1. KORTE SAMENVATTING



Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

Impact van de EU op human resources planning in healthcare

CPD Continuing Professional Development

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

VIRALE HEPATITIS NA EASL 2 MEI 2019 UTRECHT MEETING PROSPECTUS.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Voor de EER relevante tekst) (2014/287/EU)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Brussel, COM(2018) 109 final ANNEX 1 BIJLAGE. bij

Samenwerkingsverbanden en de AVG

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

VOEDING, LICHAAMSBEWEGING EN GEZONDHEID - EEN EUROPEES ACTIEPLATFORM

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Beroepskwalificaties Verpleegkundigen binnen Europa: Richtlijn 2005/36/EG

4.3 Het toepassingsgebied van het kwaliteitsmanagement systeem vaststellen. 4.4 Kwaliteitsmanagementsysteem en de processen ervan.

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Hoger Beroepsonderwijs STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG

Kamerstukken II, 2015/16, nr Kamerstukken II, 2016/17, nr Kamerstukken II, 2013/14, nr. 1780

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Commissie economische en monetaire zaken. van de Commissie economische en monetaire zaken. aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

10159/17 mak/gra/fb 1 DG D 1C

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Samenvatting. Inleiding

LERARENOPLEIDINGEN BASISONDERWIJS IN EUROPA: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

Mobiliteit. Onderwijs Normen

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

Educatie en training personen bedoeld in Artikel 13f, derde lid, onder a, b, c. Versie 3.0 ( )

Opleidingsstelsels voor advocaten in de EU Slowakije

voor politiefunctionarissen.

04 Support staff training

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & verzorgenden. Laat zien wat je waard bent!

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

International Valuation Standards Council 41 Moorgate LONDEN EC2R 6PP Verenigd Koninkrijk

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Hoe ziet de toekomst van ICT-beleid eruit in het onderwijs aan leerlingen met beperkingen?

How to present online information to older cancer patients N. Bol

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De vragenlijst van de openbare raadpleging

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien de beleidsagenda van de alliantie voor vrijwilligerswerk in Europa (2011) voor het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk,

The CAF Procedure voor externe feedback 2010

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen

Toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame

Hoe kan worden gegarandeerd dat mensen met osteoartritis en reumatoïde artritis overal in Europa optimale zorg krijgen: aanbevelingen van EUMUSC.

Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, maart 2013)

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0411/1. Amendement. Peter Jahr namens de PPE-Fractie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2015 (OR. en)

Recente ontwikkelingen binnen de EU betreffende het Europees kwalificatiekader (EQF) Wilfried Boomgaert

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Nederlandse samenvatting

Bruikbare Aanbevelingen om de EILEEN- Benadering toe te passen

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het is tijd voor een evaluatie van het opleidingstelsel voor stralingsbescherming

POST-CROI MEETING PROSPECTUS SYMPOSIUM JAARBEURS UTRECHT 2 APRIL

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

POST-IAS SYMPOSIUM VAN MEXICO NAAR UTRECHT UTRECHT AUGUSTUS 2019 MEETING PROSPECTUS.

2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING Naam

ATLEC. Ondersteunende Technologie Leren via Eenvormig Curriculum. State of the Art en Onderzoeksanalyse Samenvatting

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE

Raad van de Europese Unie Brussel, 22 april 2015 (OR. en)

Nationale Infodag, Brussel, 30 maart 2009 Dr. Guy Dargent Uitvoerend Agentschap voor Gezondheid en Consumenten, EAHC

Manual: handleiding opstarten Skills Lab

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

NATIONALE HEPATITIS DAG

Herziening regelgevend kader bescherming persoonsgegevens (uitgebreide samenvatting)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & verzorgenden

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog

Verklarende woordenlijst

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Een nieuwe start voor sociale dialoog

DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

Samenvatting. Samenvatting

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL DE LOCKAERT

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Samenvatting Onderzoeksrapport SOCIAAL EN EMOTIONEEL WELBEVINDEN VAN JONGE KINDEREN IN SCHOOL EN OPVANG. Een onderzoek in vijf Europese landen

Beleidsdocument Kwaliteitsregister Verloskundigen

Transcriptie:

1. KORTE SAMENVATTING Het belang van permanente professionele ontwikkeling (continuous professional development, CPD) en een leven lang leren (LLL) van professionals in de gezondheidszorg wordt algemeen erkend. CPD en LLL helpen om ervoor te zorgen dat de beroepspraktijk actueel is, en dragen bij aan het verbeteren van de resultaten voor patiënten en het vergroten van het publieke vertrouwen in deze beroepen. Nationale interpretaties van CPD bieden een breed palet van verschillende benaderingen en mogelijkheden voor het identificeren van aanbevelingen en beste praktijken binnen de EU. Dit onderzoek, dat binnen het gezondheidsprogramma van de EU gefinancierd wordt, omvat het op unieke wijze in kaart brengen en evalueren van permanente professionele ontwikkeling en een leven lang leren voor artsen, verpleegkundigen, tandartsen, verloskundigen en apothekers in de 28 lidstaten van de EU- en EVA-landen. Het beschrijft de beleidsachtergrond van het onderwerp, evalueert beschikbare literatuur en licht de resultaten van een enquête in heel Europa en een workshop voor deskundigen toe, en presenteert een overzicht van initiatieven inzake CPD op EU- en Europees niveau. Het onderzoek identificeert beleidsaanbevelingen om de uitwisseling van samenwerking en beste praktijken op Europees niveau te versterken en benadrukt de noodzaak om inspanningen te leveren zodat alle professionals in de gezondheidssector aan CPD kunnen doen. Hierbij hoort dat de belangrijkste belemmering, een gebrek aan tijd en middelen, worden aangesproken. De aanbevelingen roepen ook op tot meer onderzoek aan CPD en de relatie daarvan tot de veiligheid van patiënten en kwaliteit van zorg.

2 2. SAMENVATTING Er is een toenemende beleidsinteresse voor permanente professionele ontwikkeling (continuous professional development, CPD) en een leven lang leren (LLL) van professionals in de gezondheidszorg in de EU. CPD en LLL helpen om ervoor te zorgen dat de beroepspraktijk actueel is, dragen bij aan het verbeteren van de patiëntenresultaten en vergroten het publieke vertrouwen in deze beroepen. Nationale interpretaties van CPD bieden een breed palet van verschillende benaderingen en mogelijkheden voor het identificeren van aanbevelingen en beste praktijken binnen de EU. Tegen deze achtergrond werd een consortium, bestaande uit de Vereniging van Europese Tandartsen (CED) de European Federation of Nurses Associations (EFN, Europese federatie van verenigingen van verpleegkundigen), de European Midwives Association (EMA, Europese vereniging van verloskundigen), de European Public Health Alliance (EPHA, Europese alliantie voor de volksgezondheid) en de Pharmaceutical Group of the European Union (PGEU, farmaceutische groep van de Europese Unie), geleid door het Permanent Comité van Europese Artsen (CPME), gecontracteerd door de Europese Commissie en gefinancierd door het Gezondheidsprogramma van de EU om een onderzoek van 12 maanden uit te voeren om CPD en LLL ten aanzien van vijf beroepsgroepen in de gezondheidszorg (artsen, verpleegkundigen, tandartsen, verloskundigen en apothekers) in de 31 landen van de EU/EER/EVA te evalueren en in kaart te brengen. Het onderzoek is het eerste dat gezamenlijk door tandartsen, artsen, verpleegkundigen, verloskundigen en apothekers is ontwikkeld, en dat een multi-professionele benadering van het bespreken van CPD mogelijk maakt. Het onderzoek, dat van start ging in oktober 2013, heeft als doelstelling: Een nauwkeurig, volledig en vergelijkend onderzoek van CPD-modellen, benaderingen en praktijken voor professionals in de gezondheidszorg te leveren, en te beschrijven hoe deze in de EU-28 en de EVA/EER-landen gestructureerd en gefinancierd worden; en, Een discussie te vergemakkelijken tussen organisaties die professionals in de gezondheidszorg en beleidsmakers vertegenwoordigen, regelgevende organen en beroepsverenigingen, om informatie en praktijken te delen m.b.t. permanente professionele ontwikkeling (CPD) van professionals in de gezondheidszorg en om na te denken over de voordelen van Europese samenwerking op dit gebied in het belang van de patiënten in Europa. Op EU-niveau is de rol van CPD om de veiligheid van patiënten in het kader van grensoverschrijdende mobiliteit te beschermen via verschillende juridische instrumenten aan de orde gekomen: bijv. in de Aanbeveling van de Raad betreffende de veiligheid van patiënten, inclusief de preventie en beheersing van met de gezondheidszorg geassocieerde infecties, in Richtlijn 2011/24/EU over de rechten van patiënten in grensoverschrijdende gezondheidszorg, en recentelijk, in Richtlijn 2013/55/EU tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties volgens welke lidstaten er, door continue professionele ontwikkeling te stimuleren, op toe[zien] dat beroepsbeoefenaren [...] in staat zijn hun kennis [...] bij te werken met het oog op de instandhouding van veilige en effectieve praktijken. Dit onderzoek bouwt voort op literatuuronderzoek dat een context en een verklarende woordenlijst van belangrijke vaktermen vaststelt; een pan-europees onderzoek onder bevoegde autoriteiten en/of beroepsverenigingen op nationaal niveau, dat over structuur, bestuur, uitvoering, financiële voorzieningen, inhoud en toekomstperspectief gaat. De methodologie omvat ook onderzoek naar initiatieven op Europees niveau met betrekking tot CPD voor professionals in de gezondheidszorg. Deze resultaten werden tijdens een technische workshop gepresenteerd, waarbij 60 experts uit heel Europa aanwezig waren. Onderzoeksomschrijving van CPD "Het systematische onderhoud, de verbetering en voortdurende verwerving en/of versterking van een leven lang kennis, vaardigheden en competenties van professionals in de gezondheidszorg. Het is van het grootste belang om aan de vraag van patiënten, dienstverlening in de gezondheidszorg en individuele professionele leerbehoeften te voldoen. Het begrip erkent niet alleen het brede palet aan competenties die nodig zijn om zorg van hoge kwaliteit te leveren, maar ook de multidisciplinaire context van patiëntenzorg."

