Radiotherapie Jaarverslag 2012. Universitair Medisch Centrum Groningen



Vergelijkbare documenten
Radiotherapie Jaarverslag 2013

Protonen Radiotherapie Een innovatie binnen handbereik

Radiotherapie Jaarverslag 2014

Prestatie-indicatoren NVRO V3.1

Radiotherapie Jaarverslag Universitair Medisch Centrum Groningen

klinisch fysicus i.o. radiotherapie

Proefpersoneninformatie

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Proefpersoneninformatie. Bestralings-geinduceerde hartschade meten d.m.v. het bepalen van bloedwaarden

ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN

Decentraal Incident Melden. Hoe gaat dit in de praktijk?

Proefpersoneninformatie

Beleidsdag ZOL 2 december Dr. Paul Bulens

Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting

Oncologisch Centrum Strategische doelstellingen ONCOLOGISCH CENTRUM ONCOLOGISCH HANDBOEK DEEL 1

Evolutie van 10 jaar oncologie:

Radiotherapie voor Gynaecologische tumoren. Dr. Remi A. Nout

Proefpersoneninformatie

Sneldiagnostiek in de oncologische zorg

Jaarverslag calamiteiten in de patiëntenzorg 2017

De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker

INDIVIDUELE PROFILERING

Hoge precisie radiotherapie in hoofd- en halsregio. Hoe en waarom?

Radiotherapie Jaarverslag 2015

Masterclass Veiligheidsmanagementsysteem

Dedicated schakeljaar oncologie

Over de NVKF. Richard Kamman, voorzitter. Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica

Radiotherapie. Inwendige bestraling van de vagina

EEN MEERJARIG BELEIDSPLAN MET SMART DOELSTELLINGEN

Samenvatting SAMENVATTING

NBCA: niet het hele verhaal

Casemanagement bij kankerpatiënten

Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie

STEREOTACTISCHE RADIOTHERAPIE IN NEDERLAND Connie de Pan SRT Symposium Lab NL november 2010

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker

Reglement Tumor- of themawerkgroep

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

Fellowship Technische Geneeskunde

MES-6 / Informatie voor en over Coassistenten

Onder een klacht verstaat het UMC Utrecht een uiting van onvrede over de kwaliteit van zorg, behandeling of dienstverlening.

Inleiding. Daarnaast is het gebruikelijk om in een jaarverslag de volgende aspecten op te nemen:

Kanker in het hoofd-halsgebied

Protonen Radiotherapie: nut en noodzaak. Marcel Verheij Afdeling Radiotherapie

PATIËNTENINFORMATIE STEREOTACTISCHE RADIOTHERAPIE

Radiotherapie Behandeling van een tumor (buiten de hersenen) met stereotactische radiotherapie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

Bestraling met protonen

Stereotactische bestraling bij uitzaaiingen in de wervelkolom

Stereotactische Radiotherapie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom. Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam

Domein 2 Academisch niveau

Stereotactische leverbestraling: De werkmethodes en onnauwkeurigheden: SRT Symposium Utrecht 2016

MR-LINAC: ZIEN WAAR JE STRAALT ANJA BETGEN, MSC SENIOR MEDISCH BEELDVORMINGS- EN BESTRALINGSDESKUNDIGE (MBB)

Opleiding Verpleegkunde Leerondersteuning Stage (LOS)

Communicatieplan

NVA BEROEPSNORMEN. Zorgprocessen

SEMINAR 4 NOVEMBER 2014

Improving radiation dose delivery for moving targets using image guidance Rooijen, D.C. van

Hoofd Bedrijfsvoering Radiotherapie LUMC - RdG

Handleiding Veiligheidsrondes

CO2- communicatieplan

Protonen therapie & hersentumoren

BELEIDSPLAN. Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

Kanker in het hoofd-halsgebied

1. FORMAT PLAN VAN AANPAK

Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker

Nupie 't Olifantje 85

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Jaarverslag klachtenfunctionarissen. en medewerkers servicecentrum patiënt & zorgverlener

Incidentie Hoofd Halskanker België. Radio(chemo)therapie voor hoofd-halstumoren: verleden-heden-toekomst

Samenvatting. Wat is protonenbestraling?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg

STARTNOTITIE AMSTERDAMS NETWERK ONCOLOGISCHE ZORG IN DE EERSTE LIJN

Alliantie Regionale TopZorg. Drie ziekenhuizen werken samen aan topzorg in Gelderland

Radiotherapie Medische Oncologie Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij slokdarmkanker

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Radiotherapie. Radiotherapie bij borstkanker

Nacontrole: scan goed, alles goed? Dr Tom J. Snijders Neuroloog, UMC Utrecht

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

ZORGCALAMITEITEN in het UMCG

Cardiotoxiciteit door radiotherapie. PROF. CAROLINE WELTENS Dienst Radiotherapie-Oncologie UZ Leuven

LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN

Radiotherapie. Inwendige bestraling van de baarmoederhals

Beeldvorming bij oligometastasen met nadruk op PET/CT. Presentatie. PET/CT voor detectie van metastasen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Belangrijkste punten van deze folder:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Cliëntenraad Reinier de Graaf JAARVERSLAG 2013

Palliatieve bestralingsbehandeling

Criteria voor registratie in het kwaliteitsregister voor radiodiagnostisch- en radiotherapeutisch laboranten

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

De impact en implementatie van de outsourcing op de bedrijfsvoering is als één van de 6 deelprojecten ondergebracht binnen het project outsourcing.

Transcriptie:

Radiotherapie Jaarverslag 2012 Universitair Medisch Centrum Groningen

Inhoudsopgave Voorwoord 4 1. Patiëntenzorg 6 1.1 Kwalitatief 7 1.2 Kwantitatief 14 2. Kwaliteit 16 2.1 Kwaliteit Management Systeem en patiëntveiligheid 17 2.2 Patiënttevredenheid 17 2.3 Patiëntenparticipatie 18 2.4 Incidentmeldingen en - analyse volgens de PRISMA-methodiek 19 2.5 Doorstroomtijden 22 2.5.1 Resultaten doorstroomtijden 22 2.5.2 Resultaten interval aanmelding en eerste consult 24 3. Onderwijs en opleiding 26 3.1 Onderwijs 27 3.2 Opleiding 28 4. Wetenschappelijke activiteiten 30 4.1 Noordelijke Refereeravonden Radiotherapie 31 4.2 Wetenschappelijke output 32 4.3 Promovendi 32 4.3.1 Lopende promoties 32 4.4 Klinische studies 34 2 5. Personeel & Organisatie 36 5.1 Samenstelling Dagelijks Bestuur 37 5.2 Samenstelling Management Team 37 5.3 Functies stafleden 37 6. Apparatuur en software 48

Bijlage A 52 A.1 Congres en/ of symposiumbezoek wetenschappelijk personeel 52 A.2 Congres en/of symposiumbezoek niet-wetenschappelijk personeel 56 Bijlage B 58 B.1 Publicaties in internationale tijdschriften 58 B.2 Abstracts and Posters 63 B.3 Voordrachten internationale congressen en symposia 64 B.4 Voordrachten overige bijeenkomsten 66 B.5 Honours en awards 67 3 Bijlage C 68 C.1 Overzicht apparatuur, inclusief de randapparatuur 68

