Hoofdstuk 1 Inleiding p. 3. Hoofdstuk 2 Instrumenten voor Pedagogisch handelen binnen de SRK p. 4

Vergelijkbare documenten
Pedagogisch plan van aanpak 2016 Net als thuis

PEDAGOGISCH BELEID KINDERDAGVERBLIJF HOJPIEPELOJ TE BREDA

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Hoofdstuk Onderwerp Bladzijde. Inleiding 3. Hfd. 1 Instrumenten voor Pedagogisch handelen binnen de SRK 4. Hfd.6 Thematisch, methodisch werken 13

Visie (Pedagogisch werkplan)

Pedagogisch beleid Flexkidz

Pedagogisch plan van aanpak Kinderdagverblijf. Samen op reis worden we Wereldwijs Respect

Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid

Observeerbare Termen. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid 2

Pedagogisch Werkplan BSO In de Manne

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

Pedagogische Visie en Beleid

Pedagogisch plan van aanpak (PPA) BSO Saffier

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Pedagogisch plan van aanpak Voor-en BuitenSchoolse Opvang. Samen op reis worden we Wereldwijs Respect

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios

Pedagogisch plan van aanpak BSO Carrousel. ontdekken en groeien

2 Algemene doelstelling en visie

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

Het Pedagogisch Beleidsplan

PEDAGOGISCH BELEID VAN DE SKPC

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Peuterspeelschool. Samen op reis worden we Wereldwijs. Respect

Pedagogische visie van Stichting Rijswijkse Kinderopvang. Ontdekkend spelen. Uitdagend werken

Pedagogisch Beleidsplan Peuterspeelzaal De Torteltuin Mariaschool Paterswolde

Pedagogisch beleid. kinderdagverblijf

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleid Kidscasa

Pedagogisch beleidsplan.

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Kameleon & peutergroep t Snuffeltje

Pedagogisch werkplan BSO De Toermalijin het Rooster

Pedagogisch beleid. buitenschoolse opvang. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder. maatwerk kinderopvang voor elk gezin

Welkom. Hartelijk dank voor uw interesse in de kinderopvang. Beknopt leest u hier informatie over de visie en een aantal praktische zaken.

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

PEDAGOGISCH PLAN VAN AANPAK 2014

PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK

Peuterspeelschool. Samen op reis worden we Wereldwijs. Respect

Pedagogisch plan van aanpak 2017

SKS Alles Kids. Ieder kind is uniek. Onze visie. De 5 speerpunten

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen

Visie in de praktijk

Pedagogisch werkplan BSO Bussloo

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Appendix bij Pedagogisch Beleidsplan voor Buiten Schoolse Opvang

Pedagogisch beleid Kids&Co

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleid gastouderbureau OOK-Thuis

Pedagogisch beleidsplan

Babyplan Dreumesplan Peuterplan Bsoplan

Pedagogisch plan van aanpak 2016 Sport en Spel

SKS Alles Kids. Onze visie

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Pedagogisch plan van aanpak Voor-en BuitenSchoolse Opvang. Samen op reis worden we Wereldwijs Respect

Pedagogisch beleidsplan. Inleiding. BSO Vrij Spel

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kloek

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Pedagogisch plan van aanpak Kinderdagverblijf. Samen op reis worden we Wereldwijs Respect

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 2-4 en 4-12 jaar

PEDAGOGISCH KADER MISSIE-VISIE-KERNWAARDEN

Pedagogisch beleid gastouderbureau via Laura

Pedagogisch Werkplan Gastouder

Ons pedagogisch handelen peutergroep Drakesteyn

5 pedagogisch medewerkers

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 0-4 en 4-12 jaar

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

PEDAGOGISCH BELEID kdv

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Peuterspeelschool. Samen op reis worden we Wereldwijs. Respect

Pedagogisch Beleid. Inschrijving

Ons pedagogisch handelen peutergroep Grootstal

Inhoudsopgave Pedagogische Visie

Pedagogisch plan van aanpak VOORSCHOOL & samenspel. IN-BIJ-MET school

MISSIE VAN UN1EK OPVANG

PEDAGOGISCH PLAN VAN AANPAK (PPA) VOORSCHOOLSE OPVANG (VSO) STEENVOORDE. Voor schoolse opvang de heen en weer wolfjes

Pedagogisch beleid 0 4 jaar. een samenvatting. Juni 2015

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kompas

Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide

Welkom bij Op Stoom. Pedagogische visie. Lieve actieve medewerkers

PEDAGOGISCH BELEID PIPELOI pagina 1 van 6

De Organisatie. Visie op kinderen en opvoeden

Pedagogisch Beleidsplan. Fris! Kinderdagverblijven

Activiteitenbeleid 2013

De organisatie. Visie op kinderen en opvoeden

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Pedagogische werkwijze KDV De Torenmolen, versie november 2015 Selma Schalkwijk, locatiemanager

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf t Grut

Pedagogisch Werkplan gastouder

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Kinderdagverblijf (KDV) Geopend op maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot uur.

STICHTING DE BROODTROMMEL. Pedagogisch Beleid Tussenschoolse Opvang

Hoofdstuk II: 2Penselen

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 2-4 en 4-8 jaar

Pedagogisch plan van aanpak Boemerang. Locatie Prisma. ontdekken en groeien

Bijlage bij Pedagogisch beleidsplan 0-4 en 4-12 jaar

Transcriptie:

Kindercentrum In de Wolken Pedagogisch Plan van Aanpak (PPA) 1

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding p. 3 Hoofdstuk 2 Instrumenten voor Pedagogisch handelen binnen de SRK p. 4 Hoofdstuk 3 Waar is het PPA van In de Wolken op gebaseerd? P. 5 Hoofdstuk 4 Visie van Kindercentrum In de Wolken p. 7 Hoofdstuk 5 Kinderdagverblijf p. 8 5.1 Algemene informatie over het kinderdagverblijf 5.2 De pedagogische visie van het kinderdagverblijf 5.3 Werkafspraken gebaseerd op de vier basiselementen van pedagogische kwaliteit Hoofdstuk 6 Buitenschoolse opvang p. 13 6.1 Algemene informatie over de Buitenschoolse opvang 6.2 De pedagogische visie van de Buitenschoolse opvang 6.3 Werkafspraken gebaseerd op de vier basiselementen van pedagogische kwaliteit Hoofdstuk 7 Peuterspeelzaal p. 20 7.1 Algemene informatie over de Peuterspeelzaal 7.2 De pedagogische visie van de Peuterspeelzaal 7.3 Werkafspraken gebaseerd op de vier basiselementen van pedagogische kwaliteit Hoofdstuk 8 Pedagogisch handelen en ontwikkeling van de doelgroep p. 25 8.1 Puk & Ko 8.2 Buitenspelen Hoofdstuk 9 Calamiteiten p. 27 2

Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt het Pedagogisch Plan van Aanpak (PPA) van Kindercentrum In de Wolken. Dit PPA is tot stand gekomen met medewerking van het hele team van Kindercentrum In de Wolken en in nauwe samenwerking met de oudercommissie. Wij hebben binnen het centrum 3 werksoorten. Kinderdagverblijf (KDV), Peuterspeelzaal (PSZ) en Buitenschoolse Opvang (BSO). Per werksoort is er met elkaar gewerkt aan het Pedagogisch Plan van Aanpak en is iedere werksoort afzonderlijk gekomen tot een eigen visie. Deze visies zijn gebundeld in dit nieuwe PPA, om zo gezamenlijk uit te dragen wat we willen bereiken en waar we met elkaar voor staan. Bij het samenstellen van dit PPA is rekening gehouden met de volgende voorwaarden. Het PPA bevat duidelijke instructies en werkafspraken voor de groepsleiding; Het PPA is tot stand gekomen door deelname van het gehele team; De afspraken moeten praktisch uitvoerbaar zijn en ook zichtbaar kunnen worden; (Nieuwe) Groepsleiding moet zich op de hoogte kunnen stellen van de werkafspraken; De doelstellingen van het PPA moeten meetbaar zijn; Ieder jaar wordt het PPA opnieuw besproken en geëvalueerd. Dit gebeurt door de locatiemanager in samenspraak met de medewerkers en de oudercommissie. 3

Hoofdstuk 2 Instrumenten voor pedagogisch handelen binnen de SRK In dit hoofdstuk staat beschreven welke instrumenten de SRK kent om richting te geven aan het pedagogisch handelen van de medewerker. De SRK kent 3 belangrijke pedagogische beleidsdocumenten: 1. Algemeen pedagogisch beleid 2. Handboek Pedagogisch werken 3. Locatiespecifiek Pedagogisch Plan van Aanpak Hieronder worden deze instrumenten nader toegelicht. 1. Algemeen Pedagogisch beleid In het algemeen pedagogisch beleid wordt de pedagogische missie van de SRK beschreven. De pedagogische missie van de SRK luidt als volgt: In een veilig, geborgen en positief pedagogisch klimaat willen we kinderen helpen te ontwikkelen tot weerbare, zelfstandige en sociale individuen die respectvol en verantwoordelijk met hun medemensen, zichzelf en de omgeving omgaan. De SRK wil dit doen vanuit een planmatige en doordachte manier met als uitgangspunt dat kinderen zich op hun eigen, unieke wijze en tempo ontwikkelen. Verder vindt de SRK het belangrijk dat kinderen leren oog te hebben voor diversiteit, kenmerkend voor onze hedendaagse samenleving. De pedagogisch medewerkers van de SRK onderschrijven de visie zodat naar de kinderen toe zoveel mogelijk dezelfde regels, normen en waarden gehanteerd worden. Daarnaast geeft de pedagogische visie ouders inzicht in het pedagogische klimaat, zodat ouders weten wat ze op dat gebied van ons kunnen verwachten. Ontdekkend spelen, uitdagend werken in de binnen en buiten ruimte staat centraal in de visie van de SRK. 2. Handboek Pedagogisch werken Dit handboek is een naslagwerk voor de groepsleiding. In dit handboek kan de groepsleiding lezen op welke manieren de pedagogische doelstellingen bereikt kunnen worden. Het handboek ligt altijd ter inzage op het kantoor van de clustermanager. 3. Pedagogisch plan van aanpak Om de eigenheid van de verschillende locaties te benadrukken, maakt iedere locatie een eigen PPA. Bij In de Wolken is er ook per werksoort (PSZ, KDV, BSO) een eigen PPA gemaakt. De reden hiervan is de eigenheid van de verschillende werksoorten. Met afzonderlijke PPA s wordt deze eigenheid benadrukt en getracht zo veel mogelijk aan te sluiten op de specifieke doelgroepen. Binnen het kader van het algemeen pedagogisch beleid van de SRK worden hierin de pedagogische richtlijnen uit het handboek Pedagogisch Werken vertaald naar locatiespecifieke afspraken en instructies. Dit gebeurt aan de hand van een voor elke locatie passende visie of een thema. 4

Hoofdstuk 3 Waar is het PPA van In de Wolken op gebaseerd? Het PPA van In de Wolken is gebaseerd op de volgende pedagogische uitgangspunten: 1. De vier pedagogische doelen van professor J.M.A Riksen-Walraven. 2. De visie van twee pedagogen: Maria Montessori en Janusz Korczak Hieronder wordt een toelichting gegeven op bovengenoemde uitgangspunten. 1. De vier pedagogische opvoedingsdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven. Een wettelijk kader waarbinnen kindercentrum In de Wolken dit PPA heeft opgesteld, zijn de vier opvoedingsdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven. Zij is de grondlegger van de vier wettelijke pedagogische basisdoelen. De opvoedingstheorie van Riksen-Walraven ligt ten grondslag aan de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de Nederlandse kinderopvang en de voorwaarden waaraan goede kinderopvang moet voldoen. De uitkomsten van deze onderzoeken geven een weerslag van de meest moderne inzichten op dit gebied en doen tevens recht aan de Nederlandse situatie. Dit is voor Kindercentrum In de Wolken een belangrijke maatstaf om met deze theorie te willen werken. De vier basiselementen van pedagogische kwaliteit in de kinderopvang zijn: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Normen en waarden Voor de BSO geldt daarbij ook het element kinderparticipatie. De vier basiselementen zijn concreet gemaakt doordat aan de hand van de vijf onderstaande instrumenten er per werksoort werkafspraken zijn gemaakt. Pedagogisch medewerker kind interactie Binnen- en buitenruimte De groep De activiteiten Het materiaal 5

2. De pedagogische visies van Maria Montessori en Januz Korzack Maria Montessori was een Italiaanse arts en hoogleraar in de antropologie die zich haar leven lang heeft ingezet voor wat zij 'de rechten van het kind' noemde. Maria Montessori heeft de uitspraak gedaan Help mij het zelf te doen. Uitgangspunt is dat een kind een natuurlijke drang tot zelfontplooiing heeft. De opvoeder moet onderkennen wat de behoeften van een kind op een gegeven moment zijn en daarop inspelen, door de juiste omgeving en materialen te bieden. Janusz Korzack is een van de grondleggers van de rechten van het kind. Hij gaat er van uit dat de opvoeder moet kunnen onderkennen wat kinderen zelf al kunnen, respect tonen voor wat zij nog niet weten en respect hebben voor hun leergierigheid. Als volwassenen hebben wij de neiging om een kind te beschermen en te betuttelen omdat we bang zijn dat hem of haar iets zou kunnen overkomen. Hierdoor ontnemen we het kind de kans om zichzelf te ontwikkelen tot een onafhankelijk persoon. Ieder kind moet de kans krijgen om ervaringen op te doen, met de veilige zekerheid en de warme aandacht van de volwassene op de achtergrond. Een kind maakt ook, hoe jong het ook is, deel uit van de wereld om zich heen. Deze respectvolle benadering creëert voor het kind een veilige omgeving van waaruit hij of zij zich vrij en ondersteund voelt om zich volop te ontwikkelen. 6

Hoofdstuk 4 Visie van Kindercentrum In de Wolken Voortkomend uit verschillende PPA bijeenkomsten zijn de medewerkers van het kinderdagverblijf met elkaar gekomen tot een visie waarmee ze willen werken en waar gezamenlijke werkafspraken over gemaakt zijn. De begrippen Respect en Uniek zijn komen bij alle werksoorten sterk naar voren. Voor het team van In de Wolken staat Uniek zijn voor: het mogen zijn wie je bent. Respect staat voor: een ieder behandelen op basis van gelijkwaardigheid. Geef elkaar respect maar je mag ook respect ontvangen. Wij willen de kinderen van zowel het kinderdagverblijf als van de buitenschoolse opvang en de peuterspeelzaal op een natuurlijke manier leren elkaar te respecteren. Samen spelen en samen ondernemen is een manier om kinderen meer begrip voor elkaar te laten vormen. Kindercentrum In de Wolken werkt met een opendeuren beleid. Dit betekent dat de deuren van alle groepen worden opengezet op vooraf bepaalde tijden, zodat de kinderen niet alleen gebonden zijn aan de eigen groep. Dit creëert meer spelmogelijkheden en de kinderen kunnen zo vrij kiezen waar ze het liefst willen spelen. De kinderen krijgen de gelegenheid om ook buiten de eigen veilige groep, contacten en vriendschappen op te doen. Er worden prikkels en uitdagingen geboden door met een groepje leeftijdsgenoten activiteiten te doen, aangepast aan ieders ontwikkelingsniveau. 7

