederland reeds vanaf 1900 met de oprichting van de Johanna Stichting en een huis voor gebrekkige en mismaakte kinderen. Gebeurtenissen in de tijd, zoals polio-epidemieen, slachtoffers van wereldoorlogen (met bijvoorbeeld amputaties) en geneesmiddelen bijwerkingen (zoals softenon), bepaalden vaak welke diagnose groepen zorg kregen via de kinderrevalidatie. Pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam er aandacht voor progressieve aandoeningen als neuromusculaire aandoeningen op kinderleeftijd. Aanvankelijk is dit vooral symptomatisch gericht geweest, later ook meer anticiperend om secundaire problemen te beperken of te voorkomen. In de 21e eeuw komt er geleidelijk meer wetenschappelijke interesse in de mechanismen achter de symptomatologie, zoals bijvoorbeeld in het kauw/slikonderzoek en bewegingsonderzoek vanuit de kinderrevalidatie van het Radboudumc. Gerichte therapieën worden hierop gebaseerd. De toenemende levensverwachting maakt ook dat ondersteunende technische hulpmiddelen een steeds belangrijker rol gaan spelen, die specifiek ontwikkeld moeten worden op de problematiek van een neuromusculaire aandoening. Onderzoek naar zeldzame aandoeningen als neuromusculaire aandoeningen op kinderleeftijd kan niet gedaan worden door één centrum, maar vraagt om samenwerkingsverband tussen meerdere (inter)nationale centra. Gezamenlijke data-verzameling voor natuurlijk beloop (die veranderend is door betere zorg afgelopen decennia) en ontwikkeling van nieuwe onderzoeksmethoden krijgt snel en goed vorm bij intensieve samenwerking. De weerslag hiervan op de kwaliteit van patiëntenzorg is hierbij ook evident: expertise in de patiëntenzorg is in uitwisseling met wetenschap. Dit is zoals het Spierziektenteam in Radboudumc werkt, waarbij ook de link naar de volwassen zorg onderdeel is. 12

Paneldiscussie VERLEDEN, HEDEN, nee VOORAL TOEKOMST: Wat is de rol van de revalidatiearts over 60 jaar? Discussieleider: Frenk van der Linden Panelleden Dr. Sander Dijkstra, orthopedisch chirurg Prof. dr. Henriëtte van der Horst, huisarts Prof. dr. Hans Rietman, revalidatiearts Dr. Jeroen Vermeulen, kinderneuroloog Het specialisme revalidatiegeneeskunde heeft zich de afgelopen 60 jaar sterk ontwikkeld. Deze ontwikkeling ging regelmatig gepaard met stevige maar constructieve discussies over de grenzen van het vak. Door allerlei veranderingen die we op dit moment al dan niet kunnen voorzien, zal dat de komende 60 jaar niet anders zijn. Technologische en maatschappelijke veranderingen staan ons ook in de toekomst te wachten. Te denken valt aan meer behandelmogelijkheden op het niveau van functie(stoornissen), zoals bv. neuromodulatie, nieuwe medicatie en stamceltherapie, waardoor de functionele prognose verandert. Meer geavanceerde hulpmiddelen, waaronder osseo-integratie, robotica en domotica, zullen moeten leiden tot het beter kunnen uitvoeren van activiteiten en daarmee de participatie verbeteren. Belangrijke maatschappelijke veranderingen die zich al aankondigen zijn het veranderende zorglandschap en de toenemende eigen regie van patiënten. Deze ontwikkelingen bieden kansen voor de verdere ontwikkeling van ons vak en verbetering van onze behandeluitkomsten. Het voeren van een dialoog binnen ons eigen vak en met andere vakgebieden helpt om de belangrijke veranderingen in de revalidatiegeneeskundige zorg te identificeren, en om hierop in te spelen. Voor deze paneldiscussie zijn collegae van verschillende specialismen uitgenodigd: huisartsengeneeskunde, kinderneurologie, orthopedische chirurgie en vanzelfsprekend revalidatiegeneeskunde. De sprekers zullen toekomstige ontwikkelingen in hun eigen vakgebied en hun visie op de rol van de revalidatiearts bespreken. Daarna volgt een levendige discussie onder leiding van de ervaren discussieleider Frenk van der Linden. 13

LIVIT ORTHOPEDIE PRESENTEERT U: Vrijheid in bewegen op eigentijdse maatschoenen

Cabaret Lachen was nog nooit zo gezond Michiel Peereboom heeft zich na zijn artsenopleiding gespecialiseerd tot cabaretier en presentator. Hij zal deze feestdag op een geestige manier afsluiten. 15

