UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

Vergelijkbare documenten
UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

HERSTELBESCHIKKING VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE. Zaaknummer: T /

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE. mr. F.A. van Brussel. [ Betrokkene ] Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Fitnessbond.

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

HERSTELUITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

Behandeling van tuchtzaken door Koninklijke Nederlandsche Kegelbond

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE. mr. O.J.H.M. van Eijndhoven mr. R.M. Maanicus dr. M.A. Dutrée T / [ Betrokkene ] [...] [...

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

Beknopte samenvatting Tuchtrechtspraak Badminton Nederland

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

VERWEERSCHRIFT. 1. Verweerder (tevens betrokkene )

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: Datum: In de zaak van: 25 juni 2012

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

A A N G I F T E F O R M U L I E R

UITSPRAAK VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

Aansluiting bij Instituut Sportrechtspraak

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

TUCHTREGLEMENT VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE GOLF FEDERATIE

1 S R 6 l 6 ~~~~!spraak

A A N G I F T E F O R M U L I E R

Dit reglement is door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak vastgesteld 18 december 2014 en treedt in werking op 1 januari 2015.

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer: a

UITSPRAAK VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP

Dit reglement is door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak vastgesteld op 18 december 2014 en treedt in werking op 1 januari 2015.

NTFU Tuchtreglement Artikel 1 Tuchtrecht Artikel 2 Tuchtcommissie en commissie van beroep Artikel 3 Onverenigbaarheden Artikel 4 Voorzitters

STATUTEN VAN DE NEDERLANDSE BOWLING FEDERATIE

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no:

Hiermee hebt u zich (mogelijk) schuldig gemaakt aan een strafbare handeling en/of overtreding als bedoeld in:

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer:

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

Tuchtcommissie Nederlandse Rugby Bond

Reglement Tuchtrechtspraak. TUCHTREGLEMENT (zoals bedoeld in artikel 31 van de statuten) Artikel 1 Tuchtrechtspraak. Artikel 2 Bevoegdheid

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

Begripsbepalingen: Artikel 1 Tuchtreglement Artikel 2 Tuchtrechtspraak Artikel 3 Bevoegdheid Artikel 4 Strafbaarheid...

Tuchtreglement Seksuele Intimidatie Instituut Sportrechtspraak 9 december 2010

Betreft: klacht laten spelen van ongerechtigde speler.

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

1. Het verloop van de procedure

Tuchtcommissie Datum: 23 augustus 2017

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

2. Waar in dit Tuchtreglement wordt gesproken van "Leden", worden de in artikel 1 lid 1 sub b en c genoemde personen hieronder mede verstaan.

Tuchtcommissie Commissie van Beroep

TUCHTREGLEMENT SEKSUELE INTIMIDATIE

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie

TUCHTREGLEMENT SEKSUELE INTIMIDATIE INSTITUUT SPORTRECHTSPRAAK

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: a

TUCHTREGLEMENT MATCHFIXING INSTITUUT SPORTRECHTSPRAAK

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

KNSA TUCHTREGLEMENT MATCHFIXING

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nederlandse Tafeltennisbond

UITSPRAAKVAN DE TUCHTCOMMISSIE

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

Vastgesteld door de Ledenraad op 10 januari 2013 Inwerkingtreding op 1 juli 2014

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

Model van een tuchtreglement

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

in het tuchtrecht en de verplichtingen vanuit de Minimale Kwaliteitseisen rond Matchfixing de volgende artikelen te wijzigen:

REGLEMENT MATCHFIXING NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND

TUCHTREGLEMENT SEKSUELE INTIMIDATIE INSTITUUT SPORTRECHTSPRAAK

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

Toevoegen aan paragraaf 5.8 Handboek competitiezaken zaalvoetbal en paragraaf 5.9 Handboek competitiezaken amateurvoetbal:

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

TUCHTREGLEMENT MATCHFIXING

TUCHTREGLEMENT SEKSUELE INTIMIDATIE

Tuchtreglement Seksuele intimidatie Aangenomen op de Algemene leden Vergadering op

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no:

Optie en bod. Afwijken van het biedsysteem. Biedsysteem A.

