Modulegids. Leerjaar 1, periode 3

Vergelijkbare documenten
Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Domein A: Inzicht en handelen

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Modulegids. jaar 2, periode 1

Novum, wiskunde LTP leerjaar 1. Wiskunde, LTP leerjaar 1. Vak: Wiskunde Leerjaar: 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 Kerndoel(en):

CKV Festival CKV festival 2012

Onderwijsbehoeften: - Korte instructie - Afhankelijk van de resultaten Test jezelf toevoegen Toepassing en Verdieping

FIRST LEGO League als onderwijsprogramma

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

Kerndoelen onderbouw voortgezet onderwijs (op basis van artikel 11b WVO)

Willem-Jan van der Zanden

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

Bewegingsonderwijs en sport (PO - vmbo)

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

Modulegids. jaar 2, periode 3

1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

Bijlage behorend bij artikel 1 van het Besluit kerndoelen onderbouw VO 1. Kerndoelen onderbouw voortgezet onderwijs

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

4 Jaarplan. 1 Leerplan

Meten en Meetkunde 2. Doelgroep Meten en Meetkunde 2. Omschrijving Meten en Meetkunde 2

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

1. Ik kan vormen en figuren herkennen en gebruiken met bijbehorende wiskundige vaktaal.

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

met tijdseenheden overig niet-metrisch moeten zelf bedacht of opgezocht worden a geheeltallig en < 10

Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen. Instap. Een opgave uit de oefentoets:

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN. De leerlingen ontwikkelen (binnen het gekende wiskundig instrumentarium) Derde graad kso/tso. Tweede graad kso/tso

3-vmbo Basis Programma van Toetsing en Afsluiting

PTA CKV havo Belgisch Park cohort

Modulegids. Leerjaar 2, periode 3

Lesopzet bij de film: Versie 3.0

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

46Kerndoelen onderbouw vmbo

Cultuureducatie met Kwaliteit

PTA CKV VWO, Belgisch Park, cohort

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Eindtermen wiskunde. 1. Getallen. Nr. Eindterm B MB NB Opm. B = behaald MB = meer behaald NB = niet behaald Opm. = opmerking

Thema 02 a: Meetkunde 1 vmbo-b12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo)

De leerlingen leggen hun ervaringen vast in een portfolio.

PTA ckv VWO, Belgisch Park, cohort

REKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 -

Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit!

Meetkunst. Les 2 Van kunst naar ruimte. Weergeven op schaal en in perspectief

Bewegingsonderwijs en sport (PO - havo/vwo)

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Steekkaart: nummer 5W

PTA ckv Havo, Belgisch Park, cohort

Hoofdstuk 4: Meetkunde

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Thema-overzicht

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

Naam:... ZELFEVALUATIE WISKUNDE A-STROOM (het 60-puntenplan) WAT KAN IK AL? / WAT MOET IK NOG HERHALEN? / WAT MOET IK NOG INOEFENEN?

Tussendoelen in MathPlus

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Pre-Academisch Onderwijs. Overzicht modules leerjaar 2 en planning modules leerjaar 1 t/m 3

Wiskunde C vwo. Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal. Programma

Wiskunde. Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 5, paragraaf 5.1, 5.2 en 5.3 kennen en kunnen.

Presentatie VTOI 8 april Paul Schnabel

Herhalingsles 5 Meetkunde Weeroefeningen

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

Keurmerk: Duurzame school

GEOGEBRA 6 IN DE eerste graad B

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort

Lijnen van betekenis meetkunde in 2hv

PTA CKV vwo Belgisch Park cohort

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 2

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

GEMENGDE LEERWEG (GL) MAVO (TL) MAVO/HAVO

GEMENGDE LEERWEG (GL) MAVO (TL) MAVO/HAVO

Antwoordmodel - Vlakke figuren

PTA maatschappijkunde KBL Bohemen cohort

Nederlands. Mondeling onderwijs

ZESDE KLAS MEETKUNDE

Groepsplan Yulius Lingewaal College

Groep: AGL fase 1 Vak: Culturele oriëntatie en creatieve expressie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

PTA maatschappijleer 2 KBL Bohemen cohort

KEUZEVAKKEN. 3 de GRAAD ASO DUITS

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO.

