B 29: Zeestromen en temperatuur. - Zeestromen is stromen die ontstaan als de wind boven zee langdurig uit een richting komt.

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Aardrijkskunde Basisboeknummers

Bb 52: Bossen zijn belangrijk Niet echt een belangrijk basisboek, want je kan er geen samenvatting van maken. Als je logisch na denkt kan je het!

B36 De dampkring laat de zonnewarmte gewoon door. Pas als de zonnestralen op het aardoppervlak vallen, geven ze hun warmte af.

6.1. Boekverslag door R woorden 29 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

2 Landschapszones op aarde SO 1

5,5. Definities: Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 5

Beschrijven de Ring van vuur.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

Aardrijkskunde Bewegende aarde Leerjaar 2ha HBAK Antwoordmodel

8,9. Samenvatting door een scholier 1242 woorden 29 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 1 paragraaf 1. veelkleurig Zuid-Afrika

1 Nigeria: rijk maar toch arm.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde H1 Zuid-Afrika en Argentinië

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Werkstuk Aardrijkskunde India

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

6,8. Deelvraag 1: Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling? Deelvraag 2: Wat is per kenmerk de positie van India in

De horizontale bewegingen van de platen

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

5) Bonusvraag verschillen tussen: stad en platteland, rijkdom, werkvoorziening, diensten, landbouw en industrie

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

6,7. Verwaarlozing van landbouw en industrie. Trek naar de steden. Miljoenenstad Lagos. B 160 Ontwikkelingspeil

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

5,5. Samenvatting door Aukje 2315 woorden 5 juli keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Aardrijkskunde H5: Azië: verwoestende krachten

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Thema 5 Weer en klimaat


INHOUD. Inleiding Aardbevingen Bergen Bosbranden Koraal Lawines Meteorieten Onweer...

Krachten van de natuur hoofdstuk 1B4

Samenvatting Aardrijkskunde H2, paragraaf 1 t/m 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

4 Leven in een koud gebied

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 5 paragraaf 1tm5

De Alpen-natuurlandschap

Samenvatting door een scholier 2012 woorden 13 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. B 24 breedteliggingen en temperatuur

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Natuurrampen. Natuurrampen. Enkele voorbeelden... Oorzaken: bijvoorbeeld lawine, aardbeving, orkaan, overstroming, tsunami en vulkaanuitbarsting.

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2, paragraaf antwoorden

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Samenvatting Aardrijkskunde globalisering in Azi?

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

Eén Korea, twee landen

Inhoud 1. Aardbevingen 3 2. Een kijkje in de aarde 3. Over scheuren en platen 4. Schuivende platen 6 5. Langs de breuklijnen 6.

Werkstuk ANW Aardbevingen

Begrippenlijst Aardrijkskunde alle begrippen

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

6,8. 13 Verandering op het platteland. B51 Klimaatsysteem van Köppen. Samenvatting door een scholier 1461 woorden 25 juni keer beoordeeld

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

2 Natuurlandschappen op aarde

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

3 havo 4 water, 2 t/m 4

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Eindexamen aardrijkskunde havo I

1 Landschap en klimaat in Turkije

Wat zie jij op het plaatje? Schrijf het vehaal af. De golf was zo hoog als een. Er staan heel veel huizen onder

6,6. Antwoorden door een scholier 1458 woorden 14 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Project Afrika-Azië. Week 1ABC: Noord-Afrika

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, paragraaf 13, 14, 15

Eindexamen aardrijkskunde havo I

5 havo 2 End. en ex. processen 1-4

Praktische opdracht Economie Broeikaseffect

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

BANANEN LANGS DE NOORDZEE antwoordblad

5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen

Lesbrief. watersnoodramp. 1 februari Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Aardbevingen. Teleblik quizzen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bedreigingen. Broeikaseffect

Begrijpend Iaen. IIJIER 3 Herhaling: remediëring. .. Wat is droogtd' 2 Wat Is het nut van bomen?

