Nieuwsbrief Duurzame Energie in de Noordoostpolder (DE NOP) Duurzaamheid voor de glastuinbouwgebieden Luttelgeest en Ens In deze nieuwsbrief brengen wij u op de hoogte van de resultaten uit het project DE in de NOP. U krijgt deze nieuwsbrief omdat u: actief betrokken bent geweest bij het project goed gebruik kan maken van de beschikbare kennis graag betrokken wilt worden bij de verdere uitvoering Daarnaast willen wij graag met u in contact komen / blijven om samen verder te werken aan duurzame energie in de Noordoostpolder! De contactgegevens treft u onderaan deze nieuwsbrief. De doelstelling van het project Duurzame Energie Noordoostpolder (DE NOP) is de duurzame ontwikkeling van het glastuinbouwgebied door middel van het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen in de land- en tuinbouw. De provincie wil graag samenwerkingsprojecten om het doel te halen. Het project bestaat uit vier samenhangende delen die tot stand is gekomen in overleg met glastuinbouwondernemers, vanuit de dringende behoefte tot besparing van het aardgasverbruik. In de glastuinbouw wordt aardgas veelal gebruikt voor verwarming van de kassen. Het CO 2 wat hierbij vrij komt is een belangrijke voedingstof voor de plant. Indien het aardgas wordt vervangen door duurzame aardwarmte vervalt de CO 2 bron. Een alternatieve CO 2 voorziening is een absolute randvoorwaarde voor aardwarmte (deelproject 1 en 2). In de Noordoostpolder zijn veel landbouwbedrijven gevestigd en er is veel aanvoer van mest naar dit gebied. Deze twee aspecten maakt de productie van biogas middels vergisting kansrijk. Door vergisting zal de aanvoer van mest namelijk worden beperkt door de digestaat productie. Het verzamelen van biogas in een biogasleiding, geproduceerd op verschillende bedrijven, biedt kostenvoordelen. Deelproject 1: Toepassen van geothermie en HTO Aardwarmte Ens Uit de geologische haalbaarheidsstudie van 2008 naar toepassen van geothermie en HTO is gebleken dat er in het glastuinbouwgebied Ens geen mogelijkheden zijn voor geothermie wegens het ontbreken van een geschikte laag. Wel is aangegeven dat er op een diepte van circa 750 meter een afzetting is die mogelijkheden heeft voor Hoge Temperatuur Opslag (HTO). Voor het uitvoeren van HTO-projecten is het van belangrijk dat er een warmtebron aanwezig is in het gebied om de opslag te voeden. Omdat er geen aardwarmte bron is, is toepassing van HTO in Ens niet relevant. Als wordt besloten warmte uit de WKK op te slaan dan zou HTO alsnog zinvol kunnen zijn. 1
Aardwarmte Luttelgeest De ondergrond van het glastuinbouwgebied Luttelgeest blijkt wel kansrijk voor geothermie. Succesvolle boringen, tot op een diepte van ongeveer 1.700 meter, kunnen de komende 20 jaar constante warmte van ca. 65 C leveren. Eén aardwarmtedoublet, met een verwacht debiet van 170 m 3 /uur, levert circa 6 MW th aan geothermische energie op, genoeg om circa 15 ha glastuinbouw van voldoende basislast warmte te voorzien. Uit het aanvullend geologisch onderzoek: Masterplan Aardwarmte Luttelgeest en Ens, wat in april 2012 uitgevoerd is door PanTerra, blijkt potentie voor de aanleg van 4 aardwarmtedoubletten (aangeduid met: vdg, Hw, 3 en 4) in het glastuinbouwgebied Luttelgeest en potentie voor nog eens 4 aardwarmtedoubletten (nr. 5, 6, 7 en 8)grenzend aan het glastuinbouwgebied, maar wel passend binnen de opsporingsvergunning aardwarmte Luttelgeest. Afbeelding: Mogelijke doubletverdeling aardwarmte in en rond glastuinbouwgebied Luttelgeest Gezien de hoge investeringskosten voor geothermie is het optimaal benutten van alle beschikbare warmte cruciaal. Het zoveel mogelijk uitkoelen van het retourwater is daarom een goede optie. Warmtepompen of een extra warmtenet in het glastuinbouwbedrijf bieden die mogelijkheden. De resultaten van het onderzoek hebben in Luttelgeest geleid tot een initiatief voor een aanvraag van de Opsporingsvergunning Aardwarmte Luttelgeest. In 2011 hebben Stichting NieuwLand en Energie 2