Voorwoord 4

Groningen, september 2013 De afdeling Radiotherapie van het Universitair Medisch Centrum Groningen () wil de hoogst mogelijke kwaliteit van radiotherapeutische zorg leveren aan patiënten met kanker waarbij het welzijn en welbevinden van de patiënt op korte en lange termijn centraal staat. Daarnaast willen we bijdragen aan de kwaliteit van de radiotherapie in de toekomst door middel van opleiding, onderwijs, en wetenschappelijk onderzoek. Ook dit jaar werden er een aantal nieuwe ontwikkelingen gerealiseerd ter verbetering van de kwaliteit van de patiëntenzorg. Voor de behandeling van linkszijdige mamatumoren is bijvoorbeeld gestart met de toepassing van breath hold. Daarnaast is in de voorbereidingsprocedure voor patiënten met een tumor in het hoofdhalsgebied, de MRI geïntegreerd in de behandeling, en geïntroduceerd als standaard. Standaard werd er gebruik gemaakt van de plannings-pet-ct in de primaire setting en van de plannings-ct in de postoperatieve setting. Met behulp van MRI kan de afgrenzing van het doelgebied en de kritieke organen nu nauwkeuriger bepaald worden. Het afgelopen jaar is er tevens flink geïnvesteerd in het vervangen en upgraden van de lineaire versnellers (MLC-160). Er zijn twee afgeschreven versnellers vervangen en daarnaast zijn er twee lineaire versnellers extra aangeschaft voor de locatie Emmen. In september is op deze tweede locatie de eerste machine klinisch in gebruik genomen. Het werken op een tweede locatie brengt voor de medewerkers van de afdeling veel extra coördinatie met zich mee. Door papierlooswerken te introduceren in Emmen is een flinke stap gemaakt in het volledig digitaliseren van de werkprocessen op de afdeling Radiotherapie. Zonder de betrokkenheid en inzet van de medewerkers van de afdeling, is het onmogelijk de doelstellingen van de afdeling te realiseren. Het Bestuur wil dan ook een ieder bedanken die heeft bijgedragen de ambitieuze doelstellingen op het gebied van zowel patiëntenzorg, opleiding, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, te realiseren. 5 Bestuur Radiotherapie, Prof. dr. J.A. Langendijk Afdelingshoofd Radiotherapie Mevr. drs. F. Pit Manager Radiotherapie

1. Patiëntenzorg

1.1. Kwalitatief HOOFDHALS Geïntegreerde MRI met plannings PET-CT In de voorbereidingsprocedure voor patiënten met een tumor in het hoofdhalsgebied is de MRI geïntegreerd in de behandeling geïntroduceerd als standaard. Standaard werd er gebruik gemaakt van de plannings-pet-ct in de primaire setting en van de plannings-ct in de postoperatieve setting. Met behulp van MRI kan de afgrenzing van het doelgebied en de kritieke organen nu nauwkeuriger bepaald worden. Voorbeeld van een PET-MRI in het hoofdhalsgebied. 7 VMAT In 2012 is VMAT (Volumetric Modulated Arc Therapy) voor hoofdhalspatiënten beschikbaar gekomen op Linac E en F en is het bundelmodel voor MLC-160 VMAT in ontwikkeling. VMAT maakt het mogelijk om de bestralingstijd aanzienlijk te reduceren, wat leidt tot meer comfort voor de patiënten. Hiermee is een uitbreiding gerealiseerd van het aantal indicaties met gebruik van VMAT. Deformable Image Registration In 2012 is er een analyse gemaakt van de klinische toepassing van Deformable Image Registration (DIR) in de bestralingsplanning. DIR is de sleutel tot dosisaccumulatie ter bepaling van de Actual Given Dose. De analyse bestond uit een vergelijking tussen de inteken- en registratiesoftware. Tevens is er een advies uitgebracht op welke wijze DIR klinisch kan worden toegepast, met welke nauwkeurigheid, werklast en kosten. Dit advies heeft in 2013 geleid tot de aanschaf van een applicatie.

LONGEN IMRT en VMAT In 2012 is IMRT (Intensity Modulated Radiation Therapy) voor bestraling van patiënten met een longcarcinoom uitgebreid naar alle in opzet curatieve indicaties inclusief kleincellig longcarcinoom. Met de IMRT-techniek kan een betere dosisverdeling worden bereikt ten opzichte van conventionele 3D-technieken. Verder werden mogelijkheden voor de applicatie van VMAT (Volumetric Modulated Arc Therapy) bij longcarcinoom verkend, hetgeen tot besparing in behandeltijd per fractie zou leiden. De klinische invoering voor VMAT voor longtumoren staat gepland voor 2013. MAMMA Active Breath Control (ABC)-methode Begin 2012 is de afdeling gestart met behandelen van linkszijdige borstkankerpatiënten met de Active Breathing Coordinator van Elekta. Toepassing van Active Breath Control (ABC)-methode verlaagt de stralingsbelasting van het hart, waardoor de kans op hartschade afneemt. De ABC-methode werkt door de linker borst te bestralen tijdens inademing, waardoor de afstand tussen de borst en het hart wordt vergroot (zie onderstaande foto). Hierdoor komt er minder stralingsdosis in het hart. Voorbeeld van een CT plaatje met links een doorgeademde scan en rechts een ingeademde scan Stereotactische radiotherapie mammatumoren Bij een partial breast -bestraling wordt een beperkt gebied van de borst met hogere dosis bestraald. Een verkenning van de mogelijkheden van partiële borstbestraling op de Novalis wordt afgerond in 2013. 8 Positieverificatie mamma beschikbaar met Conebeam CT De toepassing van kv-beelden met behulp van Conebeam CT in de positieverificatie bij borstkankerpatiënten geeft een beter beeld, is nauwkeuriger en er is minder dosis nodig. In 2012 is daarom een werkwijze voor positieverificatie met kv-beelden opgesteld. Deze werkwijze is vanaf november 2012 geïmplementeerd.

PROSTAAT IMRT en VMAT Sinds 2011 worden alle curatieve prostaatkankerpatiënten met VMAT (Volumetric Modulated Arc Therapy) of, wanneer VMAT niet mogelijk is, met IMRT (Intensity Modulated Radiation Therapy) bestraald. Hiermee wordt, naast een gelijkblijvende kwaliteit van de dosisverdeling, een aanzienlijke besparing in behandeltijd bereikt. Naast dat dit voor de patiënt prettiger is, leidt dit ook tot een efficiënter gebruik van de linacs. Sinds december 2012 is VMAT ook beschikbaar gekomen voor prostaatkankerpatiënten in locatie Emmen. HEMATOLOGIE Advies en modernisatie TBI Voor Total Body Irradiation (TBI) werd gebruik gemaakt van een simulator in de voorbereiding en positieverificatie door middel van foto s tijdens de behandeling. Beide ondersteunende middelen worden uitgefaseerd in 2012 respectievelijk 2013. Het is een transplantatiecentrum waarvoor TBI beschikbaar moet blijven. Daarom is onderzocht wat nodig is om in de toekomst de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van Total Body Irradiation (TBI) als bestralingstechniek te kunnen waarborgen. Vanaf medio 2012 vindt de voorbereiding plaats door middel van CT in plaats van simulator. Daarnaast is positieverificatie op basis van beeldplaten, zoals gebruikt bij Radiologie, geschikt bevonden. Dit laatste komt medio 2013 beschikbaar. KINDERONCOLOGIE Werkgroep Kinderradiotherapie De behandeling van een kind op de afdeling Radiotherapie behoort tot de meest complexe zorg. Rond de zorg voor een kind met kanker zijn vaak meerdere disciplines betrokken, zowel medisch als paramedisch. De radiotherapeutische behandelingen zelf zijn in hoge mate geïndividualiseerd. In 2012 is de werkgroep Kinderradiotherapie op de afdeling Radiotherapie van het opgericht door Petra Hielema (radiotherapeutisch laborant), Hiske van de Weide (radiotherapeut-oncoloog), Wil Dolsma (radiotherapeut-oncoloog) en John Maduro (radiotherapeut-oncoloog). De vaste kern van de werkgroep bestaat uit een coördinator (vakinhoudelijk specialistisch laborant) en de radiotherapeut-oncologen met aandachtsgebied kinderoncologie. Daarnaast zijn alle subdisciplines van de afdeling Radiotherapie in de werkgroep vertegenwoordigd: mouldroomlaborant, CT-laborant, planningslaborant, linaclaborant, verificatielaborant, medewerker planbureau, medewerker patiëntenservice en klinisch fysicus. 9 De doelstelling van de werkgroep is het leveren van kwalitatief de beste zorg en begeleiding van kinderen, ouders en verzorgers op de afdeling Radiotherapie. Hierbij komen medisch inhoudelijke, vakinhoudelijke en organisatorische aspecten aan bod; het verbeteren van de informatievoorziening aan het kind en de ouders/verzorgers en optimale aansluiting op de gehele multidisciplinaire oncologische zorg rondom het kind. In januari 2012 is de kerngroep voor het eerst bijeengekomen en zijn de voorbereidingen gestart voor de oprichting van de werkgroep. Er is een plan van aanpak geschreven welke is goedgekeurd door het managementteam.