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/471 Wtra AK van 12 augustus 2019 van

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

Transcriptie:

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE Kamer : Seksuele intimidatie Leden van de kamer (kamervoorzitter) : mr. R.J.A. Dil (lid) : mr. W.G. Steehouwer (lid) : H.C. Renes juridisch secretaris : mr. M.J.E. Cremer Eindhoven Zaaknummer : T 2018003/2018-32-01 In de zaak van: 1. Betrokkene Naam : [betrokkene] Adres : [adres] PC/Gemeente : [woonplaats] Lid van de sportbond : Koninklijke Nederlandse Wielren Unie Registratienummer sportbond : [registratienummer betrokkene bij bond] Gemachtigde : mr. L. Westhoff 2. Aangever Naam sportbond : Koninklijke Nederlandse Wielren Unie gevestigd te : Papendallaan 49, 6816 VD Arnhem vertegenwoordigd door : mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen 3. Aanklager : mr. R. van Bokhoven 4. De procedure Hoe de procedure is verlopen, blijkt uit de volgende stukken: - Het verzoek van de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie (hierna: KNWU) tot het verrichten van een onderzoek naar een aanklacht seksuele intimidatie tegen [betrokkene] door [vereniging] te [plaats vereniging], bij het ISR binnengekomen op 28 september 2017. - Het schikkingsvoorstel van de aanklager aan [betrokkene] van 12 februari 2018. - Het verzoek van de aanklager aan de tuchtcommissie om de zaak in behandeling te nemen, met bijlagen (waaronder het onderzoeksverslag), binnengekomen op 20 maart 2018. - Het verweerschrift (met bijlagen) van [betrokkene], bij het ISR binnengekomen op 19 april 2018. - De tuchtcommissie heeft op 11 juli 2018 een zitting gehouden. Daarvan zijn aantekeningen gemaakt door de juridisch secretaris. 1

5. De aangifte/grondslag van de tuchtzaak en verweer [vereniging] heeft [betrokkene] naar aanleiding van vermoedens van ongewenst (seksueel) gedrag in april 2017 op non-actief gesteld. Op verzoek van [betrokkene] en de KNWU heeft eind 2017/begin 2018 onderzoek plaatsgevonden naar bepaalde feiten, waarin het gedrag van [betrokkene] aan de orde is gesteld. Dit onderzoek is in overeenstemming met artikel 6 en 7 Tuchtreglement Seksuele Intimidatie uitgevoerd in opdracht van de aanklager van het ISR. De bevindingen van de onderzoeker, die onder meer het bestuur van de [vereniging], [betrokkene] en meerdere getuigen heeft gehoord, zijn neergelegd in een rapport. Naar aanleiding van dit rapport heeft de aanklager op 12 februari 2018 een schikkingsvoorstel gedaan aan [betrokkene]. [betrokkene] is met dit voorstel niet akkoord gegaan. Daarop heeft de aanklager op 20 maart 2018 bij de tuchtcommissie aangifte gedaan van de volgende gedragingen: 1. Het binnenlopen van een dameskleedkamer bij [vereniging] in [plaats vereniging], wintertraining december 2016-januari 2017. 2. Het binnenlopen van een dameskleedkamer na een [wedstrijd] te [plaats wedstrijd] op 22 april 2017. 3. Poging tot het uittrekken van het tijdritpak van [deelnemer 1] in de zomer van 2016 bij de Lady Tour in België. Volgens de aanklager heeft [betrokkene] hiermee inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer/lichamelijke integriteit van de wielrensters en hun gevoel van veiligheid aangetast. Te meer omdat [betrokkene] (meermalen) gewaarschuwd was en er met hem expliciet afspraken waren gemaakt over gedragsregels zoals de toegang tot de kleedruimten. [betrokkene] heeft verweer gevoerd. Dat verweer wordt hierna behandeld. 6. De beoordeling door de tuchtcommissie 6.1. Bevoegdheid en ontvankelijkheid 6.1.1 [betrokkene] is lid van de KNWU. Krachtens de statuten van de KNWU worden overtredingen inzake seksuele intimidatie berecht door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het ISR met inachtneming van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie van het ISR. De tuchtcommissie is op grond van artikel 8 lid 1 sub c van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie bevoegd om een door de aanklager bij de tuchtcommissie aangebrachte zaak in behandeling te nemen. 6.1.2 Er zijn verder geen formele bezwaren om de zaak te behandelen. 6.2. Beoordelingskader 6.2.1 De tuchtcommissie oordeelt in deze procedure alleen over de drie onder punt 2 genoemde gedragingen. Naast die gedragingen zijn in het dossier diverse meldingen te vinden over [betrokkene] uit het verleden. Die gedragingen uit het verleden liggen niet ter beoordeling voor en zullen buiten beschouwing worden gelaten. 6.2.2 Beoordeeld dient te worden of de aan [betrokkene] verweten gedragingen een overtreding opleveren van artikel 3 van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie. Artikel 3 van het Tuchtreglement bevat gedragsregels voor begeleiders die de sportbonden, waaronder de KNWU, hanteren ten aanzien van seksuele intimidatie. Als vast komt te staan dat [betrokkene] een of meerdere overtredingen begaan heeft, kan hij hiervoor tuchtrechtelijk gestraft worden. 2