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Uiteenzetting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Multicultureel Amerika

De islam Ongeveer...mensen zijn islamiet. De heilige stad van de Islam is..., de... van de profeet Al zijn leefregels staan in de...

Inleiding Waarom dit onderwerp?

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2. 1ste druk

5,3. Samenvatting door een scholier 1646 woorden 7 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7

Antwoorden door een scholier 722 woorden 23 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 4 Mens en milieu.

4 Dodelijke vloedgolf

Van de regen in de drup

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Werkblad bij de geoquest Vulkanen

Transcriptie:

Boekverslag door D. 2988 woorden 26 september 2004 6.1 60 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Basisboek nummers voor Aardrijkskunde: B 5: natuurlijke en menselijke factoren >je hebt natuurlijke en menselijke factoren 0 bijv. hoe het komt dat Japan veel aardbevingen heeft is natuurlijke factoren door breuklijnen 0 bijv. hoe het komt dat het verzorgingsniveau in een stad hoger is, is menselijke factoren. Door dat er meer mensen in een stad zijn voor ziekenhuizen bijv. 0 bijv. waarom bepaalde gebieden minder ontwikkeld zijn dan andere. Menselijke en natuurlijke factoren. Een slechte bodem remt de ontwikkeling, is natuurlijk Meer bruto dan wordt NL rijker, maar als er dan meer mensen komen moet het over meer mensen worden verdeeld, dus wordt je niet rijker. Menselijke factor. B 17: Nut van de dampkring > zonder dampkring is er geen leven. Dan is de aarde hetzelfde als de maan. De dampkring is belangrijk want: 0 Zuurstof, koolzuurgas maakt leven mogelijk en zit in de lucht. 0 De lucht vormt beschermende laag: ozonlaag. 0 De dampkring regelt temperatuur. B 18: Broeikaseffect > Het verschil in golflengte is belangrijk. 0 De langgolvige aardstralen gaan niet zoals de kortgolvige zonnestralen zomaar door de dampkring. Ze geven warmte aan moleculen. Gassen: koolzuurgas, co2 en waterdamp. > Het hele verschijnsel het water kan er wel in maar niet meer uit heet het broeikaseffect. Het effect van waterdamp en wolken kun je merken bij woestijn. Daar is het in de nacht soms 50 graden kouder dan overdag. > Media vind broeikaseffect ramp anders is de wereld onbewoonbaar. 0 Als er meer co2 in de lucht zit word het broeikaseffect sterker. Daardoor zal het de komende honderd jaar warmer op aarde worden. Mensen zijn tegen. B 29: Zeestromen en temperatuur. - Zeestromen is stromen die ontstaan als de wind boven zee langdurig uit een richting komt. Zeestromen https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 1 van 9

kunnen warm zeewater uit de tropen naar de poolstreken voeren en koud poolwater naar warmere streken brengen. - Een zeestroom kan daardoor veel invloed hebben op de temperatuur. - Golfstroom is de stroom die warm water uit de Golf van Mexico naar de westkust van Europa brengt. B 30 : gebergten als temperatuursscheiding - Een wind kan gehinderd worden door een gebergte. - Bijv. de Golfstroom in Scandinavië. Het Scandinavische Hoogland houdt de warme lucht tegen. Daardoor vriezen de havens in Noorwegen niet dicht maar in Zweden wel. - In de zomer heeft Zweden er wel een voordeel van. Dan blijft de koude lucht van zee hangen. - Temperatuursscheiding = Een gebergte waardoor een warme/koude wind wordt tegengehouden. De Alpen beschermt Zuid-Europa in de zomer tegen een koude Noordenwind. B 34: Neerslag - Bij neerslag zijn drie dingen belangrijk: - In de lucht zit water. Twee vormen: onzichtbaar: waterdamp en zichtbaar: wolken, bestaan uit druppels of ijskristallen. - Neerslag heeft verscheidene vormen: bijvoorbeeld regen, sneeuw, hagel. - Neerslag wordt gemeten in mm of cm. Gemiddelde jaarlijkse neerslag in Nederland: 750 mm = 75 cm. - 10 cm sneeuw = 1 cm water. - 1 mm regen = 1 liter water per m2. B 35: Ontstaan van neerslag - Dampkring bevat water in twee vormen: onzichtbaar: waterdamp en zichtbaar: water en ijs. Neerslag = water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde neerslaat. - Hoe ontstaat neerslag? Door afkoeling van de lucht. In de koude lucht kan minder waterdamp dan in warme. - Hoe kan de lucht kouder worden? Door stijging. Voorbeeld: tegen een gebergte. - Loefzijde = windzijde; lucht stijgt -> neerslag - Lijzijde = uit de wind; lucht draalt -> droog, gebied aan de lijzijde ligt in de regenschaduw. B42 Plantengroei en temperatuur - Invloed van dalende temperatuur op plantengroei. Van de Noordpool naar Duitsland. - Poolijs - Waar? poolstreken zomertemperatuur onder 0 ºC. Kenmerken: op land: landijs enkele kilometers dik. op zee (ijsbergen): drijfijs enkele meters dik. - Toendra poolstreken zomertemperatuur tussen 10 ºC en 0 ºC. Waar? Kenmerken: geen bomen, 9 maanden sneeuwdek, 3 maanden moerassig met gras, mos, kleine stuikjes. - Tussen toendra en taiga: overgangsgebied. https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 2 van 9