Overzicht posterpresentaties 1. Quality of life and burden of caregivers of SCI-patients during active rehabilitation Annemiek Backx 2. Measurement properties and usability of four CAD/CAM systems for measuring trans-tibial stump volume, using models Maritza Beekman 3. Impact of Intensive Care Unit - acquired weakness on functional outcome in survivors after critical illness Daniela Dettling-Ihnenfeldt 4. Pain Catastrophizing in patients with Painful Diabetic Peripheral Polyneuropathy: associations with Physical Activity, Disability and Quality of Life Charlotte Geelen 5. Practice variation in stroke rehabilitation: Exploring differences in structure, process, outcomes and patient population characteristics Iris Groeneveld 6. Orthotics for thumb carpometacarpal osteoarthritis: which orthosis reduces pain the most? Rinske Grond 7. Outcome of secondary shoulder surgery in children with Neonatal Brachial Plexus Palsy with and without nerve surgery treatment history; a retrospective long-term follow-up study Menno van der Holst 8. Outcomes of pulmonary rehabilitation after treatment for Non-small Cell Lung Cancer (NSCLC) stage I-IIIa: an observational study Steffi Janssen 9. The effect of rocker profile shoes on pain and range of motion (ROM) in patients with posttraumatic ankle arthritis (PTAA) Irene Jetten 10. Association between cardiovascular diseases and mobility in persons with a lower limb amputation: a systematic review Sara Kaptein 16

11. Gait parameters used in botulinum toxin A effect studies on patients with cerebral palsy; a systematic review Annelies Mantje 12. Muscle endurance of adolescents with cerebral palsy in relation to subjectively reported fatigue and mobility Francisca Meuzelaar-Kiezebrink 13. Reliability and agreement of Neck-FCE in patients with chronic nonspecific neck pain Monique Roelofs 14. Physiotherapy in the Intensive Care Unit: an evidence-based, expert driven, practical statement Marike van der Schaaf 15. Changes in arm-hand function and skill performance in highly functional stroke patients three months after discharge from rehabilitation Mieke Smolders 16. Association of pain with posttraumatic stress disorder (PTSD) and other psychological factors in patients with spinal cord injury (SCI) Lucinda van de Ven 17. Effects Of Robot-aided Gait Training On Stable Spinal Cord Injury Patients' Individual Goals And Psychological Well-being; A Pilot Study Ester Vrij 18. Postoperative weight-bearing in tibia plateau fracture healing Marc van der Vusse 19. Employment in persons with spinal cord injury in the Netherlands in 2012: participation, satisfaction, work stress and quality of life Annemiek van Wisselingh 20. The effect of handcycle interval training on physical capacity in persons with recent spinal cord injury Ilse van der Brand 17

Quality of life and burden of caregivers of SCI-patients during active rehabilitation A.P.M. Backx MD 1, H.M.H. Bongers-Janssen MD 1, H. Bouwsema PhD 2 1 Adelante Rehabilitation Centre, Hoensbroek, The Netherlands 2 Adelante Centre of Expertise and Rehabilitation, Hoensbroek, The Netherlands Introduction: Caregivers of chronic ill patients, like spinal cord injured (SCI) patients, often experience high levels of burden. However, little is known about caregiver burden and quality of life of caregivers of SCI-patients during active rehabilitation. Objective: What is the burden and quality of life of caregivers of SCI-patient during active rehabilitation? Participants: Caregivers of 18 years and older, taking care of patients with a newly acquired SCI. Method: Quality of life and burden were measured during active rehabilitation by the SF-36 and the Caregiver Strain Index (CSI). Results: Of the 37 caregivers a total of 21 experienced a high level of burden on the CSI. The caregivers scored their quality of life the highest on physical functioning (Mean = 84.9, SD 18.9) and bodily pain (81.6, SD 24.1). Low scores were given to social role functioning (53.0, SD 28.5), emotional role functioning (50, SD 46.1), mental health (58, SD 23.5) and vitality (49.0, SD 20.1). Conclusions: 57% of the caregivers experience a high level of burden. Caregivers report their quality of life the lowest on social role functioning, emotional role functioning, mental health and vitality. Abstracts Clinical message: Every clinician working with SCI-patients and their caregivers should know about the high level of burden and the low quality of life of the caregivers (on social, emotional, mental and vitality aspects). There should be more alertness and support for the caregivers during the active phase of rehabilitation. 1 18 A.P.M. Backx a.backx@adelante-zorggroep.nl

