LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING



Vergelijkbare documenten
LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING. Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is.

Correctievoorschrift VMBO-GL 2005

Correctievoorschrift VMBO-KB 2005

Examenopgaven VMBO-BB 2003

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB minitoets bij opdracht 11

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 13

Examenopgaven VMBO-KB 2003

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Examenopgaven VMBO-BB 2004

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Bijlage VMBO-GL en TL

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

Organen, Cellen en Ordening

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-14-2-b

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 15 A B X C D

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 15 A B X C D

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 15 A B X C D

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

De ezel. Ezels worden gehouden als :... Van ezelinnenmelk maakt men :...

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 15 B C D

Regelmatig ontwormen is belangrijk om uw gezin en uw hond te beschermen tegen wormen.

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB

Paarden - Ontworming. Tel.: info@devallei.com

Correctievoorschrift VMBO-BB 2004

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB. minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1

De filosofie van het voeren

Bijlage VMBO-GL en TL

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

Bijlage VMBO-GL en TL

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Auditieve oefeningen. Boek van de week: 1; De boerderij 2; De koe die in het water viel 3; 4;

Correctievoorschrift examen VMBO-BB 2003

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 15 B C D

Bescherm uw huisdier en uw gezin

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB minitoets bij opdracht 1

Correctievoorschrift VMBO-KB 2004

PRAKTISCH. VOEDING VAN UW HOND normen en hoeveelheid. over houden van huisdieren

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 41 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

Wormbestrijding stal het Vossenbroek

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Bijlage met informatie. KB-0191-a-10-2-b

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 28 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

SPREEKBEURT SCHAAP ZOOGDIEREN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Ontwormen en mestonderzoek bij paarden

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 1 A B X C D foto 1 foto 2

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie.

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 15 A B X C D

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

Bijlage VMBO-GL en TL

Spoelwormen leven in de darmen van honden en katten.

Bijlage VMBO-GL en TL

Voeding. Bevroren voedsel Pas op met wortelen en bieten. Bewaar ze vorstvrij want. Jonge paarden en krachtvoer

KRUISWOORDRAADSEL 1: WILDE DIEREN

Correctievoorschrift examen VMBO-GL 2003

PRAKTISCH. VOEDING VAN UW HOND normen en hoeveelheid. over houden van huisdieren

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING. Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is.

the total feed business Lammerenopfok ForFarmers Hans Kolk

Examen VMBO-GL en TL 2006

BESCHERM UW HUISDIER TEGEN. Lees hoe u kunt voorkomen. dat uw huisdier wordt besmet met deze vaak onzichtbare parasieten. Ontworm met MILPRO

Hygiëne Algemeen. Nemen van Hygiënische maatregelen

Eieren & Pluimvee. afrekenen met bacteriën, virussen + schimmels

Lees eerst informatie 1 tot en met 9 en beantwoord dan vraag 37 tot en met 48. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB

Opleiding mestonderzoek voor schapenhouders: deel 1

WOLF. Huilend roofdier

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB. minitoets bij opdracht 1

Onderwerp: preventie gezondheid bij paarden waarbij o.a. aan de orde kwamen het ontwormen, entingen en welke gevaren er zoal op de loer liggen.

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING VERWERKING AGRARISCHE PRODUCTEN CSE KB

DierenArtsenCentrum Noordwolde Voorjaar 2012

over DE KOE Een koe heeft grote oren die in alle richtingen kunnen draaien. Zo horen ze goed als er gevaar dreigt.

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

DE WOLF. Huilend roofdier

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Thema van de maand September 2009

Preventiebox OMGEVING WORMEN VLOOIEN. ProtectionBox

Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE

3C Voeding herkauwer

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen!