Kunst en cultuur (PO-vmbo)

Pythagoras Docenten gids

Voorkennis meetkunde (tweede graad)

Begeleiding van leerlingen

Analytische Meetkunde

Programma van toetsing en afsluiting. Schooljaar atheneum

Informatie toetsweek 2, leerjaar 1 juni 2014

Transcriptie:

Modulegids Leerjaar 1, periode 3

Amsterdam Verplichte kernmodule Periode(s): 3 Niveau: 1 Docent(en): Lenn van der Laan Rosenkilde, Robbert Bleij, Anna Tuenter Inhoud en activiteiten In de derde periode staat de verbeelding van Amsterdam centraal als kapstok om de samenhang tussen kunst en geschiedenis weer te behandelen. Om te zien wat Amsterdam uniek maakt, is het belangrijk dat de leerlingen eerst hun horizon verbreden. Aan het begin van de periode zullen de leerlingen meer leren over hoe steden ontstaan en zullen we kijken naar grote steden in de oudheid en zullen zij hun kennis over kunst in historische context plaatsen. Vervolgens gaan we hedendaagse steden bestuderen die verschillen van Amsterdam, zoals de Amerikaanse stad en de stad in een land in de periferie en de semi-periferie. Hierbinnen wordt ook aandacht gegeven aan thema's als welvaart, demografie, globalisering, migratie en multiculturaliteit. Als vervolgens de kennis van de leerling is verbreed, keren we terug naar Amsterdam. De leerling gaat onderzoeken wat Amsterdam zo bijzonder maakt in het algemeen en wat de stad zo bijzonder maakt voor haar of hem. De verbeelding van Amsterdam in de dichtkunst, in foto, film, schilderkunst en stadsgeluiden staat centraal. Zowel de analyse van reeds bestaande kunstuitingen als de verbeelding van de stad door de leerling zelf komt aan bod. Deze module staat niet alleen in het teken van kennisverwerving, maar behelst vooral een sterke ervaringscomponent. Een deel van het onderwijs zal daarom buiten de schoolmuren plaatsvinden. Leerdoelen Kerndoelen Mens en Maatschappij Kerndoel 38: Eigentijds beeld eigen leefomgeving Kerndoel 40: Omgaan met historische bronnen Kerndoel 42: Inzicht in de eigen omgeving Kerndoel 46: Welvaartsverschillen Cultuur Kerndoel 48: Produceren van kunst Kerndoel 50: Leren kijken naar kunst Kerndoel 51: Verslag doen van ervaringen Kerndoel 52: Reflecteren op kunstzinnig werk Modulespecifieke doelen Kennis - De leerling kent een aantal van de bekendste kunstwerken uit de geschiedenis van de stad - De leerling kent en herkent de belangrijkste architectonische stromingen in de stad - De leerling kent een aantal van de bekendste denkers en kunstenaars uit de stad - De leerling ontwikkelt cultuurhistorisch perspectief en weet hoe kunstenaars stedelijke cultuur hebben uitgedrukt Vaardigheden algemeen De leerling leert: - Onderzoek doen - Samenwerken - Informatie verzamelen - Inhoud audiovisueel creatief presenteren Vakvaardigheden Kunst en Cultuur De leerling kan een beredeneerde visie formuleren De leerling kan aan de hand van een creatieve opdracht zichzelf uitdrukken en een toekomstbeeld visualiseren De leerling kan een gedicht schrijven, fotograferen, geluidsopnames maken en

De leerling leert elementaire onderdelen van 21 e eeuwse vaardigheden basaal beheersen, nl.: - samenwerken - communiceren - creativiteit - kritisch denken - sociale vaardigheden - probleemoplossen - zelfregulering - ICT basisvaardigheden tekenen en deze elementen samenvoegen tot een geheel De leerling kan eigen en andere kunstwerken beschrijven De leerling kan een portfolio bijhouden waarin te zien is hoe zijn/haar werk zich ontwikkelt Attitude - De leerling heeft een onderzoekende houding - De leerling staat open voor meningen van groepsgenoten Evaluatie Tijdens de module maken de leerlingen verschillende tussenopdrachten die met voldoende moeten worden afgesloten. De eindopdracht is een multimedia kijkdoos waarin de verschillende verbeeldingen van Amsterdam in samenkomen. Dit wordt gedaan in groepjes van 3. De kijkdoos wordt ingeleverd samen met een logboek dat wekelijks wordt bijgewerkt en aan de hand van een rubric beoordeeld met B,G of E. Ook wordt er een excellentie-traject aangeboden. Opmerkingen Deze module geldt als ingangseis voor kernmodule 2 in het tweede lesjaar.