Het zorgpad is onder de loep genomen en de zaken die goed gaan, maar ook de problemen en knelpunten zijn geïnventariseerd. De coördinator heeft de (multidisciplinaire) contacten verbeterd met de pedagogisch medewerkers, medewerkers van de anesthesie en kinderoncologiepoli. De verbetering van de samenwerking is duidelijk merkbaar in de praktijk. Zo is er bijvoorbeeld vóórdat het kind op de mouldroom, CT of bestralingstoestel komt al contact geweest met de pedagogisch medewerker en de coördinator om de benadering van het kind voor te bespreken en het kind gericht voor te bereiden op de handeling die komen gaat. Wekelijks komt de kerngroep bijeen om de kinderen, die voor bestraling in aanmerking komen of bezig zijn met een bestraling, te bespreken. Hierin wordt overleg gepleegd over de indicatie, het behandelplan en de uitvoering van de voorbereiding en bestraling. De coördinator begeleidt het proces van de behandeling van het kind op de afdeling Radiotherapie; bijvoorbeeld de communicatie met de pedagogisch medewerker, leden van de werkgroep en zo nodig andere disciplines op de afdeling of daarbuiten. Sinds oktober 2012 komt de gehele werkgroep maandelijks bijeen. Onder voorzitterschap van de werkgroepcoördinator worden problemen en knelpunten besproken. Telkens wordt gestreefd naar formulering van duidelijke actiepunten om verbeteringen te bewerkstelligen. Voorbeelden van gerealiseerde verbeteringen zijn onder andere het vervaardigen van een werkboek met specifieke protocollen/werkafspraken, verbeteren van voorlichtingsmateriaal voor ouder en kind en verbetering van de samenwerking met de pedagogisch medewerkers en anesthesiemedewerkers. Sinds de oprichting van de kinderwerkgroep is de samenwerking tussen de verschillende disciplines, voor zowel binnen als buiten de afdeling sterk verbeterd. Er worden duidelijke afspraken gemaakt en er vindt betere communicatie plaats. De coördinator onderhoudt nauw contact met alle betrokken disciplines zowel binnen als buiten de afdeling. Op de werkvloer is de coördinator aanspreekpunt voor organisatorische en vakinhoudelijke vragen. INTRACRANIELE STEREOTAXIE Behandeling trigeminus neuralgie In 2012 zijn nieuwe stereotactische bestralingstechnieken geïntroduceerd en zijn de eerste patiënten behandeld. Het betreft hier de eenmalige bestraling met een zeer hoge dosis ter plaatse van de wortel van de 5e hersenzenuw bij patiënten met typische aangezichtspijn of trigeminus neuralgie, ook wel genoemd functional radiosurgery. Een andere nieuw geïntroduceerde techniek is de eenmalige bestraling met een hoge dosis van alleen het aangedane deel van een wervellichaam bij patiënten met wervelmetastasen, ook wel genoemd spinal radiosurgery. 10 GYNAECOLOGIE Multikanaals Delclos applicator In 2012 is er een multi-kanaals Delclos -type applicator in gebruik genomen voor gynaecologische brachytherapiebehandelingen. Deze applicator kan ingezet worden bij de behandeling van cervix-, vagina- en endometriumcarcinomen, indien er sprake is van tumoractiviteit in de distale vagina. De standaard Delclos applicator heeft centraal één kanaal. Via dit centrale kanaal wordt de bestralingsdosis gegeven. Omdat er slechts één kanaal is die geladen kan worden, is het maar zeer beperkt mogelijk om te sturen in het bestralingsvolume. Het voordeel van de multi-kanaals Delclos is

dat er naast het centrale kanaal, nu ook aan het oppervlak van de applicator kanalen aanwezig zijn die geladen kunnen worden. Daardoor kan er beter gestuurd worden in het bestralingsvolume. Hierdoor kan de tumordosis geoptimaliseerd worden, maar ook de organs at risk blijven meer gespaard. IMRT Na een doelmatigheidsonderzoek is het aantal indicaties, waarbij gebruik gemaakt wordt van IMRT, uitgebreid met bekken inclusief liesklieren. Het bundelmodel voor MLC-160 IMRT is in ontwikkeling. VIRTUEEL PROTONEN CENTRUM In het kader van de oprichting van een faciliteit voor protonentherapie aan het werd in augustus 2012 het Virtueel Protonen Centrum (VPC) opgericht. Het VPC is opgericht als projectgroep en maakt deel uit van PARTREC clinics (Particle Therapy Research Center). Alle geledingen zijn vertegenwoordigd binnen de projectgroep: radiotherapeuten, fysici, laboranten, onderzoekers; de vergaderfrequentie is één keer per maand. Het VPC richt zich voornamelijk op drie onderdelen: 1) klinisch wetenschappelijk onderzoek in verband met protonentherapie; 2) indicaties voor protonentherapie; 3) verwijsprocedure buitenland. Klinisch wetenschappelijk onderzoek Er zijn een aantal projectvoorstellen ingediend respectievelijk overgenomen, waarvan een deel al loopt en een deel in voorbereiding is. De meeste klinische projecten zijn gebaseerd op vergelijkende fotonen-protonen planningstudies op het gebied van hoofdhals, long, prostaat, en mammatumoren. Het onderzoek via het VPC stelt zich ten doel Normal Tissue Complication Probability - (en Tumor Control Probability -) modellen op te stellen en te verfijnen en aan de hand van deze modellen de meerwaarde van protonen in diverse subgroepen patiënten te onderzoeken. Verder wordt er onderzoek naar robuustheid (planstabiliteit bij veranderingen in de patiënt) van scanning-beam protonenplannen gedaan, omdat alle soorten van onnauwkeurigheid (positie; beweging; volumeveranderingen gedurende radiotherapie) een speciale aanpak bij protonentherapie vereisen. 11 Indicaties voor protonentherapie Aangaande indicaties voor protonentherapie is de inschatting besproken, welke patiënten in aanmerking zullen komen voor protonentherapie. Deze inschatting komt voort uit het businessplan voor de op te richten faciliteit en is verder gebaseerd op het CVZ-rapport (College van Zorgverzekeringen). Hierbij is rekening gehouden met de vier indicatiegroepen: standaard (protonen nu al geaccepteerd als standaardtherapie); potentieel (dosisescalatie met behulp van protonen in het kader van klinische studies te onderzoeken); model-based (voordeel protonentherapie voor individuele patiënt op basis van NTCP-modellen aangetoond); preventie secundaire tumoren. Tevens heeft het VPC door nauwe samenwerking tussen fysica en radiotherapeuten inbreng geleverd aangaande de technische specificaties van de beoogde faciliteit. Hierbij is speciaal gekeken naar de betekenis van het verwachte indicatiepatroon voor de configuratie van de apparatuur: bijvoorbeeld, aan welke eisen moet een bundel voldoen, als er statische doelvolumina dichtbij risicostructuren bestraald zullen gaan worden; aan welke eisen moet een bundel voldoen, als er bewegende tumoren in een omgeving met lage dichtheid zitten?