Combinatie Luttelgeest (ECL) een gezamenlijke opsporingsvergunning Aardwarmte Luttelgeest aangevraagd bij het ministerie van EL&I. Door onverwachte bijvangst van olie en gas tijdens het boren en produceren van aardwarmte, een verhoogde kans op seismiciteit 1 en gebrekkige kennis van mijnbouwkundiqe processen en regelgeving bij operators (vergunninghouders) heeft SodM besloten om de aangevraagde vergunning nog niet te verlenen. De eis is dat nieuwe aardwarmteoperators worden getoetst volgens het staande beleid, dat ook gebruikt wordt voor de toetsing van olie-, gasen zoutoperators. Resultaat Één bedrijf zal namens het gebied optreden als operator, met erkenning van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), om de al aangevraagde opsporingsvergunning aardwarmte Luttelgeest vergund te krijgen. Gezien de complexiteit voor het verkrijgen van een opsporingsvergunning en de samenhang tussen de aardwarmte doubletten (masterplan) is het voor het gebied van groot belang dat de ervaringen van de eerste aardwarmteboring zoveel mogelijk worden gedeeld. Twee glasgroententuinders in het glastuinbouwgebied Luttelgeest zijn concreet bezig met toepassing van aardwarmte en hebben daarvoor een aanvraag Stimulering Duurzame energie (SDE) Geothermie ingediend. Deelproject 2: Duurzame(re) groen CO 2 De glastuinbouw in Nederland zet jaarrond hoogwaardige producten af. Het realiseren van een optimaal kasklimaat is een complex gebeuren van acties en installaties die gezamenlijk en gelijktijdig worden ingezet om het gewenste resultaat te bereiken. Eén van de aspecten die de transitie naar verdere efficiëntie in energiegebruik bemoeilijkt, is dat bij toepassing van duurzame energiealternatieven (bijvoorbeeld bij het gebruik van aardwarmte of biomassa) geen of moeilijk te betrekken CO 2 beschikbaar komt. Tuinders zijn derhalve op zoek naar een duurzaam alternatief voor CO 2 geproduceerd uit niet fossiele brandstoffen. Glastuinders hebben aangegeven groen CO 2 belangrijk te vinden enerzijds om de overstap naar duurzame warmte te kunnen maken, maar anderzijds ook om een duurzaam alternatief te hebben op de huidige CO 2 voorziening. Een kans in de Noordoostpolder is om groen CO 2 te produceren bij de opwaardering van biogas. Vier biogasproducenten hebben aangegeven samen de haalbaarheid na te gaan van de realisatie van een biogasleiding, opwaardering van biogas en afzet van groen gas. Bij de opwaarderingstap van biogas naar groen gas komt groen CO 2 vrij. Omdat de afzet van groen CO 2 alleen bij een groot projectaanpak economisch rendabel kan zijn, zal RINGG hierbij het initiatief nemen. Resultaat De bedrijven hebben een grote behoefte aan (aanvullende, groene) CO 2. Echter de urgentie om er gezamenlijk aan te werken ontbreekt (op korte termijn). De belangrijkste achterliggende oorzaken hiervoor zijn: 1 Seismiciteit: Ook wel seismische activiteit genoemd is een maat voor de veelvuldigheid en hevigheid waarmee op een bepaalde plaats aardbevingen voorkomen 3
1) concurrerende eigen CO 2 productie vanuit de WKK, 2) het ontbreken van de CO 2 emissie rechten en/of een te lage prijs hiervoor en 3) de nog achterblijvende aardwarmte initiatieven. Indien bovengenoemde omstandigheden veranderen wordt collectieve (groen) CO 2 levering aan de Noordoostpolder interessant. Vervolgonderzoek is nodig in samenwerking met tuinders, gemeente Noordoostpolder, Provincie Flevoland en een potentiële exploitant. Van belang is om vanuit de totale CO 2 vraag vanuit het gebied te zoeken naar de beste financiële en duurzame oplossing. Een