6.3. Beoordeling van de stukken in het dossier Gedraging 1 6.3.1 Als eerste wordt [betrokkene] verweten dat hij tijdens een wintertraining in de winter 2016-2017 de dameskleedkamer is binnengelopen. Wielrenster [deelnemer 2] heeft verklaard dat zij in de kleedkamer aanwezig was terwijl hij binnenliep. Volgens haar was er op dat moment niemand uitgekleed, maar had dat wel gekund. Mederenster [deelnemer 3] heeft met betrekking tot dit incident verklaard dat zij zag dat [betrokkene] de dameskleedkamer binnenging op het moment dat enkele dames daar ook net naar binnen waren gegaan. Volgens [deelnemer 3] heeft zij [betrokkene] hier op aangesproken en hem verteld dat de rensters hier niet van gediend zijn. Hij heeft daarop direct de kleedkamer verlaten, zo heeft zij verklaard. 6.3.2 [betrokkene] heeft verklaard dat hij zich dit incident niet kan herinneren. Wel heeft hij een keer gebruik gemaakt van de dameskleedkamer om zich om te kleden, maar dit was niet in aanwezigheid van de dames, aldus [betrokkene]. Op de zitting heeft [betrokkene] hieraan toegevoegd dat hij het zich nog steeds niet kan herinneren, maar dat áls hij al in de kleedkamer is geweest, dit moet zijn geweest omdat hij hesjes wilde terugleggen. 6.3.3 Gelet op de verklaringen van [deelnemer 2] en [deelnemer 3], die afzonderlijk van elkaar consistent en voldoende specifiek zijn, is naar het oordeel van de tuchtcommissie in deze procedure voldoende komen vast te staan dat [betrokkene] tijdens een wintertraining in de winter van 2016-2017 de dameskleedkamer is binnengelopen. Dat [betrokkene] zich het niet kan herinneren, maakt dit niet anders. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat hij, gezien zijn verklaringen, kennelijk niet kan uitsluiten dat het wél is gebeurd. Ook wordt daarbij in aanmerking genomen dat vaststaat dat toen [betrokkene] als ploegleider begon, er uitdrukkelijk met hem is besproken dat hij zich niet in de kleedkamers mocht begeven. De commissie kan dat feit niet anders duiden, dan dat er kennelijk feiten en omstandigheden rondom het gedrag of handelen van [betrokkene] waren, die het nodig maakten dit toen zo nadrukkelijk met [betrokkene] te bespreken. Gedraging 2 6.3.4 Met betrekking tot het tweede verwijt het binnenlopen van een kleedkamer in [plaats wedstrijd] op 22 april 2017 hebben [deelnemer 2] en [deelnemer 4] verklaard dat zij in de kleedkamer aanwezig waren en dat [betrokkene] binnen kwam met de mededeling dat hij de rugnummers kwam brengen. Volgens hen heeft [betrokkene] de kleedkamer pas verlaten nadat [deelnemer 2] hem hier drie keer om had gevraagd. 6.3.5 [betrokkene] heeft erkend dat hij de kleedkamer binnen is gegaan. Volgens hem kwamen [deelnemer 2] en [deelnemer 4] laat aan en liepen zij direct door naar de kleedkamer zonder te groeten. Hij was hier naar eigen zeggen wat door geprikkeld en liep met de rugnummers achter hen aan de kleedkamer in. [betrokkene] heeft ook erkend dat hem meerdere keren, maximaal drie keer, is verzocht om de kleedkamer te verlaten. Dit kwam volgens [betrokkene] doordat hij de rugnummers wilde geven en [deelnemer 2] hem meedeelde dat ze die niet hoefde. Hij vond dat hij mocht uitleggen waarom hij achter hen aan kwam en [deelnemer 2] bleef herhalen dat hij weg moest. [betrokkene] vindt achteraf dat hij dit niet had moeten doen. Hij deed het echter zo verklaarde hij - niet met verkeerde intenties. Hij is heel lang ploegleider bij mannelijke wielrenners geweest; daar was het geen probleem om de kleedkamers in en uit te lopen. 6.3.6 De tuchtcommissie stelt op basis van het voorgaande vast dat [betrokkene] op 22 april 2017 in [plaats wedstrijd] de dameskleedkamer is binnengelopen. 3