Verwijsprocedure buitenland De verwijsprocedure naar het buitenland deze is nodig totdat er protonenfaciliteiten in Nederland beschikbaar zijn is verder uitgewerkt en onder meer in het Landelijk Platform Protonentherapie besproken. Aanmelding patiënten voor vergelijkende planning Alle radiotherapeuten kunnen patiënten aanmelden voor een vergelijkende planning bij het VPC, om te laten zien of protonenbehandeling mogelijk voordeel op zou leveren bij een patiënt. Dit is vooralsnog puur virtueel, maar zo gauw er een faciliteit in Groningen beschikbaar is, zal mede via een dergelijke route aangevuld met NTCP-gegevens de indicatie voor daadwerkelijke protonentherapie gesteld worden. Tevens is er een maandelijkse VPC-bespreking ingericht op de dinsdag (open voor de hele afdeling). Op deze bespreking wordt na een kort klinisch verhaal over een patiënt het klinische fotonenplan naast een virtueel protonenplan getoond. Op deze manier ontstaat alvast een routine vooral bij radiotherapeuten en fysici voor de mogelijkheden en beperkingen van protonentherapie, waaruit dan wederom onderzoeksvragen voort kunnen komen. EMMEN De afdeling Radiotherapie van het heeft in 2012 in Emmen een tweede behandellocatie geopend. Het gebouw, dat gehuurd wordt van woningbouwvereniging Domesta, staat op het terrein van het Scheperziekenhuis en is via een luchtbrug verbonden aan het ziekenhuis. Op locatie Emmen zijn 2 behandelruimtes ingericht. Na installatie en commisioning is op 17 september de eerste patiënt behandeld (de tweede behandelruimte is in februari 2013 klinisch in gebruik genomen). De eerste plannen voor een tweede behandellocatie in Emmen ontstonden in 2006. Zuidoost- Drenthe is een dichtbevolkt gebied. Door in Emmen een locatie te vestigen kunnen veel patiënten dichterbij huis behandeld worden. Het radiotherapiecentrum in Emmen heeft grote meerwaarde voor oncologiepatiënten in Zuidoost-Drenthe en de regio Stadskanaal. Zij moesten tot voor kort gedurende één tot zes weken dagelijks meerdere uren reizen voor hun bestraling in het in Groningen. De reistijd maakte de soms toch al zware behandeling extra belastend. De behandeling in Emmen is van dezelfde hoge kwaliteit als in Groningen en volgens de geldende -standaard. De vestiging in Emmen is een onderdeel van de afdeling Radiotherapie van het en kwam tot stand in samenwerking met het Scheperziekenhuis. De afdeling maakt gebruik van een CT-scan en laboranten van het Emmense ziekenhuis als voorbereiding op de bestraling. Ook onder andere ten aanzien van de aanvraag van laboratoriumbepalingen, levering van medicijnen door de apotheek, de eventuele inzet van diëtisten, de bedrijfshulpverlening en facilitaire zaken wordt gebruik gemaakt van de diensten van het Scheperziekenhuis. 12 In het nieuwe radiotherapiecentrum in Emmen bieden radiotherapeut-oncologen, laboranten en medewerkers zorgadministratie en patiëntenservice van het dagelijks radiotherapeutische zorg aan patiënten. Afhankelijk van de indicatie, de capaciteit, het postcodegebied en de wens van de patiënt, worden patiënten ingepland voor bestraling en/of follow-up in Emmen. Op verschillende dagen doen verschillende radiotherapeuten met verschillende aandachtsgebieden spreekuur. De artsen nemen tevens deel aan de MDO s (multidisciplinaire overleggen) in het Scheperziekenhuis en het Bethesda ziekenhuis in Hoogeveen.

Doordat er op locatie gewerkt wordt, was een digitale werkwijze in Emmen een voorwaarde. Hiervoor was het nodig dat er in 2012 een glasvezelverbinding tot stand kwam tussen het en de locatie Emmen. De werkprocessen zijn dusdanig aangepast dat vanaf 17 september 2012 ook daadwerkelijk digitaal gewerkt kon worden. De ICT- en telefonieomgeving in Emmen is identiek aan die in het. In de loop van 2013 zal de bezetting van de toestellen, de inzet van personeel en de werkwijze in Emmen voortdurend gemonitord worden om zo efficiënt mogelijke inzet van mens en middelen te realiseren. 13

1.2. Kwantitatief Teletherapie De (gewogen) productie teletherapie (7.247 T2-equivalenten) ligt bijna 7% onder de begroting van 2012 en is 4% lager dan de productie in 2011. Het totaal aantal gerealiseerde teletherapie behandelingen komt in 2012 uit op 3.837 (3.999 in 2011). Er is geen direct aanwijsbare reden voor de terugloop van productie teletherapie in 2012. De productie teletherapie laat de afgelopen jaren een grillig verloop zien (in 2011 was er sprake van een enorme stijging). De verwachting is dat de productie zich in 2013 zal stabiliseren. Tabel 1 Overzicht productie 2012 teletherapie Ongewogen Gewogen Totaal aantal behandelingen Totaal aantal T2-equivalenten Omschrijving T1 T2 T3 T4 Totaal T1 T2 T3 T4 Totaal Realisatie 2012 1.038 587 55 2.157 3.837 311 587 94 6.225 7.247 Afspraak 2012 1.039 634 146 2.266 4.085 312 634 248 6.571 7.765 % realisatie versus afspraak 2012 100% 93% 38% 95% 94% 100% 93% 38% 95% 936% Realisatie 2011 1.041 624 121 2.213 3.999 312 624 206 6.418 7.560 Groei 2012 t.o.v. 2011 100% 94% 45% 97% 96% 100% 94% 45% 97% 96% Brachytherapie De (gewogen) productie brachytherapie (349 B2-equivalenten) ligt ruim 1% onder de begroting van 2012 en is 36% hoger dan de productie in 2011. Het totaal aantal gerealiseerde brachytherapie behandelingen komt in 2012 uit op 237 (157 in 2011). De toename van het aantal brachytherapie behandelingen ligt vooral in aanpassing van de protocollaire behandeling. Tevens worden er voor bepaalde brachytherapie behandelingen patiënten van uit het RIF (Leeuwarden) en de ISALA kliniek (Zwolle) doorverwezen naar het UMC Groningen voor behandeling. 14 Tabel 2 Overzicht productie 2012 brachytherapie Ongewogen Gewogen Totaal aantal behandelingen Totaal aantal B2-equivalenten Omschrijving B1 B2 B3 B4 Totaal B1 B2 B3 B4 Totaal Realisatie 2012 125 28 77 7 237 88 28 177 57 349 Afspraak 2012 76 18 102 6 202 53 18 235 49 354 % realisatie versus afspraak 2012 164% 156% 75% 117% 117% 164% 156% 75% 117% 99% Realisatie 2011 68 23 60 6 157 48 23 138 49 257 Groei 2012 t.o.v. 2011 184% 122% 128% 117% 151% 184% 122% 128% 117% 136%