Architectuur Kernmodule Periode(s): 3 Niveau: Ingangseisen: Geen Docent(en): Sacha, Margot en Berry Inhoud en activiteiten: In de module architectuur gaan we aan de slag met de beginselen van de meetkunde. We beginnen met vlakke en ruimtelijke figuren herkennen en benoemen. Leerlingen leren meetkundige begrippen, zoals lijnstuk, hoek, loodrecht, evenwijdig etc. M.b.v. de geodriehoek en passer gaan we lijnen, hoeken en figuren tekenen, maar ook meten en construeren. Nadat we bezig zijn geweest met tekenen, gaan we rekenen in vlakke figuren. Na het behandelen van de theorie leer je hoe je van idee, naar concept naar product gaat. Je leert prototypen te maken zodat je later zelf ontwerpen kunt maken. Dit gaan we deze periode doen aan de hand van een maquette van een zelf ontworpen huis waar je een lichtsysteem in aanbrengt. In deze module gaan kunst en techniek samen; vanuit verbeelding en fantasie leer je concrete oplossingen bedenken en uitvoeren. Daarnaast zul je leren hoe je met een microcontroller een lichtsysteem bouwt. Deze kennis kan je later toepassen in ontwerp challenges. Lesmateriaal - A4 schrift met ruitjes van 1 x 1 cm - Rekenmachine (Casio of Texas Instruments) - Passer (het liefst zo eenvoudig mogelijk, dan kan er minder aan stuk gaan) - Geodriehoek (liever niet een onbreekbare, deze krijgt op den duur een bolling) - Potlood met een scherpe punt en een gum - Pen - Een aantal kleurpotloden - Schaar en lijm - Dummy - Digitale bronnen over het onderwerp en architecten - Microcontroller, sensoren en toebehoren (op school aanwezig) Evaluatie Tussentijds wordt geëvalueerd met formatieve toetsmomenten om te bepalen waar de leerling staat. Uiteindelijk zal er een schriftelijke toets zijn over de theorie. De leerlingen krijgen een rubric, waarin omschreven staat waar de leerling aan moet voldoen. De leerlingen maken een eigen ontwerp van een huis. Voorafgaand aan het uiteindelijke ontwerp maken de leerlingen zowel digitale als analoge prototypen. Zowel individueel als groepswerk, product en proces worden beoordeeld.

Leerdoelen Kerndoelen 19. De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen en leert de wiskundetaal van anderen te begrijpen. 20. De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen. 21. De leerling leert een wiskundige argumentatie op te zetten en te onderscheiden van meningen en beweringen en leert daarbij met respect voor ieders denkwijze wiskundige kritiek te geven en te krijgen. 26. De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren en leert met hun eigenschappen en afmetingen te rekenen en redeneren. 33. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken. 48. De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. Modulespecifieke doelen Kennis - De leerling kent de basisbegrippen in de meetkunde; lijn, lijnstuk, halve lijn, loodlijn, evenwijdige lijn, middelloodlijn, deellijn (bissectrice), zijde, hoekpunt, snijpunt, diagonaal, rechte hoek, middelpunt, straal, middellijn en diameter. - De leerling herkent de wiskundige vlakke en ruimtefiguren; vierkant, rechthoek, driehoek, cirkel, trapezium, parallellogram, ruit, kubus, balk, piramide, kegel, cilinder, bol en prisma. - De leerling kent de eigenschappen van de hiervoor genoemde wiskundige figuren. - De leerling kent het metriek stelsel. - De leerling kent de regels voor het berekenen van hoeken in vlakke figuren. Vakvaardigheden: - De leerling kan een opgave met diverse bewerkingen gestructureerd oplossen. - De leerling kan de bijzondere meetkundige lijnen tekenen. - De leerling kan de vlakke en ruimtelijke figuren tekenen. Van de ruimtefiguren kan de leerling de uitslag tekenen. - De leerling kan met de kennis van hoeken, hoekberekeningen maken in vlakke figuren. - De leerling kan eenheden omrekenen (metriek stelsel). - De leerling kan van een aantal figuren de omtrek, oppervlakte en inhoud berekenen. Vaardigheden - De leerling kan een creatief proces doorlopen (voorbereiden, eigen maken, inzicht, verificatie en elaboratie) - De leerling kan met potlood, collage, circuits, maquettes en reproductietechnieken werken - De leerling onderzoekt, oefent en experimenteert met materialen en technieken - De leerling kan in tekst en beeld verslag doen van een proces (dummy)

