Bestemmingsplan. Renkums Beekdal

Vergelijkbare documenten
Bestemmingsplan. Woonschepenhaven Rosande Oosterbeek

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

... Voorschriften vrs

Inleidende bepalingen... 2 ARTIKEL 01 BEGRIPSBEPALINGEN... 2 ARTIKEL 02 WIJZE VAN METEN... 5

Inhoudsopgave. Regels 3

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen -1- Artikel 1 Begripsbepalingen -1- Artikel 2 Algemene bepalingen omtrent bouwen -3-

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

INHOUD 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 4 3 ALGEMENE BEPALINGEN 7 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 9 REGELS PLANKAART III

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Nog niet gecontroleerde informatie!

1.1 plan: het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Regels. Kenmerk: R05

R e g e l s rgl

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

... Voorschriften vrs

INHOUD. voorschriften

Paragraaf I. Inleidende bepalingen Paragraaf II. Bestemmingen Paragraaf III. Algemene bepalingen... 11

Bestemmingsplanvoorschriften

Buitengebied, herziening gronden Junne

GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT / BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG INHOUDSOPGAVE

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

1 van :15

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Westsingel. Datum 22 juni 2009

BESTEMMINGSPLANVOORSCHRIFTEN. behorende bij het bestemmingsplan der gemeente Nijmegen d.d. 29 januari 1992 afd. SI nr. 14/1992

Voorschriften januari 2007

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

R e g e l s rgl

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Parapluplan Nieuwe Hollandse Waterlinie

I algemene bepalingen 1

INHOUD 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 2 BESTEMMINGSBEPALINGEN 5 3 ALGEMENE BEPALINGEN 8 4 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN 11 VOORSCHRIFTEN DE PLANKAART III

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

een werk: een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

Bedrijventerrein Fase 5 Gemeente Urk vastgesteld Projectnr Revisie 01 Datum 29 januari 2018

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

pompstation Breehei te Leunen REGELS

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Balk - Verbindingsweg

R e g e l s rgl

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

N307 Passage Dronten (9071)

... Voorschriften vrs

R e g e l s rgl

BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

REGELS Inhoudsopgave

Bestemmingsplan Archeologie

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

Wijzigingsplan: `Heide 45 Swalmen

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen -7- Artikel 4 Kantoren -7- Artikel 5 Verkeersdoeleinden straat -7-

Nog niet gecontroleerde informatie!

bouwhoogte In de bouwhoogte wordt geen uniformiteit nagestreefd. Aan de goothoogte wordt daarom een

Wijzigingsplan SWLM M20

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Bestemmingsplanvoorschriften behorende het bestemmingsplan 'Brabantse Poort XI' (Van Rosenburgweg)

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Buitengebied herziening 2010, Laarstraat

BESTEMMINGSPLAN LOCATIE ZANDWEG TE OOSTVOORNE

het plan: het onderhavige uitgewerkte plan, zijnde de kaart en deze voorschriften;

Artikel 1 Begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: a. Aanbouw Bebouwing ter uitbreiding en ten dienste van de hoofdbebouwing. b.

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

Toelichting 3. Regels 9

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

Landgoed Ruyssengoet te Gendringen

Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar regels

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

REGELS ONTWIKKELINGSPROJECT BERGSEBAAN BERGEN OP ZOOM - BIJLAGEN

Jaartal / nummer Opgenomen in collectie gemeentebladen in / 25

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).

2.1 de bebouwing op de verbeelding: de op de verbeelding aangegeven (kadastrale) bebouwing wordt als illustra-tief beschouwd;

Transcriptie:

Bestemmingsplan Renkums Beekdal Gemeente Renkum, mei 2006

VOORSCHRIFTEN... 1 1. INLEIDENDE BEPALINGEN... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 4 Artikel 3 Anti-dubbeltelbepaling... 4 2. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN... 4 Artikel 4 Toelaatbaarheid van de bebouwing... 4 Artikel 5 Algemene gebruiksbepaling... 5 Artikel 6 Algemene vrijstellingen... 5 3. VOORSCHRIFTEN IN VERBAND MET DE BESTEMMINGEN... 6 Artikel 7 Verwerkelijking in de naaste toekomst... 6 Artikel 8 Natuur... 6 Artikel 9 Bos... 7 Artikel 10 Agrarisch gebied met landschapswaarden... 8 Artikel 11 Woondoeleinden... 9 Artikel 12 Kantoor... 10 Artikel 13 Zone ten behoeve van de bescherming van de aardgasleiding... 10 5. OVERGANGSBEPALINGEN... 11 Artikel 14 Overgangsbepalingen voor bouwwerken... 11 Artikel 15 Overgangsbepaling voor gebruik... 11 Artikel 16 Procedurevoorschriften... 12 Artikel 17 Strafbare feiten... 12 Artikel 18 Titel... 12