2. Kwaliteit 15

16 2. Kwaliteit

2.1 Kwaliteit Management Systeem en patiëntveiligheid Sinds januari 2008 is de afdeling Radiotherapie van het gecertificeerd voor zowel de patiëntenzorg, onderwijs als ook wetenschappelijk onderzoek volgens de normen van het HKZ- Certificatieschema Centra/Afdelingen voor Radiotherapie en NEN-EN-ISO 9001. Hiermee beschikt de afdeling over een bewezen goed functionerend kwaliteitsmanagementsysteem. Dit betekent dat de afdeling: de zaken intern goed op orde heeft; de klant (patiënt) principieel centraal stelt; betrouwbare resultaten presenteert; voortdurend werkt aan het verbeteren van de zorg- en dienstverlening. In juni 2010 heeft de afdeling haar eerste certificaat ontvangen voor haar veiligheidsmanagementsysteem conform de basiseisen in de NTA 8009. Met een goed functionerend veiligheidsmanagementsysteem zorgt de afdeling voor een veilige werkomgeving voor zorgprofessionals en wordt er structureel gewerkt aan het verminderen en voorkomen van onbedoelde vermijdbare schade bij patiënten. In november 2012 heeft de periodieke externe audit plaats gevonden. Tijdens de audit is beoordeeld of de scope kon worden uitgebreid met de tweede behandellocatie in Emmen. Het HKZ/ISOcertificaat en het VMS/NTA-certificaat zijn beiden verlengd met uitbreiding van de scope met de tweede behandellocatie in Emmen. 2.2 Patiënttevredenheid 17 In 2012 zijn alle patiënten na hun laatste bestraling gevraagd een patiëntervaringsenquête in te vullen met betrekking tot hun behandeling op de afdeling Radiotherapie. In figuur 1 (zie volgende pagina) staan de resultaten per vragenset van deze enquête. Voor het opstellen van verbetermaatregelen wordt gebruik gemaakt van onderstaande vuistregels: Voor ontevreden geldt dat het percentage niet meer dan 5% mag zijn. Voor redelijk tevreden geldt dat het percentage niet meer dan 15% mag zijn. Voor duidelijk tot zeer tevreden hoort het percentage rond de 80 % te liggen.

100% 95% 90% 85% 80% Bejegening en behandeling door polikliniekmedewerkers Ontvangst op polikliniek Informatie Bejegening en behandeling door artsen Zelfstandigheid/respept Nazorg 75% 70% 2009 juli-sept 2010 okt-dec 2010 jan-mrt 2011 apr-juni 2011 juli-sept 2011 jan-mrt 2012 apr-juni 2012 juli-sept 2012 Figuur 1 Overzicht tevredenheidspercentages van patiënten De nazorg blijft ook in 2012 net onder de 80%-norm scoren. Begin 2012 heeft Radiotherapie interviews gehouden met patiënten over hun ervaring met de nazorg op de afdeling. Hieruit zijn enkele verbeterpunten gekomen, waaraan wordt gewerkt. 2.3 Patiëntenparticipatie Website In 2012 is een patiëntenraadpleging uitgevoerd in samenwerking met Zorgbelang Groningen over de website van de afdeling: www.radiotherapiegroningen.nl. Naar aanleiding van deze raadpleging zijn verbeterpunten opgesteld om de website beter te laten voldoen aan de wensen van patiënten en hun naasten. Klankbordgroep Protonenfaciliteit Groningen Het Universitair Medisch Centrum Groningen wil een faciliteit voor protonentherapie gaan bouwen en is hierover in gesprek met diverse belanghebbenden. Het betreft een hospital-based faciliteit op het terrein van het en zal integraal onderdeel zijn van het UMC Groningen Cancer Center. Op deze manier wordt voorzien in een optimale inbedding in de multidisciplinaire tumorwerkgroepen en een goede integratie in bestaande infrastructuren en zorgtrajecten. Bovendien zal een hospital-based faciliteit verbeteringen op het gebied van ontwikkeling en implementatie van medische producten stimuleren, zodat patiënten die kanker hebben langer in goede gezondheid kunnen leven. Samen met partners, welke behoren tot de internationale top, zijn de krachten gebundeld in zorg, onderzoek, onderwijs en (technologie) ontwikkeling om de realisatie en verdere ontwikkeling van protonentherapie in Nederland te versnellen. Om ook patiënten te betrekken bij de praktische uitwerking van een protonenfaciliteit in Groningen is de Klankbordgroep Protonenfaciliteit Groningen opgezet. Na een voorlichting hebben zich elf patiëntenorganisaties aangemeld om te participeren in de Klankbordgroep. Het betreft patiëntenorganisaties, wiens patiënten straks in aanmerking komen voor bestraling met protonen. Samen met deze Klankbordgroep wil de afdeling Radiotherapie komen tot een goed functionerend en patiëntvriendelijke faciliteit vanuit patiëntenperspectief. Voorbeelden van thema s waarover de Klankbordgroep zal meedenken zijn: de informatievoorziening, het zorgtraject bij verwijzing voor protonenbehandeling naar het buitenland en bouw, inrichting en verblijf. 18

2.4. Incidentmeldingen en -analyse volgens de PRISMA-methodiek Sinds februari 2007 maakt de afdeling Radiotherapie gebruik van het systeem van incidentenregistratie en analyse volgens de PRISMA 1 -methodiek. De afdeling hanteert de volgende definitie voor een incident dat gemeld moet worden: Een incident is alles wat (potentiële) schade oplevert (of kan opleveren) voor de patiënt of medewerker. 1 PRISMA = Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analyses In 2011 zijn we gestart met digitaal incidentmelden in het ziekenhuisbreed IMS (Incident Melding Systeem) van het. De PRISMA-analyses worden ook in dit systeem gedaan. In 2012 zijn er 367 incidentmeldingen ontvangen door de DIM 2 - Radiotherapie. In vergelijking met de jaren 2007-2011 (2065 meldingen in 59 maanden, gemiddeld 420 meldingen per jaar) is dit aantal lager, maar hoger dan in het eerste jaar van het digitaal incidentmelden (329 meldingen in 2011). Het lagere aantal incidentmeldingen in 2011 en 2012 dan gemiddeld, kan veroorzaakt zijn door de overstap van melden op papier naar het digitale incidentmelden. Toch blijft de meldingsbereidheid op de afdeling op een goed niveau. Na het uitvoeren van PRISMA-analyses van 367 incidentmeldingen zijn in totaal 726 basisoorzaken gevonden. In onderstaande figuur is de verdeling van de basisoorzaken weergegeven in classificaties: menselijk, organisatorisch, technisch of patiënt gerelateerd. Ten opzichte van 2011 en 2010 blijkt het aandeel organisatorisch bijna identiek te zijn namelijk 12% (in 2011 en 2010: 13% resp. 12%), terwijl menselijk opnieuw, net als in 2011, verder is toegenomen tot 81% (2011: 79%, 2010: 74%). Figuur 2 Classificatie van de basisoorzaken -RT 2012 (726 basisoorzaken) 2 DIM = Decentrale Incidenten Melding-Commissie. 19 Organisatorisch 12% Menselijk 81% Technisch 4,3% Patiënt 2,1% x 0,8%

Calamiteit Er is in 2012 (net als in de periode 2008-2011) geen calamiteit geweest (een calamiteit is een incident met een dodelijke afloop of ernstig schadelijk gevolg voor de patiënt). Risicoclassificatie De risicoclassificatie van een incidentmelding wordt bepaald met behulp van een risicomatrix in het IMS-systeem. Afhankelijk van de gevolgen en de waarschijnlijkheid van herhaling komt de volgende risicoclassificatie tot stand: Klein: geen actie vereist Middel: bespreek in vergadering Ernstig: voer bij voorkeur een analyse uit en bespreek in vergadering Zeer ernstig: moeten direct aan de direct leidinggevende en dienstdoende directeur worden gemeld in verband met melding aan de inspectie Gezondheidzorg Calamiteit: moeten direct aan de direct leidinggevende en dienstdoende directeur worden gemeld in verband met melding aan de inspectie Gezondheidzorg. Tabel 3 Incidentmeldingen 2012 2011 Ernst Aantal (%) Aantal (%) Klein 306 (83,4) 285 (86,6) Middel 60 (16,3) 43 (13,1) Ernstig 1 (0,3%) 1 (0,3) Zeer ernstig - - - - Calamiteit - - - - De afdeling radiotherapie analyseert alle incidentmeldingen onafhankelijk van het risico. Er is in 2012 (net als in 2011) slechts één incidentmelding geweest die met behulp van bovenstaande ziekenhuisbreed gehanteerde risicoclassificatie als ernstig kan worden beschouwd. Incidenten en bijna-incidenten Als een incidentmelding heeft geleid tot een afwijkende patiëntbehandeling dan is het een incident. Als een incident géén gevolgen heeft voor de patiënt (bijvoorbeeld doordat het tijdig hersteld is), dan wordt het als een bijna-incident beschouwd. In 2012 was 68 % van de incidentmeldingen een bijna-incident (2011: 69%). Over de periode 2007-2012 is dit aandeel ook: 68%. 20 Figuur 3 (Bijna)incidenten 2012 Bijna incident 68% Incident 32 %

