1 Doornroosje ontwaakt in verzekeringsland Charlotte Pavillon c.m.d.s.pavillon@rug.nl
2 Doornroosje? Richtlijn oneerlijke bedingen stamt uit 1993 Implementatie in art. 6:231 sub a BW e.v. Recente golf van Europese uitspraken Hans-W. Micklitz & Norbert Reich, 'The Court and Sleeping Beauty: The revival of the Unfair Contract Terms Directive (UCTD)' (2014) 51 Common Market Law Review, Issue 3, pp. 771 808 Grote impact van deze rechtspraak op nationaal recht: ook op het verzekeringsrecht
3 De Richtlijn oneerlijke bedingen Een beauty? Definitie kernbeding Art. 4 lid 2 De beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
4 De Richtlijn oneerlijke bedingen Definitie consument Art. 2 sub (b): iedere natuurlijke persoon die bij onder deze richtlijn vallende overeenkomsten handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen Šiba-arrest (C-537/13) Costea-arrest (C-110/14): een natuurlijke persoon die het beroep van advocaat uitoefent en met een bank een kredietovereenkomst sluit waarin het doel van de lening niet is vermeld, moet als een consument in de zin van die bepaling kan worden aangemerkt wanneer die overeenkomst geen verband houdt met de beroepsactiviteit van die advocaat. Het feit dat de uit die overeenkomst voortvloeiende schuldvordering is gedekt door een door die persoon als vertegenwoordiger van zijn advocatenkantoor verstrekte hypothecaire waarborg met als onderpand goederen die bestemd zijn voor de uitoefening van de beroepsactiviteit van die persoon, zoals een onroerend goed dat toebehoort aan dat kantoor, is in dit verband niet relevant. Arbeidsongeschiktheidsverzekering kleine ondernemer?
5 De Richtlijn oneerlijke bedingen Definitie oneerlijk beding Art. 3 lid 1 Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort.
6 De Richtlijn oneerlijke bedingen Een beauty? Transparantieplicht Art. 5 In het geval van overeenkomsten waarvan alle of bepaalde aan de consument voorgestelde bedingen schriftelijk zijn opgesteld, moeten deze bedingen steeds duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. In geval van twijfel over de betekenis van een beding, prevaleert de voor de consument gunstigste interpretatie. Verhouding transparantie en oneerlijkheid onduidelijk Toetsing van niet-transparante kernbedingen en iustum pretium
7 Rechtspraak van het HvJ Context: waarom nu? Ingewikkelde producten en financiële crisis Ambtshalve toepassing: de onwetende en onbemiddelde consument Sanctie: afschrikkend en effectief? Banesto (C-618/10) Asbeek Brusse (C-488/11) geen herziening/matiging Transparantie-eis: maatman
8 Uitgelicht: Kásler HvJ EU 30 april 2014, nr. C-26/13 Beding inhoudende een verschil in de berekeningswijze van de lening, naargelang het de vrijgave dan wel de aflossing betreft is onredelijk bezwarend. Kernbeding? Transparantie?
9 Uitgelicht: Kásler Transparantie? Vereist is dat de consument op basis van duidelijke en begrijpelijke criteria de economische gevolgen die er voor hem uit voortvloeien, kan voorzien Wat de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument op basis van alle relevante feitelijke gegevens, waaronder de reclame en informatie die door de kredietverlener in het kader van de onderhandeling van een leningsovereenkomst worden verstrekt die gevolgen kan inschatten. Sanctie bij oneerlijkheid? na (gedeeltelijke) vernietiging van een beding ontstane leemte in de overeenkomst mag alleen worden aangevuld door toepassing van nationaal recht (zoals de bepalingen van het algemeen verbintenissenrecht), indien die leemte in het nadeel is van de consument
10 Uitgelicht: Van Hove HvJ EU 23 april 2015, C-96/14, ECLI:EU:C:2015:262 Beding dat ertoe strekt om de betaling van de aan de kredietgever verschuldigde aflossingen te verzekeren in geval van volledige arbeidsongeschiktheid van de kredietnemer en dat deze dekking uitsluit wanneer de verzekerde geschikt wordt verklaard om een onbezoldigde activiteit uit te oefenen Kernbeding in verzekeringsovereenkomst? Overweging 19 considerans Hoe ruim opvatten? Transparantie?
11 Uitgelicht: Andriciuc HvJ EU 20 september 2017, C-186/16 Geding tussen Andriciuc en 68 andere personen, enerzijds, en een Roemeense bank, anderzijds, over het vermeende oneerlijke karakter van bedingen in kredietovereenkomsten volgens welke met name kredieten in dezelfde vreemde valuta moeten worden terugbetaald als die waarin zij zijn verleend. Betreft een kernbeding volgens het Hof
12 Uitgelicht: Andriciuc HvJ EU 20 september 2017, C-186/16 Toekomstige nadelige uitwerking van een beding? Peilmoment toets alle omstandigheden waarvan de verkoper op dat moment kennis kon hebben en die gevolgen konden hebben voor de latere uitvoering van die overeenkomst
13 Spanningsvelden Transparantie en kernbedingen Verhouding tot Derde levensrichtlijn? Tussenpersoon? Sancties: geen herziening / aanvulling ovk Afschrikkend? Evenredig?