Hoofdstuk 5 Kinderdagverblijf 5.1 Algemene informatie over het kinderdagverblijf Het Kinderdagverblijf bestaat uit vier verticale groepen van maximaal 16 kinderen. Verticaal betekent dat de leeftijden van de kinderen in een groep variëren van 0 tot 4 jaar. Hierbij geldt dat er, conform de beleidsregels kinderopvang, ten hoogste 8 kinderen in de leeftijd tot 1 jaar aanwezig zijn. Dagelijks zijn er op elke groep vaste pedagogisch medewerkers aanwezig. Het aantal vaste medewerkers per dag wordt bepaald aan de hand van de beroepskracht-kind-ratio. De openingstijden van het kinderdagverblijf zijn van 7.30 uur tot 18.30 uur. De ouders hebben de mogelijkheid om hun kind te brengen tussen 7.30 uur en 9.30 uur en weer op te halen tussen 15.00 uur en 18.30 uur. De pedagogisch medewerkers werken in wisselende diensten. Er is sprake van een vroege dienst, een tussen dienst en een late dienst. Vroeg 07.30 uur 16.30 uur Tussen 08.30 uur 17.30 uur Laat 09.30 uur 18.30 uur De pedagogisch medewerkers worden in hun werk ondersteund door een huishoudelijk medewerkster die dagelijks aanwezig is, 1 locatiehoofd en een clustermanager. Daarnaast is er ondersteuning mogelijk van de pedagogische staf. Het kinderdagverblijf hanteert het onderstaande dagritme. Binnenkomst in de ochtend gestructureerd spel in de eigen groep Opruimen en fruit eten Verschonen/plassen en slapen naar behoefte van het individuele kind Activiteit gericht spel, met de deuren van iedere groep open Opruimen Handen wassen en plassen De broodmaaltijd Verschonen en slapen. Op dat moment is er voor de kinderen die niet (meer) slapen vrij spel of een activiteit. De deuren gaan open en een pedagogisch medewerkster biedt een activiteit aan in de centrale ruimte. Na het slapen: Aankleden en cracker eten en wat drinken Gestructureerd spel met open deuren tot 30 minuten voor dat de vroege dienst naar huis gaat dit is rond 16.00 uur. verschonen Soepstengel of iets dergelijks eten en drinken Opvang op de eigen groep of gezamenlijk op de gang 5.2 De pedagogische visie van het kinderdagverblijf Ieder kind is uniek en heeft recht zich te ontplooien door middel van ervaringen in zijn of haar eigen tempo. 8

5.3 Werkafspraken gebaseerd op de vier basiselementen van pedagogische kwaliteit Emotionele veiligheid De basis van al het handelen van de groepsleiding is het bieden van emotionele veiligheid aan ieder kind. Veiligheid draagt niet alleen bij tot het individuele welbevinden van kinderen maar geldt ook als basis voor andere ontwikkelingen. Door middel van sensitief verbaal en non verbaal reageren en oogcontact geeft de pedagogisch medewerker vertrouwen aan een kind. Een vertrouwensrelatie met de groepsleiding is onmisbaar. Een kind wordt als een uniek persoon gerespecteerd. Persoonlijk contact met betrouwbare en bekende groepsleiding, een vast dagritme, de inrichting van de binnen- en buitenruimte en de aanwezigheid van groepsgenootjes dragen bij aan een veilig gevoel. Het kinderdagverblijf heeft ten behoeve van de emotionele veiligheid de volgende werkafspraken gemaakt: De kinderen worden gestimuleerd tot zelfontplooiing en ontwikkeling en naar de kinderen toe wordt zichtbaar gemaakt waar ze goed in zijn. Hierbij is het geven van complimenten van groot belang. De pedagogisch medewerksters moeten voorspelbaar zijn in hun gedrag en aan de kinderen vertellen wat er gaat gebeuren. Dit geldt ook zeker voor de baby s, bv. jij gaat nu lekker slapen en ik haal je straks weer uit bed als je wakker bent. Door middel van belonen wordt geprobeerd om negatief gedrag van een kind om te buigen naar positief gedrag. Het geven van positieve aandacht speelt hier in een belangrijke rol. Voor de emotionele veiligheid van een kind binnen de ruimtes is het van groot belang dat het speelgoed altijd op vaste plaatsen staat en dat de ruimtes vaste hoeken hebben zoals een bouwhoek of een poppenhoek. Daarnaast is rust en balans in een ruimte belangrijk. Er wordt gestreefd naar zo veel mogelijk vaste leiding op de groep. Een vaste structuur is van groot belang. Een kind voelt zich in een groep veilig als hij/zij weet wat er gebeurt. Hiervoor worden door de leiding vaste rituelen gebruikt. Enkele steeds terug kerende rituelen binnen de groep zijn het dagelijks benoemen van alle namen al dan niet aanwezig, boekje voorlezen voor het slapen gaan en de liedjes die gezongen worden voor het opruimen en voor het eten. Natuurlijk is ook het vieren van verjaardagen een uitgebreid ritueel. Ieder kind heeft op de groep een eigen mandje waar eigen spulletjes in op geborgen kunnen worden door de ouders en de pedagogisch medewerkers. Daarnaast heeft ieder kind ook een eigen haak voor de jas en een schoenenvak/postvak. Activiteiten worden in een rustige omgeving aangeboden en sluiten aan bij de ontwikkeling van ieder individueel kind. Alle kinderen worden betrokken bij de activiteit maar worden niet verplicht. Een kind dat niet deel wil nemen aan een activiteit is altijd vrij in zijn of 9

