6.5. Samenvatting door een scholier 1007 woorden 14 november keer beoordeeld

Vergelijkbare documenten
beat - beaten to beat: beat - beaten bit - bitten to bite: bit - bitten broadcast - broadcast to broadcast: broadcast - broadcast bought - bought

Onregelmatige werkwoorden

Je gebruikt de present continuous wanneer iets nu bezig of aan de gang is. Vaak staat er een woord als now of at the moment in de zin.

En nu weer Engels! EXERCISE 1: Leer de volgende onregelmatige werkwoorden:

irregular verbs onregelmatige werkwoorden

voltooid tegenwoordige tijd

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

A2 Grammatica Algemeen

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

Comics FILE 4 COMICS BK 2

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

> hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is. bevestigend vragend ontkennend

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate.

Stars FILE 7 STARS BK 2

Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1

Things to do before you re 11 3/4

Teksten van de liederen die gospelkoor Inspiration tijdens deze Openluchtdienst zingt.

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Introduced: Unit Word Kindergarten 1 and Kindergarten 1 I Kindergarten 1 like Kindergarten 1 the Kindergarten 2 a Kindergarten 2 see Kindergarten 2

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

BEAR. Do you need protection? A bear can help you, because it is big and stands for power. BEAVER

Deze tekst gaat over Engelse en Amerikaanse feesten. Ken je deze feesten?

In the classroom. Who is it? Worksheet

they stay they are staying they will stay Past Simple Past Continuous Future Continuous

onvoltooid verleden tijd

The first line of the input contains an integer $t \in \mathbb{n}$. This is followed by $t$ lines of text. This text consists of:

Vergaderen in het Engels

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book.

Read this story in English. My personal story

Free time! Better skills. Free time with Brenda and Brian. Worksheet

Hiphop Deze tekst gaat over hiphop. Wat is hiphop?

Grammatica overzicht Theme 5+6

Preschool Kindergarten

A2 Workshops Grammatica Heden

Het verschil met de zinnetjes uit les1 is dat deze zinnen ontkennende zinnen zijn.

Vertaling Engels Gedicht / songteksten

DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text.

3 vmbo-basis Theme 1 Grammar. Opfriscursus. 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar. Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8

The 10 funniest apologies

k ga naar school go to school

Fans talking about Martin

Antwoorden Engels Hoofdstuk 1 t/m 4

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord.

passive de lijdende vorm

It s all about the money Group work

Love & Like FILE 2 LOVE & LIKE BK 2

ENGELS GRAMMATICA 2 e KLAS

Malala Ken je Malala? Wat weet je al van haar?

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij

Hulpwerkwoorden (een selectie)

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

adverbs & adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

gerund or to+infinitive

Engels Basisgrammatica Door: Johann Behrens.

Grammar Book 1KGT. Name: Class:

Help! FILE 1 HELP! BK 2

Discover FILE 6 DISCOVER BK 2

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Toetsonderdeel R T1 T2 I Totaal aantal items Totaal aantal punten. Totaal percentage (%)

Martin Garrix and his fans

possessive determiners

It s all about the money Trade Fair trade

Appendix A: The factor analysis for the immersion questionnaire

betrekkelijke voornaamwoorden

Shopping. Questions. Worksheet. 1 read Bekijk goed wat er te koop is in de webwinkel van Ed Sheeran. Wat zou jij wel willen hebben?

Tip! Let op deze (of vergelijkbare) signaalwoorden: Past Simple. Wanneer gebruik je de past simple? Voorbeeld: Hele werkwoord + ed

ook (niet)

Schrijfvaardigheid engels

This evening on TV: Glee Lees de tekst en beantwoord de vraag. Waar speelt Glee zich af? This evening on TV: Glee. Fact sheet.

De ondernemende psychotherapeut (Dutch Edition)

1 zingen aanvangslied - Evangelische Liedbundel 218:1,2 = Samen in de naam van Jezus beamer Hemelhoog 399

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan.

DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD

De strijkende man: De man die het strijkwerk van Marina deed en haar wensen in vervulling liet gaan.

Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum?

LESBRIEF onderbouw. MUZIEK OP MAAT, hart voor muziek! Lego House. Ed Sheeran

Zet de volgende zinnen in de passive. Waar wenselijk geef je aan wie het gedaan heeft(". by".).

Wederkerende voornaamwoorden reflexive pronouns

You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships?

Choices elementary GRAMMAR

VOORZETSELS. EXERCISE 1 Bestudeer de bovenstaande voorzetsels en zinnen goed!