Voorgestelde maatregelen De analyse van de basisoorzaken in combinatie met de frequentie van bepaalde type incidentmeldingen, heeft voor 2012 geresulteerd in 56 voorgestelde maatregelen ter verbetering. Op de verslagdatum zijn deze voorgestelde maatregelen nog in bewerking. Een groot aantal van deze voorgestelde maatregelen zijn al tussentijds geëffectueerd. Van de overige voorstellen moeten nog besproken worden hoe de realisatie het beste kan plaatsvinden. Er zijn geen incidentenmeldingen naar de CIM 3 gedaan. Herstel van (bijna)incidenten 18% van de (bijna)incidenten zijn hersteld. In 2011 was dat 29%. Het herstel vond in 80% van de gevallen plaats door niet-geplande herstelacties (53 keer). Van deze 53 niet-geplande herstelacties kwamen 46 tot stand door menselijke interventie (87%). 3 CIM = Centrale Incidenten Melding-Commissie Terugkoppeling Door de DIM-leden worden de voor de eigen geleding relevante incidenten teruggekoppeld in het werkoverleg. De rapportages van de DIM worden na goedkeuring door het managementteam en bestuur gepubliceerd op het intranet van de afdeling. Voor elke voorgestelde maatregel wordt een contactpersoon benoemd. De voortgang van de realisatie van een maatregel wordt teruggekoppeld in de jaarrapportage. De status van alle verbetermaatregelen is ook op intranet te raadplegen. Voor maatregelen waarvoor een snelle interventie gewenst is wordt gebruik gemaakt van email. Ziekenhuisbreed IMS (Incident Melding Systeem) en samenwerkingsverband PRISMA-RT In 2011 is het digitale melden in gebruik genomen. Er is een verbinding tussen de database van het en de database van PRISMA-RT. Sinds 2007 is de afdeling lid van PRISMA-RT, een landelijk samenwerking in verenigingsverband tussen 18 afdelingen Radiotherapie (zie www. prisma-rt.nl). Het type en aantal basisoorzaken, het (werk)proces waarop de melding betrekking heeft en de contextvariabelen van de geanalyseerde incidentmeldingen worden ook in de centrale PRISMA-RT database opgeslagen, zodat de analyses van de incidentmeldingen vergeleken kunnen worden met andere instituten. Alle meldingen in PRISMA-RT zijn (uiteraard) geanonimiseerd. Scholing en onderwijs DIM-leden hebben in 2012 een nascholingsbijeenkomst van PRISMA-RT bijgewoond in Utrecht. Ook hebben vijf DIM-leden deelgenomen aan een landelijk betrouwbaarheidsonderzoek met betrekking tot de classificatie van basisoorzaken. Eén lid van de DIM is als docent betrokken bij de tweedaagse Wenckebach-cursus: Patiëntveiligheid. 21 Introductie nieuwe medewerkers Nieuwe medewerkers van de afdeling Radiotherapie krijgen in het inwerkprogramma standaard een introductie in het kwaliteitssysteem van de afdeling. Eén van de DIM-leden geeft daarbij ook een toelichting op het incidentmeldingsysteem en veilig incidentmelden.

2.5 Doorstroomtijden Door de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) zijn normen opgesteld voor doorstroomtijden. De doorstroomtijd is de tijd tussen de aanmelding van de patiënt en de eerste bestraling. De volgende streefnormen worden gehanteerd door de NVRO voor de doorstroomtijden: Acute indicaties (bijvoorbeeld dreigende dwarslaesie) 1 dag Subacute indicaties (bijvoorbeeld botmetastasen met pijnklachten) 7 dagen, maximaal 10 dagen Overige indicaties (standaard) 21 dagen, maximaal 28 dagen. De NVRO-norm schrijft voor dat in 80% van de gevallen aan de bovengenoemde streefnormen moet zijn voldaan. De afdeling Radiotherapie van het heeft als doelstelling om in 90% van de gevallen te voldoen aan de bovenstaande norm. 2.5.1 Resultaten doorstroomtijden In 2012 was het gecorrigeerde 4 percentage gemiddeld 100% voor de acute indicaties, 79% voor de subacute indicaties en 92% voor de overige indicaties. De gemiddelde doorstroomtijd was voor acute indicaties 0,3 dagen, subacute indicaties 5,6 dagen en voor overige indicaties 13,9 dagen. Tabel 4 Doorstroomtijden (in dagen) 22 Aantal dagen doorstroomtijd Indicatie 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 2012 2012 2012 2012 Acute indicaties n/b 0,3 0,2 0,3 Subacute indicaties n/b 6,5 5,3 5,4 Standaard indicaties n/b 15,2 13,6 13,3 Standaarddeviatie acute indicatie n/b 0,5 0,4 0,5 Standaarddeviatie subacute indicatie n/b 5,2 3,4 3,9 Standaarddeviatie standaard indicatie n/b 12,3 6,7 6,9 4 De afdeling Radiotherapie hanteert twee normen, de ongecorrigeerde norm betreft het percentage patiënten dat binnen de norm wordt behandeld ongeacht de oorzaak. En de gecorrigeerde norm, waarbij de oorzaken die buiten de afdeling Radiotherapie liggen niet worden meegerekend, bijvoorbeeld een patient die eerst op vakantie wil, of een complicatie heeft na chemotherapie waardoor radiotherapie wordt uitgesteld.

Figuur 4 Overzicht percentage binnen de NVRO-norm interval aanmelding en eerste bestraling voor indicaties en radicale/curatieve indicaties Subacute indicaties 100 80 Gemiddelde 83% 60 40 20 0 82% 87% 99% 79% 63% 86% 2010 2011 2012 Q1 2012 Q2 2012 Q3 2012 Q4 Gecorrigeerde subacute indicaties Standaard indicaties 100 80 60 Gemiddelde 80% 23 40 20 83% 0 2010 Acute indicaties 90% 2011 93% 2012 Q1 92% 2012 Q2 86% 2012 Q3 98% 2012 Q4 Gecorrigeerd standaard indicaties 100 Gemiddelde 100 % 80 60 40 20 0 100% 2010 100% 2011 100% 2012 Q1 100% 2012 Q2 100% 2012 Q3 100% 2012 Q4 Gecorrigeerd acute indicaties