- Taiga gematigde zone zomertemperatuur tussen 15ºC en 10 ºC.->Wáár? naaldbomen; altijd groen.->kenmerken: homogeen - Tussen taiga en loofbos: gemengd bos. - Loofbos gematigde zone gematigde zone Waar? zomertemperatuur boven 15ºC. eiken, beuken; Kenmerken: homogeen zomergroen. B 50 : Droge gebieden -Twee soorten: woestijnen en steppen -We noemen een gebied droog als er te weinig neerslag valt voor akkerbouw. Gevolg daarvan: dun bevolkt. -Grootste probleem: Hoe kom je aan water? Antwoord: grondwater of water elders of door rivier of door pijpleiding. -Plantengroei erg kwetsbaar. Vooral grensgebied steppewoestijn. Twee oorzaken verwoesting: Menselijk oorzaak: overbeweiding Natuurlijke oorzaak: onbetrouwbare neerslag B 52: bossen zijn belangrijk > bosgebieden verdwijnen. O.a. in dichtbevolkte gebieden. Bijv. midden en zuid-europa de VS en Zuidoost-azie. 0 nadelen geeft het bossen zijn belangrijk: mensen hebben hout nodig bijv. voor brandstof. Als er geen hout is gebruiken mensen uit de derde wereld gedroogde mest. bossen voorkomen bodemerosie. bossen zijn van invloed op het klimaat. natuurlijke bossen zijn belangrijk vanwege hun verscheidenheid in soorten. mensen die denken dat bossen voor zuurstof zorgen hebben het goed. B 58: Endogene en Exogene krachten > Aarde is gloeiende bol van vloeibaar gesteente. Aardkost is de harde schil om de aarde. 6 tot 30 km dik. 0 De steenschaal, de harde schil, veranderd voortdurend van vorm, oorzaak natuurkrachten. >Er zijn 2 soorten natuurkrachten 0 Exogene krachten, komen van buitenaf door het weer en plantengroei 0 Endogene krachten komen van binnenuit, bijvoorbeeld door een vulkaan en een aardbeving. magma= vloeibaar gesteente binnen de aarde lava= het magma als het naar buiten komt. aardbevingen, het bewegen van een plaat ten opzichte van een andere plaat. B 60 : Platen en breuken >Door de endogene krachten ontstaan in de aardkost breuken. Schollen of platen, stukken aardkost https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 3 van 9

