Reglement Tuchtrechtspraak. TUCHTREGLEMENT (zoals bedoeld in artikel 31 van de statuten) Artikel 1 Tuchtrechtspraak. Artikel 2 Bevoegdheid

Transcriptie

1 Reglement Tuchtrechtspraak Vastgesteld door de bondsvergadering van: 16 november 2013 Treedt in werking op 16 november Herziening vastgesteld door de bondsvergadering op 24 mei TUCHTREGLEMENT (zoals bedoeld in artikel 31 van de statuten) Artikel 1 Tuchtrechtspraak 1. De tuchtrechtspraak binnen de bond geschiedt zowel door het tuchtcollege van de bond als door de tuchtcommissie en de Commissie van Beroep van het Instituut Sportrechtspraak. 2. In dit tuchtreglement wordt alleen de tuchtrechtspraak van het tuchtcollege geregeld. Waar in dit reglement wordt gesproken van de tuchtcommissie en commissie van beroep worden uitsluitend de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de bond bedoeld. Artikel 2 Bevoegdheid Het tuchtcollege oordeelt over tuchtrechtelijke overtredingen zoals bepaald in artikel 27 van de statuten. Het tuchtcollege oordeelt evenwel niet over: a. enig handelen of nalaten van de bondsvergadering, het bondsbestuur, de afdelingsvergaderingen, de afdelingsbesturen, alsmede bondsfunctionarissen of commissies die bij of krachtens de statuten door de bondsvergadering zijn belast met een nader omschreven taak en waaraan daarbij door de bondsvergadering beslissingsbevoegdheid is toegekend, voor zover zij daarbij handelen binnen de kring van hun formele bevoegdheid; b. geschillen met betrekking tot sponsoring van de bond. Deze geschillen worden bij uitsluiting beslecht door arbitrage overeenkomstig het reglement van de Arbitragecommissie Sportsponsoring van NOC*NSF en het Genootschap voor Reclame; c. overtredingen van een dopingbepaling of betreffende seksuele intimidatie. Deze worden berecht door het Instituut Sportrechtspraak met inachtneming van het desbetreffende tuchtreglement en van het dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Artikel 3 Aangifte van klachten 1. Aangifte geschiedt bij de voorzitter van het tuchtcollege door middel van een door het tuchtcollege vast te stellen aangifteformulier voor klachten. Onvolledig ingevulde aangifteformulieren worden, nadat gedurende twee weken de gelegenheid is geboden tot aanvulling van de klacht, niet-ontvankelijk verklaard. 2. Klachten over een handelen of nalaten dat langer dan zes weken geleden begaan zou zijn, zijn niet-ontvankelijk. Reglement Tuchtrechtspraak 1-8 versie 1.3 mei 2014

2 Artikel 4 Behandeling van de aangifte 1. In opdracht van de voorzitter bevestigt het bondsbureau zo spoedig mogelijk de ontvangst van een aangifteformulier. 2. Na het in behandeling nemen van de klacht door de voorzitter wordt een afschrift van het aangifteformulier aan de beklaagde en aan de betreffende lidvereniging gezonden. 3. De beklaagde kan binnen twee weken na verzending van het aangifteformulier aan hem door het bondsbureau een verweerschrift indienen bij de voorzitter van het tuchtcollege. Deze termijn kan op verzoek van de beklaagde met twee weken worden verlengd. Nader uitstel wordt niet verleend, behoudens bijzondere omstandigheden. Het verweer wordt neergelegd in een door het tuchtcollege vast te stellen verweerschriftformulier. 4. Een afschrift van het verweer wordt terstond aan klager toegezonden. Artikel 5 Uitspraak 1. De tuchtcommissie doet waar mogelijk uitspraak op basis van de schriftelijke stukken. 2. Indien daartoe aanleiding bestaat, of uitdrukkelijk door beklaagde (binnen één week na verzending van het verweerschrift) om wordt verzocht, gelast de voorzitter van de tuchtcommissie een mondelinge behandeling. 3. De zitting vindt in het openbaar plaats tenzij de voorzitter van de tuchtcommissie anders beslist. 4. Partijen kunnen tot twee weken voor de mondelinge behandeling stukken, waaronder schriftelijke getuigenverklaringen, aan de tuchtcommissie toezenden. De voorzitter van de tuchtcommissie ziet erop toe dat klager en beklaagde over dezelfde stukken beschikken. 5. Van stukken die niet voorafgaande aan de mondelinge behandeling ter kennis van klager, beklaagde en de tuchtcommissie zijn gebracht neemt de tuchtcommissie geen kennis. 6. De tuchtcommissie doet binnen één maand na ontvangst van het verweerschrift of de mondelinge behandeling uitspraak. Artikel 6 Beroep 1. Indien beklaagde naar het voorlopig oordeel van de voorzitter van het tuchtcollege rechtsgeldig beroep heeft ingesteld, formuleert hij binnen twee weken na de schriftelijke kennisgeving van het beroep schriftelijk zijn klachten betreffende de uitspraak in eerste aanleg. 2. De klacht wordt in het beroep in volle omvang behandeld. 3. Het bepaalde in artikel 4, 5 en 8 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 7 Administratieve verzuim 1. Een administratief verzuim is een overtreding waarvoor een standaard sanctie is vastgesteld. Het tuchtcollege stelt jaarlijks de lijst van administratieve verzuimen en de bijbehorende sancties ter vaststelling voor aan het bondsbestuur, waarna deze zorg draagt voor publicatie in het Informatiebulletin. Reglement Tuchtrechtspraak 2-8 versie 1.3 mei 2014

