beschikking RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Kanton Ziftingsplaats: Middelburg zaak/rolnr.: 3565280 /14-6983 in de zaak van:



Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBZLY:2006:AY7374

Uitspraak. RECHTBANK BREDA Sector kanton. Locatie Bergen op Zoom. zaak/rolnr.: AZ VERZ beschikking d.d. 22 juli 2009.

ECLI:NL:RBDOR:2008:BD6428

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBAMS:2017:3179

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2773

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2016:4991

ECLI:NL:RBNHO:2013:13257

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling

SAMENVATTING UITSPRAAK

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1535

de besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.

JJuridische aspecten arbeidsongeschiktheid / arbeidsconflict

ECLI:NL:RBNNE:2015:5097

ECLI:NL:RBZWB:2016:4788 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer AZ VERZ

ECLI:NL:RBNNE:2017:1905

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

beschikking :N NAAM VAN DE KONING RECHTBANK OEN HAAG Zittingsplaats "s-gravenhage tfh Zaaknr.: RP VERZ Uitspraakdaturn.

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950

ECLI:NL:RBDHA:2015:16283

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462

ECLI:NL:CRVB:2015:2828

ECLI:NL:RBNHO:2016:8196

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. College van Arbiters. ARBITRAAL VONNIS nr d.d. 25 januari 2013 in de zaak van:

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS

Zaaknummers: VZ VERZ VZ VERZ beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in

ECLI:NL:RBMNE:2014:6635

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

ECLI:NL:RBUTR:2009:BK2497

BESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:CRVB:2016:1213

ECLI:NL:CRVB:2017:1859

ECLI:NL:RBDHA:2017:1591

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBAMS:2016:6651

ECLI:NL:RBROT:2011:BU3349

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:GHAMS:2016:428 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

Voorwaardelijke ontbinding onder de Wwz, Ernstig verwijtbaar handelen werkneemster, Geen vergoeding en ontbinding op termijn van vier dagen

SAMENVATTING Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE

ECLI:NL:RBZWB:2014:4838

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

ECLI:NL:RBOVE:2014:1829

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:CRVB:2016:5122

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBLIM:2016:9653

ECLI:NL:RBNHO:2016:9102

ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

ECLI:NL:RBLEE:2007:BB5165

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. L.R.T.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018

ECLI:NL:RBOBR:2016:7513

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBASS:2012:BX2999

ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:RBAMS:2010:BN8433

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

ECLI:NL:CRVB:2015:196

ECLI:NL:RBDHA:2014:11422

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

1. Procedure. 2. Feiten

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:CRVB:2016:4664

AFSCHRIFT. Uitspraak: 10 februari 2015 Zaaknummer: /01 Zaaknummer eerste aanleg: C/13/ / FA RK (MN/WK)

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.

ECLI:NL:RBAMS:2017:2373

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491

ECLI:NL:RBOVE:2017:1417

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

SAMENVATTING / Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

ECLI:NL:RBLIM:2017:2557

ECLI:NL:RBLIM:2017:7110

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG. heeft op 11 april 2011 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van:

Commissie van Beroep BVE

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

SAMENVATTING UITSPRAAK

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

ECLI:NL:RBZLY:2007:AZ8198

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer


Transcriptie:

beschikking RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Kanton Ziftingsplaats: Middelburg zaak/rolnr.: 3565280 /14-6983 beschikking van de kantonrechter d.d. 23 december 2014 in de zaak van: het openbare lichaam Orionis Walcheren, gevestigd en kantoorhoudende te Vlissingen, verzoekende partij, verder te noemen: Orionis. gemachtigde: mr. H.N. van Everdingen, advocaat te Middelburg, tegen Remco Odinot, wonende te Vlissingen, verwerende partij, verder te noemen: Odinot, gemachtigde: mr. F.R. Heijstek, advocaat te Middelburg. het verloop van de procedure De procedure is als volgt verlopen: - verzoekschrift, ingediend op 5 november 2014, - verweerschrift, binnengekomen op 11 december 2014, - productie 36 ingediend op 1 1 december 2014 door Orionis, - faxbericht d.d. 15 december 2014 van de zijde van Odinot, - mondelinge behandeling ter zitting d.d. 16 december 2014. de beoordeling van de zaak 1.1. Orionis, een publiekrechteljke rechtspersoon, richt haar activiteiten onder meet op tewerkstelling van arbeidsgehandicapten in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Aan Odinot is een WSW-indicatie verstrekt. De arbeidshandicap van Odinot is ingedeeld in de categorie matig. 1.2 Odinot, geboren op 14 april 1977, is met ingang van 1januari 199$ of althans 1juni 1999 in loondienst getreden bij een rechtsvoorganger van Orionis. Zijn laatste functie is die van Eerste Vakkracht Logistiek bij de Groenafdeling. Zijn salaris bij Orionis bedraagt thans 1.777,-- te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 3% eindejaarsuitkering. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO WSW van toepassing. Odinot is op 8 april 2014, na een ziekteperiode vanaf 13 mei 2013, hersteld gemeld. Odinot heeft geen werkzaamheden meer