haar keuze maar zal in eerste instantie wel gestimuleerd worden om mee te doen. Tijdens drukke activiteiten oog hebben voor ieder kind dus ook het rustige onopvallende kind. Het spelmateriaal sluit aan bij de ontwikkeling van het kind. Het materiaal moet compleet en heel zijn. De pedagogisch medewerkers bieden een voorbeeld gedrag met het opruimen van het spelmateriaal. Als de pedagogisch medewerker discipline toont in het opruimen en het opruimen samen met de kinderen doet, dan gaat een kind dit gedrag volgen. Persoonlijke competentie Elk kind moet de gelegenheid en ruimte krijgen om met de mogelijkheden, passend bij de ontwikkelingsfase, tempo en temperament, te experimenteren. De leiding helpt kinderen om een positief zelfbeeld, de persoonlijke competentie, te krijgen en zich zelf te leren kennen. Groepsleiding kan hun daarin aanmoedigen of bij risico gedrag wat afremmen. Het beïnvloeden van gedrag gebeurt op een positieve, respectvolle manier. Het ongewenste gedrag wordt afgekeurd maar niet het kind zelf. De wijze van stimuleren door de groepsleiding draagt bij tot het creëren van een positief zelfbeeld van een kind. Het kinderdagverblijf heeft ten behoeve van de persoonlijke competentie de volgende werkafspraken gemaakt: De pedagogisch medewerker benadert een kind positief en met een liefdevolle en warme houding. Door middel van het geven van complimenten geeft de leiding het kind zelfvertrouwen en leren de kinderen dingen zelf uit voeren. Het bieden van structuur en een vast dagritme spelen in de persoonlijke competentie een rol Er wordt vanuit de visie ieder kind is uniek ruimte geboden aan ieder individueel kind. Via vaste rituelen in de ochtend krijgt ieder kind de aandacht. Er zijn kring gesprekken waarbij de kinderen leren luisteren naar elkaar en aandacht hebben voor elkaar. Een kind wordt op deze manier gezien in de groep, ook het rustige kind. Bouwwerken of werkjes die de kinderen gemaakt hebben krijgen een speciaal plekje in de ruimte. Een kind mag trots zijn op wat hij of zij gemaakt heeft. Er worden verschillende activiteiten aangeboden die aansluiten op het ontwikkelingniveau van een kind. Voor de oudste peuters is er een 3+ programma met daar in activiteiten zoals naar de bibliotheek gaan, poppenkastvoorstelling, koekjes bakken en dergelijke. Via de Puk en Ko methode wordt er gewerkt met thema s (zie hoofdstuk 7) en ook feestdagen en jaargetijden krijgen in activiteiten de volle aandacht. Een kind wordt gestimuleerd om mee te doen aan een activiteit. Vanuit de visie heeft het kind ook recht om zich te ontplooien in zijn eigen tempo doormiddel van zijn eigen ervaringen, dus mag ook kiezen om niet mee te doen aan een activiteit. Spelmateriaal moet heel en compleet zijn zodat kinderen bij hun spel bijvoorbeeld niet teleurgesteld 10

raken als een puzzel niet afgemaakt kan worden omdat er stukjes ontbreken. Sociale competentie Elk kind krijgt individuele zorg en aandacht. Toch heeft de groep een belangrijke functie. De Kindercentra van de SRK bieden groepsopvoeding aan. Hierbij komt sociale competentie om de hoek kijken. Het kennismaken met anderen, het respecteren van anderen en het opkomen voor eigen belang zijn van toegevoegde waarde voor het samen zijn in een groep. Net als het in elkaar leren verplaatsen en het oplossen en voorkomen van conflicten. In een groep worden deze vaardigheden gestimuleerd door elkaar te helpen, speelgoed samen op te ruimen en het vieren van feestelijke gebeurtenissen. Het kinderdagverblijf heeft ten behoeve van de sociale competentie de volgende werkafspraken gemaakt: De pedagogisch medewerker begeleidt de kinderen in de omgang met elkaar. Samen spelen, samen delen en samen ervaren. Door middel van het betrekken van de kinderen bij diverse activiteiten leren de kinderen rekening houden met elkaar. Samen de tafel dekken, samen opruimen en samen eten zijn prima momenten hiervoor. Het opendeuren beleid stimuleert de sociale omgang met andere kinderen in de eigen groep maar ook buiten de eigen groep. Ook leren de kinderen op deze manier de pedagogisch medewerkers van de andere groepen kennen. In de groep leren kinderen van elkaar. Elkaar helpen wordt dan ook sterk gestimuleerd. De oudste kinderen kunnen de jongste kinderen helpen. De jongere kinderen leren weer door te kijken naar de groten. Activiteiten worden soms aangeboden aan een grote groep ( 5 kinderen of meer ) en soms aan kleine groepjes ( 2 of 3 kinderen). Spelmateriaal biedt mogelijkheden tot individueel spel en samenspel. 11

Normen en waarden Het is van belang dat kinderen zich normen en waarden eigen maken. Tijdens verschillende momenten van de dag komen normen en waarden binnen het centrum naar voren. Zo zijn er de haal en breng momenten waarbij het groeten hoog in het vaandel staat. Maar ook bij de eetmomenten komen belangrijke normen en waarden naar voren. Eerste moeten de kinderen hun handen wassen voordat ze aan tafel gaan. Vervolgens gaan we pas beginnen met eten als iedereen een boterham heeft. De kinderen eten altijd met een vorkje en krijgen eerst een gezonde boterham voordat het zoet op tafel komt. Als de kinderen een nieuwe boterham willen zullen ze dit moeten vragen. Tenslotte wordt door de pedagogisch medewerker gestimuleerd om aan tafel te blijven zitten tot dat iedereen klaar is. Natuurlijk wordt bij dit alles rekening gehouden met het individuele kind en met het ontwikkelingsniveau van ieder kind. Na het toiletbezoek is de norm altijd handen wassen. De pedagogisch medewerkers letten hier nauwkeurig op. De kinderen wordt ook aangeleerd om altijd de wc door te trekken na het plassen. Bij ruzies leren de kinderen om het goed te maken met het andere kind en om sorry te zeggen. Bij de ruzie zal de pedagogisch medewerker luisteren naar beide kinderen maar kiest geen partij. Schoppen, slaan en duwen wordt niet geaccepteerd door de leiding. Er zijn vaste huisregels voor de binnen en buiten ruimtes. De kinderen worden hier met grote regelmaat op gewezen. 12

Hoofdstuk 6 Buitenschoolse Opvang 6.1 Algemene informatie over de Buitenschoolse Opvang De Buitenschoolse Opvang (BSO) bij In de Wolken bestaat uit 4 stamgroepen. Op de begane grond zijn Pluto 1 en 2 gehuisvest. Deze groepen bieden opvang voor de onderbouw leeftijd van 4 tot 6 jaar. Groep Pluto 1 bestaat per dag uit maximaal 20 kinderen en Pluto 2 uit 10 kinderen. Op de eerste etage zijn Jupiter 1 en 2 gehuisvest. Jupiter 1 bestaat uit maximaal 20 kinderen en Jupiter 2 uit maximaal 10 kinderen per dag. Op de Jupiter groepen worden dagelijks de kinderen van de middenbouw leeftijd van 6 tot 8 jaar opgevangen. In totaal zijn er 6 pedagogisch medewerkers voor deze groepen op een totaal van maximaal 60 kinderen. Elke vaste pedagogisch medewerker heeft een vast aantal mentorkinderen. Deze kinderen komen op de dagen dat de betreffende pedagogisch medewerker aanwezig is. De mentor is bij ouder en kind bekend. Dit wordt gewaarborgd via een mentorlijst die aanwezig is op de groep. De mentor is verantwoordelijk voor de observaties, het volgen van het welbevinden van het kind en voert de oudergesprekken met de desbetreffende ouder(s). Op schooldagen is de BSO geopend van 15.00 uur tot 18.30 uur en op schoolvrije dagen van 07.30 uur tot 18.30 uur. De pedagogisch medewerkers werken op schoolvrije dagen in wisselende diensten. De vroege dienst, de tussen dienst en de late dienst. Vroeg 07.30 uur 16.30 uur Tussen 08.30 uur - 17.30 uur Laat 09.30 uur 18.30 uur Op de woensdagen en in de schoolvakanties voegen Pluto en Jupiter zich samen en wordt er gebruik gemaakt van de gehele boven etage. In de praktijk vinden de jonge kinderen het vaak interessant om met oudere kinderen te kunnen spelen. De groep van de oudere kinderen (Jupiter/Saturnus) is toch het voorland voor de jongere. Het hoort bij de dagelijkse verantwoordelijkheid van de leiding dat aan alle kinderen voldoende aandacht wordt besteed. Geen enkel kind mag zich verloren voelen. Het welbevinden van alle kinderen wordt in alle omstandigheden: - samengevoegde groepen of niet - nauwlettend in de gaten gehouden. Dit is een uitgangspunt voor alle opvang bij de SRK. Enkele voordelen van samengevoegde groepen: - Met een samengevoegde groep kunnen makkelijker uitstapjes gedaan worden. - Kinderen die niet met een grotere groep willen meedoen hebben extra fysieke ruimtes (boven- en benedenverdieping) om zich terug te trekken om te spelen. Dat geldt voor de jongere en oudere kinderen. - In spelgedrag kunnen de jongere kinderen leren van de ouderen. - Sommige activiteiten zijn groepsactiviteiten en zijn leuker om met meerdere kinderen te doen. Voor kinderen die dit niet willen bestaat altijd de mogelijkheid om niet met de grotere groep mee te doen en zich alleen terug te trekken of om met leeftijdsgenoten te spelen. Ook in een samengevoegde groep is er natuurlijk de mogelijkheid dat de leiding alsnog met een kleiner groepje kinderen een aparte activiteit doet. De activiteiten worden in goed overleg met alle aanwezige kinderen gekozen. 13