3 2. Het tuchtcollege mandateert de afhandeling van administratieve verzuimen aan de secretaris van het tuchtcollege. De secretaris is slechts bevoegd klachten af te doen waarbij geen verweer is ontvangen. Dit mandaat kan te allen tijde door het tuchtcollege worden ingetrokken. 3. Het staat het tuchtcollege vrij om de sanctiebedragen in individuele gevallen te verhogen respectievelijk te verlagen indien de ernst van de overtreding en/of de omstandigheden van de beklaagde zulks vorderen. 4. Tegen uitspraken betreffende verzuimen als bedoeld in artikel 7 lid 1 van dit reglement staat geen beroep open. Artikel 8 Overige bepalingen 1. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de tuchtcommissie c.q de commissie van beroep c.q. de voorzitter van het tuchtcollege. 2. Het tuchtcollege stelt als goede mannen naar redelijkheid en billijkheid zijn procesregels vast. Het tuchtcollege richt de procedure zo in dat in ieder geval het beginsel van hoor en wederhoor te allen tijde wordt toegepast. 3. De organen van de bond en de lidverenigingen zijn, ieder binnen hun bevoegdheid, verplicht zorg te dragen voor, respectievelijk toe te zien op, de uitvoering en naleving van de opgelegde tuchtmaatregelen. 4. De voorzitter van het tuchtcollege is bevoegd tot het geven van aanwijzingen en opdrachten voor de tenuitvoerlegging van een opgelegde maatregel. Reglement Tuchtrechtspraak 3-8 versie 1.3 mei 2014

4 Bijlage Tuchtrecht uit de Statuten 1 Artikel 25 Tuchtrechtspraak en tuchtcollege 1 Algemeen a. Het tuchtcollege van de bond, in twee instanties, is het bevoegde orgaan tot het uitoefenen van tuchtrechtspraak, voor zover deze rechtspraak niet is voorbehouden aan het Instituut Sportrechtspraak. b. De artikelen 25 tot en met 34 zijn niet van toepassing op de tuchtrechtspraak inzake dopingovertredingen en overtredingen seksuele intimidatie betreffende, welke tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak. Op de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen tuchtrechtspraak is artikel 35 en verder van toepassing. 2 Omvang Het tuchtcollege bestaat uit tien natuurlijke personen. 3 Samenstelling a. De voorzitter van het tuchtcollege is een academisch gevormde jurist die op (niet bindende) voordracht van het bondsbestuur wordt benoemd door de bondsraad. b. De overige leden van het tuchtcollege worden op (niet bindende) voordracht van de voorzitter van het tuchtcollege benoemd door het bondsbestuur, met inachtneming van het onder c. bepaalde. c. Ten minste vijf leden van het tuchtcollege zijn tevens verenigingslid, met dien verstande dat in principe uit een afdeling slechts één lid afkomstig kan zijn. 4 Zittingstermijn a. De leden van het tuchtcollege worden benoemd voor een periode van maximaal drie jaar. Aftredende leden kunnen ten hoogste drie maal aansluitend voor een nieuwe periode worden benoemd. Na afloop van de vierde termijn kan de betrokkene niet opnieuw tot lid van het tuchtcollege worden benoemd dan nadat een daaropvolgende periode van ten minste drie jaar is verstreken. b. Leden van het tuchtcollege treden de dag na hun benoeming in functie en treden af aan het einde van de dag waarop de duur van hun benoeming eindigt of waarop zij bedanken. 5 Einde lidmaatschap Een lid van het tuchtcollege defungeert: door zijn overlijden; wanneer hij het vrije beheer over zijn vermogen verliest; door schriftelijke ontslagneming (bedanken); of door ontslag door de bondsraad. 1 De Bondsraad van 16 november 2013 heeft besloten om artikel 27 lid 1, artikel 27 lid 5, artikel 28 lid 2 sub b, en 29 lid 2 sub b te wijzigen. Daarnaast heeft de Bondsraad van 24 mei 2014 besloten de artikelen 25, 27 lid 1 en 30 lid 2 te wijzigen ingevolge de aansluiting bij het Instituut Sportrechtspraak. Deze wijzigingen zijn wel opgenomen in deze bijlage maar nog niet notarieel vastgelegd. Reglement Tuchtrechtspraak 4-8 versie 1.3 mei 2014