6.3.7 Gedraging 1 en 2 leveren een overtreding op van artikel 3.2 onder c sub 3 Tuchtreglement. Hierin is expliciet bepaald dat als een overtreding door een begeleider moet worden beschouwd het zich onnodig bevinden in of kijken naar een ruimte waar privéhandelingen worden verricht. Dat [betrokkene] dit op 22 april 2017 deed om rugnummers aan de wielrensters te geven, maakt dit niet anders. [betrokkene] had de rugnummers immers ook op een ander moment aan de rensters kunnen overhandigen; er was geen enkele noodzaak om dit in de kleedkamer te doen. Extra kwalijk is dat hem kort hiervoor, in december 2016, nadrukkelijk te kennen was gegeven dat hij zich niet in de dameskleedkamers mocht begeven. Gedraging 3 6.3.8 Naar het oordeel van de tuchtcommissie dient [betrokkene] ten aanzien van dit voorval te worden vrijgesproken. Daartoe wordt het volgende overwogen. Uit de verklaringen van [deelnemer 1] en [deelnemer 3] kan worden vastgesteld dat [betrokkene] in de zomer van 2016, tijdens een toernooi, heeft geprobeerd/aangeboden om [deelnemer 1] te helpen bij het uittrekken van haar tijdritpak. Daarbij maakte hij een beweging naar haar rits, ter hoogte van haar borsten. [deelnemer 1] heeft hier, zo blijkt uit de verklaringen van haarzelf en van [deelnemer 3], afwerend op gereageerd. [betrokkene] heeft verklaard zich het incident niet te kunnen herinneren. Ploegleider [ploegleider] heeft als enige verklaard dat [betrokkene] [deelnemer 1] ook daadwerkelijk heeft aangeraakt, maar deze verklaring wijkt ook op andere punten af van die van [deelnemer 1] en [deelnemer 3]. Hij verklaart namelijk onder meer dat [betrokkene] het tijdritpak wilde aantrekken, terwijl de andere twee spreken over uittrekken. Uit de verklaringen kan daarom naar het oordeel van de tuchtcommissie niet méér worden vastgesteld dan dat een poging is gedaan tot het uittrekken van het tijdritpak, hetgeen geen overtreding oplevert van de bepalingen van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie. Uit de verschillende verklaringen kan overigens wel worden opgemaakt dat, hoewel [betrokkene] wellicht geen verkeerde intenties had, zijn gedrag door de wielrensters als onprettig is ervaren. Dat betekent evenwel niet altijd dat ook sprake is van grensoverschrijdend gedrag in tuchtrechtelijke zin. 6.4. De strafmaat 6.4.1 Op grond van artikel 4.3 is een overtreding van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie strafbaar als er sprake is van opzet, schuld, nalatigheid of onzorgvuldigheid van de betrokkene. [betrokkene] heeft in ieder geval met betrekking tot de tweede gedraging toegegeven dat zijn gedrag achteraf gezien niet handig was. De tuchtcommissie weegt ook mee dat [betrokkene] in december 2016, toen hij werd aangesteld als ploegleider van de dames, uitdrukkelijk is meegedeeld dat hij niet in de buurt mocht komen van de dameskleedkamers. Dat hij deze afspraak reeds kort daarna heeft geschonden, rekent de tuchtcommissie hem dan ook extra aan. 6.4.2 De door de tuchtcommissie op te leggen straf dient, aldus artikel 20.2 Tuchtreglement Seksuele Intimidatie, mede gericht te zijn op het voorkomen van herhaling en herstel van de veiligheid. Gelet op de aard van de overtreding is de tuchtcommissie van oordeel dat een voorwaardelijke straf in dit geval op zijn plaats is. [betrokkene] zal worden veroordeeld tot een verbod tot het uitoefenen van een officiële functie in relatie tot minderjarigen/jeugdigen en dames bij de KNWU voor de duur van vijf jaren (artikel 20.2 sub d), maar dat geheel voorwaardelijk voor de duur van twee jaren (artikel 20.4). Dat betekent dat wanneer [betrokkene] binnen twee jaar opnieuw een overtreding in verband met seksuele intimidatie begaat, de straf alsnog onvoorwaardelijk kan worden opgelegd en hem daarnaast een straf kan worden opgelegd voor de nieuwe overtreding. Voorts zal aan de straf de voorwaarde worden verbonden dat [betrokkene] iedere overgang naar een andere club/vereniging dient te melden bij de KNWU. 4