Voor de BSO geldt dat de kinderen na schooltijd eerst in de eigen groep opgevangen worden en daar fruit eten en drinken krijgen. Daarna worden er 5 activiteiten aangeboden waaruit de kinderen kunnen kiezen. Deze activiteiten vinden plaats in de verschillende groepsruimtes van de BSO. Vanaf 17.00 uur gaat de leiding met de kinderen opruimen en worden de kinderen weer opgevangen in de eigen groep. De pedagogisch medewerker wordt in haar werk ondersteund door de clustermanager, het locatiehoofd en een huishoudelijk medewerkster. Tevens zijn er bij de SRK 2 pedagogen in dienst waar advies aan gevraagd kan worden. 6.2 De pedagogische visie van de Buitenschoolse opvang De BSO leiding heeft gezamenlijk gewerkt aan een hun deel van dit Pedagogisch Plan van Aanpak tijdens verschillende PPA overleggen en zijn gekomen tot onderstaande visie: Ieder kind heeft recht op respect, is uniek en heeft recht op een eigen leven. Volgens pedagoog Korczak is respect het meest wezenlijke in de omgang met elkaar. Respect hebben voor het kind betekent dat je het kind serieus neemt in alles wat het doet, ernaar kijkt zoals het is en na gaat wat een kind met bepaald gedrag wil zeggen. 6.3 Werkafspraken gebaseerd op de vier basiselementen van pedagogische kwaliteit Emotionele veiligheid Emotionele veiligheid en vertrouwen vormen eigenlijk de basis voor een goede ontwikkeling van een kind. Om zijn omgeving te durven verkennen en relaties met mensen aan te gaan, moet een kind zichzelf kunnen zijn. Dit kan alleen als er ruimte wordt geboden voor het uiten van emoties. De leiding toont interesse en sluit aan op het emotionele niveau van het kind. Door te vertalen en verwoorden wat een kind denkt en voelt, door met respect te reageren op signalen van een kind (verbaal of non verbaal ) en een kind de ruimte te geven voor initiatief, wordt er een emotionele veilige band opgebouwd tussen de pedagogisch medewerker en het kind. Een kind dat een goede vertrouwensband heeft met de pedagogisch medewerkers zal zich veilig genoeg voelen om zichzelf te zijn. De ruimtes van de BSO groepen stralen rust uit en al het spelmateriaal heeft een vaste plek. Er zijn verschillende activiteiten gekoppeld aan de diversen ruimtes 14

die de BSO tot de beschikking heeft. Ieder kind heeft een eigen vak boven de kapstok en een eigen la waar hij of zij eigen spullen in kan leggen. Ook is er voor ieder kind een sleutelhanger, met foto, die ze zelf mogen ophangen op een speciaal daar voor bestemd bord als ze op de BSO komen. Een kind heeft gedurende de dag recht om zich terug te trekken op een voor hem/haar rustig plekje. De bouwwerken of knutselwerken die de kinderen zelf hebben gemaakt mogen blijven staan of worden in de ruimtes opgehangen. Hiermee wordt respect getoond voor het werk van een kind. Regelmaat en structuur zijn de belangrijkste aspecten voor de emotionele veiligheid binnen de groep. Emotionele veiligheid wordt gewaarborgd door een gestructureerde dagindeling en zo veel mogelijk vaste leiding. Tijdens activiteiten worden er soms bewuste groepsindelingen gemaakt zodat kinderen van elkaar kunnen leren. Maar natuurlijk is er ook aandacht voor de wens om met vriendjes samen te zijn. Niet alleen de drukke en sterk aanwezige kinderen binnen de groep krijgen de aandacht maar ook het stille en niet opvallende kind. Binnen de groep zijn er diverse rituelen waardoor een kind emotionele veiligheid ervaart. Zo zijn er de verjaardagen die gevierd worden en is er ook een afscheidsritueel als een kind binnen het centrum naar een andere groep gaat of de BSO gaat verlaten. Kinderen die nieuw op de BSO groepen komen worden aan de groep voorgesteld. Ze worden door een voor hen bekend gezicht, van school of uit de straat rondgeleid. Per schooldag worden er 5 activiteiten aan geboden waaruit de kinderen kunnen kiezen rekeninghoudend met trends en individuele behoefte. Enkele activiteiten zijn gericht op kunst en cultuur (zie bladzij 22). De kinderen worden geholpen en gestimuleerd in het maken van keuzes. Tijdens de activiteiten draagt de pedagogisch medewerker zorg voor uitdagend spelmateriaal en draagt soms extra spel elementen aan. Werkstukken die tijdens activiteiten gemaakt worden, worden tentoongesteld aan de andere kinderen en de ouders. 15

Persoonlijke competentie Met het begrip persoonlijke competentie worden persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit bedoeld. Dit stelt een kind in staat om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Het gegeven dat alle kinderen een eigen karakter en persoonlijkheid hebben, heeft als gevolg dat de opvoeding erop gericht is het individuele kind tot zijn recht te laten komen. Ze moeten de ruimte krijgen om aan hun eigen ontwikkeling vorm en inhoud te geven. Er wordt positieve feedback gegeven aan de kinderen. Het is van belang dat aan de kinderen duidelijke grenzen worden gesteld. Het gedrag van het kind wordt wel benoemd maar er komt duidelijk naar voren dat het gedrag niet als fijn wordt gezien maar dat de persoon die je bent er mag zijn. De pedagogisch medewerker neemt een geduldige houding aan en probeert kinderen te stimuleren om met spel mee te doen. Kinderen gaan grenzen ontdekken en grenzen verleggen. Als kinderen met een plannetje komen wordt hier altijd dieper op in gegaan. Wat is je plan en is dit haalbaar? Hier in vervult de pedagogisch medewerker een sensitieve houding en een afwachtende houding, hij/zij laat de kinderen ontdekken en neemt niet gelijk iets uit handen, stimuleert en complimenteert. Er is op de BSO een evenwicht tussen veiligheid en uitdaging. Er worden uitdagingen geboden door het aanbieden van verschillende activiteiten en er wordt veiligheid geboden door een vertrouwde sfeer en door de activiteiten op vaste plekken aan te bieden. Er is ook een huiskamer hoek waar de kinderen kunnen luieren. Tevens is het voor de veiligheid van belang dat er duidelijke afspraken zijn en dat er structuur wordt geboden. Het risico wordt met de kinderen besproken en na een ongelukje wordt er nagepraat over wat er gebeurd is en hoe dit voortaan anders kan en moet. Bij de jongste BSO kinderen is het individueel opnoemen van de namen een belangrijk aspect. Bij de oudste BSO kinderen gebeurt dit algemeen. Je wordt gezien in de groep en dit is iets wat van belang is voor elk kind. Doordat de kinderen werkjes kunnen laten staan geeft dit de kinderen een gevoel van uniek zijn in de groep. Ook tijdens het uitvoeren van toneelstukjes of dansjes al dan niet individueel of in de groep komt het aspect van uniek zijn naar voren. Groep betekent ook samen. Elkaar respecteren, elkaar troosten, elkaars ervaringen delen. D.m.v. kringgesprekken wordt besproken wat samen delen samen spelen betekent binnen de BSO. Ook het pest gedrag binnen de groep wordt besproken. Hulp hierin kan zijn het anti-pest spel dat op de locatie aanwezig is. De BSO biedt ondersteuning aan ouder en kind en werkt vanuit het anti-pest protocol van de SRK. Dit protocol ligt ter inzage in de groepen. 16