Example. Dutch language lesson. Dutch & German Language Education Pieter Wielick

You were living (enkelvoud + meervoud)

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2

Zondag 13 november Orgelspel. Koor zingt: Thanks be to our God

much, many, (a) little/few

Travel Survey Questionnaires

Handouts - lesson 4 - #dutchgrammar - 9 april the verb. het werkwoord. regular verb conjugation

!!!! Wild!Peacock!Omslagdoek!! Vertaling!door!Eerlijke!Wol.!! Het!garen!voor!dit!patroon!is!te!verkrijgen!op! Benodigdheden:!!

Angststoornissen en hypochondrie: Diagnostiek en behandeling (Dutch Edition) Click here if your download doesn"t start automatically

Lesvoorbereiding Song 4

Janne s 4 e engeltjesdag

Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting is extra)

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1007 woorden 14 november 2005 6.5 4 keer beoordeeld Vak Methode Engels Unicom Finals Unicom Finals Unit 1 & 2 THE WORDS: Tube ondergrondse According to volgens To get on instappen To get off uitstappen Walking distance loopafstand To rave verrukt zijn Gimmick trucje To traipse sjouwen Saturation point verzadigingspunt Keep your hair on even dimmen I ll hold you to that daar houd ik je aan Fair enough dat is redelijk Rare zeldzaam To accumulate verzamelen Literally letterlijk Mole mol Smelly vies Traffic jam verkeersopstopping Spectator toeschouwer To get a move on opschieten Hyper opgefokt To insist on staan op To fall over oneself zich uitsloven Scruffy sjofel Layabout nietsnut Proper passend To drive someone up the wall iemand razend maken Hassle ruzie To go on at tekeer gaan tegen To nag zeuren https://www.scholieren.com/verslag/32952 Pagina 1 van 8

Slight gering To get on your nerves op de zenuwen werken Actually daadwerkelijk To clap eyes on een blik werpen op Not my cup of tea niet mijn smaak All ears een en al oor Filthy smerig Gossip roddelpraat Rumour gerucht To dump someone iemand de bons geven Spoilt brat verwend nest High and mighty arrogant Vindictive rancuneus Evil-minded kwaadaardig Legless laveloos/dronken Mess troep, rotzooi Whirlwind wervelstorm To booze zuipen Flatly botweg Mean gemeen Generation gap generatiekloof Broadminded ruimdenkend Overprotective al te beschermend My foot! kom nou! Narrow-minded bekrompen To rant schreeuwen To go to the dogs naar de bliksem gaan Lack of gebrek aan Prepared bereid Row ruzie Stepfather stiefvader Into the bargain op de koop toe Lousy beroerd Mood humeur Gruff nors, kortaf At all hours zo laat Sense of responsibility verantwoordelijkheidsgevoel Obstinate koppig Pigsty varkensstal Adolescence puberteit You can stuff it je kunt me wat To ground huisarrest geven https://www.scholieren.com/verslag/32952 Pagina 2 van 8

To put up with accepteren Boundary grens Borough voorstad/wijk/buurt Source bron Embarkation inscheping Launch rondvaartboot Delight genot To obtain verkrijgen Sanction toestemming To convert veranderen Fortress fort Armoury wapenmagazijn To wed huwen To commit begaan Eventual uiteindelijk To release vrijlaten To condemn veroordelen Opulence weelde/rijkdom Frugal karig/mager/heel weinig THE IRREGULAR VERBS To awake awoke awoken ontwaken/wakker worden To bear bore borne dragen/verdragen To become became become worden To begin began begun beginnen To bend bent bent buigen To bet bet bet wedden To bind bound bound binden To bite bit bitten bijten To bleed bled bled bloeden To blow blew blown blazen/waaien To break broke broken breken To bring brought brought brengen To build built built bouwen To burst burst burst barsten To buy bought bought kopen To cast cast cast werpen/gooien To catch caught caught vangen To choose chose chosen kiezen To come came come komen To cost cost cost kosten To creep crept crept kruipen https://www.scholieren.com/verslag/32952 Pagina 3 van 8

To cut cut cut snijden/knippen To dig dug dug graven To do did done doen To draw drew drawn trekken/tekenen To drink drank drunk drinken To drive drove driven rijden/besturen To eat ate eaten eten To fall fell fallen vallen To feed fed fed (zich) voeden To feel felt felt (zich) voelen To fight fought fought vechten To find found found vinden To fly flew flown vliegen To forbid forbade forbidden verbieden To forget forgot forgotten vergeten To freeze froze frozen (be) vriezen To get got got krijgen/worden To give gave given geven To go went gone gaan To grow grew grown groeien To hang hung hung ophangen/hangen To have had had hebben To hear heard heard horen To hide hid hidden verbergen To hit hit hit raken/treffen/slaan To hold held held (vast) houden To hurt hurt hurt bezeren/pijn doen To keep kept kept houden/bewaren To know knew known weten/kennen To lay laid laid leggen To lead led led leiden To leave left left verlaten/vertrekken To lend lent lent lenen (aan) To let let let laten/verhuren To lie lay lain liggen To lose lost lost verliezen To make made made maken To mean meant meant betekenen/bedoelen To meet met met ontmoeten To pay paid paid betalen To put put put leggen/zetten To read read read lezen https://www.scholieren.com/verslag/32952 Pagina 4 van 8