mogelijkheid is om kleinschalig te starten met CO2 levering vanuit een centraal punt aan bijvoorbeeld naar de aardwarmte bedrijven in het glastuinbouwgebied Luttelgeest. Indien overeenstemming gevonden kan worden over het concept is er een reële kans voor de glastuinbouw om op korte termijn een externe groen CO2 levering te realiseren. In het bijzonder voor de aardwarmte bedrijven is dit zeer gewenst. Deelproject 3: Directe biogaslevering vanuit een co-vergistingsinstallatie Het gebruik van biogas in de glastuinbouw is nauwelijks van de grond gekomen. Dit is bevreemdend omdat zowel de warmte als de elektriciteit vanuit een Bio-WKK op een glastuinbouwbedrijf erg goed kunnen worden benut. Als de Bio-WKK wordt uitgelegd op de zomerbehoefte kan bijna alle warmte worden gebruikt. Bijna nergens kan zo n hoge efficiency worden gevonden. Op dit moment vindt al levering van warmte plaats tussen een biogasproducent (Peters Biogas) en een glastuinder in het glastuinbouwgebied Luttelgeest. De warmte van een vergistinginstallatie wordt geleverd aan de buurman potplantentuinder aan de overkant van de weg. Rechtstreekse levering van biogas aan een tuinder, op wiens terrein een Bio-WKK kan komen te staan, is een andere mogelijkheid om de verduurzaming van de glastuinbouw in de Noordoostpolder te stimuleren. Voor het glasgroenten tuinbouwbedrijf in Luttelgeest is onderzocht wat een covergistingsinstallatie, met een omvang van 36.000 ton (mest en biomassa producten) doorvoer per jaar, kan betekenen voor duurzaamheid en economie. De warmte van een Bio-WKK kan dan zorgen voor 10-20% van de warmtebehoefte van het glastuinbouwbedrijf. Resultaat Technisch en ruimtelijk is een co-vergistingsinstallatie op een glastuinbouwbedrijf mogelijk. De belangrijkste argumenten dat het niet gerealiseerd wordt zijn: 1) de capaciteit: een co-vergistingsinstallatie, met een omvang van 36.000 ton doorvoer, produceert maar 5 mln. m 3 biogas (2 mln. m 3 aardgas) per jaar. Deze productie ervaren de glastuinbouwondernemers als klein, gezien hun huidige aardgasverbruik. Met deze 5 mln. m 3 biogas kan alleen het basis verbruik worden ingevuld; 2) de investering: de ondernemers zien de investering van 7,4 miljoen als hoog mede gezien het rendement en de onzekerheden (vergunningen en SDE); 3) productie en afvoer digistaat: de bedrijfsactiviteiten van een co-vergistinginstallatie, met meststromen en aanvoer van coproducten en afvoer van digestaat passen niet op/bij glasgroenten tuinbouwbedrijf. Ze hebben er ook geen management voor. Het past veel beter als agrarische nevenactiviteit voor veebedrijven en akkerbouwbedrijven. Oplossingsrichting is om vanuit een collectief te werken aan een biogasleiding waarbij de tuinders primair afnemer zijn van groen CO2 en mogelijk toeleverancier van biomassa (zie deelproject 4). 4
Deelproject 4: Biogaslevering via een biogasleiding In aanvulling op Deelproject 3, is gezamenlijke biogasproductie, door meerdere agrariërs in één grote industriële vergistinginstallatie of door het aansluiten van meerdere kleinere vergisters op een biogasleiding, ook mogelijk met voordelen voor de betrokken biogasproducenten. In navolging van het project BIONOF in Friesland, waar verschillende vergisters biogas willen gaan leveren aan een 32 km lange biogasleiding van Holwerd naar Leeuwarden, kan een dergelijk biogasleiding in de Noordoostpolder ook voordelen bieden. Hiermee zou de land- en tuinbouwsector in de regio een economische impuls kunnen krijgen, terwijl zij op die manier ook een bijdrage leveren aan de milieudoelstellingen van de provincie Flevoland. In de Noordoostpolder is biomassa beschikbaar voor energieopwekking, stromen variërend van mest, slib, GFT tot agrarische- en industriële reststromen. In de