tussen die breuken. Breuklijnen, randen van de platen. Pacifische plaat is de grootste plaat. 0 De aardkost is voortdurend in beweging langs plaatranden. 0Wanneer platen uit elkaar schuiven komt er magma naar boven, dat vormt een gebergte bijv. midden Atlantische rug. 0 Langs grote breuklijnen zijn vulkanische uitbarstingen en aardbevingen. B 61: Aardbevingen Voorbeeld van endogene krachten is aardbeving. Het diepste punt is het hypocentrum. Daar recht boven op het aardoppervlak zit het epicentrum, daar zijn de zwaarste trillingen. Siesmdogen = geleerde die aardbevingen bestuderen. Met een seismograaf meten ze de trillingen. De schaal van richter is bedacht door de Seismoloog Richter. De schaal geeft de kracht van een aardbeving aan. De lichtste trilling is 0 en kracht dat hij naar boven gaat is de kracht 10 keer zo zwaar. Pas bij 3 voel je iets. De zwaarste trilling ooit gemeten is 8.6. Hoger dan 9.0 kan waarschijnlijk niet. In Nederland komen weinig aardbevingen voor. Aardbevingen zijn levensgevaarlijk en kunnen veel schade aanrichten. In bewoond gebied wordt de schade veroorzaakt aan gebouwen, bruggen, viaducten en verkeersknooppunten. Door dat dit instort vallen de meeste slachtoffers. Ook kan er brand uitbreken. Ook kunnen er landverschuivingen komen en raken er mensen bedolven. Een zeebeving ontstaat als de bodem trilt. Er komen vloedgolven. Ze ontstaan bij een kracht van minstens 8 of bij een vulkanische uitbarsting. De vloedgolven heten Tsunami. Op zee zijn ze het snelst naar de kust toe worden ze minder snel maar hoger. De hoogste golf was 85 meter. B62: Vulkanisme >bij vulkanisme kunnen 3 vormen materiaal naar buiten komen; gasvormig, vloeibaar, vast. Zolang het nog in de aarde zit is het magma, komt het buiten is het lava. Grote klonten stollen en vormen zijn vulkanische bommen, de kleine deeltjes: (vulkanisch) as. Uitbarsting is eruptie. 0 het uitgestroomde en uitgeworpen materiaal vormt rond de krater: (het uitstroomgat) een berg, een vulkaan. 0 er kunnen altijd vulkanische verschijnselen bij een dode vulkaan voorkomen dat noemen we: postvulkanische verschijnselen ( post = na ). een voorbeeld van een postvulkanisch verschijnsel zijn mineralen bronnen. B 70 : bodemerosie door water - Bodemerosie = verdwijnen van de bovenste vruchtbare bodemlaag door wind en water. Door water meeste kans in: vochtige gebieden met veel reliëf. Kans klein, mits: beboste hellingen. - Oorzaak bodemerosie: de mens: ontbossing, hellingen, aanleg akkers. Wat gebeurt er bij ontbossing? Toestand van ontbossing: wortels houden bomen vast, bladeren zorgen ervoor dat regen zachtjes neerkomt, regenwater stroomt af door de grond, regelmatige wateraanvoer in de rivier. Toestand na ontbossing: bodem ligt los, regen striemt neer, regenwater stroomt over de grond. Onregelmatige overstromingen. - Hoe voorkom je bodemerosie door water? - Bossen staan of nieuwe bossen laten aanplanten https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 4 van 9