Measurement properties and usability of four CAD/CAM systems for measuring trans-tibial stump volume, using models A.M. Beekman MD 1,2,, C.H. Emmelot MD PhD 2, prof. J.H.B. Geertzen MD PhD 3, prof. P.U. Dijkstra PhD 3 1 Center for Rehabilitation Vogellanden, Zwolle, The Netherlands 2 Department of Rehabilitation Medicine, Isala, Zwolle, The Netherlands 3 Department of Rehabilitation Medicine, University Medical Center Groningen, University of Groningen, The Netherlands Introduction: Non-contact scanners may have good potential for the measurement of stump volume and might easily be implemented in clinical practice. Last decades different non-contact scanners have been introduced. Before determining the clinical relevance of these systems, reliability and usability of each system should be assessed. Objectives: To analyze the measurement properties and usability of four different non-contact scanners (TT Design, Omega Scanner, BioSculptor Bioscanner and Rodin4D Scanner), using models. Methods: Nine models were measured on two occasions, each consisting of two sessions. In each session, four observers used the four systems for volume measurement. Grand mean for each model, variance components and their two-way interactions of the measurement conditions and repeatability coefficients for each system were calculated. User satisfaction was evaluated with the Post-Study System Usability Questionnaire (PSSUQ). Results: Systematic differences between the systems were found in volume measurements. Most of the variance was explained by the model (97%), while error variance was 3%. Measurement system and the interaction between system and model explained 44% of the error variance. Repeatability coefficient of the systems ranged from 0.101 L (Omega Scanner) to 0.131 L (Rodin4D). The differences in usability between the systems were small. Abstracts Discussion and conclusion: The systems were reliable in determining stump volume. The differences in repeatability coefficient and usability were small between the four CAD/CAM systems. Clinical message: These results should be verified in vivo. 2 19 A.M. Beekman a.m.beekman@vogellanden.nl

Impact of Intensive Care Unit - acquired weakness on functional outcome in survivors after critical illness D.S. Dettling-Ihnenfeldt MSc* 1, L. Wieske MD PhD* 2,3, C. Verhamme MD PhD 3, prof. F. Nollet MD PhD 1, prof. I.N. van Schaik MD PhD 3, prof. M.J. Schultz MD PhD 2, J. Horn MD PhD* 2, M. van der Schaaf PhD* 1 * equally contributing authors 1 Rehabilitation, Academic Medical Center, University of Amsterdam, The Netherlands 2 Intensive Care Medicine, Academic Medical Center, University of Amsterdam, The Netherlands 3 Neurology, Academic Medical Center, University of Amsterdam, The Netherlands Introduction: Intensive Care Unit-acquired weakness (ICU-AW) is a frequent complication of critical illness and is thought to mediate physical impairments in ICU-survivors. Objective: To investigate differences in physical functioning and post-icu mortality between patients with and without ICU-AW at 6 months after ICU discharge. Patients: 133 ICU survivors who were mechanically ventilated for 2 days (60 with ICU-AW). Methods: Single centre prospective observational study. Physical functioning was assessed at 6 months post-icu discharge using the physical functioning (PF) domain score of the Short-Form Health Survey (SF-36), and post-icu mortality was registered during the follow-up period. Multivariable linear regression and Cox proportional Hazards model were used to analyse the independent effect of ICU-AW on physical functioning and post-icu mortality. Abstracts Results: Six months after ICU discharge physical functioning (PF) domain scores were available for 98 survivors (39 patients with ICU-AW). ICU-AW was associated with a decrease of 16.7 points on the PF domain score (95% CI: -30.1 to -3.3; p=0.02). Post-ICU mortality was significantly higher in patients with ICU-AW compared to patients without ICU-AW (17 vs. 8; HR 3.5 (95% CI: 1.3 to 9.4); p=0.01). Discussion and Conclusions: ICU-AW is independently associated with clinically relevant lower physical functioning and with higher post-icu mortality in critically ill patients, 6 months after ICU discharge. Future studies should investigate whether early rehabilitation interventions on the ICU can prevent ICU-AW and improve physical functioning in ICU survivors. Clinical message: ICU-survivors with ICU-AW are at higher risk for impaired physical recovery. 3 20 D.S. Dettling-Ihnenfeldt d.s.dettling@amc.uva.nl