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

kal koen kalkoen kalkoenen He ken dorp Hekendorp boer de rij boerderij kinderboerderij be dacht bedacht

Klik om stijl te bewerken

Transcriptie:

Examen VMBO-GL 2005 tijdvak 1 maandag 23 mei 9.00-11.00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING DIERHOUDERIJ EN -VERZORGING CSE GL Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat uit 56 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 73 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden. 500012-1-617o

Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). - Geef verbeteringen aan volgens de voorbeelden 2 of 3. (1) A A A B (2) X B (3) B X B C X C D C D D INWENDIGE EN UITWENDIGE PARASIETEN BIJ SCHAPEN 2p 1 Bij schapen komen inwendige en uitwendige parasieten voor. Geef in de tabel met een kruisje aan of de genoemde parasiet een inwendige of uitwendige parasiet is. parasiet inwendige parasiet uitwendige parasiet maagdarmworm lintworm longworm oormijt schurftmijt 1p 2 Hieronder is een foto van een parasiet afgebeeld. Welke parasiet is dit? A leverbot B lintworm C longworm D spoelworm 500012-1-617o 2 ga naar de volgende pagina

1p 3 Om wormschade bij ooien en lammeren zoveel mogelijk te voorkomen moeten ze regelmatig ontwormd worden. Hieronder zijn twee grafieken afgebeeld. Niet ontwormd Schematisch beeld van het jaarlijks besmettingsverloop met maagdarmwormen op een schapenwei Legenda: wormbesmetting lammeren ei-uitscheiding ooien weidebesmetting jan febr mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec Ontwormd Het effect van planmatig ontwormen op het besmettingsverloop van ooien en lammeren op een schapenwei O L L L O Legenda: wormbesmetting lammeren ei-uitscheiding ooien O = ooien ontwormd L = lammeren ontwormd jan febr mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec In welke maand is de wormbesmetting bij lammeren het hoogst, als er niet ontwormd wordt? 1p 4 Hoe ontstaat volgens de eerste grafiek (niet ontwormd) bij lammeren de wormbesmetting? 1p 5 In welke maand(en) worden de ooien ontwormd? 1p 6 In de tweede grafiek (ontwormd) kun je aflezen dat de wormbesmetting bij lammeren drie keer sterk daalt. Telkens ontstaat er weer een stijgende lijn in de wormbesmetting bij de lammeren. Wat is hier de oorzaak van? 500012-1-617o 3 ga naar de volgende pagina

1p 7 1p 8 1p 9 Waarom worden schapen soms in hun geheel 'gewassen'? A ter bescherming van een ongeboren lam B ter bestrijding van luizen en schurftmijt C ter voorkoming van rotkreupel D ter voorkoming van zwoegerziekte In een weiland ziet men een schaap moeizaam lopen en vaak op de knieën grazen. Wat heeft het schaap naar alle waarschijnlijkheid? A een bacteriële infectie aan de klauwtjes B een gewrichtsaandoening C last van bijziendheid D last van maag- en darmwormen E last van te kort gras in de wei De conditie van een schaap is het beste te beoordelen door het betasten van rug en lendenen. Op bovenstaande afbeelding staat een schematische weergave van drie lendenwervels met het spier- en vetweefsel van drie verschillende schapen. Welke afbeelding hoort bij een schaap met een goede conditie? A 1 B 2 C 3 VOGELPEST Aviaire Influenza, ook wel klassieke vogelpest genoemd, is niet met antibiotica te bestrijden. Het is zeer besmettelijk. Het is een meestal zeer acuut verlopende ziekte bij hoenderachtigen en kalkoenen. De ziekte kent een korte incubatietijd en gaat gepaard met een hoog sterftecijfer. De dieren worden suf, eten minder, leggen minder eieren en vertonen een soort 'snotneus'. Kop en hals vertonen zwellingen (waardoor de dieren kunnen stikken) en de kam verkleurt. In sommige gevallen treedt acute sterfte op, zonder voorafgaande klinische symptomen. De ziekte kan zich direct verspreiden door contact tussen vogels, of indirect via de lucht of door blootstelling aan besmet materiaal zoals mest, voer- en transportmiddelen. 1p 10 Klassieke vogelpest wordt veroorzaakt door een A bacterie. B pestvogel. C schimmel. D virus. 500012-1-617o 4 ga naar de volgende pagina