1 VOORSCHRIFTEN

1. INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Onder het plan wordt verstaan het bestemmingsplan Renkums Beekdal van de gemeente Renkum, vervat in de plankaart nummer 03-1-204, de kadastrale kaart nummer 03-1-204a, met de bijbehorende verklaringen en deze voorschriften. 2. In het plan wordt verstaan onder: aanlegvergunning een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren; agrarisch medegebruik een agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de bestemming waarbinnen dit agrarische gebruik is toegestaan; bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde; bebouwingsgrens de grens van een bebouwingsvlak, welke door de hierbinnen krachtens de bepalingen van het plan toegestane bebouwing niet mag worden overschreden, behoudens de toegestane overschrijdingen; bebouwingsvlak een op de plankaart door bebouwingsgrenzen omsloten vlak; bedrijfsgebouw een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; bestemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak; bestemmingsvlak een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met een zelfde bestemming; bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; bijgebouw een op zich zelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 2

dienstwoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; grondgebonden agrarische bedrijfsvoering een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt; kantoor een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen; nadere eis een nadere eis als bedoeld in artikel 15 lid 1 sub b van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; onderkeldering de gedeelten van een gebouw beneden het peil met uitzondering van funderingen en kruipruimten; peil; de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse; prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; recreatief medegebruik een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan; sekinrichting een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: - een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon; - een seksbioscoop; - een seksautomatenhal; - een sekstheater, seksclub of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel, zulks met uitzondering van woningen waarin niet meer dan één prostitué werkzaam is. vrijstelling een vrijstelling als bedoeld in artikel 15 lid 1 sub a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; woning een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden; 3. Onder gebruiken wordt mede begrepen het in gebruik geven en het laten gebruiken. Onder uitvoeren wordt mede begrepen het doen uitvoeren en het laten uitvoeren. 3

4. Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen wordt geduid op deze regelingen zoals zij luiden op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. Artikel 2 Wijze van meten 1 Bij de toepassing van de voorschriften van het plan wordt als volgt gemeten: peil de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse; inhoud van een gebouw tussen de buitenwerkse gevelvlakken, de harten van scheidsmuren, de dakvlakken en boven het peil; oppervlakte van een gebouw tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren en boven het peil; hoogte van een bouwwerk van af het peil tot aan van het hoogste punt van een bouwwerk; goothoogte van de bovenkant van de goot, het boeiboord of de druiplijn van een gebouw tot aan het peil; 2 Voor wat betreft gebouwen wordt bij de toepassing van de bepalingen van lid 1 niet meegerekend voor de: hoogte ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, masten, lichtkoepels, windvanen en daksierelementen; Artikel 3 Anti-dubbeltelbepaling Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 2. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Artikel 4 Toelaatbaarheid van de bebouwing 1. Het toestaan van de bebouwing beperkt zich tot die bebouwing, welke behoort bij de functies zoals omschreven in de doeleindenbeschrijving. 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bebouwing en beplanting in verband met in acht te nemen afstanden tot wegen ten aanzien van de verkeersveiligheid en in verband met de in acht te nemen afstanden tot watergangen, zoals deze geregeld zijn in de van toepassing zijnde keur van het waterschap, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpplan. 4

Artikel 5 Algemene gebruiksbepaling 1 Het is verboden de onbebouwde grond en de daarop aanwezige bebouwing te gebruiken op een wijze of tot een doel in strijd met het in het plan bepaalde. 2 Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan: a) een gebruik van de gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik; b) een gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van prostitutiedoeleinden en/of seksinrichtingen; c) een gebruik voor (detail)handel met uitzondering van: - detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde goederen. - detailhandel op een standplaats, ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening. 3 Onder verboden gebruik in verband met de bestemming agrarisch gebied met landschapswaarden wordt in ieder geval verstaan een gebruik van de (al dan niet in aanbouw zijnde) bedrijfsgebouwen voor een gebruik als (dienst)woning. 4 Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van de in lid 1, 2 en 3 gestelde verboden indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Artikel 6 Algemene vrijstellingen 1 Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan natuur- en landschapswaarden, vrijstelling verlenen van de voorschriften van het plan ten behoeve van: a) het oprichten van bouwwerken voor doeleinden van openbaar nut met een inhoud, voorzover het een gebouw betreft, van maximaal 75 m 3 en een maximale hoogte van 4 m, in verband waarmee bij het oprichten van bedoelde bouwwerken langs een weg, een kade of een waterloop, de wegbeheerder en/of het waterschap gehoord worden; b) het aanbrengen van geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bebouwingsgrenzen voor zover niet zijnde bestemmingsgrenzen, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de plankaart; c) het overschrijden van de op de plankaart en in de voorschriften aangegeven maten, minimale en maximale afmetingen van bebouwing en terreinen met maximaal 10%. 2 Vrijstellingen als bedoeld in lid 1 kunnen niet worden verleend voor: a) bouwwerken in de bestemmingen bos en natuur ; b) gasdrukregel- en gasdrukmeetkastjes met een grotere inhoud dan 8 m 3 en verkooppunten voor motorbrandstoffen. 5