- Bij landbouw zorgen dat bodem zoveel mogelijk begroeid is. Terrassen maken. B 71: bodemerosie door wind > Bodemerosie = verdwijnen van de bovenste vruchtbare bodemlaag. - weggespoeld - weggewaaid, groot in droge gebieden minder plantengroei. 0 Er zijn 2 manieren waardoor het fout kan gaan. Manier1: overbeweiding, als het weinig regent en op een stuk gras te veel vee graast. Het gras heeft geen kans om te groeien. Wind vrij spel Manier2: omploegen, mensen proberen akkers te maken dat gaat dan mis. Akkers blijven onbegroeid. Wind vrij spel en er ontstaan enorme stofstormen. 0 Verkeerd gebruik in gebieden met een onbetrouwbare neerslag: in het ene jaar regent het veel dan weer niet. In een nat jaar houdt men mee vee en bouwt men nieuwe akkers. 0 Winderosie voorkomen: 1: het gras niet te veel omploegen en teveel vee op laten grazen. 2: windsingels breekt de kracht van de wind, dat zijn rijen bomen die water krijgen door irrigratie. B 72: rivieren >water is een van de belangrijkste stoffen op aarde. H2o komt voor in 3 toestanden: vast, vloeibaar, gasvormig. Het voortdurend overgaan van water van de ene toestand in de andere noemen we de kringloop van het water, >rivieren spelen een belangrijke rol bij de kringloop. 0 het gebied binnen de rode lijn heet het stroomgebied. 0 de rode lijn heet de waterscheiding, de definitie hiervan is dan ook: de grens tussen 2 stroomgebieden. 0 schommelingen in de waterafvoer noemen we het regiem. het regiem van water hangt af van wat er in het stroomgebied gebeurt. B77: Cultuur - Je kunt mensen in groepen indelen, een van de kenmerken waarmee je dit kan doen is cultuur. - Cultuur is het tegenovergestelde van natuur. Natuur is aangeboren, cultuur is aangeleerd. - Cultuur is taal, godsdienst, kleding, woning, eten en drinken, kunst, sport, huisdieren, omgangsvormen en gewoontes bij trouwen en overlijden. B80 Aantal, spreiding en dichtheid - Een landschap wordt ingericht door mensen. Hoe meer mensen, hoe meer inrichting. Voor de inrichting is van belang: aantal, dichtheid en spreiding. - Dichtheid = gemiddeld aantal inwoners per km2. Dichtheid van Nederland: ca. 470. Daarmee staat Nederland in de top 5 van de wereld. - Spreiding = de manier waarop de bewoners over het land verdeeld zijn. - Bevolkingsconcentratie = samenballing van mensen in een bepaald gebied. https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 5 van 9

B84 Veranderingen in bevolkingsaantal - Veranderingen in bevolkingsaantal komen door natuurlijke veranderingen en migratie. - Natuurlijke veranderingen zijn geboorte en sterfte. Als er in een land meer geboorteoverschot.->mensen geboren worden dan er sterven Als er in een land meer mensen sterven worden dan er geboren worden. - Het aantal geboortes per geboortecijfer.->10 0 0 inwoners Het aantal sterftegevallen per 10 0 0 inwoners sterftecijfer.-> De hoogste geboortecijfers in de wereld liggen rond de 50 in de 3e wereld landen. - Veranderingen door migratie worden bepaald door twee gegevens: emigratie en immigratie. Als er meer mensen vertrekken dan binnenkomen (meer immigranten dan emigranten) dan is er een vestigingsoverschot. Andersom is het natuurlijke een vertrekoverschot. B87 Economische Systemen - De manier waarop de productie van goederen is verdeeld is het economisch systeem. - In een kapitalistisch land wordt de productie geleid door particuliere ondernemers, dus hoeveel producten en welke. Het kapitalistische productiesysteem wordt daarom ook wel vrijemarkteconomie genoemd. - In een communistisch land wordt de productie geleid door de staat. Geen vrije ondernemers, bedrijven zijn eigendom van de staat. Een afdeling op een ministerie maakt voor elk bedrijf een productie plan. Het communistische productiesysteem wordt daarom ook wel planeconomie genoemd. - Een communistische planeconomie kan alleen maar bestaan in een dictatuur, dan hebben de bewoners namelijk geen democratische rechten. - Er waren in de 20 e eeuw twee communistische wereldmachten: de Sovjet-Unie en China. Rond 1990 is het communisme daar ingestort. In China bestaat het echter nog wel, maar het land wordt langzaam aan steeds kapitalistischer. B88: Ontwikkelingspeil > ontwikkelingspeil: kennis van een land 0 denk na over opleidingsniveau analfabeten = mensen ouder dan 15 die niet kunnen lezen en schrijven. 0 belangrijk voor ontwikkelingspeil: - ziekenhuizen - universiteiten - opleiding veel gebruikte maat om te meten is, het aantal inwoners per arts. > het ontwikkelingspeil is van grote invloed op de inrichting van het gebied. B89: Ontwikkelingslanden - Landen met een laag ontwikkelingspeil heten ontwikkelingslanden, arme landen, derde wereld en het Zuiden. Landen met een hoog ontwikkelingspeil heten ontwikkelde landen, rijke landen, industrielanden en het Noorden. - Mondiaal is het simpel om de wereld te verdelen in ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden. Want tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden zijn zelf ook weer verschillen tussen arm en rijk. https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 6 van 9