voor Orionis verricht. Orionis heeft het salaris doorbetaald. verwerken. Hij is in een negatieve spiraal gekomen wat betreft zijn houding, gedrag en emoties. Dat heeft geleid tot escalatie van een ogenschijnlijk gering probleem. Ondanks van omstandigheden. Daartoe heeft Orionis, kort samengevat, aangevoerd: 2.1. Orionis verzoekt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van wijziging De afwijzing van zijn sollicitatie naar een hogere functie eind 2009 heeft Odinot niet kunnen 3.1. Indien Orionis voor Odinot een ontslagvergunning zou hebben aangevraagd zou het op 29januari 2014 en opnieuw op 9juli 2014 geoordeeld dat erbij Odinot geen sprake is van ontslagverbod ex artikel 7:670 8W daaraan formeel niet in de weg staan. De bedrijfsarts heeft stelt Odinot plotseling zich op het standpunt dat hij misstanden zou hebben gemeld en maakt produktie 37). Odinot had nimmer enig fraudtileus handelen van collega s gemeld. Misstanden gemeentelijke klokkenluidersregeting niet van toepassing op WSW-ers. Bij gebrek aan wat de achtergronden daarvan zijn en wie daar dan op moet worden aangesproken. Inmiddels Odinot heeft de hulp ingeroepen van de Expertgroep Klokkenluiders, in plaats van de hulp van zijn Orionis niet bekend. Orionis ging tot 19 mei 2014 ervan uit dat onvrede van Odinot over zijn functieniveau de oorzaak van de problemen was. Orionis is niet bekend met enige melding tvetenschap wordt betwist dat Odinot wordt bedreigd. Probleem voor Orionis is dat in het geheel niet kan worden vastgesteld in hoeverre Odinot door collega s is of wordt bedreigd, het Adviespunt Ktokkenluiders dat door de overheid is ingesteld. is Odinot overtuigd van zijn eigen status als klokkenluider. Zijn omgeving draagt daar aan bij. 2.3. Op deze verwijten heeft Orionis, samengevat, als volgt gereageerd: van Odinot die betrekking zou kunnen hebben op een klokkenluiderstatus. Bovendien is de hij aanspraak op de status van klokkenluider. Dit was voor Orionis votstrekt nieuw (Zie Op 19 mei 2014 heeft de advocaat van Odinot aan Orionis een notitie overhandigd. Daarin de Mens en van de Hoge Raad. Nadat Odinot via zijn advocaat in juni 2014 Orionis hierom maakt Odinot aanspraak op een vergoeding van 70.000,-- bruto met als C factor 3.5. Odinot heeft, kort samengevat, aangevoerd: Odinot beroept zich op de reflexwerking van het opzegverbod bij ziekte van art. 7:670 3W. organisatie gevonden te hebben. Odinot heeft te goeder trouw bij Orionis melding gemaakt gestalkt en lastig gevallen op zijn mobiele telefoon, waarschijnlijk door frauderende collega s. depressieve klachten. Orionis had Odinot als klokkentuider moeten erkennen en hem de bescherming van een klokkenluider moeten verlenen conform de klokkenltiidersregeling van aansprakelijk had gesteld, heeft Orionis echter geprobeerd in zeer korte tijd een negatief dossier tegen Odinot op te bouwen en hem neer te zetten als een werkweigeraar. Een en ander valt Orionis ernstig te verwijten. 2.2. Odinot verzoekt primair afwijzing van het door Orionis ingediende verzoek. Subsidiair De eisen van goed werkgeverschap verzetten zich er in dit gevat tegen dat Orionis ontbinding van de arbeidsovereenkomst kan verkrijgen zonder eerst voor Odinot passend werk buiten haar van misstanden binnen haar organisatie. Odinot is sindsdien regelmatig s avonds en s nachts de gemeenten, dan tveï conform de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van Ook heeft hij anonieme bedreigingen ontvangen. Odinot heeft op dit moment ernstige van Orionis werkzaam te zijn. De beperkte coping vaardigheden van Odinot staan er pogingen tot mediation is het door de opstelling van Odinot niet meer mogelijk om voor hem vermoedelijk aan in de weg dat hij op enig moment zijn situatie zal aanvaarden. Dit valt passend werk te vinden. Inmiddels weigert Odinot om nog langer binnen de werkomgeving Orionis niet te verwijten. zaaklrolnr. 3565280 / 14-6983 blad 2

arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of gebrek. Volgens de bedrijfsarts is Odinot dus arbeidsongeschiktheid van Odinot komt de kantonrechter hierna nog terug. sittiationete arbeidsongeschiktheid, waarop art. 7:628 BW van toepassing is. Niet is gesteld of gebleken dat Odinot zich tegen dit oordeel heeft verzet of een second opinion bij het UWV heeft aangevraagd. Daarom wordt aangenomen dat het ontslagverbod ex artikel 7:670 BW zich niet rechtstreeks verzet tegen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Op de wel arbeidsongeschikt, maar niet in de zin van art. 7:629 BW. Het gaat in dit geval om misstanden bij Orionis opgesomd met diverse details, hier en daar met naam en toenaam. Desgevraagd heeft Odinot ter zitting meegedeeld dat hij deze misstanden reeds in oktober 2011 heeft gemeld in gesprekken met De Zwarte en Modderman. Orionis heeft ontkend dat deze bevestiging van de emstige verwijten van Odinot. Orionis heeft over dit onderzoek geen rapport of andere stukken in het geding gebracht. Ook heeft Orionis niet voldaan aan het WOB verzoek van de Expertgroep Klokkenluiders ten aanzien van een extern onderzoek naar misstanden van 2014. Orionis stelt nu wel zich te beraden, maar het lijkt er niet op dat Orionis Orionis hier iets te verbergen heeft. 3.3.4. Daaraan doet niet af dat Orionis nu stelt dat dit onderzoek niet heeft geleid tot de strijd met de waarheid, die onder 3.3.3. is vermeld, geeft enige grond voor het vermoeden dat van Odinot eerst op 19 mei 2014 heeft meegedeeld dat Odinot misstanden zou hebben gemeld heeft op basis van een melding in april 2012 door Odinot via Reijnierse een intern onderzoek Odinot heeft door hem gesignaleerde misstanden in april 2012 vertrouwelijk gemeld aan drs. Reijnierse heeft vragen gesteld aan de verantwoordelijke wethouder, tevens bestuurder van aanwezig geweest bij gesprekken tussen Odinot en Struijk. Struijk heeft hem meegedeeld dat metaalverwerking aan de Grevelingenstraat en de routeptanning van chauffeurs. 3.3.2. Anderzijds is het volgende komen vast te staan: Orionis, De Zwarte, als ook aan de interim-directeur van Orionis, J. Struijk. Reijnierse is heeft gemeld in persoonlijke gesprekken met M. Modderman, personeelsconsulent, en M. de Zwarte. destijds voorzitter van het Dagelijks Bestuur van Orionis. De summiere schriftelijke beroep heeft gedaan op een Ktokkenluidersregeting. Dat is echter wat anders dan het melden verklaringen van prodtiktie 37 houden slechts in dat het hen niet bekend is dat Odinot een oktober 2011 (produktie 17) worden afgeleid dat hij in die tijd geen misstanden heeft gemeld. aanhouden om de door Odinot aangedragen getuigen te horen. Deze procedure leent zich hier niet voor. Er zijn echter wel aanwijzingen dat Odinot de status van klokkenluider verdient. 3.2 De beantwoording van de vraag of Odinot zich met recht de status van klokkentuider mag aanmeten is voorbehouden aan de bodemrechter. De kantonrechter zal de zaak niet 3.3.1. Met productie 37 heeft Orionis niet weerlegd dat Odinot in oktober 2011 misstanden van misstanden. Evenmin mag uit de inhoud van de brief van Odinot aan Modderman van J.L. Reijnierse, destijds lid van de gemeenteraad Vlissingen en fractievoorzitter van de PvdA. de meldingen hebben geleid tot een intern onderzoek met de hulp van een sociaal rechercheur. De meldingen van Odinot betroffen in ieder geval misstanden ten aanzien van de 3.3.3. Gelet op een en ander heeft Orionis in strijd met de waarheid gesteld dat de advocaat en dat dit voor Orionis volstrekt nieuw was. Dit was niet nieuw voor Orionis, want Orionis laten uitvoeren naar misstanden. aan de Expertgroep stukken zou willen afgeven. Een en ander gevoegd bij de ontkenning in 3.3.5. Met een schriftelijke verklaring d.d. $ augustus 2014 heeft Odinot een aantal zaaklrolnr. 3565280 / 14-69 83 blad 3