5 6 Ontslag door de bondsraad Een besluit van de bondsraad tot ontslag behoeft een meerderheid van ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin het betrokken lid de gelegenheid heeft gehad het woord te voeren. Artikel 26 Taken en bevoegdheden tuchtcollege Het tuchtcollege heeft, behoudens het elders in deze statuten bepaalde, als taken en bevoegdheden: het uitoefenen van het tuchtrecht van de bond, waaronder begrepen het (doen) uitvoeren en toezien op een juiste uitvoering van het hierna te noemen tuchtreglement, alsmede het in dat verband beslechten van geschillen; het adviseren van de organen van de bond aangaande het tuchtrecht van de bond; en het adequaat (doen) opleiden van zijn leden of potentiële leden. Artikel 27 Tuchtrecht, algemeen 1 Reikwijdte Aan het tuchtrecht van de bond zijn binnen de grenzen der wet onderworpen de lidverenigingen en de verenigingsleden en eenieder die binnen de bond een functie vervult, een en ander onverminderd de eventuele sancties die de lidverenigingen hun eigen verenigingsleden kunnen opleggen. 2 Overtredingen a. Lidverenigingen, de verenigingsleden, de afdelingen en het bondsbestuur kunnen bij de voorzitter van het tuchtcollege schriftelijk en gemotiveerd een klacht indienen als zij van mening zijn dat een tuchtrechtelijke overtreding is begaan. b. Onder een tuchtrechtelijke overtreding wordt in het tuchtrecht van de bond verstaan een handeling of nalatigheid: in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de bond, of waardoor de bond op onredelijke wijze wordt benadeeld, daaronder begrepen het schaden van de reputatie of de belangen van de bond. Onder tuchtrechtelijke overtreding wordt uitdrukkelijk niet verstaan een overtreding van de spelregels tijdens de beoefening van het spel, tenzij in het hierna te noemen internationaal spelreglement petanque het tuchtcollege wordt genoemd als het orgaan dat de uiteindelijke beslissing neemt. 3 Samenvoegen van klachten Klachten die naar het oordeel van de voorzitter van het tuchtcollege nauw met elkaar samenhangen, worden, zelfs indien er ter zake meerdere beklaagden zijn, gezamenlijk behandeld. 4 Seponeren door de voorzitter De voorzitter kan een klacht: niet ontvankelijk verklaren; of aan het tuchtcollege ter beoordeling voorleggen. Alvorens tot zijn beslissing te komen kan de voorzitter de klager verzoeken mondeling of schriftelijk zijn klacht toe te lichten. Tegen de beslissing van de voorzitter staat geen beroep open. Reglement Tuchtrechtspraak 5-8 versie 1.3 mei 2014

6 5 Seponeren door het tuchtcollege Het tuchtcollege kan een aan hem voorgelegde klacht: niet ontvankelijk verklaren; of in behandeling doen nemen door een tuchtcommissie; of aanmerken als een klacht over een administratief verzuim; het begrip 'administratief verzuim' wordt in het tuchtreglement nader ingevuld. Alvorens tot zijn beslissing te komen kan het tuchtcollege de klager verzoeken mondeling of schriftelijk zijn klacht toe te lichten. Tegen de beslissing van het tuchtcollege staat geen beroep open. Artikel 28 Tuchtcommissie 1 Samenstelling a. Indien het tuchtcollege besluit de klacht in behandeling te doen nemen, benoemt het voor de behandeling daarvan uit zijn midden een commissie van drie personen, hierna te noemen tuchtcommissie (zijnde een commissie als bedoeld in artikel 3 lid 6 onder a.), of wijst het de behandeling van de klacht toe aan een eerder ingestelde tuchtcommissie, mits aan de voorwaarde onder b. tweede zin van dit lid voldaan blijft worden. b. De voorzitter van de tuchtcommissie is zo mogelijk een academisch gevormde jurist en wordt in functie benoemd. De leden van de tuchtcommissie mogen niet afkomstig zijn uit de afdeling waartoe de beklaagde of klager behoort. Ten minste één van hen is tevens verenigingslid. c. Een lid van het tuchtcollege kan deel uitmaken van meerdere tuchtcommissies. 2 Opleggen van sancties a. De tuchtcommissie kan de klacht al dan niet gegrond verklaren en de beklaagde al dan niet een sanctie opleggen. De beklaagde heeft het recht een verweerschrift bij de tuchtcommissie in te dienen en door deze gehoord te worden. De beklaagde kan zich daarbij doen bijstaan door een raadsman. Alvorens tot zijn beslissing te komen kan de tuchtcommissie de klager verzoeken mondeling of schriftelijk zijn klacht toe te lichten. b. De uitspraak wordt terstond schriftelijk aan de beklaagde bekend gemaakt en indien naar het oordeel van het tuchtcollege noodzakelijk, gepubliceerd in het Informatiebulletin. 3 Aantekenen van beroep Tegen de uitspraak van de tuchtcommissie staat de beklaagde binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open bij het tuchtcollege, tenzij een sanctie is opgelegd waarvan in deze statuten of in het tuchtreglement is bepaald dat daartegen geen beroep mogelijk is. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is de beklaagde geschorst, zowel in persoon als in functie. 4 Ontbinding Een tuchtcommissie is automatisch ontbonden indien en zodra zij uitspraak inzake de aan haar voorgelegde klacht casu quo de laatste daarvan heeft gedaan. Reglement Tuchtrechtspraak 6-8 versie 1.3 mei 2014