Noordoostpolder zijn nu drie vergistinginstallaties actief en lopen er vier initiatieven. Veel van het geproduceerde biogas wordt nu in een WKK omgezet in groene stroom en warmte. Voor de productie van een voldoende grote hoeveelheid biogas productie is een biogasleiding een mogelijkheid om al het biogas samen te brengen op een plek waar het biogas wordt opgewaardeerd tot groen gas, dat daarna wordt geïnjecteerd in het aardgasnet. Aangezien het niet zinvol is biogas direct te gebruiken in de glastuinbouw, is uitgegaan van opwaardering biogas tot of groen gas of bio LNG voor gebruik in de mobiliteit. Afbeelding; Het tracé van de biogasleiding te Luttelgeest De benodigde installaties voor opwerken van biogas naar groen gas en invoeden van groen gas in het openbare gasnet vergen dermate hoge investeringen dat het samenbrengen van biogasvolumes van verschillende vergisters via biogashubs schaalvoordelen biedt. Op die manier kunnen mogelijk ook andere biogas stromen als bijvoorbeeld stortgas op een biogasleiding aangesloten worden. 5
Resultaat Vier biogasproducenten gaan samenwerken om het initiatief van de biogasleiding verder te brengen. Het initiatief voor de organisatie van dit project ligt bij RINGG. Belangrijkste uitkomst van de workshop over het thema biogasleiding is dat het bedrijfsleven vanuit een platform wil gaan werken om het initiatief van de biogasleiding verder te brengen. Hierbij wordt uitgegaan van een werkgroep biogasleiding in Luttelgeest (Noord) en Urk (Zuid). Een verbinding tussen Urk en Luttelgeest is op korte termijn financieel niet haalbaar. Opstart werkgroep biogasleiding noord en zuid om te komen tot een korte en lange termijn ontwikkelingsstrategie en uitvoeringsplan via RINGG. Van belang is dat in Luttelgeest (Noord) een samenwerking ontstaat tussen het initiatief van HarvestaGG en de agrariërs met bestaande biovergisters. HarvestaGG kan hier een goede centrale rol spelen In Luttelgeest zijn al enkele biogasproducenten actief en er zijn zelfs nieuwe initiatieven. Het bij elkaar brengen van het biogas levert een grote hoeveelheid biogas op. Zelfs zo groot dat er een mogelijkheid bestaat het biogas op te waarderen en te vervloeien naar zogenaamd bio LNG. In deze situatie is geen SDE meer nodig en hoeft ook geen gebruik te worden gemaakt van het aardgasnet. Het vloeibare biomethaan of bio LNG wordt per as naar een LNG tankstation gebracht en daar gebruikt als transport brandstof in de eerste plaats voor trucks en mogelijk zelfs in schepen. De haalbaarheid van een nieuwe bio-vergistinginstallatie is deels afhankelijk van de planologische mogelijkheid en een geschikte locatie voor ontwikkeling. Organisatie van het project Voor het uitvoeren deze werkzaamheden hadden Grontmij en Ekwadraat een projectteam opgesteld, aangevuld met ondersteuning van Panterra en Ringg. De werkzaamheden werden aangestuurd door de projectleiders Kees Everse (Grontmij) en Adri Kuyper (Ekwadraat). Zij werden ondersteund door Lennart van de Burg en Jan Klein Hesselink. Kees Everse was het aanspreekpunt voor de opdrachtgever. (Provincie Flevoland). Voor de verschillende onderdelen van de studie werd inhoudelijke en ervaringsexpertise vanuit Grontmij en/of Ekwadraat en ook PanTerra ingezet. Geert-Jan ten Napel was de opdrachtgever namens de provincie Flevoland. Informatie: - Grontmij: o Kees Everse, tel. nr. 06-23226665. E-mail: kees.everse@grontmij.nl o Lennart van der Burg, tel. nr. 06-43954685. E-mail: lennart.vanderburg@grontmij.nl - Ekwadraat: o Adri Kuyper, tel. nr. 06-53673088. E-mail: akuyper@ekwadraat.com o Jan Klein Hesselink, tel. nr. 06-53616449. E-mail: jkhesselink@ekwadraat.com - Provincie Flevoland: o Geert Jan ten Napel, tel. nr. 0320-265 435 E-mail: geert-jan.ten.napel@flevoland.nl 6