1p 11 Leg uit wat er onder incubatietijd wordt verstaan. 2p 12 Noem vier symptomen bij hoenders die geïnfecteerd zijn met de klassieke vogelpest. 1p 13 Noem een manier waarop besmette vogels het virus uitscheiden. 1p 14 2p 15 Een goede bedrijfshygiëne helpt een kippenboer bij het voorkomen van besmetting door vogelpest. Welke vorm van besmetting laat zich moeilijk beïnvloeden door een goede bedrijfshygiëne? A besmetting door afvoer van kippen B besmetting door voeraankopen C besmetting via de lucht Met een goed zichtbaar lint kunnen pluimveehouders voorkomen dat mensen zomaar het erf oprijden en de stal binnenlopen. Noem nog twee andere maatregelen die een pluimveehouder kan nemen om de risico s op verspreiding zoveel mogelijk te voorkomen. 1p 16 Preventief vaccineren van Nederlands pluimvee is niet aan de orde, omdat het Europees beleid is dat vogelpest door middel van uitroeiing wordt bestreden. Wat wordt er onder het (preventief) vaccineren van dieren verstaan? 1p 17 Een besmet bedrijf wordt geruimd. Wat gebeurt er met de besmette kippen? A Ze worden geconsumeerd. B Ze worden in katten- en hondenvoer verwerkt. C Ze worden in veevoer verwerkt. D Ze worden vernietigd. 500012-1-617o 5 ga naar de volgende pagina

KONIJNENRASSEN 1p 18 Hieronder staat een konijnenras beschreven. Het konijnenras: - heeft twee gekleurde kopplaten die zowel de ogen, de oren als de wangen omsluiten. - heeft een scherp afgetekende en omgekeerde V-vormige bles. - is vanaf het midden van zijn lichaam tot en met de staart gekleurd. - heeft een scherpe scheidslijn tussen het witte gedeelte en het gekleurde gedeelte. - heeft witte achterpoten. Welke van de onderstaande konijnen staat hierboven beschreven? A B C D 1p 19 1p 20 Welke van de onderstaande rassen behoren tot de groep met een bijzondere haarstructuur? A Angora en Rex B Angora en Rus C Rex en Rus Een commercieel konijnenbedrijf is een bedrijf waar konijnen gehouden worden voor de slacht en of voor de pels. Eén konijnenras wordt gehouden voor de productie van wol. Welk konijnenras is dit? A Angora B Rus C Vlaamse reus D Witte Nieuw-Zeelander 500012-1-617o 6 ga naar de volgende pagina

1p 21 Noem een reden waarom een konijn een gedeelte van zijn uitwerpselen weer opeet. VOEDING WOLF EN HOND De hond stamt af van de wolf. De wolf is een carnivoor. Wanneer een roedel wolven een hert gedood heeft, eten ze bij voorkeur eerst de buikholte leeg. De hond is na eeuwen van domesticatie niet meer hetzelfde als zijn voorouders. Door eeuwenlange omgang met de mens is de hond, voor wat betreft zijn voedselbehoefte, een klein beetje op de mens gaan lijken. Wel is het zo, dat een deel van de hondenvoeding uit dierlijk eiwit moet blijven bestaan. 1p 22 De wolven eten graag eerst de buikholte van het hert leeg. Hier bevinden zich organen met daarin vezelrijk voedsel. Waarom is vezelrijk voedsel zowel voor een wolf als voor een hond belangrijk? 1p 23 1p 24 Welke organen zitten er in de buikholte van het hert? A darmen en longen B darmen en nieren C nieren en longen Wat wordt verstaan onder domesticatie? 500012-1-617o 7 ga naar de volgende pagina

