Bos en Hout Berichten

Vergelijkbare documenten
BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

"Oranje Nassau's Oord" "De Dorschkamp" "De Oostereng" "Bennekomse Bos" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV Verslag van de excursie. C. P.

Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek?

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark?

Douglas: niet alles goud dat er blinkt

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

Wat is essentaksterfte?

PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND

Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er?

Groeimetingen eik op zware kleigrond in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten

Staatsbosbeheer vernielt onze bossen, vindt een ouddirecteur. Ze maken mooie bossen lelijk

5 Kansen en knelpunten voor de houtsector en boseigenaren

Beschikbaarheid houtige biomassa uit bos en landschap

Bosbeheerplanning in Vlaanderen

Zie voor uitgebreide beschrijvingen de reeks van elf informatiebladen op

De rol van de beuk in de bosontwikkeling

Esdoorn een probleem??

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Wat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Wat is essentaksterfte?

Verzoek tot aanwijzing ter onteigening ex artikel 78 Onteigeningswet. Bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch, van de gemeente Dordrecht,

Essentaksterfte. Deze vestigen zich op oude en zieke bomen en versnellen het proces van afsterven en verrotting van stam en wortels.

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

De beleidsopgave vanaf 1990

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Bosbeheer: resultante van groeiplaats, maatschappelijke behoeften en beschikbare middelen

Natuurschoonwet Patrick de Groot rentmeester bij Eelerwoude

Plan van wijziging. Agrarisch naar Natuur. te Donderen

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

Bosuitbreiding in Nederland ligt niet op schema

Betreft: reactie van VVG op het ontwerp van de Structuurvisie (d.d. 16 november 2011) Wijdemeren "Beheerste ontwikkeling met behoud van het goede".

Hoeveel houtige biomassa komt er (in potentie) uit bos, landschap en de bebouwde omgeving?

Toelichting op de waardevolle elementenkaart van Enschede-Noord

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Quick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935

4.10. Landschappelijke inpassing, ruimtelijke kwaliteitsverbetering

Boswet en kapvergunningen

B i j l a g e 3 : G r o e n p l a n

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning. Barry Wopereis Edwin Hondorp Datum: 20 februari 2018

150kV-verbinding Geervliet-Middelharnis

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

Op Kroondomein Het Loo

I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot

BIJLAGE 3: Toetsingskader

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

Rapport Beplantingsplan uitbreiding bedrijf Jansen s Overseas te Noordwijkerhout

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

1. ecologische functie

Samenvatting Proefschrift van Jaap Kuper Sustainable development of Scots pine forests

Inzending t.b.v. het jaarboek landschapsarchitectuur en stedenbouw in Nederland 2012, april 2012: Bieslandse Bos tussen Delft en Zoetermeer

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77)

OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:

Commissienotitie Reg. nr : Comm. : RZ Datum :

REALISEREN VAN RECREATIEAPPARTEMENTEN

Voorschriften en overwegingen

REPORTAGE: HOPPER JEUGDVERBLIJF MERKENVELD, LOPPEM (ZEDELGEM)

Plant Goed aanbevelingslijst

VERSLAG VAN EESTERENGESPREK #16 TUINEN VAN WEST BRENGT STAD EN LAND DICHTER BIJ ELKAAR

HOOFDLIJNEN OVEREENKOMST. UITTREDING gemeente Rotterdam uit het. Natuur en Recreatieschap IJsselmonde (NRIJ)

LANDSCHAPPELIJKE ONDERBOUWING AGRARISCH BOUWBLOK TE WAARDENBURG AMSTELVEEN - ONTWERP VIER DAKTUINEN 1

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

Overeenkomst kwaliteitsverbetering landelijk gebied Limburg. Partijen:

SAMENVATTING SAMENVATTING

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. J.A.R.M. van Egmond (GROENLINKS) (d.d. 2 maart 2015) Nummer 3022

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

VLAAMSE RAAD ZITTING OKTOBER 1995 VOORSTEL VAN DECREET. van mevrouw Vera Dua. houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Gemeente Den Haag. Aan de voorzitter van de commissie voor Veiligheid, Bestuur en Leefomgeving

Schetsschuit Energielandschap Reestdal

Juridische Analyse Bos- en Bomenaanplant op landbouwgrond. Klimaatenvelop Bijeenkomsten 1 en 8 november 2018 Gijs van Heemstra

Gent, Spitaalpoortstraat 39

Boscompensatie In relatie tot het Fietspad Asschatterweg

Tiny Forest; levert het iets op?