3 CPD is een ethische verplichting voor alle professionals in de zorg om ervoor te zorgen dat hun beroepspraktijk actueel is en bij kan dragen aan het verbeteren van patiëntenresultaten en kwaliteit van zorg. De resultaten van het onderzoek bevestigen opnieuw het belang van CPD en LLL voor professionals in de gezondheidszorg, zowel in de zin van professionele als persoonlijke ontwikkeling. CPD-systemen in heel Europa zijn zeer complex en hebben verschillende benaderingen tussen beroepen en landen. Niets wijst erop dat het ene systeem de voorkeur heeft ten opzichte van een ander. Er bestaat aanzienlijke variatie in CPD tussen landen en beroepen in de gezondheidszorg, met verplichte en vrijwillige systemen, en formele en informele levering van CPD, die soms naast elkaar bestaan afhankelijk van het land en het beroep. Nationale benaderingen, bijv. met betrekking tot de (zelf)regulering van een beroep, hebben hun weerslag in het bestuur en de structuren van CPD en LLL. De ontwikkeling van CPD-beleid is vaak een gedeelde competentie, waarbij zowel beroepsverenigingen als ministeries van volksgezondheid een primaire rol innemen. Met het oog op dit onderzoek is de definitie van verplichte en vrijwillige CPD: CPD is verplicht voor alle professionals die werkzaam zijn in een land. De definitie van verplichte CPD omvat geen gevallen waarbij de CPD-eis wordt bepaald door een ander orgaan, bijvoorbeeld een beroepsvereniging 1 of een werkgever. De definitie van vrijwillige CPD is de afwezigheid van verplichte eisen en omvat gevallen waar CPD de facto verplicht is voor een deel van de beroepsgroep (leden van een beroepsvereniging, professionals die binnen het wettelijk stelsel van gezondheidszorg werken of andere werkgever-gerelateerde eisen), ongeacht de vraag of er professionele richtlijnen bestaan voor de betreffende beroepsgroep. Een vrijwillig CPD-kader kan naast een verplicht CPD-systeem bestaan. Geen formele CPD-structuren bestaan en de deelname aan CPD-activiteiten wordt aan de individuele professional overgelaten. Dit is de minst voorkomende situatie die werd geregistreerd. Het onderscheid tussen verplichte en vrijwillige CPD kan tot op zekere hoogte kunstmatig zijn omdat beide categorieën een groot aantal verschillende voorzieningen omvatten. Verplichte CPD kan gebaseerd zijn op een duidelijk gedefinieerde eis, soms direct gekoppeld aan revalidatie of het kan slechts een algemene verplichting zijn, in welk geval het mogelijk niet af te dwingen is. Er zijn ook voorbeelden van vrijwillige CPD-kaders, waarbij beroepsverenigingen hun eigen CPD-eisen voor hun leden opstellen, wat ertoe leidt dat een significant percentage van de beroepsgroep aan CPD deelneemt. VERPLICHTE CPD Het model van verplichte CPD-eisen is het meest gebruikte systeem in alle beroepsgroepen. Er bestaan echter opvallende verschillen tussen landen: verplichte CPD-eisen voor alle vijf beroepsgroepen werden slechts in een derde van alle landen gerapporteerd. De naleving en handhaving van verplichte CPD-eisen variëren wat betreft de actoren die erbij betrokken zijn, hoewel beroepsverenigingen met regelgevende bevoegdheden een belangrijke rol spelen voor alle vijf beroepsgroepen. De consequenties van niet-naleving variëren ook significant, van het afnemen van de licentie om het beroep uit te oefenen, tijdelijke schorsing, en verschillende strafmaatregelen tot helemaal geen automatische consequenties. VRIJWILLIGE CPD 1 als lidmaatschap van de beroepsvereniging niet verplicht is voor alle professionals.