2p 25 Hieronder staan vier uitspraken over honden. Geef bij elke uitspraak met een kruisje aan of deze juist of onjuist is. uitspraken juist onjuist Een hond eet uitsluitend vlees. Een hond heeft alleen maar knobbelkiezen. Een hond die poep eet, heeft ergens een tekort aan. Een jonge hond moet extra veel eiwit hebben. 1p 26 Het grootbrengen van pups is een intensieve en tijdrovende bezigheid. Bij een groot nest zijn er soms één of twee pups die slecht groeien. Wat is de meest voorkomende oorzaak van deze slechte groei? A De teef heeft melk van slechte kwaliteit. B De teef heeft slecht drinkende pups. C De teef heeft te weinig melkgevende tepels. D De teef heeft te zwakke pups. p u p p y m e l k Puppymelk is een poeder wat voor 66% uit melkpoeder bestaat en wat in grote mate aan de melk van teven is aangepast. Het bezit alle eigenschappen van natuurlijke hondenmelk, is lichtverteerbaar en zeer smakelijk. Deze puppymelk is geschikt: als hoofdvoeding voor pups die zonder moedermelk worden grootgebracht. als bijvoeding voor pups waarvan de teef onvoldoende melk bezit. als bijvoeding voor pups van grote worpen. als bijvoeding voor drachtige teven. als bijvoeding voor zieke en herstellende honden. ANALYSE vocht 5% ruw eiwit 26% ruw vet 17% ruwe celstof 0,1% as-mineralen 7% VOEDINSWIJZER Bereiding puppymelk: Water koken, af laten koelen tot lichaamstemperatuur en goed mengen met het puppymelk poeder. Mengverhouding: één deel puppymelk poeder en vier delen gekookt water. Let op: dit mengsel dient iedere maaltijd vers te worden aangemaakt. Aantal voedingen: Leeftijd: tot 7 dgn. 10 x per dag 8-14 dgn. 8 x per dag 15-21 dgn. 6 x per dag 22-28 dgn. 5 x per dag Verpakking goed sluiten. Bewaren op een droge plaats. 1p 27 1p 28 Moederloze pups worden met een moedermelkvervanger grootgebracht. Het bereiden van kunstmelk moet altijd gebeuren volgens voorschrift op de verpakking of bijsluiter. Wat is een goede verstrekkingstemperatuur van de kunstmelk? A 30 C B 38 C C 45 C Hoeveel voedingen per dag zijn bij moederloze pups de eerste twee dagen minimaal aan te bevelen? A 5 B 6 C 8 D 10 500012-1-617o 8 ga naar de volgende pagina

1p 29 Het is belangrijk om maar voor één dag kunstmelk klaar te maken. Om welke reden mag er geen kunstmelk voor de hele week klaargemaakt worden? 1p 30 Wat is procentueel het meest aanwezig in kunstmelkpoeder? A as-mineralen B ruwe celstof C ruw eiwit D ruw vet E vocht KOEIEN IN DE STAL 1p 31 Hieronder staan drie verschillende vormen van huisvesting. Schrijf onder de afbeeldingen het juiste huisvestingstype. Kies uit: potstal, grupstal of ligboxenstal. 1. 2. 3 2p 32 Het Hollandse staltype heeft vanaf de jaren 70 steeds meer plaatsgemaakt voor het loopstaltype. Noem twee voordelen van een loopstal ten opzichte van een Hollandse stal. 500012-1-617o 9 ga naar de volgende pagina