zaak!rolnr. 3565280 / 14-6983 blad 4 gesprekken hebben plaats gevonden, maar, zoals reeds onder 3.3.1 vermeld, heeft Orionis dat vooralsnog niet voldoende weerlegd. Naar aanleiding van een melding van misstanden van deze omvang, zou Orionis niet hebben kunnen volstaan met een intern onderzoek, aangezien met name genoemde werknemers van het middenkader van Orionis actief betrokken zouden zijn bij malversaties. 3.3.6. Odinot heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij een anonieme dreigbrief (prodtiktie $ verweerschrift) ontvangen heeft. Reijnierse heeft verklaard dat het hem bekend is dat Odinot anonieme dreigbrieven ontvangen heeft en dat hij zelf ook een dergelijke dreigbrief ontvangen heeft. Ter zitting heeft Reijnierse dat bevestigd. Hij heeft ook verklaard dat De Zwarte en Struijk ztilke brieven hebben ontvangen. Ter zitting kon Orionis dat niet bevestigen of ontkennen. Niet weersproken is dat Odinot, thans 37 jaar oud, aanvankelijk zelfstandig woonde, maar inmiddels weer bij zijn vader is gaan wonen. 3.4. Op 19 mei 2014 heeft de advocaat van Odinot voor hem formeel verzocht om de status van klokkenluider. Mogelijk had Odinot zich tot dan toe niet op die status beroepen, maar dat geeft Orionis nog geen reden om het verzoek om die status niet serieus te nemen. Het gaf geen pas dat Orionis Odinot voor werkzaamheden heeft opgeroepen, terwijl het ook voor Orionis geheel duidelijk moest zijn dat hier moet worden gesproken van sittiationele arbeidsongeschiktheid van Odinot, die aan werkhervatting in de weg staat. Orionis wenst echter van werkweigering van Odinot te spreken. Maar de bedrijfsarts heeft Orionis reeds bij brief d.d. 19 maart 2014 aan Orionis meegedeeld dat Odinot niet bij Orionis inzetbaar is en heeft daarnaar verwezen in zijn brief aan Orionis d.d. 21 juli 2014. 3.5. Er zijn gelet op het voorgaande vooralsnog toereikende aanwijzingen dat Odinot wellicht aanspraak kan maken op de status van klokkenluider. Bij die status behoort dat de rechtspositie van Odinot optimaal beschermd moet blijven. Een verzoek tot ontbinding van arbeidsovereenkomst is met die status niet te verenigen. Niet uit te sluiten is dat de uitkomst van de bodemprocedure zal zijn, dat Odinot geen aanspraak kan maken op de status van klokkenluider. In dit stadium echter dient de bescherming van de werknemer voorop te staan, temeer nu Orionis het verzoek om die status niet serieus heeft genomen, ondanks diverse aanwijzingen dat Odinot op die status aanspraak kan maken. 3.6. Daar komt nog bij dat voor een werknemer met een WSW-indicatie een extra inspanning mag worden verwacht vanwege zijn kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Voorts is er in dit geval een situationele arbeidsongeschiktheid die aan werkhervatting binnen de werkorganisatie van Orionis in de weg staat. Indien de arbeidsovereenkomst zou worden beëindigd onder meer wegens werkweigering, zoals Orionis voorstaat, dan mag het vinden van werk voor Odinot elders een illusie worden genoemd. Onder deze omstandigheden mag van een goed werkgever worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten en Odinot te helpen elders werk te vinden als WSW-werknemer. Orionis heeft daar geen zeggenschap over, maar waarschijnlijk heeft Orionis hierop meer invloed dan Odinot. 4. Het bovenstaande leidt ertoe dat het verzoek zal worden afgewezen op de grond dat een goed werkgever de arbeidsovereenkomst onder deze omstandigheden behoort voort te zetten. In de omstandigheden van het geval wordt aanleiding gevonden de proceskosten tussen partijen te verdelen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

zaaklrolnr. 3565280 / 14-6983 blad 5 de beslissing De kantonrechter: wijst het verzoek af verdeelt de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten zal dragen. Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Klarenbeek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 december 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.