Het aanbieden van variatie in de activiteiten is een belangrijk onderdeel van de BSO. Bij de activiteiten worden de kinderen gestimuleerd om eens iets anders uit te zoeken. Iets wat dat desbetreffende kind zelden doet. Zelfredzaamheid en zelfstandigheid in keuzes maken en hierdoor zelfvertrouwen krijgen is iets wat door deze stimulans bevorderd wordt. De leermomenten worden gehaald uit het feit dat de leiding uitdaagt door vragen te stellen en probeert te komen tot een nieuwe uitdaging voor dat kind bij een activiteit. 3 a 4 keer per jaar wordt er vanuit een thema gewerkt. Kinderen wordt respect voor het materiaal bijgebracht en ook respect voor de ruimtes. Alles heeft een vaste plek. Voor het gebruik van het spelmateriaal zijn er regels. Als er spelmateriaal gekozen wordt zijn de kinderen ook zelf weer verantwoordelijk voor het op de juiste wijze opruimen van het materiaal. Afspraken maken, kiezen en opruimen maakt de cirkel rond. Bij samen spel leggen de kinderen de verantwoordelijkheid bij elkaar. Spelen zet aan tot spel en exploratie. Bij aanschaf van spelmateriaal wordt gelet op de doelgroep, het ontwikkelingsniveau en de trends. Sociale competentie Het begrip sociale competentie omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals: zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, andere helpen, conflicten voorkomen en oplossen en het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De interactie met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leefomgeving voor het opdoen van sociale competenties. Het geeft aan kinderen kansen om zich te ontwikkelen tot evenwichtige personen die functioneren in de samenleving. Samen spelen samen delen is het motto op de BSO. Het samenwerken en samen spelen wordt dan ook sterk gestimuleerd. Daarin is het respect voor elkaar erg belangrijk. Er zijn heldere en begrijpelijke afspraken en kinderen zijn gezamenlijk verantwoordelijk. Een kind mag uniek zijn in de groep. Er zijn natuurlijk bij elk kind individuele verschillen in interesses, concentratie en verschillen in behoefte aan rust en spanning, gezelligheid en uitdaging. De leiding biedt dan ook volop ruimte aan initiatieven van kinderen. Het aanwezige spelmateriaal biedt mogelijkheden tot samenspel maar ook biedt het voldoende ruimte voor het individuele kind. Er zijn op de BSO rustige plekjes waar een kind zich terug kan trekken en activiteitenplekken voor 2 tot 3 kinderen en 6 tot 7 kinderen. De eet- en drink momenten zijn gezamenlijk of in twee groepen. Tot 5 uur worden er verschillende activiteiten aangeboden en kunnen de kinderen kiezen. Hierin is een steeds een wisselend aanbod. Het laatste moment van de middag concentreert zich op 1 ruimte nadat de kinderen gezamenlijk hebben opgeruimd. Waarden en normen Waarden en normen zijn belangrijk omdat ze richting geven aan ons bestaan: ze beïnvloeden ons doen en laten, ons zelfbeeld en zelfvertrouwen, onze relaties met anderen. Het is niet 17

verwonderlijk dat normen en waarden waarmee kinderen worden geconfronteerd, nogal eens met elkaar in strijd zijn: wat thuis mag, mag niet altijd ook op school of de BSO en omgekeerd. En wat moet je doen, als je tegelijkertijd eerlijk moet zijn en ook je vriendinnetje niet wilt verraden? Kinderen komen daardoor soms in de knoei. Daarom is het belangrijk, dat we kinderen leren omgaan met waarden en normen. Zowel met waarden en normen die thuis gelden, als die op de BSO gelden en die in de omgeving gelden en eventuele verschillen daartussen. Door kinderen te helpen waarden en normen te verhelderen, helpen we hen bewust te worden van hun eigen denken en handelen, met als achterliggend doel een groeiende zelfstandigheid, toenemend zelfvertrouwen en een zelfbewuste levenshouding. Normen en waarden op de BSO Twee belangrijke punten in de visie van de BSO zijn respect voor de omgeving en respect voor elkaar. Respect voor elkaar begint al bij het binnen komen. De kinderen moeten de pedagogisch medewerkers groeten bij binnenkomst en bij het naar huis gaan. In de omgang met elkaar komen punten als elkaar niet pijn doen, elkaar niet pesten of uitlachen nadrukkelijk aan de orde. Ook schreeuwen, vloeken en schelden hoort niet op de BSO thuis. Natuurlijk moet er ook respect naar de leiding toe zijn. Vrij zijn in de omgang mag maar er zijn altijd grenzen. Respect voor de omgeving vertaalt zich in de wijze waarop de kinderen geleerd wordt om met het materiaal om te gaan en wat de regels zijn voor het opruimen van het materiaal, terugleggen waar het hoort. Voor het toilet bezoek zijn vaste regels. 1 kind tegelijk per wc, de ruimte netjes achter laten, je handen wassen en de papieren handdoekjes netjes in de prullenbak gooien. De leiding ziet er op toe dat de kinderen deze regels ook naleven. De eetmomenten zijn rustmomenten. Tijdens de eetmomenten wordt er een gezellige sfeer gecreëerd. De kinderen mogen mee helpen met de voorbereidingen van de maaltijd. Tijdens de maaltijden moeten de kinderen op elkaar wachten tot iedereen een boterham heeft voor dat ze beginnen met eten. Ook op elkaar wachten tot iedereen klaar is, samen afruimen en samen afwassen wordt zo veel mogelijk nagestreefd. Kinderparticipatie op de BSO Kinderen hebben recht op informatie en inspraak. Dit staat in het VN-verdrag voor de rechten van het kind. Ze mogen dus meepraten en meebeslissen over hun leefomgeving, thuis maar ook in de kinderopvang. Ze moeten hun mening kunnen uiten, kunnen vertellen wat zij belangrijk vinden. En hun mening moet serieus genomen worden door volwassenen. Kinderen en volwassenen zijn gelijkwaardig is de gedachte die hieraan ten grondslag ligt. Kinderparticipatie gaat verder dan begeleiding en inspelen op de behoeften van kinderen. Het biedt kinderen de mogelijkheid invloed uit te oefenen op de dagelijkse gang van zaken op de BSO. De kinderen op de BSO mogen mee beslissen op verschillende fronten. De dagelijkse keuzes zijn vanzelfsprekend de keuzes die de kinderen kunnen maken in de activiteiten die geboden worden. Voor elke schoolvakantie wordt er gezamenlijk met de kinderen een vakantie programma gemaakt. De kinderen beslissen met elkaar wat ze willen gaan doen. Zo kan het voorkomen dat sommige activiteiten in een vakantie programma dan ook steeds terug komen. 2 x per jaar wordt er een kindervergadering gehouden waarin keuzes voor aanschaf van spelmateriaal en keuzes van de kinderen wat ze willen eten naar voren kunnen komen. Tijdens deze kindervergadering worden notulen gemaakt. Bij de jonge kinderen wordt er via tekeningen of knip en plak werkjes vorm gegeven aan kinderparticipatie, 18