49. De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. 52. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen, waaronder kunstenaars. - De leerling kan een bestaand programma analyseren en aanpassen of verbeteren (debuggen) - De leerling kan een algoritme ontwerpen ter uitvoering van een taak - De leerling kan met diverse programmeertechnieken en -structuren in een block-based omgeving een programma creëren Attitudedoelen: - De leerling leert een houding aan te nemen en vragen te stellen die een andere leerling en zichzelf helpt om zijn wiskundige kennis, begrip en vaardigheden te ontwikkelen. - De leerling leert zelf eerst theorie te bestuderen, alvorens om uitleg te vragen. De leerling laat hiermee een lerende houding zien. - De leerling laat zien netjes en gestructureerd te kunnen werken. - De leerling daagt zichzelf en anderen uit om het hoogst haalbare te bereiken, dit is te zien in zijn lerende en helpende houding naar medeleerlingen en zichzelf. Jezelf en anderen willen verbeteren door gemaakte fouten te waarderen, aangezien deze een belangrijke rol vervullen bij het ophelderen van misconcepten. - De leerling heeft een onderzoekende houding.

LO Naam module: sportspelen module Periode(s): 3 Niveau: 1 Ingangseisen: geen Docent(en): Britt Haan, Andor Molter Inhoud en activiteiten Deze periode gaan jullie je oriënteren op verschillende sportspelen (basketbal, voetbal, hockey) en verbeteringen aanbrengen in de technieken die bij deze sportspelen horen. Tijdens de eerste paar lessen gaan jullie je oriënteren op verschillende sporten waarin jullie technieken, tactieken en de spelregels van verschillende sportspelen aangeboden krijgen. In de laatste lessen van de periode gaan jullie je verdiepen en specialiseren in een (aantal) door jullie zelf gekozen sportspel(en). Na deze periode ben jij beter geworden in één of meerdere sporten. Lesmateriaal -Repertoire opbouw verschillende sportspelen -Spelregels van verschillende sportspelen Evaluatie -Aantonen beheersing technieken en verdieping in een (aantal) door jou gekozen sport(en) middels het opnemen van videoclips die ge-edit worden in een video (met achtergrondmuziek, tekstjes en subtitels. Leerdoelen Kerndoelen Modulespecifieke doelen

Sommige (kern)doelen zullen in deze module centraal staan, ander kerndoelen zullen de revue passeren, maar niet worden getoetst. De doelen die centraal staan zijn onderstreept. 21 e eeuwse vaardigheden: -Samenwerken: het gezamenlijk realiseren van een doel en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen. -ICT basisvaardigheden: editten video. Bewegen en sport: 53) De leerling leert zich mede met het oog op buitenschoolse beoefening op praktische wijze te orie nteren op veel verschillende bewegingsactiviteiten uit gevarieerde gebieden als spel, turnen, atletiek, bewegen op muziek, zelfverdediging en actuele ontwikkelingen in de bewegingscultuur, en daarin de eigen mogelijkheden te verkennen. 54) De leerling leert door middel van uitdagende bewegingssituaties zijn bewegingsrepertoire uit te breiden. 55) De leerling leert de hoofdbeginselen van de bewegingsactiviteiten op eigen niveau toe te passen. Kennis -Kennis van de spelregels van verschillende sportspelen -Kennis van tactieken van verschillende sportspelen en inzicht in wanneer welke toe te passen. -Kennis van speelsystemen van verschillende sportspelen Overige: -Leren omgaan met winst en verlies. -Sportiviteit. -Gezamenlijk een prestatie neerzetten. -Elkaar leren vertrouwen en bouwen op elkaar. -Transfer tussen verschillende sportspelen in technieken, tactieken en strategieën. 56) De leerling leert tijdens bewegingsactiviteiten sportief te zijn, rekening te houden met de mogelijkheden en voorkeuren van anderen, en respect en zorg te hebben voor elkaar. 57) De leerling leert eenvoudige regelende taken te vervullen die het mogelijk maken, zelfstandig en samen met andere leerlingen bewegingsactiviteiten te beoefenen. 58) De leerling leert door deel te nemen aan praktische bewegingsactiviteiten de waarde van het bewegen voor gezondheid en welzijn kennen en ervaren.