1p 33 De moderne potstal is eigenlijk een oude vorm van huisvesting in een nieuw jasje. De laatste jaren is dit staltype steeds meer in opkomst. Een veehouder besluit een potstal te bouwen in plaats van een ligboxenstal. Hij kijkt hierbij vooral naar de mestproductie. Waarom besluit de veehouder vanwege de mestproductie een potstal te bouwen in plaats van een ligboxenstal? 1p 34 Hieronder staan drie verschillende vormen van voerhekken afgebeeld. Deze voerhekken kunnen voor verschillende diergroepen worden gebruikt. diagonaal voerhek Zweeds zelfsluitend voerhek Engels zelfsluitend voerhek Noem een voordeel van een diagonaal voerhek ten opzichte van een Zweeds zelfsluitend voerhek. 1p 35 Noem een voordeel van een Zweeds zelfsluitend voerhek ten opzichte van een Engels zelfsluitend voerhek. 500012-1-617o 10 ga naar de volgende pagina

1p 36 Hieronder staat een afbeelding van een drinkbak zoals die in een rundveestal voor kan komen. De dieren moeten de bal boven in de bak met de neus induwen en kunnen dan drinken. Wanneer ze stoppen met drinken, schiet de bal door de waterdruk weer terug in de opening. Noem een belangrijke reden om een drinkbak zo te maken. 500012-1-617o 11 ga naar de volgende pagina

HET GEBRUIKSDOEL VAN PAARDEN VROEGER EN NU In de loop van de tijd heeft er een grote verandering in gebruiksdoelen van het paard plaatsgevonden. Vroeger had men paarden nodig voor landbouw, transport en militaire doeleinden. Tegenwoordig worden paarden met name gebruikt voor recreatie en sport. Hieronder staan acht afbeeldingen. afbeelding 1 afbeelding 2 afbeelding 3 afbeelding 4 afbeelding 5 afbeelding 6 afbeelding 7 afbeelding 8 500012-1-617o 12 ga naar de volgende pagina

2p 37 Zet het juiste nummer van de afbeeldingen op de juiste plaats in de tabel. cross-country (horse trials) polo mennen: rijden met éénspan rodeo: lassorijden harddraverij: drafsport vossenjacht of slipjacht rensport: vlakke baanrennen dressuur nummer van de afbeelding DE DAGELIJKSE TIJDSBESTEDING VAN EEN PAARD 1p 38 Uit onderzoek blijkt dat de dagelijkse tijdsbesteding van een paard in de vrije natuur er als volgt uitziet: 60% : eten (meestal lopend) 20% : staan 10% : liggen 10% : sociale activiteiten Hoe zal de dagelijkse tijdsbesteding van bovenstaand paard er waarschijnlijk uitzien? A 40/20/30/10 B 30/50/10/10 C 40/50/10/0 D 60/20/10/10 500012-1-617o 13 ga naar de volgende pagina

2p 39 Noem twee bezigheden die kunnen vallen onder sociale activiteiten. HOORT EEN PAARD OP STAL? 1p 40 Een stal voor een paard is niet natuurlijk. Geef hiervoor een reden. 2p 41 Toch worden de meeste paarden het grootste deel van het jaar op stal gehouden en niet in de wei. Noem twee voordelen voor de eigenaar of verzorger om een paard op stal te houden. 1p 42 Een paard op stal is gevoelig voor koliek. Wat wordt onder koliek verstaan? 1p 43 Ook stereotiep gedrag komt bij paarden voor. Stereotiep gedrag ontstaat door verveling in een beperkte ruimte zoals een stal. Noem een stereotiep gedrag dat bij paarden voor kan komen. 500012-1-617o 14 ga naar de volgende pagina

HUISVESTINGSSYSTEMEN VOOR PAARDEN Vroeger werden standen of stands veel gebruikt als huisvestingsvorm. In een stand staan de paarden aangebonden. De oppervlakte van een stand hangt onder meer af van de grootte van het paard. De breedte ligt tussen 1,75 2,0 m en de lengte ligt tussen 2,75 3,5 m. Tussen de dieren bevinden zich hoge schotten of aan kettingen opgehangen bomen (latierboom). Ten opzichte van de stand wordt de box tegenwoordig veel meer gebruikt als huisvestingsvorm. De minimale oppervlakte (m 2 ) voor een box is in formule: (2 x stokmaat) 2. 1p 44 Noem een reden waarom de box ten opzichte van een stand een diervriendelijker huisvestingssysteem voor paarden is. 2p 45 Een paard heeft een stokmaat van 1,60 m. Hoe groot moet het oppervlak van de box volgens deze norm zijn? Schrijf de berekening op. 500012-1-617o 15 ga naar de volgende pagina