7 Artikel 29 Commissie van beroep 1 Samenstelling a. Indien een beklaagde bij het tuchtcollege in beroep is gegaan benoemt het voor de behandeling daarvan uit zijn midden een commissie van drie personen, hierna te noemen commissie van beroep (zijnde een commissie als bedoeld in artikel 3 lid 6 onder a.), of wijst het de behandeling van de klacht toe aan een eerder ingestelde commissie van beroep, mits aan de voorwaarde onder b. van dit lid voldaan blijft worden. b. De voorzitter van de commissie van beroep is zo mogelijk een academisch gevormde jurist en wordt in functie benoemd. De leden van de commissie van beroep mogen niet afkomstig zijn uit de afdeling waartoe de klager of de beklaagde behoort, noch deel uitgemaakt hebben van de tuchtcommissie die uitspraak in eerste instantie heeft gedaan. Ten minste één van hen is tevens verenigingslid. c. Een lid van het tuchtcollege kan deel uitmaken van meerdere commissies van beroep. 2 Opleggen van sancties a. De commissie van beroep kan het beroep al dan niet gegrond verklaren en de beklaagde al dan niet een sanctie opleggen. Deze sanctie kan een andere zijn dan die, die in eerste instantie was opgelegd door de tuchtcommissie. De beklaagde heeft het recht een verweerschrift bij de commissie van beroep in te dienen en door deze gehoord te worden. De beklaagde kan zich daarbij doen bijstaan door een raadsman. Alvorens tot zijn beslissing te komen kan de commissie van beroep de klager verzoekenmondeling of schriftelijk zijn klacht toe te lichten. b. De uitspraak wordt terstond schriftelijk aan de beklaagde bekendgemaakt en indien naar het oordeel van het tuchtcollege noodzakelijk, gepubliceerd in het Informatiebulletin. 3 Aantekenen van beroep Tegen de uitspraak van de commissie van beroep is geen beroep mogelijk. 4 Ontbinding Een commissie van beroep is automatisch ontbonden indien en zodra zij uitspraak inzake het aan haar voorgelegde beroep casu quo het laatste daarvan heeft gedaan. Artikel 30 Op te leggen sancties 1 Sancties voor lidverenigingen Aan een lidvereniging kunnen voor een tuchtrechtelijke overtreding, begaan door haar of door één van haar verenigingsleden de volgende sancties worden opgelegd: een berisping; een tuchtrechtelijke boete; schorsing; voordracht tot ontzetting (royement) bij het bondsbestuur; en verplichting tot innemen en aan de bond retourneren van de licentie van een verenigingslid, indien de tuchtrechtelijke overtreding (tevens) is begaan door dat verenigingslid. 2 Sancties voor verenigingsleden Aan een verenigingslid kunnen de volgende sancties worden opgelegd: een berisping; Reglement Tuchtrechtspraak 7-8 versie 1.3 mei 2014

8 een tuchtrechtelijke boete; schorsing het tijdelijk intrekken van zijn licentie; het definitief intrekken van zijn licentie; en een voordracht tot ontzetting uit zijn lidmaatschap bij de betrokken lidvereniging(en). Artikel 31 Tuchtreglement In het door de bondsraad, gehoord hebbende het tuchtcollege, vast te stellen tuchtreglement worden nadere regels gegeven inzake de organisatie en werkwijze van het tuchtcollege, de tuchtcommissie en de commissie van beroep. Tevens kan in dit reglement het begrip tuchtrechttuchtrechtelijke overtreding binnen de grenzen van de wet en deze statuten nader worden ingevuld. Reglement Tuchtrechtspraak 8-8 versie 1.3 mei 2014