- In de ontwikkelingslanden zitten bepaalde groepen. De bekendste is de NIL (nieuwe industrielanden), met landen zoals Taiwan en Zuid-Korea. (ook wel nieuwe tijgers). - Ontwikkelingslanden hebben bepaalde kenmerken: de belangrijkste drie zijn: armoede; honger en ziekte. B90 : Armoede - Een basiskenmerk van ontwikkelingslanden is armoede. Door een land te vergelijken met andere landen kun je kijken of een land arm is. Binnen de 3e wereld zijn er ook arme en rijke landen. - Om te vergelijken gebruik je het BBP of het BNP per hoofd. Dat is alles wat de inwoners van een land samen verdienen, gedeeld door het aantal inwoners. Het BNP of het BBP wordt meestal uitgerekend in Dollar. B91: Honger - De eerste levensbehoeften van de mens zijn voedsel en beschutting. Iemand is arm als hij niet aan de eerste levensbehoeften kan voldoen, zoals er vaak honger in Afrika is. - Kwalitatieve honger: Er is dan wel genoeg voedsel maar de kwaliteit daarvan is dan slecht. Hierdoor krijg je ondervoeding. - Kwantitatieve honger: Er is dan niet genoeg voedsel, dit kan onder andere komen door droogte of oorlog. B92 Ziekte - De gezondheidstoestand in de derde wereld is over het komt door lage inkomens. Hier is gezondheid namelijk wel te algemeen niet goed koop. - Omdat de mensen geen geld hebben, hebben ze ook geen schoon water. Hier in Nederland zijn we gewend aan schoon water, in Afrika leven ze vaak in hutjes zonder water. Want hier gebruikt men de rivier als leverancier van veel kans op ziektes. Drinkwater, wasplaats en riolering - Een andere oorzaak van de ziektes is slechte voeding. B93: Snelle bevolkingsgroei - De bevolking van arme landen groeit sneller dan die van rijke. De geboortecijfers zijn er veel hoger, maar de sterftecijfers zijn haast hetzelfde. Dit hangt weer samen met armoede heeft te weinig geld en kennis om geboortebeperking toe te passen. - Vaak elk kind is een werkkracht: ze zijn nodig om het ->wil men niet eens beperken gezinsinkomen te verhogen en je kinderen moeten voor je zorgen als je oud bent. - De snelle bevolkingsgroei is niet alleen een gevolg van armoede, het is ook een oorzaak. Er komt meer geld doordat er meer werkmensen zijn, maar het BNP blijft het zelfde want je moet het door meer personen delen. B 95: Koloniale geschiedenis >1492 = Columbus ontdekte Amerika 1498 = Vasco da Gama vond de zeeweg naar India. Einde middeleeuwen, begin nieuwe tijd. 0 kooplieden stichtten op de nieuwe ontdekte vreemde kusten handelsnederzettingen, koloniën. https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 7 van 9