Door bv. spelmateriaal uit te knippen en op te plakken krijgt de leiding een goede indruk van de wensen van de kinderen. Talentontwikkeling op de BSO Talenten zijn mogelijkheden, die kinderen hebben om zich in een samenleving te kunnen ontwikkelen en zich te onderscheiden in muzikaliteit, artistieke, theatrale, sportieve en beeldende vermogens. Kort gezegd: Kunst, Cultuur en Sport. Talentontwikkeling is niet alleen leuk, maar ook een ontdekking van het eigen potentieel en het zelfbeeld van kinderen wordt versterkt. Niet elk talent komt zomaar bovendrijven, kinderen moeten de kans krijgen dingen uit te proberen. Voor de pedagogisch medewerkers is het van belang dat er sprake is van een heldere structuur waarbinnen zij invulling kunnen geven aan talentontwikkeling. BSO In de Wolken biedt een permanent aanbod van activiteiten gericht op talentontwikkeling. Een deel van de activiteiten hebben gedurende een bepaalde periode (tussen twee schoolvakanties in), een doorlopend karakter. Er vindt afstemming en samenwerking plaats met de andere BSO locaties in Ypenburg, die vallen onder de Stichting Rijswijkse Kinderopvang. De BSO s bieden allen activiteiten aan tijdens opvangtijd, vanuit het overkoepelende thema Kunst en Cultuur. Zo kan het zijn dat een kind een bijzondere activiteit zoals tennisles, muziekles of theater bijwoont op een andere locatie. Kinderen worden dan opgehaald met een busje en na afloop van de activiteit ook weer naar de eigen locatie terug gebracht. Bij het vaststellen van het aanbod van activiteiten wordt rekening gehouden met de wensen en verwachtingen van ouders. De activiteiten dragen bij aan de al eerder in dit PPA benoemde opvoedingsdoelen van Riksen Walraven. 19

Hoofdstuk 7 Peuterspeelzaal 7.1 Algemene informatie over de peuterspeelzaal Op de begane grond van Kindercentrum In de Wolken bevindt zich de peuterspeelzaal. De peuterspeelzaal bestaat uit 1 groep waar dagelijks opvang wordt geboden aan maximaal 16 peuters. Deze peutergroep staat onderleiding van 3 pedagogisch medewerkers die op wisselende dagen, per tweetal, werkzaam zijn op de peuterspeelzaal. De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in hun werk door de clustermanager, het locatiehoofd en een huishoudelijk medewerkster. Tevens zijn er bij de SRK 2 pedagogen in dienst voor eventuele ondersteuning in het werk. De openingstijden van de peuterspeelzaal zijn van 8.45 uur tot 11.45 uur en van 12.45 uur tot 14.45 uur. De leeftijd van de kinderen op de peuterspeelzaal loopt uit een van 2 ½ jaar tot 4 jaar. 7.2 De pedagogische visie van de Peuterspeelzaal De peuterspeelzaal pedagogisch medewerkers hebben met elkaar nauwkeurig besproken of het oude PPA, op basis van de visie van Maria Montessori, nog steeds aansluit bij hun dagelijkse werkzaamheden en hun gedachtegang. Montessori s visie op opvoeding en onderwijs staat in het teken van het opvoeden tot zelfstandigheid. De ontwikkeling van het kind staat centraal. Ze bedoelde daarmee dat het kind recht heeft op onderwijs en opvoeding die gericht is op een volledige en vrije ontplooiing. Zo krijgt het kind de kans een gelukkig mens te worden en kan het zijn wie het werkelijk is. De pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzaal kunnen zich hier grotendeels nog steeds in vinden en zijn o.a. aan de hand van de Montessori visie gekomen tot een nieuwe eigen visie die hierbij goed aansluit. Een kind heeft recht op respect, veiligheid en vertrouwen. Ieder kind is uniek. 20

7.3 Werkafspraken gebaseerd op de vier basiselementen van pedagogische kwaliteit Emotionele veiligheid Ontwikkelingen die het kind de eerste levensjaren doormaakt, vinden plaats in wisselwerking met de omgeving waar het kind opgroeit. Allerlei indrukken prikkelen het kind om zich te ontwikkelen. Het is belangrijk dat deze prikkels een positief karakter hebben en tegemoet komen aan de basisbehoeftes van een kind. Een kind heeft behoefte aan veiligheid en liefde. Dit noemen we de emotionele veiligheid. De Peuterspeelzaal heeft ten behoeve van de emotionele veiligheid de volgende werkafspraken gemaakt: De pedagogisch medewerkers bieden duidelijkheid en structuur aan de kinderen. Elke dag heeft een vast ritme waarin regelmaat voorop staat. De pedagogisch medewerkers is hierdoor voorspelbaar in haar gedrag. Het is van belang dat het kind 100% aandacht kijkt en vandaar uit wordt er gereageerd richting het kind. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van non verbale communicatie om de aandacht individueel te realiseren. Er is ruimte voor initiatief en ontdekken. Al het spelmateriaal heeft een vaste plaats. Als hier in iets veranderd wordt dit aan de kinderen gemeld. Er zijn vaste activiteiten hoeken o.a. een huishoek, zithoek en ruimte voor grof motorisch materiaal. Er worden duidelijke afspraken met de kinderen gemaakt over het gebruik van deze ruimtes. Rust in de ruimtes is van belang en er is een beperking van prikkels. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een voorbereide ruimte. Dit betekent dat alles een vaste plaats heeft in de groep en dat het meeste materiaal op oog hoogte van het kind geplaatst wordt. Er wordt zorg gedragen voor de ruimte. De pedagogisch medewerkers geven hierin ook het goede voorbeeld door de kinderen een aantal dingen aan te leren. O.a. leren opruimen, het op een juiste manier omgaan met het materiaal, rituelen voor het gebruik van de ruimte en er wordt veel uitgelegd en benoemd. Er is aandacht voor de natuur. Dit kenmerkt zich door de plantjes op de tafels en het aangelegde tuintje op het schoolplein. Hier worden door de kinderen zelf groente en planten gepland en verzorgt. In de peuterspeelzaal groepen wordt gewerkt met steeds terug kerende rituelen. De kinderen weten zo heel goed waar ze aan toe zijn. Zo wordt er o.a. een liedje gezongen voor het opruimen en voor het eten. Er is altijd een vast dagritme. Het meenemen van eigen speelgoed naar de peuterspeelzaal is niet gewenst. Echter zijn er altijd uitzonderingen waarbij het mee nemen van speelgoed wel is toegestaan. Deze specifieke gevallen zijn o.a. verjaardag, geboorte, overlijden en Sinterklaas. Voor elke activiteit geldt dat er kleine groepjes gemaakt worden. Zo is er meer aandacht. De kinderen krijgen een goede uitleg. De activiteiten zijn aangepast aan het ontwikkelingsniveau van de peuters. Zeker wordt er nooit een te moeilijke activiteit aan geboden. De kinderen worden ondersteund bij de keuzes en krijgen tijdens de keuze persoonlijke aandacht. Samen met de pedagogisch medewerkers gaan ze kijken wat ze willen doen. Elke activiteit heeft zijn eigen plek binnen de groep. 21