7. De kostenveroordeling De kostenveroordeling is geregeld in artikel 22.11 van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie. De kosten van deze tuchtprocedure bedragen in totaal 950,00 en bestaan voornamelijk uit de kosten van bijstand van het ambtelijk en juridisch secretariaat en de kosten van de huur van de zittingsruimte. Omdat [betrokkene] deels wordt veroordeeld en deels wordt vrijgesproken, vindt de tuchtcommissie het passend om [betrokkene] en de KNWU ieder voor de helft te veroordelen tot betaling van de kosten van de tuchtprocedure. [betrokkene] moet het bedrag waar hij toe veroordeeld wordt, voldoen aan de KNWU. 8. De uitspraak De tuchtcommissie: 8.1. verklaart zich bevoegd om de tuchtzaak te behandelen; 8.2. ziet geen belemmeringen de zaak in behandeling te nemen; 8.3. besluit dat het bewijs van de overtreding van het Tuchtreglement Seksuele Intimidatie Instituut Sportrechtspraak waarvan aangifte is gedaan, met betrekking tot gedraging 1 en 2 is geleverd en legt [betrokkene] de straf op van een verbod tot het uitoefenen van een officiële functie in relatie tot minderjarigen/jeugdigen en dames bij de KNWU voor de duur van vijf jaren, geheel voorwaardelijk voor de duur van twee jaren, met als bijkomende voorwaarde dat [betrokkene] iedere overgang naar een andere club/ vereniging dient te melden bij de KNWU; 8.4. spreekt [betrokkene] vrij met betrekking tot gedraging 3; 8.5. bepaalt dat de aan de behandeling van deze tuchtzaak verbonden kosten in totaal 950,00 bedragen en dat [betrokkene] de helft van dit bedrag aan de KNWU dient te voldoen. 9. Beroep in geval van een uitspraak van de tuchtcommissie De aanklager, de KNWU en [betrokkene] kunnen tegen deze uitspraak beroep instellen bij de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak. De beroepstermijn bedraagt vier weken na de datum van ontvangst van de uitspraak, welke geacht wordt twee dagen na de datum van verzending te zijn gelegen. Het beroep dient schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend. Het beroepschrift moet per aangetekende brief worden toegezonden aan de commissie van beroep. Amsterdam, 20 augustus 2018 mr. R.J.A. Dil (kamervoorzitter) mr. M.J.E. Cremer Eindhoven (juridisch secretaris) Afschrift verzonden d.d.: 3 september 2018 Paraaf ambtelijk secretaris: 5