Pain Catastrophizing in patients with Painful Diabetic Peripheral Polyneuropathy: associations with Physical Activity, Disability and Quality of Life C.C.M. Geelen MD 1, H.P.J. Kindermans PhD 2, prof. J.P.W. van den Bergh MD PhD 3,4, prof. J.A. Verbunt MD PhD 1,2 1 Adelante Centre of Expertise in Rehabilitation and Audiology, Hoensbroek, The Netherlands 2 Department of Rehabilitation Medicine, Research School CAPHRI, Maastricht University, Maastricht, The Netherlands 3 Department of Internal Medicine, VieCuri Medical Centre, Venlo, The Netherlands 4 Department of Internal Medicine, Research School NUTRIM, Maastricht University, Maastricht, The Netherlands Objective: To investigate the impact of pain catastrophizing on a patient s level of disability and quality of life in patients with painful diabetic peripheral polyneuropathy (DPNP). Also, to study the mediating role of physical activity and/or a decline in physical activity. Patients and Methods: This questionnaire-based cross-sectional study included 154 patients with painful DPNP. Linear regression analyses adjusted for age, gender, duration of neuropathy, pain intensity and insulin treatment were performed to assess the association of pain catastrophizing (PCS) with the outcome variables disability (PDI) and quality of life (QOL). The mediating role of actual physical activity (PARS) and perceived physical activity decline (PAD) was analysed using mediation analyses (Baron & Kenny). Results: This study included 154 patients (96 male, 62%). Mean age was 65.7 years (SD=6.6). PCS (M=20.3, SD=13.1) was significantly associated with PDI (M=32.4, SD=17.0; R 2 =0.356, p<0.001), QOL (M=52.6, SD=26.1; R 2 =0.437, p<0.001) and PAD (M=7.4, SD=5.7; R 2 =0.087, p=0.045). PAD acted as a partial mediator in the associations of PCS with PDI and QOL respectively. There was no association of PCS with PARS. Abstracts Conclusion: Pain catastrophizing was associated with increased disability and decreased quality of life in patients with painful DPNP. Also, it was associated with a perceived decline in physical activity, which had a mediating role in the association between catastrophizing and disability and between catastrophizing and quality of life. The present study underscores the role of catastrophic thinking about pain and the experienced loss in daily activities due to pain, in order to fully understand the burden of painful DPNP. 4 21 C.C.M. Geelen c.geelen@adelante-zorggroep.nl

Practice variation in stroke rehabilitation: Exploring differences in structure, process, outcomes and patient population characteristics I.F. Groeneveld PhD 1,2, H.J. Arwert MD 2,3, J.J.L. Meesters PhD 2,4, prof. T.P.M. Vliet Vlieland MD 1,2,4, P.H. Goossens PhD MD 1,2,4 1 Rijnlands Revalidatie Centrum, Leiden, The Netherlands 2 Sophia Revalidatie, The Hague, The Netherlands 3 Medisch Centrum Haaglanden, The Hague, The Netherlands 4 Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden, The Netherlands Introduction: Despite guidelines there seems to be practice variation between Dutch rehabilitation centres in stroke rehabilitation. Exploring practice variation will provide insight into differences in quality and quantity of care. Objective: To investigate the practice variation in structure, process, and outcomes of stroke rehabilitation and to analyse differences in patient population characteristics. Patients and methods: Differences in structure (e.g. facilities, assessments) are evaluated in four centres by comparing their treatment protocols. Differences in process (e.g. length of stay) and outcomes (e.g. self-reported functioning) will be determined in a longitudinal study among approximately 300 consecutive stroke patients in two different rehabilitation centres, using regression analyses. Baseline characteristics are analysed using parametric and nonparametric tests. Abstracts Results: A preliminary analysis shows practice variation in structure, i.e. in frequency and timing of team meetings, timing of assessments, and differentiation in patient subgroups and corresponding treatment schedules. Differences in process and outcomes are currently under investigation. By February 2015, no significant baseline differences between the two centers (N=100) were observed in age (mean 62.2 vs. 61.6 years), proportion higher educated (43% vs. 39%), comorbidities (median 2 vs 2), pre-stroke fulfilment of Dutch physical activity norms (54% vs. 60%), and smoking (23% vs. 31%). Discussion and conclusions: A preliminary analysis demonstrated practice variation in the structure of rehabilitation. The definite analysis of structure, process and outcomes may provide input for the optimization of stroke rehabilitation. Clinical message: Exploration of practice variation is the first step to reduce unwanted differences in quality and quantity of stroke rehabilitation. 5 22 I.F. Groeneveld igo@rrc.nl