Ruimte voor Limburg. Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans

LANDSCHAPPELIJKE INPASSING WAARDJESWEG 15 ASTEN

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Pagina 2 van 5. Financiële toelichting Lasten / baten Dekking in. Plan van aanpak Groene Energie in de Schappen

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

De historische beplanting van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: resultaten van een veldinventarisatie op zeven forten. Concept

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede, t.a.v. mevrouw D.W. Vreugdenhil, wethouder, Postbus 9022, 6710 HK Ede.

Structuurvisie deel 2 Uitvoeringsparagraaf fonds Noordse Buurt en Woonfonds

Wijzigingsplan Landgoed De Horst

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Openruimtegebieden Beneden-Nete

Houtproductie in domeinen van het Agentschap voor Natuur en Bos

Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

Landschappelijk inpassingsplan

Raadspresentatie Organisatie van beheer en ontwikkeling Recreatieschap Midden Delfland

Planning in het Bosbeheer Omgang met Tijd en Onzekerheid

Datum 27 juni 2019 Betreft Beantwoording schriftelijke vragen over het bericht 'Staatsbosbeheer wil duidelijker bosbeleid van minister'

Transcriptie:

Bos en Hout Berichten Stichting Bos en Hout 1984, nr. 10 Bosrandweg 5, postbus 253 6700AG Wageningen Recreatie.en houtproduktie Hout is een van de belangrijkste grondstoffen waarover de mens beschikt. Bossen moeten die grondstof voortbrengen. Bossen zijn ook één van de belangrijkste mogelijkheden voor de mens om zich in de vrije natuur te ontspannen. Nederland heeft veel mensen maar weinig bos waar ze kunnen vertieren en dus ook weinig mogelijkheden om het zo nodige hout te produceren. Dat maakt juist in een land als het onze een combinatie van recreatie en houtproduktie in hetzelfde bos niet alleen gewenst maar ook noodzakelijk! Waar veel mensen wonen wordt veel hout gebruikt door die mensen zelf. Als ze zich dat realiseren zullen ze de noodzaak van houtkap, ook in het bos waar ze een deel van hun vrije tijd doorbrengen, moeten erkennen. Dat geeft een extra dimensie aan hun waardering voor dat bos! De.. Rottemeren" negen jaar na aanleg. Pionierhoutsoorten zijn van essentiële betekenis bij de ontwikkeling van nieuwe recreatiegebieden in West Nederland. Daar komt nog iets bij. Bosaanleg, bosonderhoud en bosbeheer kosten geld. Houtopbrengsten kunnen in belangrijke mate bijdragen tot dekking van die kosten. Ze kunnen aldus een stimulans betekenen voor de aanleg van primair voor de recreatie bestemd bos. De bezoeker van dat bos zal wel moeten accepteren dat van tijd tot tijd, op wisselende plaatsen, stukken bos worden gekapt en weer door nieuw bos worden vervangen. De bosbeheerder zal er voor moeten zorgen dat dit volgens een meerjarenplanning zo gebeurt dat die verjonging bijdraagt tot de afwisseling in het bos. Dat kan. Teveel mensen hebben nog steeds het idee dat houtproduktie grootscheepse kaalkap betekent. Dat hoeft helemaal niet en daarvan is in de Westeuropese bosbouw ook natuurlijks meer sprake (zie Bos en Hout Bericht 1984, nr. 8). In West-Nederland is wel heel weinig bos, juist daar waar de bevolkingsdichtheid het grootst is. De regering is dan ook voornemens daar 10.000 ha méér bos te gaan ;ianleggen. Wordt er onder omstandigheden als in het Westen van ons land bos aangelegd, dan zal op grote schaal gebruik moeten worden gemaakt van de pioniersoorten populieren en wilgen. Deze boomsoorten hebben een ook voor de recreatie goede eigenschap: ze groeien snel, geven dus snel bos. Een van derecreatiegebiedenin het Westen waar de functies recreatie en produktie van het bos uitstekend zijn gecombineerd is dat van de Rotterneren, waarover de heer R. Eppenga van de Stichting Bos en Hout in dit "Bericht" verslag doet. Aansluitend een bijdrage van de heer H. Lenderink, oud beheerder van de "Rotterneren", thans staffunktionaris "Bijzondere Zaken" bij de onderafdeling "Recreatie en Landbeheer" van de Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland. De heer Lenderink gaat aan de hand van het jonge recreatie-object "Bieslandse Bos" nader in op de algemene problematiek van recreatiegebieden en de inpassing daarin van de houtproduktiefunktie. Hij wijst daarbij nadrukkelijk op het optimaal gebruik van de pionierfase. H. A. van der Meiden