1p 46 In een stand staan de paarden aangebonden aan een halstertouw. Het halstertouw zit aan de halster bevestigd met een paniekhaak. Waarom wordt de paniekhaak zo genoemd? 2p 47 In een loopstal leven paarden in groepen. Zie onderstaande afbeelding. Sommige loopstallen hebben een uitloop naar buiten. Vaak zijn loopstallen open frontstallen. De loopstal wordt gezien als een meer natuurgetrouw huisvestingssysteem. Een voordeel voor paarden in deze stal is dat ze meer kunnen bewegen. Noem nog twee voordelen voor een paard in een loopstal ten opzichte van een paard in een box. 500012-1-617o 16 ga naar de volgende pagina

STALINRICHTING EN STALKLIMAAT 1p 48 In de onderstaande tekening is een stal met een ventilatiesysteem afgebeeld. In de tekening geven de pijlen luchtstromen aan. Welk ventilatiesysteem is dit? A mechanische ventilatie volgens het overdrukprincipe B mechanische ventilatie volgens het onderdrukprincipe C natuurlijke ventilatie volgens het overdrukprincipe D natuurlijke ventilatie volgens het onderdrukprincipe 2p 49 Geef met een kruisje in het schema aan of de stelling juist of onjuist is. stelling juist onjuist De uitgaande lucht is kouder dan de binnenkomende lucht. Door wind kan de ventilatie worden bevorderd. Bij meer dieren in de stal is meer ventilatie nodig. 2p 50 Noem twee redenen om in een paardenstal te ventileren. 500012-1-617o 17 ga naar de volgende pagina

2p 51 Hieronder is een computergestuurd krachtvoerstation voor paarden afgebeeld. Dit voerstation wordt in een loopstal geplaatst. Noem twee voordelen van krachtvoerverstrekking met behulp van een computergestuurd voerstation. 1p 52 Noem een reden waarom men merries meestal niet laat werpen in een loopstal. 500012-1-617o 18 ga naar de volgende pagina

A-BROK 1p 53 Hieronder staat een grafiek met de prijsontwikkeling van A-brok (korrels) voor koeien. In euro's bij 100 kg, franco boerderij, per 8 ton bulk, inclusief BTW. 14,7 14,6 14,5 Legenda: 2002 2003 14,4 14,3 14,2 14,1 14 mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec De brok wordt per 8 ton geleverd. Hoeveel kg is 8 ton A-brok? A 80 kilo B 800 kilo C 8.000 kilo D 80.000 kilo E 800.000 kilo 2p 54 Hoeveel euro kost 500 kilo A-brok op 31 maart 2002? Schrijf de berekening op. 2p 55 Hoeveel euro prijsverschil zit er tussen de aanschaf van 1.000 kilo voer op 1 april 2002 en op 1 april 2003? Schrijf de berekening op. Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina. 500012-1-617o 19 ga naar de volgende pagina

3p 56 Eind augustus 2003 is de prijs per 100 kg nog steeds hetzelfde, als die van begin augustus. Een maand later moet er een prijs van 14,30 per 100 kg betaald worden. Eind oktober 2003 moet een boer voor 8.000 kg 1.152,00 betalen. Maak met behulp van bovenstaande gegevens de grafiek voor de maanden augustus tot en met oktober af. 14,7 14,6 14,5 Legenda: 2002 2003 14,4 14,3 14,2 14,1 14 mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec 500012-1-617o* 20 einde