4 Ongeveer de helft van de respondenten van het onderzoek gaf aan dat er een vrijwillig CPD-kader in hun land van kracht is. De formele structuren en de aansturing hiervan is vaak minder voorschrijvend dan voor verplichte CPD-eisen. Instrumenten zoals positieve prikkels worden vaker gebruikt. Handhaving varieert van toezicht door beroepsverenigingen met regelgevende bevoegdheid tot geen formele structuren voor toezicht. De gevolgen van niet-naleving van vrijwillige CPD-kaders, indien aanwezig, zijn meestal minder restrictief. In een klein aantal gevallen tonen de resultaten aan dat er voor een bepaalde beroepsgroep geen formele CPDstructuren aanwezig zijn, wat erop neerkomt dat er geen nationaal systeem of richtlijnen voor professionals bestaan. In dit geval zijn individuele beroepsethiek en -belangen, en de signalen van potentiële werkgevers de drijvende krachten voor het volgen van CPD-activiteiten. INHOUD EN LEVERING VAN CPD Voor de meerderheid van de beroepsgroepen werd gerapporteerd dat beroepsverenigingen en verenigingen met een wetenschappelijk doel de meest voorkomende aanbieders van CPD-activiteiten zijn. Voor artsen en in het bijzonder voor apothekers speelt de private sector een belangrijke rol in het aanbieden van CPD. De inhoudelijke ontwikkeling van CPD-activiteiten komt grotendeels overeen met de verenigingen die aanbieders van CPD-activiteiten vertegenwoordigen. Vanuit het medisch specialisme of vanuit werkgevers wordt vaak van professionals in de gezondheidszorg geëist dat ze de voorgeschreven inhoud van CPD-activiteiten opvolgen. Als populairste vorm om CPD aan te bieden werd genoemd: conferenties, symposia, lezingen en seminars. E- learning of web-based learning was de derde meest voorkomende vorm van aanbieden. ACCREDITATIE De accreditatie van CPD-activiteiten is gebruikelijker binnen Europa dan de accreditatie van CPD-aanbieders. Er bestaan nog steeds aanzienlijke verschillen wat betreft de details van het functioneren van de accreditatiesystemen. Accreditatie is over het algemeen maar niet altijd verplicht, in het bijzonder voor formele CPD-activiteiten en in systemen met verplichte CPD-eisen. Ook de bevoegdheid voor accreditatie verschilt, waarbij veel systemen de bevoegdheid delen met verschillende organen, en beroepsorganisaties en beroepsverenigingen met regelgevende bevoegdheden het vaakst de accrediteurs zijn. De criteria die het meest voorkomen voor accreditatie zijn de duur van een activiteit, overeenstemming met professionele richtlijnen en leerresultaten. Volgens de meerderheid van de respondenten worden kosten gerekend, met grote verschillen met betrekking tot de hoogte hiervan. FINANCIELE FACTOREN Voor alle beroepsgroepen houdt de meest voorkomende vorm van financiering van CPD-activiteiten in dat de professionals zelf aan de kosten bijdragen. Afhankelijk van de beroepsgroep zijn ook beroepsverenigingen, werkgevers of de private sector belangrijke bronnen van financiering. Voor meer dan de helft van alle onderzoeksrespondenten uit 31 landen zijn richtlijnen of gedragscodes in werking om voor transparantie en onafhankelijkheid van CPD te zorgen. Vaak zijn deze in de gedragscodes van beroepsverenigingen ingebed. Er zijn ook verschillende regels wat betreft het volgen van CPD-activiteiten tijdens betaalde werktijd. Het wordt aangenomen dat CPD aan de veiligheid van patiënten kan bijdragen, hoewel er tot nog toe beperkt onderzoek hiernaar is gedaan. CPD is slechts een van vele factoren die bijdragen aan het bewerkstelligen van een cultuur van veiligheid van patiënten. CPD wordt gezien als een instrument om de veiligheid van patiënten te verbeteren, maar het begrip omvat vele factoren die verder gaan dan CPD. Er is in beperkte mate onderzoek beschikbaar dat zich op het verband richt. Hoewel er activiteiten met betrekking tot de veiligheid van patiënten voor alle beroepsgroepen beschikbaar is, is het in een meerderheid van de gevallen niet verplicht voor professionals om hieraan deel te nemen. Echter, het aanbod van CPD-activiteiten met betrekking tot de veiligheid van patiënten blijkt toe te nemen in de meeste landen. In alle landen geven professionals aan dat de belangrijkste belemmeringen voor toegang tot CPDactiviteiten de last van de kosten en het gebrek aan tijd is. Er bestaat een brede consensus dat de kosten van toegang tot CPD-activiteiten, die meestal gedragen worden door de professionals zelf, alsmede de tijd die in CPD-activiteiten geïnvesteerd moet worden, als belemmeringen