1e alleen peper duren producten werden vervoert, de schepen waren klein en de reisduur was lang. 2e door de stoomschepen, sneller en groter, kregen die koloniën een andere funtie: - leverancier van grondstoffen voor de industrielanden - afzetmarkt voor de industrieproducten. > grondstoffen: landbouwproducten: - tabak, koffie, thee, cacaobonen, rietsuiker, rubber. Mijnproducte: - goud, zilver, bauxiet en aardolie. Bewoners van de koloniën wilden niet deze grondstoffen produceren. 0 Europese landen namen delen van Afrika, Azië en Amerika in bezit. Om zelf plantages te stichtten en mijnen aanleggen. Plantages = op de export, gerichte landbouw bedrijven. > koloniën werden zelfstandig, de kolonisatie. 0 lang geduurd voordat ze zelfstandig werden, na de 2e wereldoorlog. B97: Hoog percentage werkers in de landbouw - De bestaansmiddelen zijn verdeeld in drie sectoren: landbouw, industrie en diensten. In een ontwikkelingsland werken veel mensen in de landbouw en is de landbouw vaak zelfvoorzienend. In een rijk land werken weinig mensen in de landbouw en is deze vaak commercieel. B98: Laag percentage werkers in de industrie - In ontwikkelingslanden is maar weinig in de industrie. De rijke, ontwikkelde landen heten ook er is veel meer industrie. industrielanden - Maar industrie komt steeds meer in handen van multinationals. Zij hebben fabrieken in een rijk, ontwikkeld zo land maar breiden uit naar arme landen omdat de lonen daar lager zijn ontstaan de NIL s (Nieuwe Industrielanden). B 99: Dienstensector als vluchtensector - Rijke landen = Dienstensector de grootste - In percentage en in werk is er verschil tussen rijke en arme landen - Inkomen en gevraagde opleiding in de dienstensector ligt meestal hoog in rijke landen. - In de derde wereld vind je meestal ongeschoolde en laag betaalde mensen in die sector. Geen werk = vluchten. Vandaar vluchtsector. B10 2 Slechte infrastructuur - Moderne bedrijven kunnen in ontwikkelingslanden vaak niet goed werken omdat de infrastructuur heel slecht is. - Infrastructuur = verkeersvoorzieningen die nodig zijn om een bedrijf te laten functioneren. (Inclusief postgeld- telefoon- en faxverkeer) B115: Locatiefactoren: - vragen voor directeur industriebedrijf: - Grondstoffen - Markt https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 8 van 9

- Loonkosten - Kennis - Grondstoffen in twee hoofdgroepen: - Ruwe grondstoffen ( primaire producten ). Onbewerkt -> melk, huiden. - En half fabrikaten -> zijn al bewerkt - Markt: op schaalniveaus bijvoorbeeld: wereldmarkt, Europese markt, Chinese markt. - De loonkosten -> rijke landen : hoog -> ontwikkelingslanden : laag - Kennis: technische kennis van mensen B 116: > ze richten zich dan op een factor. 0 de zware industrie neemt de factor grondstof. 0 3% is maar vervoer kosten, dan letten ze meer op de markt waar de mensen zijn -> dicht bevolkte stedelijke gebieden. bereikbaarheid is hoofdrol, transportmogelijkheden. Probleem -> te veel verkeer op de transportwegen. 0 door arbeidsintensief -> hoge loonkosten. Oplossing: deuren sluiten en verplaatsen door lage loonlanden. 0 kennisgericht = bedrijven die mensen zoeken die een hoge opleiding hebben. B117: Zware industrie en lichte industrie - Zware industrie -> factor grondstof. - Zware metaal industrie - Staalfabriek - Olie-industrie - De zware industrie bepaald de inrichting van een landschap. - De lichte industrie terreinen zien er anders uit. - Zware industrie, omdat je hebt massale hoeveelheden grondstof nodig. Dus veel dingen om te vervoeren en welke vervoersmiddelen? Daarom 2 locaties: - In oude mijngebieden -> erfenis uit verleden. - Bij diepzeevaart, vanwege het vervoer met tankschip en pijpleiding. De tankschepen worden steeds groter daarom bij diepzeevaart. B127: Agglomeraties en stedelijke gebieden - Steden groeien soms over gemeentegrenzen heen. Dan ontstaat een agglomeratie = stad met de daaraan vastgegroeide randgemeenten. - Agglomeratie is moeilijk te besturen; stadsgebied valt onder verschillende gemeenteraden. - Mogelijke oplossing: stadsprovincies. - Stedelijke gebied = aantal agglomeraties dicht bij elkaar. https://www.scholieren.com/verslag/19763 Pagina 9 van 9