811 Het recreatiegebied "Rottemeren" Het recreatiegebied "Rottemeren" ligt ten noordoosten van Rotterdam. De "Rottemeren" is één van de zogenaamde "groene sterren" uit de tweede nota Ruimtelijke Ordening 1966. Dit gebied omvat in totaal ca. 1000 ha, waarvan nu ca. 200 ha door beplantingen wordt ingenomen; de uiteindelijke oppervlakte beplantingen zal 350 ha beslaan. Het initiatief voor de "Rottemeren" werd in 1960 genomen door de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Dit leidde in 1967 tot de oprichting van het Recreatieschap Rottemeren. Doelstelling recreatieschap "Rottemeren" De hoofdoeistelling van het Recreatieschap luidt als volgt: De duurzame instandhouding van de bos- en natuurterreinen zodanig dat - de belangen der recreatie binnen het gebied worden behartigd - de landschappelijke en natuurlijke waarden worden behouden en zo mogelijk verhoogd - de groeiplaatsen, waar mogelijk, maximaal zullen worden benut ten behoeve van de houtproduktie, op basis van bosbouwkundig verantwoorde boomsoortenkeuze. De aangelegde bosbeplantingen In korte tijd biedt populier een bosomgeving voor bijvoorbeeld recreatie (IiRottemeren", negen jaar na aan leg). Binnen enkele jaren zal ook het eerste hout Iwnnen worden geoogst. kleiner eenheden (vakken) gemengde beplantingen aangelegd met een groot aantal boom- en struiksoorten, waarbij populier als scherm moest functioneren. In de meeste vakken bleek na enige jaren het aandeel van de toekomstige hoofdboomsoort te gering zodat in veel vakken de populier als hoofdboomsoort werd gekozen. Daarom is men overgegaan op de aanleg van kleine 0,25--0,50 ha grote eenheden. Deze methode van aanleg geeft, gecombineerd met afwisselend wel of geen randbeplanting, een zeer gevarieerd bosbeejcj. Het recreatiegebied "Rottemeren" is gelegen in een droogmakerij van de 18e eeuw. De bodem bestaat uit veengronden, klei op veengronden en kleigronden, een goede bosgrond dus. In dit gebied van West-Nederland is bij de aanleg ruim gebruik gemaakt van de pionierhoutsoorten populier, wilg en els. In de toekomst zal het aandeel van de pioniersoorten worden gereduceerd ten gunste van andere boomsoorten, zie tabel 1. In de eerste aanlegfase van de "Rottemeren" werden TABEL 1 Verdeling oppervlakte bos per hoofdhoutsoort in de 'Rottemeren' Hoofdhoutsoort Uitgangssituatie Eindsituatie (jaar 2005) ha 0; /0 ha 0' 10 eik 20 5,8 88 25,0 es 39 11,2 56 16,0 beuk 0,4 0,1 28 8,0 iep 10 2,9 28 8,0 esdoorn 28 7,9 28 8,0 populier 175 49.9 49 14,1 wilg 39 11,0 28 8,0 els 33 9,5 17 4,9 berk 4 1,2 14 4,0 overige 2 0,6 14 4,0 350 100 350 100 Groei en opbrengst Vanaf 1974 is door de Stichting Bos en Hout groei- en opbrengstonderzoek in het gebied van de "Rottemeren" verricht. Dit onderzoek beperkte zich tot de houtsoort populier; een dergelijk onderzoek bij andere boomsoorten is, door de jeugdige leeftijd van het recreatiegebied, nog niet goed mogelijk. De wilg is door de gevoeligheid van de watermerkziekte een onzekere factor. Uit de verzamelde gegevens kan de volgende indicatie van houtopbrengstverwachtingen worden opgetekend: Tot het jaar 1995 zal de gemiddelde houtaanwas per hectare populier ca. 10 m 3 per jaar bedragen, na 1995 neemt de gemiddelde aanwas toe tot 12 à 15 m 3 per jaar per ha. Tot het jaar 2025 zal populier de belangrijkste houtopbrengstgeven, daarna zullen de andereboomsoorten een bijdrage aan de houtoogst gaan leveren: Het populierenareaal neemt tot het jaar 2005 afvan 175 ha tot 49 ha. De tabellen 2 en 3 geven de houtopbrengstverwach-