5 worden gezien. Contextuele factoren, zoals de beschikbaarheid van financiële hulp met betrekking tot de kosten van CPD of de mate waarin aan CPD deelgenomen kan worden binnen de werktijd, verschillen aanzienlijk, soms zelfs binnen de beroepsgroep in een land, wegens factoren zoals de trainingslocatie en de werkgever. Andere belemmeringen die minder vaak gerapporteerd worden zijn het gebrek aan motivatie of prikkels, alsmede technische belemmeringen wat betreft de toegang tot CPD-activiteiten, zoals een beperkt aanbod van activiteiten of geografische afstand. In een kleiner aantal gevallen, en in het bijzonder voor tandartsen, worden geen belemmering waargenomen. Europese samenwerking voor het uitwisselen van ervaring en beste praktijken wordt grotendeels verwelkomd als toegevoegde waarde voor het versterken van nationale CPD-systemen. Er bestaat algemene overeenstemming dat Europese samenwerking toegevoegde waarde biedt door het uitwisselen van beste praktijken, positief aan nationale systemen bijdraagt en de transparantie in het kader van grensoverschrijdende mobiliteit verbetert. Samenwerking tussen landen wat betreft CPD en LLL vindt al plaats, zoals blijkt uit de aanzienlijke mate van grensoverschrijdende erkenning van CPD-activiteiten. Dit neemt echter niet weg dat de wijzen van erkenning tussen landen, beroepsgroepen en activiteiten verschillen. Europese initiatieven wat betreft CPD en LLL blijken, niet alleen binnen de sector gezondheidszorg, een wisselende mate van acceptatie en effect te hebben op nationale CPD-systemen bij het ondersteunen van grensoverschrijdende samenwerking. Mechanismen voor financiële ondersteuning op EU-niveau kunnen CPD-activiteiten vergemakkelijken, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van gemeenschappelijke trainingsmodules of onderzoek naar het effect van onderwijsbenaderingen wat betreft CPD op de kwaliteit van zorg. Bestaande initiatieven op EU-niveau ter verbetering van de transparantie tussen nationale systemen van onderwijs en training geven aan dat meer transparantie mede bereikt kan worden in het kader van CPD, met als doel de grensoverschrijdende dimensie van CPD te verbeteren. Europese samenwerking wordt ook voorgesteld om de uitwisseling van beste praktijken te ondersteunen. De verschillen tussen nationale CPD-systemen maken het echter ook noodzakelijk dat initiatieven op EU-niveau vrijwillig van aard zijn. Toekomstig onderzoek dient verbanden aan het licht te brengen tussen CPD en patiëntenresultaten, en ontwikkelingen te evalueren om trends vast te stellen. Er is een relatief gebrek aan onderzoek naar de invloed van CPD op de veiligheid van patiënten en zorgresultaten, en op de klinische praktijk en beroepspraktijk. Meer onderzoek naar de verbanden tussen verschillende typen van CPD en praktijkresultaten wordt derhalve aanbevolen. Ook kan de momentopname die in het voorliggend onderzoek gedaan is, in de toekomst opgevolgd worden om trends te ontdekken en vragen die uit het onderzoek naar voren kwamen te verkennen, zoals de gewenste gebieden voor Europese samenwerking. Aanbevelingen Het volledige rapport doet 22 aanbevelingen om eraan bij te dragen dat CPD in lidstaten versterkt wordt en Europese samenwerking op vijf gebieden te bevorderen. Wat betreft CPD-structuren en -trends benadrukken de aanbevelingen de noodzaak dat alle betrokken belanghebbenden, waaronder bevoegde autoriteiten en werkgevers, het belang van CPD erkennen en alle professionals in de gezondheidszorg in staat stellen om deel te nemen aan CPD die bij hun behoeften en belangen past. Wat betreft belemmeringen en prikkels voor deelname aan CPD wordt de noodzaak voor systemische en organisatorische ondersteuning van professionals, wat betreft het beschikbaar stellen van tijd voor CPD in de planning van arbeidskrachten en personeel alsmede ervoor te zorgen dat de kosten van CPD niet belemmerend zijn, geïdentificeerd als een gedeelde verantwoordelijkheid, waarin werkgevers, beroepsverenigingen en de ministeries van volksgezondheid een rol spelen, samen met de professional. Het wordt ook aanbevolen om gebruik te maken van flexibele leermiddelen en ervoor te zorgen dat CPD relevant is voor de dagelijkse praktijk van professionals in de gezondheidszorg, zodat de toegang en motivatie verbeterd worden. Wat betreft de relatie tussen de veiligheid van patiënten en CPD wordt aanbevolen dat de veiligheid van patiënten verankerd moet worden in de opleiding en training van de professional en ondersteund moet worden