To ride rode ridden rijden To ring rang rung bellen/klinken To rise rose risen opstaan/stijgen/rijzen To run ran run rennen/hardlopen To say said said zeggen To see saw seen zien To seek sought sought zoeken To sell sold sold verkopen To send sent sent zenden To set set set zetten To shake shook shaken schudden To shine shone shone schijnen To shoot shot shot schieten To show showed shown tonen To shut shut shut sluiten To sing sang sung zingen To sink sank sunk zinken To sit sat sat zitten To sleep slept slept slapen To smell smelt smelt ruiken To speak spoke spoken spreken To spend spent spent doorbrengen/besteden To stand stood stood staan To steal stole stolen stelen To strike struck struck slaan/staken To sweep swept swept vegen To swim swam swum zwemmen To take took taken nemen/brengen To teach taught taught leren/onderwijzen To tear tore torn scheuren To tell told told vertellen/zeggen To think thought thought denken/menen To throw threw thrown gooien To understand understood understood verstaan/begrijpen To wear wore worn dragen (van kleding etc.) To weep wept wept wenen/huilen To win won won winnen To write wrote written schrijven THE COMMUNICATIVE PHRASES Shall we go by bus or shall we take the tube? Zullen we met de bus gaan of nemen we de metro? https://www.scholieren.com/verslag/32952 Pagina 5 van 8

Most underground stations are cold and draughty. De meeste ondergrondsestations zijn koud en tochtig. Do you want to take the lift or use the escalators? Wil je met de lift, of nemen we de roltrappen. He is not very technically-minded, is he? Hij is niet erg technisch ingesteld, hè? I happen to be a real townsperson. Ik ben nu eenmaal een echt stadsmens. Is it a deal? Is het afgesproken? It s a fascinating thought, isn t it? Het is een boeiende gedachte, nietwaar? There s an interesting exhibition going on. Er wordt een interessante tentoonstelling gehouden. Take it easy! Rustig maar! It s really worth your while. Het is werkelijk de moeite waard. I think it s all a bit overdone. Ik vind het allemaal een beetje overdreven. Have you been in Trafalgar Square? Ben je op Trafalgar Square geweest? He was one of the world s greatest discoverers. Hij was een van de grootste ontdekkingsreizigers van de wereld. Times were different then. Dat waren andere tijden. He gave her a piece of his mind. Hij vertelde haar eens goed de waarheid. You don t have a problem with that, do you? Daar heb je toch geen moeite mee? You don t know which side your bread is buttered on. Je weet niet wat goed voor je is. It s the same old story. Het is altijd maar weer hetzelfde. You had to fend for yourself. Je moet zelf zien rond te komen. You re getting worked up about nothing. Je maakt je druk om niets. I have a paper round. Ik heb een krantenwijk. I should have called you first. Ik had je eerst moeten bellen. https://www.scholieren.com/verslag/32952 Pagina 6 van 8

Will you come and pick me up? Kom je me ophalen? That s a nice offer. Dat is een leuk aanbod. I m going to sleep late. Ik ga uitslapen. I m a bit short of cash. Ik heb niet al te veel geld. GRAMMAR SURVEY De simple present Vorm: Werkwoord + -s Werkwoord Bij he, she en it (en bij wat je daarvoor in de plaats kunt zetten): werkwoord + -s In alle andere gevallen: vorm zonder s 1) Chris speaks four languages. 2) What you see here is a very old carpenter s tool. 3) Scientists believe in research, don t they? Let op de spellingvariaties die voorkomen als een -s wordt toegevoegd: try hurry do tries hurries does go miss watch goes misses watches De simple present wordt gebruikt om aan te geven dat het gaat om: Een feit. Een gewoonte of steeds wederkerende handeling. Een vaststaand plan of een dienstregeling 1) This car uses a lot of petrol. 2) I take shower every morning. 3) My train leaves at nine. Feit Gewoonte Dienstregeling De present Continuous Vorm: am is + ing https://www.scholieren.com/verslag/32952 Pagina 7 van 8

are De present continuous wordt gebruikt om: aan te geven dat iets aan de gang is op het moment van spreken. toekomst aan te duiden (men is er eigenlijk dan nu al mee bezig). irritatie uit te drukken. De continuous wordt niet gebruikt met de werkwoorden: To see, to hear, to smell, to taste, e.d. (woorden gebruikt voor een zintuigelijke waarneming). To agree, to hope, to want, to understand, to believe, to love, to admire, e.d. (hebben betrekking op denken of voelen). https://www.scholieren.com/verslag/32952 Pagina 8 van 8