Verhouding transparantie en oneerlijkheid 14 Kifid-uitspraak 2017-037, randnummer 4.28-4.29 De zojuist bedoelde bepalingen zijn, zoals hiervoor vastgesteld, in die zin voor Belanghebbende niet duidelijk geweest dat hij zich bij het afsluiten van de verzekering niet (voldoende) ervan bewust heeft kunnen zijn dat de bepalingen onder zekere omstandigheden zouden kunnen leiden tot het intreden van het hefboom- en inteereffect en het hierboven in 4.17 bedoelde bijzondere risico Daarmee acht de Commissie van Beroep echter niet reeds gegeven dat de bepalingen een oneerlijk beding in de zin van artikel 3 lid 1 Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten in samenhang met artikel 6:233, aanhef en onder a, BW vormen. Er is met het, onder zekere omstandigheden, kunnen optreden van het hefboom- en inteereffect en van het bijzondere risico als hiervoor in 4.17 genoemd, nog niet gegeven dat de betrokken bepalingen meebrengen, in strijd met de goede trouw, dat het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk is verstoord. Het telkens koppelen van de hoogte van de premie voor de afdekking van het overlijdensrisico aan de waarde van de beleggingen kan in geval van stijging van die waarde ook een positief effect hebben. Bovendien is in vergelijking met de daling van de waarde van de beleggingen zelf het aandeel van het afnemen van de waarde van de beleggingen als gevolg van het hefboom- en inteereffect gering. Verder zouden de kosten van het afdekken van het overlijdensrisico van Belanghebbende en diens echtgenote zonder koppeling aan de waarde van de beleggingen hoger zijn geweest.
Verhouding transparantie en oneerlijkheid 15 ECLI:NL:RBGEL:2017:6736, r.o. 4.23 Het voorgaande leidt er toe dat artikel 6.2 van de polisvoorwaarden ten aanzien van het deel met een GAF-score van 1 tot 50 zoals gespecificeerd binnen de laatst bekende DSM-classificatie niet voldoende begrijpelijk was voor [eiser]. Dit maakt dat dit kernbeding wel valt onder de reikwijdte van de richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en van de afdeling algemene voorwaarden van het BW. Nu het beding gedeeltelijk onbegrijpelijk is, is sprake van strijd met het zogenaamde transparenzgebot (6:238, lid 2, eerste volzin, BW) en wordt het beding in zoverre onredelijk bezwarend geoordeeld (artikel 6:233, aanhef en onder a, BW)
Uitgelicht: ECLI:NL:GHARL:2016:6941 Beding waarin is bepaald dat Achmea de mate van arbeidsongeschiktheid vaststelt aan de hand van rapportages van door haar aan te wijzen deskundigen 16 Eenzijdige vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid door de verzekeraar? Mogelijkheid van bezwaar en second opinion onderbelicht/niet geëxpliciteerd in de polisvoorwaarden Zie ook ECLI:NL:RBROT:2016:9380 Inmiddels aangepast
Uitgelicht: ECLI:NL:GHARL:2016:2196 5.18 Uit hetgeen hiervoor is overwogen, wijkt artikel 31 ten nadele van [geïntimeerde] af van de regeling van artikel 7:941 lid 5 BW. Door het beding wordt het door de wetgever beoogde evenwicht tussen partijen dan ook in het nadeel van [geïntimeerde], als consument, verstoord. Die verstoring is naar het oordeel van het hof ook substantieel. Waar de wettelijke regeling slechts een verval van het recht op uitkering stipuleert bij een onjuiste opgave die het gevolg is van opzettelijke misleiding en het zelfs in dat geval nog mogelijk maakt dat het recht niet geheel vervalt, bepaalt artikel 31 dat bij een onjuiste opgave, ongeacht of deze bij vergissing of opzettelijk geschiedt, ieder recht op uitkering komt te vervallen. Er is dan ook sprake van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen partijen in het nadeel van de consument, in de zin van artikel 3 lid 1 van de Richtlijn. Het beding is om die reden oneerlijk en dient om die reden buiten toepassing te blijven. ECLI:NL:RBGEL:2017:6865 17
18 Uitgelicht: ASR-zaak ECLI:NL:GHSHE:2017:1875 Kernbedingen? Transparantie-eis richtlijn vs. indirecte transparantie Inhoudelijke beoordeling kostenbedingen: tegenprestatie Nadelige uitwerking en peilmoment
Uitgelicht: ECLI:NL:RBAMS:2013:9891 Ambtshalve vernietiging van in verzekeringsvoorwaarden opgenomen clausule die de verzekeraar het recht geeft bij te late premiebetaling, zonder voorafgaande ingebrekestelling, de dekking te schorsen. Vgl. NJF 2009/29 geen partiële vernietiging voor zover van de in art. 7:934 BW genoemde termijn van 14 dagen is afgeweken geen splitsing geen conversie geen schorsing dekking bij wanbetaling! 19
20 Vragen Meer terughoudendheid? Nog verdere ingrepen?