6 door de werkomgeving. Het is ook gunstig om in specifieke CPD-activiteiten specifieke aandacht te besteden aan de veiligheidsproblematiek van patiënten. Wat betreft accreditatiesystemen geven de aanbevelingen aan dat de rol van professionals in de gezondheidszorg essentieel is bij de accreditatie van CPD. Er wordt ook voorgesteld om accreditatiesystemen verder te ontwikkelen zodat ze meer resultaatgericht worden. Met betrekking tot de rol van de Europese samenwerking voor CPD wordt aanbevolen de beleidsdiscussie en de uitwisseling van beste praktijken en ervaringen via structuren op EU-niveau te bevorderen, evenals de financiering van onderzoek, bijv. naar het verband tussen CPD en de kwaliteit van zorg of de mogelijkheden voor vrijwillige kaders op EU-niveau om grensoverschrijdende erkenning van CPD te ondersteunen. Hoofdmaatregelen Er moeten inspanningen geleverd worden om ervoor te zorgen dat professionals in de zorg in alle lidstaten in staat worden gesteld om aan CPD-activiteiten deel te nemen in overeenstemming met de verplichting van lidstaten binnen de herziene richtlijn over de erkenning van beroepskwalificaties. Lidstaten dienen maatregelen te nemen om de belangrijkste belemmeringen voor het deelnemen aan CPD aan te pakken: tijd, personeelszaken en kosten. Verder onderzoek dient gedaan te worden inzake het effect en systemen van CPD voor professionals in de gezondheidszorg, in het bijzonder wat betreft het verband tussen CPD en veiligheid van patiënten, kwaliteit van zorg en patiëntenresultaat. Bij iedere aanbeveling van de EU over het plannen en prognosticeren van de gezondheidswerkers dient CPD in aanmerking genomen te worden, om te voorkomen dat professionals door tekorten in de beroepsbevolking ervan weerhouden worden om aan CPD deel te nemen. De Europese Commissie dient informatie over CPD van professionals in de gezondheidszorg, die in het kader van de richtlijn over de erkenning van beroepskwalificaties is verzameld, openbaar te maken. De Europese Commissie dient de bestaande platforms voor de uitwisseling van beste praktijken voor CPD te benutten, dat wil zeggen de groep van coördinatoren en de werkgroep van de Europese Commissie over de gezondheidswerkers in de EU. Beroepsverenigingen dienen erbij betrokken te worden.