Programmeren 2 Verplichte module Periode(s): 2 Niveau: Docent(en): Berry, Koen Inhoud en activiteiten In deze module worden de eerste stappen in de wereld van het tekstueel programmeren gezet. De in Programmeren 1 geleerde concepten zoals besturingsstroom, variabelen en functies, worden toegepast in de Processing Development Environment. Dit digitale schetsboek maakt het programmeren van animaties mogelijk en geeft een voorzichtige kijk in het werken met data in een tekstuele programmeertaal. Deze module is een voorbereiding op Programmeren 3, waar data analyse en visualisatie in de taal Python centraal staan. Om die reden wordt niet de standaard Processing taal een versimpelde variant van Java gebruikt maar Python. Deze is wat betreft syntax relatief eenvoudig en onder meer daardoor uitermate geschikt voor beginners. De beschikbaarheid van meer dan tachtigduizend modules maakt Python veelzijdig. Daarmee is het leren van deze taal dan ook een zeer rendabele investering voor wie meer wil dan enkel data analyseren en visualiseren. Leerdoelen Algemeen Kerndoelen Engels 12: Woordverwerving 13: Lezen en luisteren 14: Omgaan met informatiebronnen Rekenen en Wiskunde 19: Wiskundetaal ontwikkelen 20: Wiskunde gebruiken in praktische situaties 26: Werken met en redeneren over vormen Vaardigheden Modulespecifiek Voorkennis Leerdoelen Programmeren 1 Kennis De leerling kent voor de programmertaal Python de syntax en toepassingsmogelijkheden van: 1) de in Programmeren 1 geleerde concepten 2) aanvullende concepten: - logische voegwoorden - datatypen number, string, boolean en list - terugkeer en terugkeerwaarde - parameter en argument 3) standaard Processing functies zoals: setup, draw, clear, ellipse en text 4) gereserveerde woorden zoals: True, False, def, break, return en pass Vaardigheden Kan in de Processing Development environment met Python een animatie programmeren

waarin de kennisdoelen van de module zijn verwerkt. Kan een bestaande animatie analyseren en aanpassen of verbeteren (debuggen) Lesmateriaal Door de docent ontwikkeld lesmateriaal. Evaluatie De leerling maakt met de programmeertaal Python een animatie in de Processing Development Environment waarin alle kennisdoelen van deze module herkenbaar zijn. De leerling kan het programma toelichten en alle gebruikte code duiden en verklaren. De kennisdoelen zijn verdeeld over beoordelingsniveaus, waarbij het abstractieniveau van de kennis en de moeilijkheidsgraad van het toepassen van de concepten oploopt. Het excellentietraject voor deze module kan bestaan uit het kunnen duiden en verklaren van de kennisdoelen behorende bij gevorderd in een andere context dan Processing, en/of het gebruik van classes en objecten in de Processing omgeving of een andere context. De leerling mag ook zelf een voorstel voor het excellentietraject aandragen.