2.5.2 Resultaten interval aanmelding en eerste consult De norm voor het interval tussen aanmelding en het eerste consult is gesteld op 7 dagen voor subacute indicaties en 10 dagen voor standaard indicaties voor 90% van de gevallen. In tabel 5 worden de gecorrigeerde percentages patiënten binnen deze norm weergegeven en in tabel 6 de doorstroomtijden in dagen. In 2012 was het gecorrigeerde percentage gemiddeld 100% voor de acute indicaties, 88% voor de subacute indicaties en 93% voor de overige indicaties. De gemiddelde doorstroomtijd was voor acute indicaties 0,1 dagen, subacute indicaties 4,3 dagen en voor overige indicaties 5,9 dagen. Tabel 5 Overzicht gecorrigeerd percentage binnen de norm interval aanmelding en eerste consult. De norm is gesteld op één week. Indicatie Percentage binnen de norm 1ste kwartaal 2de kwartaal 3de kwartaal 4de kwartaal 2012 2012 2012 2012 Acuut 100% 89% 100% 100% Subacuut 85% 86% 89% 88% Standaard 92% 85% 98% 93% Tabel 6 Doorstroomtijden (in dagen) Indicatie Percentage binnen de norm 1ste kwartaal 2de kwartaal 3de kwartaal 4de kwartaal 2012 2012 2012 2012 Acute indicaties n/b 0,0 0,1 0,2 Subacute indicaties n/b 4,8 4,3 4,1 Standaard indicaties n/b 6,1 5,6 6,2 24 Standaarddeviatie acute indicatie n/b 0,9 0,3 0,4 Standaarddeviatie subacute indicatie n/b 3,5 3 3,3 Standaarddeviatie standaard indicatie n/b 6,7 3,5 4,5

25

3. Onderwijs en opleiding

3.1 Onderwijs Coassistenten In 2011 is de weg ingeslagen naar een meer actieve rol van de coassistenten in de stage op de afdeling Radiotherapie. Een vast rooster is verlaten; de coassistenten stellen zelf de stage samen, wat door inzicht in de roosters en agenda goed mogelijk is. Deze nieuwe werkwijze wordt over het algemeen als positief ervaren. In 2012 is deze verder geoptimaliseerd door een verdere verfijning van de introductie en voorbereiding van de coassistent. Het aantal coassistenten in de M1 fase bedroeg in 2012 dertien (de maximale capaciteit is 16 studenten). Het keuzecoassistentschap van zowel 6 en 14 weken en de wetenschapsstage is ook in 2012 aangeboden. Hierbij wordt voor iedere coassistent een individueel programma gemaakt. Eén coassistent heeft de 6-wekenstage gevolgd. Medische studenten De medewerking aan het onderwijsprogramma voor medisch studenten is gecontinueerd. Naast het leveren van tutoren, coaches en colleges door de afdeling Radiotherapie in 2012, is gestart met deelname aan het keuzecursusprogramma voor 3e jaars studenten. De mogelijkheid om de wetenschappelijke jaaropdracht te begeleiden is gecontinueerd. Beta-studenten Er zijn colleges Medical Physics for Radiation Oncology verzorgd voor studenten Biomedische Technologie (BMT) aan de RUG en er is meegewerkt aan de stagebegeleiding van 1 student Technische Geneeskunde aan de Universiteit Twente. Daarnaast zijn er 4 natuurkunde/bmtstudenten geweest, die een afstudeer- of stageopdracht hebben uitgevoerd op de afdeling. Deskundigheidsbevordering docenten In 2011 is duidelijk geworden dat de docentrol medisch onderwijs richting BKO (Basis Kwalificatie Onderwijs) voorlopig niet van toepassing is op de stafleden van de afdeling. In 2012 was er aandacht voor de verhoging van de efficiency van stafleden in het onderwijs met eventuele ondersteuning door andere organisatieonderdelen en een eventuele herverdeling van taken. Op deze manier zijn meer stafleden inzetbaar. 27 Internationale cursus NTCP-modelling Eén van de centrale onderzoeksthema s is normale weefselschade. Onderdeel van dit thema is de ontwikkeling van Normal Tissue Complication Probability (NTCP) modellen. In 2012 is daarom door 2 docenten bijgedragen aan een ESTRO-cursus Quantitative Methods in Radiation Oncology: Models, Trials and Clinical Outcomes.

3.2 Opleiding Opleiding tot radiotherapeut-oncoloog In 2012 zijn twee AIOS in de opleiding tot radiotherapeut-oncoloog ingestroomd. Twee AIOS hebben hun opleidingsdeel in het RIF gevolgd. In totaal waren in 2012 verspreid over het jaar acht AIOS op de afdeling Radiotherapie. Verder is in 2012 een sollicitatieronde uitgezet voor de werving van de instroom voor 2013. De samenwerking met het RIF heeft verder vorm gekregen door een halfjaarlijks overleg tussen de opleider en plaatsvervangend opleider van het RIF en het. Bij dit overleg worden onder meer de overdrachtsdocumenten besproken van de van stageplaats wisselende AIOS. De inhoud van de opleiding is nu geheel gemoderniseerd en competentiegericht. AIOS houden een individueel opleidingsplan (IOP) actueel en in overleg met de opleider worden verbeter- en ontwikkelingstrajecten uitgezet. Verder werkt de kwaliteitszorgcyclus van het opleidingsproces via plannen van aanpak. De uitkomsten van de plannen van aanpak worden besproken in de opleidingsvergaderingen en opleidersgroepvergaderingen. Verder is in 2012 begonnen met de klinische thema s uit het lijnleren te beschrijven in de EPAstructuur (Entrustable Professional Activities), waarbij de AIOS in toenemende mate van zelfstandigheid de activiteiten uit deze thema s uitvoeren. Naar verwachting is de afronding en de implementatie van dit traject gereed in 2013 en zal dan opgenomen zijn in het lokale opleidingsplan. Opleiding tot klinisch fysicus In 2012 heeft één KLIFIO (KLinisch Fysicus In Opleiding) een eindtoetsingsgesprek gehad met de toetsingscommissie van de Stichting OKF (Opleiding Klinische Fysica). Naar aanleiding van dit gesprek is de opleiding met succes voltooid met een registratie. Eind 2012 waren drie KLIFIO s in opleiding in het. In 2012 is er geen nieuwe opleidingsplek KLIFIO in opleiding voor het werkterrein radiotherapie toegekend aan de afdeling. Voor een periode van 9 maanden is er in 2012 één KLIFIO gedetacheerd geweest in de Isala Klinieken te Zwolle. Een tweede KLIFIO is voor een periode van 8 maanden in het RIF te Leeuwarden gedetacheerd. De opleider heeft beide KLIFIO s enkele keren bezocht tijdens deze detacheringsperiode om op de hoogte te blijven van hun voortgang. Per 1 januari 2013 zal er in het Medisch Spectrum Twente (MST) te Enschede één KLIFIO voor een periode van 8 maanden gedetacheerd zijn in het kader van de opleiding. Dit is een nieuwe detacheringplaats en is in 2012 voorbereid middels onder andere een detacheringsovereenkomst en een bezoek. 28 De systematiek voor het geven van feedback door de verschillende klinisch fysici, die bij de opleiding betrokken zijn, aan de individuele KLIFIO is verder gecontinueerd en gebeurt nu ook op de verschillende detacheringsplaatsen. Na een presentatie van een KLIFIO wordt er altijd een individuele feedback gegeven. De vorderingen in de opleiding worden met regelmaat besproken, individueel samen met de plaatsvervangend opleider en eventueel in bijzijn van een klinisch fysicus, met wie de KLIFIO in de afgelopen periode veel heeft samengewerkt. Daarnaast ook plenair, tweewekelijks met alle KLIFIO s tesamen.