TABEL 2 De houtopbrengstverwachting per jaar voor het bos in de "Rottemeren" Houtsoort Periode Aanwas per ha Totale houtoogst Oppervlakte Oppervlakte per jaar (m J ) nr' in ha in % van het totaal min. max. min. max. Populier tot 1995 175 49,9 10 10 1750 1750 1995-2025 112 32,0 12 15 1340 1650 na 2025 49 14,1 12 15 590 740 (eindsituatie) Andere na 2025 301 85,9 4 6 1200 1810 boomsoorten (eindsituatie) Totaal na 2025 350 100 5 7 1790 2550 tot 1995 1995-2025 na 2025 tingen weer. Bij deze tabellen is aangenomen dat: - Alle houtsoorten, behalve populier, gemiddeld 4 tot 6 m 3 perjaar per ha leveren. Dit is een voorzichtig benaderde opbrengstverwachting op de goede groeiplaats van de "Rotterneren". - Wilgen zijn, evenals populieren, snelgroeiende bomen, maar worden hier als langzamer groeiende beschouwd in verband met het grote risico van de watermerkziekte. - Door de recreatie-eisen, die aan het bos in het recreatiegebied "Rotterneren" worden opgesteld, zijn veel populierenopstanden in een zeer vroeg stadium gedund: Deze dunningsopbrengsten zijn niet in de tabel opgenomen. - Tot hetjaar 2025 zal door de bomen met langere omlopen enig (dunnings)hout worden geleverd. Deze hoeveelheid is door gebrek aan gegevens buiten beschouwing gelaten. Verwacht mag worden dat deze dunningsopbrengsten de opbrengstdaling van populier enigermate compenseren (tabel 3). De houtproduktie per jaar per ha van het Nederlandse bosareaal ligt rond de 3 m 3 Het recreatiegebied "Rotterneren" heeft dus, ondanks de hoofddoelstelling recreatie, een houtproduktie-mogelijkheid per ha die aanmerkelijk hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Resumerend 5,0 3,8 5,1 5,0 4,7 7,3 Het recreatie-objekt "Bieslandse Bos" Algemeen Het project "Rotterneren" heeft een lange voorgeschiedenis, dit in tegenstelling tot het project "Bieslandse Bos" in de huidige opzet. Het project "Bieslandse Bos" (ca. 300 ha groot) is gelegen in de gemeenten Pijnacker en Nootdorp en maakt deel uit van het recreatieschap "Delftse-Hout", waarin samenwerken de gemeenten Delft, Pijnacker en Nootdorp. Terwille van lastenverlichting van de lagere overheden (het schap) is in 1982 door Provinciale Staten van Zuid Holland besloten dit project op basis van bestuurlijke afspraken met het Rijk en het recreatieschap, los van het recreatieschap verder te ontwikkelen in het kader van de randstadgroenstructuur. Randstadgroenstructuur Door de stedelijke expansie in de afgelopen decennia is het I~ndelijk gebied in het westen van Zuid-Holland onder grote druk komen te staan, waardoor dit gebied aan kwaliteit heeft ingeboet. Om dit neergaande proces te keren is het noodzakelijk om enerzijds de bestaande functies landbouw, tuinbouw en natuur te versterken en anderzijds nieuwe functies toe te voegen. Dit laatste is mogelijk door het aanleggen van recreatiegebieden en bossen. Op die manier kan een halt worden toegeroepen aan de bedreigingen van de groene ruimten en kan de bruikbaarheid van het landelijk gebied voor de bewoners van de randstad worden vergroot. De randstadgroenstructuur nu is gericht op het optimaliseren van zowel het bestaande gebruik als het gebruik door de stedeling. Eén van de vraagstukken hierbij is: "Hoe kunnen in het westen van Nederland in het kader van de randstadgroenstructuren nieuwe bossen worden aangelegd, die ondermeer de recreatie-, de natuur- en de productiefunctie kunnen vervullen". In diverse rijksnota's (nota "Landelijke Gebieden" 1977, "structuurversie op het bos en de bosbouw" 1977) en het recent verschenen meerjarenplan voor de bosbouw is aangekondigd dat in het westen van Nederland een aanzienlijke oppervlakte bos zal moeten worden aangelegd. Het structuurschema Openluchtrecreatie (1984) haakt daarop ook in. In de inleiding werd een bosuitbreiding genoemd van 10.000 ha. Wanneer dat gebeurt met een opzet zoals die van het recreatiegebied "Rotterneren", dan betekent dat de mogelijkheid tot een houtproduktie-verhoging in Nederland met 5 tot 7%. En dat door bossen die primair een recreatiefunktie hebben. R. Eppenga Planuitwerking mede gericht op de houtproduktiefunctie Bij het maken van de bestuurlijke afspraken voor het project "Bieslandse Bos" in zijn huidige opzet hebben