Het spelmateriaal is aangepast aan het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Voor de oudste peuter is materiaal aanwezig op kleuterniveau om uitdagingen te bieden. Ook is er herkenbaar spelmateriaal dat aansluit bij de thuissituatie. Het is van belang voor kinderen dat het spelmateriaal compleet en niet kapot is. Het spelmateriaal is overzichtelijk opgeruimd in de groepen, zodat de kinderen makkelijker keuzes kunnen maken. Persoonlijke competentie Met het begrip persoonlijke competentie worden persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit bedoeld. Dit stelt een kind in staat om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Een kind leert wie het is, wat het kan, welke interesses het heeft en welke vaardigheden er nodig zijn in bepaalde situaties. De Peuterspeelzaal heeft ten behoeve van de persoonlijke competentie de volgende werkafspraken gemaakt: pedagogisch medewerkers speelt een grote rol. Ook hier is het bieden van structuur en een vast dag ritme van groot belang. Binnen deze structuur bieden de pedagogisch medewerkers steeds nieuwe dingen aan zodat er uitdaging is voor kinderen rekening houdend met de ontwikkeling van een kind. De pedagogisch medewerker biedt steun en sluit aan bij de emotie van het kind en kijkt waar een kind goed in is. Een sensitieve houding van de Voor een kind is het veilig als er vaste plekken en hoeken zijn voor het speelgoed en voor activiteiten. Er zijn plekken voor gezamenlijke activiteiten maar ook het autonome spel krijgt aandacht. Door middel van kleedjes op de grond wordt er een afgebakend kader geboden waar een kind individueel kan spelen. Kinderen worden weerbaar gemaakt in de ruimte en de omgeving. Door middel van foto s worden de kinderen geholpen met het kiezen van een activiteit. Nieuwe kinderen worden rondgeleid door de ruimte en krijgen informatie hoe de ruimte gebruikt kan worden. Natuurlijk zal dit aansluiten bij de persoonlijke ontwikkeling. Er zijn ook huisregels wat betreft de veiligheid. De vraag blijft altijd Hoe voelt het individuele kind zich in de groep. Zo wordt er ruimte geboden aan elk kind vanuit de visie ieder kind is uniek. Dit betekent o.a. dat bv. in de kring elk kind aan de beurt komt om zijn/haar verhaal te vertellen. De kinderen leren wachten en te luisteren naar elkaar aansluitend op de ontwikkeling van een kind. Er wordt goed gekeken naar de kinderen binnen de groep. Het opnoemen van de namen en naam spelletjes zijn heel belangrijk. Een kind voelt dan dat het gezien wordt. Ook eigen spulletjes van een kind spelen een rol. Een fotowand of de digitale fotolijst en werkjes die de kinderen zelf gemaakt hebben. Er wordt binnen de groep een sociale leeromgeving 22

gecreëerd door middel van samenwerken, elkaar helpen, samen opruimen, wachten op je beurt en elkaar troosten. Van belang is dat er ruimte geboden wordt aan de emoties van een kind. Kinderen mogen hun emoties uiten. Er worden verschillende activiteiten aangeboden aan de kinderen. Tijdens een gesprekje met het kind wordt een kind geholpen om tot een keuze te komen. Bij een creatieve activiteit staat respect voor het werkje van het kind voorop. Een kind mag zelf bepalen of iets klaar is en bv. de tekening wegleggen. Door tweetallen te vormen stimuleert de pedagogisch medewerker bij de kinderen het zelfvertrouwen en het verantwoordelijkheidsgevoel. Bij de activiteiten proberen ze de kinderen over hun grenzen te laten gaan. Dit voelt als een zelfoverwinning en geeft veel zelfvertrouwen. Het kind wordt respect voor het materiaal bij gebracht. Voorbeeld gedrag is hierin van groot belang. Samen opruimen wordt gestimuleerd. Sommige spelmaterialen hebben diverse mogelijkheden. De pedagogisch medewerkers bevorderen de ontdekking van de diversiteit van spelmateriaal. Sociale competentie Het begrip sociale competentie omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden, zoals zich in een ander kunnen verplaatsen, communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen, oplossen en het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. De communicatie over en weer met leeftijdsgenoten, het deel zijn van een groep en het deelnemen aan groepsgebeurtenissen biedt kinderen een leefomgeving voor het opdoen van sociale competenties. Omdat ze nog zo klein zijn, zouden we bijna vergeten dat peuters ook mensjes zijn en dat ze precies als volwassenen soms botsen en vaak zelf oplossingen kunnen vinden. De Peuterspeelzaal heeft ten behoeve van de sociale competentie de volgende werkafspraken gemaakt: Op de peuterspeelzaal leert een kind met conflictsituaties om te gaan. De pedagogisch medewerkers stimuleert vriendschap, kameraadschap en samenwerking tussen kinderen onderling. Zij gaat bewust om met conflicten tussen kinderen. De pedagogisch medewerkers begeleiden de kinderen in de omgang met elkaar. Samen spelen is samen delen. De kinderen leren rekening houden met elkaar door dat ze o.a. moeten wachten op hun beurt. Pedagogisch medewerkers bieden binnen maar ook buiten verschillende spellen aan waarbij de sociale competenties van het kind worden gestimuleerd. Zo zijn er kringactiviteiten en groepsspelen. Natuurlijk is er ook ruimte voor het individuele kind. Een peuter moet nog leren in groepsverband wat hij met speelgoed kan doen. Hij leert niet alleen door stimulering van de pedagogisch medewerkers, maar ook omdat hij andere kinderen ziet spelen. De sociale houding die het kind geleerd wordt, komt overeen met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau. 23

In de groep is een duidelijke en vaste verdeling tussen groepsmomenten en momenten die kinderen individueel invullen. Daarnaast worden activiteiten met de hele groep afgewisseld met activiteiten in kleine, wisselende groepen. De sociale inhoud van het spel wordt gestimuleerd door samen spelen, praten, luisteren, plezier hebben, delen, wachten op elkaar en rekening houden met elkaar. Activiteiten worden altijd aangeboden op het niveau van het individuele kind. Het spelmateriaal sluit aan bij de wens om zowel individueel als gezamenlijk spel aan te bieden. Het spelmateriaal is uitdagend, grensverleggend en ontwikkelingsgericht en houdt rekening met de diversiteit in leeftijd en sekse. Normen en waarden Waarden geven uitdrukking aan wat mensen beweegt en wat zij heel belangrijk vinden in het leven. Normen zijn de regels die je maakt op grond van je waarden. Uiteraard wil de peuterspeelzaal een peuter ook waarden en normen meegeven. Bij de haal- en brengmomenten staan de pedagogisch medewerkers bij de deuropening van de groep om de kinderen en hun ouders te ontvangen. Alle kinderen geven de pedagogisch medewerkers een hand. Bij het toilet bezoek wordt de kinderen geleerd om altijd door te trekken en goed hun handen te wassen. Bij ruzies tussen de kinderen leren ze om de ruzie op te lossen en sorry te zeggen of een kusje te geven. Ook zijn er op de peuterspeelzaal vaste huisregels waar de kinderen met grote regelmaat op gewezen worden. - Niet rennen in de groepsruimte - Zuinig zijn met het materiaal - Eerst opruimen voor dat je iets anders pakt - Niet duwen of elkaar pijn doen 24