Orthotics for thumb carpometacarpal osteoarthritis: which orthosis reduces pain the most? R. Grond MSc 1, A.E. van der Vegt MSc 2, J.S. Grüschke MSc 2,3, prof. P.U. Dijkstra PhD 2, C.H. Emmelot PhD 1, M.F. Boomsma PhD 1, prof. C.K. van der Sluis MD PhD 2 1 Department of Rehabilitation Medicine, Isala, Zwolle, The Netherlands 2 Department of Rehabilitation Medicine, University Medical Center Groningen, University of Groningen, The Netherlands 3 Department of Rehabilitation Medicine, Medical Center Leeuwarden, Leeuwarden, The Netherlands Introduction: Thumb carpometacarpal osteoarthritis (CMC-1) occurs in up to 21% of the population above the age of 40, resulting in pain and loss of function. A new off-the-shelf orthosis (push orthosis) has been developed to reduce pain, but it is unknown if pain reduction is larger than by using a custom made orthosis. Objective: To analyse whether using an orthosis results in pain reduction in patients with CMC-1 osteoarthritis and to analyse differences in pain reduction after using a custom made orthosis or an off-the-shelf orthosis. Patients: Patients with primary osteoarthritis of the CMC 1-joint, without any disease-related upper limb surgery. Methods: A cross-over randomised controlled trial was performed in which patients used both orthoses for two weeks in random order, with a two week washout period. Patients were asked to fill out questionnaires and to keep a diary during the trial in which pain was measured on a 10 cm visual analogue scale. Results: Interim analysis of 34 participants indicated that mean (sd) pain reduced after wearing the push orthosis with 0.38 (1.48) (p=0.141) and after wearing the custom made orthosis with 0.37 (1.49) (p=0.148). The mean difference in change in pain between the orthoses was 0.01 (1.87) (p= 0.977). Abstracts Discussion: Contrary to previous studies, using an orthosis did not appear to cause clinically relevant or significant pain reduction. No significant differences in pain reduction were observed between the two orthoses. Clinical message: Treatment of CMC-1 osteoarthritis with either orthosis provides pain relief only to a limited extent. 6 23 R. Grond r.grond@vogellanden.nl

Outcome of secondary shoulder surgery in children with Neonatal Brachial Plexus Palsy with and without nerve surgery treatment history; a retrospective long-term follow-up study M. van der Holst PT 1,2, C.W.P.G. van der Wal 1, R. Wolterbeek MSc 3, W. Pondaag MD PhD 4, prof. T.P.M. Vliet Vlieland MD PhD 1,2, prof. R.G.H.H. Nelissen MD PhD 1 1 Department of Orthopaedics, Rehabilitation and Physical Therapy, Leiden University Medical Center, Leiden, the Netherlands 2 Rijnlands Rehabilitation Center, Leiden, the Netherlands 3 Department of Medical Statistics, Leiden University Medical Center, Leiden, the Netherlands 4 Department of Neurosurgery, Leiden University Medical Center, Leiden, the Netherlands Introduction: Shoulder dysfunction may occur in children with Neonatal Brachial Plexus Palsy (NBPP) irrespective of treatment history. Following internal contracture release and/or muscle tendon transfer (ICR/MTT) shoulderfunction gain is possible. Objective/Patients: This study describes long-term outcomes of ICR/MTT in children with NBPP, with/without nerve surgery treatment history (nerve surgery/conservative group). Methods: Active and passive Range of Motion (arom/prom) and Mallet-scores were extracted from the medical records (pre-operatively, 6 months, 1, 3, 5, 10 years after surgery). Analyses included comparisons of pre-operative characteristics and changes over time within groups by using a mixed-linear-model. Abstracts Results: 115 children (60 boys) were included, 83 with nerve surgery history, mean age 3.4 years (SD 3.0), mean follow-up 5.9 years (SD 3.2). Pre-operatively active external rotation, abduction and forward flexion were significantly better in the conservative group (p<0.05). AROM, prom as well as Mallet-scores improved significantly at all time points in both groups. The course/magnitude of improvements of arom, prom and Mallet-scores were largely similar in both groups. On the long term, effects decreased but remained significantly different from baseline. Discussion/Conclusion: This study showed that in children with NBPP shoulder function improved after ICR/MTT. However, this study also showed that pre-operative and postoperative shoulder function was better in the conservative group compared to the nerve surgery group indicating that these concern different subgroups. Clinical message: When evaluating outcomes of secondary surgery in children with NBPP adjustment for nerve surgery treatment history to prevent an over- or underestimation of results is necessary. 7 24 M. van der Holst m.van_der_holst@lumc.nl