III vorenstaande beleidsgedachten een grote rol gespeeld. Zo is van meet af aan naast de hoofdfunctie recreatie, de produktie- en de natuurfunctie in de plannen betrokken. Dit komt o.a. tot uitdrukking in het ontwerp (enkele grotere boscomplexen) en het vastleggen van de lange-termijn-doelstelling voor de boscomplexen met behulp van "bosdoeltypen" (zie Planning met behulp van bosdoeltypen, uitgave SBB d.d. oktober 1983). Als basis daarvoor heeft gediend het door de Stichting Bodemkartering in het najaar van 1982 uitgevoerde bodemkundig-hydrobiologisch onderzoek, waarbij inzicht werd gegeven in de groeimogelijkheden voor diverse houtsoorten en de te verwachten bosgezelschappen op langere termijn. Het inbouwen van de produktiefunctie als grondslag voor het beplantingsplan is voor het gebied van de "Rottemeren" in eersteinstantie niet het geval geweest. Pas later is in het beheer deze functie toegevoegd en formeel in de doelstelling vastgelegd (1980). De potentiële produktiemogelijkheden Wat is nu de verwachting ten aanzien van de produktiemogelijkheid van bos voor het project "Bieslandse Bos"? Daarvoor is nodig dat eerst - zij het geschematiseerd - inzicht wordt gegeven in het project, een en ander ter vergelijking met het project "Rottemeren". Het project "Rottemeren" bestaat voor globaal 40% van de totale oppervlakte uit beplantingen (bos), 30% uit groene open ruimten (gras, beschouwingen, kaden) en 30% uit water. Landbouw vindt er niet plaats. De totale oppervlakte bos is ca. 350 ha in de eindfase, waarvan tot op heden ca. 200 ha is aangelegd. De gemiddelde beheerseenheid voor het tot op heden aangelegde bos is 0,42 ha groot. Het project "Bieslandse Bos" bestaat globaal voor 55% van de totale oppervlakte uit bos, 20% uit agrarisch ingericht gebied (grasland), 15 % uit open groene ruimten en 10% uit water. De oppervlakte bos is rond 165 ha, waarvan ca. 28 ha is aangelegd (beheerseenheden van rond 1 ha groot). De veranderde beleidsinzichten komen in dit project ondermeer tot uiting doordat een deel van het gebied agrarisch blijft en verder dat het gebied relatiefmeer bos bevat en de beheerseenheden groter zijn. Uiteraard is de totale gemiddelde recreatieve opvangcapaciteit per oppervlakte-eenheid kleiner dan die van de "Rottemeren". De