Naam module: Rechtvaardigheid, Democratie en Recht Periode(s): 3 Niveau: 1 Ingangseisen: Modules Identiteit en Subjectiviteit en Ethisch Design gevolgd. Docent(en): Irma Wondergem en Rutger Gommers Inhoud en activiteiten Leerlingen hebben in voorgaande modules kennisgemaakt met vragen rondom moraal en rechtvaardigheid. Bij deze module borduren we daarop verder en staan we stil bij de vraag hoe opvattingen over rechtvaardigheid worden omgezet in wetten en die wetten weer in uitspraken van de rechter. Politiek speelt hierbij natuurlijk een sleutelrol. In deze module gaan we daarom ook in op de werking van de Nederlandse politiek. We staan daarbij ook even stil bij de Provinciale Staten Verkiezingen van 20 maart. Binnen deze module wordt extra ruimte vrijgemaakt voor taalvaardigheden zoals schrijven, spreken en luisteren. Lesmateriaal Leerlingen krijgen in de lessen digitaal lesmateriaal aangereikt. Evaluatie 1. Leerlingen nemen standpunten in bij maatschappelijke vraagstukken en kunnen de standpunten van anderen beschrijven en aangeven hoe hun waarden en sociaal-culturele achtergrond daar een rol bij speelt. 2. Leerlingen schrijven een eigen mensenrechtenverdrag, waarin zij beschrijven welke mensenrechten zij zo belangrijk vinden dat deze afdwingbaar moeten zijn. 3. Leerlingen spelen een rechtbankzitting na, die is ingericht naar de procedurele eisen van een reële (politie)rechtszitting. Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 Leerdoelen Kerndoelen Nederlands Kerndoel 01: Spreken en schrijven Modulespecifieke doelen Kennis De leerling kent het begrip recht

Kerndoel 04: Lezen en luisteren Kerndoel 05: Omgaan met informatiebronnen Kerndoel 06: Overleg, planning, discussie Kerndoel 07: Presenteren Mens en Maatschappij Kerndoel 36: Meningvorming Kerndoel 37: Historische basiskennis Kerndoel 40: Omgaan met historische bronnen Kerndoel 42: Inzicht in de eigen omgeving Kerndoel 47: Oorlog, vrede en mensenrechten De leerling kent de begrippen natuurrecht, positief recht en theonome De leerling kent het vrijheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het legitimiteitsbeginsel De leerling kent de historische context van de rechten van de mens De leerling kent de opvattingen van Mill en Kant over mensenrechten en hoe dit samenhangt met hun ethiek De leerling kent de bijdrage van Hugo de Groot over recht De leerling kent de historische context van Hugo de Groot De leerling kent Aquino en zijn filosofie over de wet De leerling kent de grondrechten zoals deze verankerd zijn in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de Hoofdstuk 1 van de Grondwet van Nederland De leerling kent de verschillende rollen in de rechtspraak Vaardigheden De leerling kan de rechtsfilosofie koppelen aan de ethiek en identiteit De leerling kan het verworven juridische begrippenapparaat gebruiken om een onderbouwd standpunt in te nemen inzake maatschappelijke kwesties en vragen rondom mensenrechten De leerling kan de rechtsfilosofie koppelen aan begrippen als natuurrecht, positief recht en theonome De leerling kan de filosofen en begrippen plaatsen in hun historische tijdvakken De leerling kan mediation toepassen om conflicten op te lossen De leerling kan verschillende posities binnen de rechtbank innemen De leerling kan grondrechten van andere rechten onderscheiden De leerling kan socratische gesprekken voeren over juridische vraagstukken De leerling kan zelf grondrechten bedenken die van toepassing zijn op de eigen situatie De leerling kan verschillende posities omtrent straffen innemen

Attitudedoelen De leerling heeft onderzoekende houding De leerling bekijkt eerst de historische, filosofische en maatschappelijke context alvorens zich uit te spreken over de actualiteit De leerling staat open voor meningen van groepsgenoten, ook als die sterk afwijken van de eigen mening De leerling heeft bij het opzetten van rechten en het beslechten van conflicten oog voor de spanning die kan bestaan tussen zijn eigen belang, belangen van anderen en het algemeen belang De leerling past conflictbemiddeling toe in zijn dagelijks leven De leerling is zich bewust van zijn eigen rechten en plichten en de verhouding tot de rechten en plichten van anderen De leerling heeft een reflecterende houding ten opzichte van zichzelf en zijn invloed op zijn omgeving De leerling zet zich in om een inclusieve, open en betrokken sfeer neer te zetten in de groep De leerling is bereid om op basis van opvattingen over wie de leerling is zichzelf te verbeteren