De KLIFIO maakt elk half jaar een voortgangsverslag voor de Toetsingcommissie van de Stichting OKF (Opleiding Klinische Fysica). Dit voortgangsverslag kan gezien worden als een portfolio van de KLIFIO. Opleiding tot physician assistant In september 2012 zijn 2 radiotherapeutisch laboranten gestart met de opleiding tot physician assistant (PA). Met de mogelijkheid voor deze opleiding wil de afdeling, ervaren en getalenteerde radiotherapeutisch laboranten groeimogelijkheden bieden. Bepaalde aan de patiëntenzorg gerelateerde taken, die nu worden uitgevoerd door radiotherapeut-oncologen en/of klinisch fysici, kunnen straks worden gedaan door de PA. Samenwerking met de MBRT De afdeling Radiotherapie leidt jaarlijks studenten van de HBO-MBRT op in de praktijk. In 2012 zijn twee 3e jaars duaal studenten werkzaam geweest binnen de afdeling en hebben vijf voltijd studenten een stage van 20 weken gelopen. Alle studenten worden opgeleid volgens het competentiegericht onderwijs en zijn gekoppeld aan een vaste werkbegeleider. Alle werkbegeleiders hebben een cursus werkbegeleiding gevolgd. In 2012 hebben drie groepen van 4e jaars studenten van de HBO-MBRT een afstudeerproject op de afdeling uitgevoerd. De drie groepen bestonden uit drie studenten per groep en werden begeleid door een opdrachtgever en eventueel een laborant met affiniteit voor onderzoek. De specialistisch laborant onderwijs is een bevoegd praktijkbegeleider en is lid van de Werkveld Advies Commissie van de HBO-MBRT. Deze commissie komt twee keer per jaar bijeen en geeft de HBO-MBRT advies over beleidszaken, voordat deze definitief worden. Ook gaat de specialistisch laborant twee keer per jaar naar een praktijkbegeleidersoverleg, welke wordt voorgezeten door de stagecoördinator van de MBRT. Op aanvraag van de MBRT is er in 2013 door een laborant een gastcollege Stereotaxie gegeven aan 2e jaars MBRT-studenten. Ook zijn er drie avonden praktijklessen gegeven aan 2e jaars MBRTstudenten door laboranten met als thema de route van de patiënt, waarbij de nadruk lag op het positioneren van de patiënt. Daarnaast hebben twee laboranten op de MBRT praktijkassessments afgenomen bij 1e en 2e jaars MBRT-studenten. 29

4. Wetenschappelijke activiteiten

4.1 Noordelijke Refereeravonden Radiotherapie In 2012 heeft de afdeling Radiotherapie van het de volgende noordelijke refereeravond georganiseerd. Op 18 september 2012 vond er de refereeravond plaats met als thema: De geriatrische oncologische patient. Het programma bestond uit de volgende presentaties: 1. Chromosomen, veroudering en kanker Spreker: Prof. dr. P.M. Lansdorp, wetenschappelijk directeur European Research Institute on the Biology of Ageing (ERIBA) 2. De helft van wat wij doen bij ouderen is onzin of erger, maar welke helft? Spreker: Prof. dr. J.P.J. Slaets, Klinisch Geriater 3. Geriatrisch assessment in de klinische praktijk: praktische aspecten Spreker: Cindy Kenis, geriatrisch oncologie verpleegkundige UZ Leuven 4. Invloed van leeftijd en frailty op de uitkomsten van radiotherapie bij hoofdhals tumoren en longtumoren Spreker: Prof. dr. J.A. Langendijk, Afdelingshoofd Radiotherapie Daarnaast vond er op 13 december 2012 een symposium plaats ter afscheid van Dr. Wil V. Dolsma met als thema: Er gaat niets boven patiëntenzorg. 31 1. Behandeling van borstkanker toen en nu Spreker: Dr. J. de Vries, chirurgisch-oncoloog 2. Wat hebben we bereikt in de behandeling van kinderen met kanker Spreker: Prof. dr. W.A. Kamps, Emeritus hoogleraar Kinderoncologie 3. Van de dokter centraal naar de patiënt centraal Spreker: Mevrouw G.T. Antuma, stafmedewerker Patiëntenparticipatie 4. Ontwikkelingen in het tijdperk Dolsma Spreker: Prof. dr. J.A. Langendijk, afdelingshoofd Afdeling Radiotherapie

4.2 Wetenschappelijke output Naast de directe patiëntenzorg heeft de afdeling Radiotherapie van het een belangrijke taak op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. De afdeling Radiotherapie heeft ervoor gekozen het wetenschappelijk onderzoek te concentreren rond drie hoofdthema s: Schade aan de normale weefsels; Toegepaste beeldvorming; Protonen. Deze drie hoofdthema s zijn sterk aan elkaar gerelateerd. De klinische introductie van nieuwe technieken, bijvoorbeeld protonentherapie, vereisen nauwkeurige beeldvorming van de tumor. De meeste nieuwe radiotherapietechnieken, zoals protonentherapie, worden toegepast ter preventie van schade aan de normale weefsels en complicaties op korte en lange termijn. Vanuit de Research Commissie wordt het onderzoek binnen deze drie thema s gestimuleerd en gefaciliteerd. Het aantal publicaties in peer-reviewed tijdschriften bereikte in 2012 een record van 79, waarvan 82% als toppublicatie kan worden gerekend (bovenste 25% van het veld). De gemiddelde impactfactor in 2012 was 5,5. In totaal werden 47 oral presentations gehouden op internationale wetenschappelijke bijeenkomsten. Een gedetailleerd overzicht van publicaties in internationale tijdschriften, boekbijdragen, abstracts en posters, voordrachten op internationale bijeenkomsten en overige bijeenkomsten is opgenomen in bijlage B van dit jaarverslag. 4.3 Promovendi 4.3.1 Lopende promoties In totaal waren er in 2012 19 lopende promotietrajecten. Het overzicht hiervan vindt u in onderstaand tabel (zie volgende bladzijde). 32

Tabel 7 Overzicht afgeronde en lopende promotie-trajecten 1-1-2012 t/m 31-12-2012 Promendus Functie Onderwerp Aandachtsgebied Drs. M. Christianen Arts Prediction and prevention of swallowing dysfunction Hoofdhals after curative (chemo)radiation in head and neck cancer. Drs. G. Ghobadi Bursaal Mechanisms of radiation-induced loss of lung function. Long Drs. W.F. Pattje AIO Molecular and genetic predictors of radiosensitity in Hoofdhals head and neck cancer. Drs. T. van de Water AIO Intensity modulated proton therapy in head and Hoofdhals neck cancer. Drs. E. Wiegman Radiotherapeut Mechanisms of radiation-induced toxicity of the lung. Long Drs. I. Beetz Arts NTCP-modeling for radiation-induced xerostomia. Hoofdhals Drs. E. Bantema-Joppe Arts Breast-conserving treatment in young patients. Mamma Drs. V.R. Bollenini PhD student Dynamics of tumour hypoxia and metabolism during Long chemoradiotherapy for stage III Non Small Cell Lung Cancer using PET. Drs. R Visser PhD student Quality assurance of advanced radiation delivery Fysica techniques by reconstruction of actual given dose using transmission detectors. Drs. M. Sattler Radiotherapeut Late radiation-induced side effects after radiotherapy Neurologie in pituitary adenoma. Drs. P. Wittendorp AIO Optimisation of the use of cone-beam CT in Hoofdhals radiotherapy of head and neck cancer. Drs. W. Schaake PhD student Radiation treatment optimisation in prostate cancer. Urologie Drs. A. Garwryszuk Arts Objective radiation-induced changes in swalowing Hoofdhals function. M. Maimets MSc Salivary glad stem cell therapy for the treatment Radiobiologie of radiation-induced toxicity Y. Nanduri Msc Stem cell transplantation to rescue salivary glands from Radiobiologie radiation damage Drs. K. Muijs Arts The role of FDG-PET in esophageal cancer. Gastroenterologie Drs. K. Wopken Arts Advanced prognostic models for acute and late tube Hoofdhals feeding dependency after curative (chemo)radiation for head and neck cancer. Drs. S. van der Veen Arts Mechanisms in radiation-induced pulmonary damage. Long Drs. C. Brouwer Klinisch Fysicus Tracking of Anatomical Changes and their Hoofdhals Consequences of Head & Neck Organs at Risk in Radiotherapy. 33