vraag of en hoeveel het aan te leggen bos per oppervlakte-eenheid kan produceren hangt van diverse factoren af (groeiplaats, houtsoortenkeuze, wijze van beheer etc.). De produktie op langere termijn wordt voor het project "Bieslandse Bos" bepaald door de gekozen bosdoeltypen. In een bosdoeltype wordt namelijk een bossysteem gekarakteriseerd dat bijvoorbeeld over 50 tot 100 jaar op een bepaalde plaats kan worden ontwikkeld en Door randbeplantingen is de diversiteit in het boscomplex te verhogen. duurzaam in stand kan worden gehouden en dat meerdere functies tegelijk kan vervullen. Op grond van deze gekozen bosdoeltypen moet worden geconcludeerd dat ongeveer 135 ha mede gericht is op de houtproduktiefunctie en 30 ha uitsluitend een recreatie- en natuurfunctie hebben. Voor het gebied de "Rottemeren" zijn de vergelijkbare getallen van de tot op heden aangelegde oppervlakte resp. 154 en 31 ha, waaruit mag worden geconcludeerd dat er in principe geen fundamentele verschillen bestaan voor de houtproduktiemogelijkheden op langere termijn voor beide gebieden. Slechts de groeiplaatsmogelijkheden en het te voeren beheer in de komende decennia zullen het uiteindelijke resultaat voor beide projecten bepalen. De houtproduktie op korte termijn Anders ligt het met de houtproduktie op korte termijn, die economisch een rol speelt. De produktie op korte termijn wordt namelijk in hoofdzaak bepaald door de pionierhoutsoort populier. Vooral het aandeel populier dat bij de aanlegfase wordt geplant, is bepalend voor de produktie voor de eerste 50 jaar. Naast zijn specifieke houtteeltkundige pioniereigenschappen levert de populier op korte termijn al een zeer belangrijke bijdrage aan de verhoging van de binnenlandse houtproduktie. Daarnaast kan dit een welkome financiële ruggesteun zijn voor het beheer. Tabel 4 geeft een beeld van de houtsoortensamenstelling. Tervergelijking zijn de cijfers van het project "Rottemeren" anno 1980 opgenomen. Het aandeel populier voor het ingeplante deel van het project "Bieslandse Bos" is rond 49,4%, maar daarbij moet worden aangetekend dat daarvan 17,3% is geplant als scherm voor de houtsoorten eik, es en esdoorn. Zou dit maatgevend worden gesteld voor de invulling van het gehele project, dan valt het aandeel populier

TABEL 4 Bieslands Bos (1984) Rottemeren (1980) Hoofdhout- Oppervlakte ~/~ Hoofdhout- Oppervlakte o/~ soort in ha soort in ha eik 6,20 22,2 eik 9,0 4,8 cs 3,80 13,6 es 17,2 9,2 heuk beuk 0,2 0,1 iep iep 4,4 2,4 esdoorn 1,60 5,7 esdoorn 12,1 6,6 populier 9,00 32,1 populier 76,9 41,4 populier met eik, es, esdoorn 4,85 17,3 wilg 1,15 4,1 wilg 17,0 9,2 els 1,4() 5,0 els 14,6 7,9 herk herk 1,8 1,0 overige soorten overige soorten 32,6 16,9 grienden etc. 28,()() 100,0 185,8 100,0 aanmerkelijk lager uit dat voor het project "Rottemeren", hetgeen voor de produktie op korte termijn nadelig is, De pionierfase, waarbij de aanplant van populier een belangrijke rol speelt, kan door het te voeren beheer minimaal worden gehouden, hetgeen betekent dat het aandeel populier zo snel mogelijk wordt afgebouwd en vervangen door andere houtsoorten (eik, es, beuk), Voor het project "Bieslandse Bos" betekent dat, dat zo snel mogelijk wordt gestreefd de bosdoeltypen te realiseren, Anderzijds kan ook worden nagestreefd de populier vanwege zijn hoge rendement, relatief lage kosten en hoge opbrengsten, zolang als dat mogelijk is, te handhaven (2), Randvoorwaarde daarbij is het streven naar een gelijkmatige leeftijdsopbouw per bosdoeltype, Daartoe zal het aandeel populier geleidelijk worden teruggebracht naar de gewenste oppervlakten in de eindfase, Voor het project "Rottemeren" wordt in zijn algemeenheid gestreefd naar het zo lang mogelijk handhaven van de populier (6), hetgeen de houtproduktie op korte- en middellange termijn verhoogt Voor het project "Bieslandse Bos" moet nog een nadere uitwerking van de pioniersfase plaatsvinden. Tot besluit Wanneer het "oude" gebied de "Rottemeren" vergeleken wordt met het "nieuwe" object "Bieslandse Bos", kan het volgende worden opgemerkt - Bij het ontwerp van de "Rottemeren" was de houtproduktiefunctie van het bos niet ingebouwd. Door het in ruime mate toepassen van pionierhoutsoorten is er in de pionierfase van het complex toch sprake van een niet geringe houtproduktie. In de eindfase hebben de objecten "Rottemeren" en "Bieslandse Bos" relatief dezelfde potentiële produktiemogelijkheden. Het "Bieslandse Bos" werd met de nieuwste inzichten en met het systeem van bosdoeltypen ontworpen. Hette snel willen streven naar de bosdoeltypen houdt echter het gevaar in dat de pionierfase niet optimaal voor de houtproduktie wordt benut (relatief klein aandeel populier). Bij de aanleg van de eerste ca. 28 ha beplantingen in het "Bieslandse Bos" is het aandeel populier kleiner dan in de "Rottemeren". Wanneer deze tendens doorgetrokken wordt voor het gehele project zal de houtproduktie van dit project in de eerste decennia (pionierfase) relatief geringer zijn dan in de "Rottemeren". In het licht van het overheidsbeleid ter verhoging van de eigen houtproduktie is het noodzakelijk de pionierfase van dergelijke objecten optimaal te benutten. Voor een optimale invulling van de pionierfase moet een evenwicht worden gezocht tussen de recreatie en natuurfunctie enerzijds en de houtproduktiefunctie anderzijds. Voor het gebied "Rottemeren" is gebleken dat een groot aandeel populieren bij aanleg dit evenwicht niet verstoort ing. H. Lenderink Literatuur 1, Borgman, ], 1980, Meer bos in Zuid-Holland, Ned, Bosbouw Tijdschrift 52:191-198, 2, Groenhuis, B. 1984, Houtproduktie in de praktijk. Ned, Bosbouw Tijdschrift 56: 131-133, 3, Guldemond, ], L. 1980, Stedelijke bossen, stadsbeplanting, natuurgebieden. Ned, Bosbouw Tijdschrift 52: 199 205. 4. Kolster, H. W, 1983, Populieren in het recreatiegebied "Rottemeren". Populier 20:3-5, 5. Leek, N, A. 1980. Excursie K.N,B.Y. naar het recreatiegebied "Rottemeren",Ned, Bosbouw Tijdschrift 52:206 209, 6, Lenderink, H. 1979. Welke beheersrol en produktiefunktie kan de populier, geplant in nieuwe bossen in het westen van Nederland worden toegekend, Populier 16:27-33. Stichting Bos en Hout Bosrandweg 5 Postbus 253 6700 AG Wageningen telefoon: 08370-10121 811