3. VOORSCHRIFTEN IN VERBAND MET DE BESTEMMINGEN Artikel 7 Verwerkelijking in de naaste toekomst 1. De verwerkelijking van de bestemming binnen het op de plankaart met verwerkelijking in de naaste toekomst noodzakelijk aangegeven gebied, is in de naaste toekomst noodzakelijk. (artikel 13 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening) 2. Met de verwerkelijking van de bestemming binnen het op de plankaart met verwerkelijking in de naaste toekomst noodzakelijk aangegeven gebied, zal niet eerder een aanvang worden gemaakt dan zes maanden na de vaststelling van dit bestemmingsplan op 31 mei 2006. (art. 13 lid 2 WRO) Artikel 8 Natuur 1 Doeleindenomschrijving De gronden met de bestemming natuur zijn bestemd voor: a) de bescherming, instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden, waaronder begrepen de landschappelijke openheid; b) waterhuishoudkundige doeleinden; c) sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen. met daaraan ondergeschikt: d) recreatief medegebruik; Een en ander met bijbehorende voorzieningen. 2 Bouwvoorschriften Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder terreinomheiningen, met een hoogte van maximaal 1 m, zijn toegestaan. 3 Aanlegvergunning a) Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende anderewerken, uit te voeren: - het egaliseren van gronden; - het afgraven en ophogen van gronden; - het bebossen van gronden; - het vellen en rooien van houtgewas; - het aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; - het aanleggen van boven- en ondergrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; - het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen; b) Een aanlegvergunning als bedoeld onder a mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en landschapswaarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen. 6

c) Geen aanlegvergunning is vereist voor: - andere werken ter uitvoering van een door het college van B. & W. goed te keuren inrichtingsplan ter realisatie van de bestemming; - andere-werken behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer; - andere-werken welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip verleende vergunning. Artikel 9 Bos 1 Doeleindenomschrijving De gronden met de bestemming bos en de bestemmingscategorie bos met accent op natuurbehoud (Bn), zijn bestemd voor: a) de instandhouding en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden b) recreatief medegebruik Met daaraan ondergeschikt: c) houtproductie. 2 Bouwvoorschriften Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder terreinomheiningen, met een hoogte van maximaal 1 m zijn toegestaan. 3 Aanlegvergunning a) Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende anderewerken, uit te voeren: - het egaliseren van gronden; - het afgraven en ophogen van gronden; - het bebossen van gronden; - het vellen en rooien van houtgewas; - het aanleggen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; - het aanleggen van boven- en ondergrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; - het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen; b) Een aanlegvergunning als bedoeld onder a mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen. c) Geen aanlegvergunning is vereist voor: - andere werken ter uitvoering van een door het college van B. & W. goed te keuren inrichtingsplan ter realisatie van de bestemming; - andere-werken behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer; - andere-werken welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning. 7

4 Wijzigingsbepaling Met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen voor wat betreft gronden met de bestemming bos in de bestemmingscategorie bos met accent op natuurbehoud (Bn) naar de bestemming natuur, ten behoeve van ontwikkeling van natuur, landschap en een ecologische verbindingszone. Artikel 10 Agrarisch gebied met landschapswaarden 1 Doeleindenomschrijving De gronden met de bestemming agrarisch gebied met landschapswaarden zijn bestemd voor: a) de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering; b) de bescherming, instandhouding en ontwikkeling van landschapswaarden; c) daar, waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven met de letter k, de bescherming van karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden. met daaraan ondergeschikt: d) recreatief medegebruik. Een en ander met bijbehorende voorzieningen. 2 Bouwvoorschriften Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hoogte van maximaal 2 m zijn toegestaan, met dien verstande dat geen sleufsilo s en mestopslagplaatsen mogen worden opgericht. 3 Aanlegvergunning a) Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende anderewerken uit te voeren: - het egaliseren, afgraven en ophogen van gronden; - het bebossen van gronden en het aanleggen van boomgaarden; - het aanleggen van verhardingen; - het aanleggen en verbreden van waterlopen en kolken en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en kolken; - het kappen en rooien van kleine landschapselementen als houtwallen, bomenrijen en kavelbeplanting. b) Het is verboden om, zonder of in afwijking van een aanlegvergunning, karakteristieke en/of cultuurhistorische bebouwing op de plankaart met k aangegeven, geheel of gedeeltelijk te slopen. 8

c) Een aanlegvergunning als bedoeld onder a mag alleen en moet worden geweigerd indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan gekomen. d) Een aanlegvergunning als bedoeld onder b mag alleen en moet worden geweigerd indien door het geheel of gedeeltelijk slopen, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden van de bebouwing en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee gehoord wordt de gemeentelijke monumentencommissie. e) Geen aanlegvergunning als bedoeld onder a en b is vereist voor: - andere-werken behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer; - andere-werken welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip verleende vergunning; - andere-werken voorzover betrekking hebbend op gronden gelegen binnen het agrarisch bouwperceel. Artikel 11 Woondoeleinden 1 Doeleindenomschrijving De gronden met de bestemming woondoeleinden zijn bestemd voor: a) woningen met bijbehorende tuinen en erven; b) praktijk- en kantoorruimten ten behoeve van aan huis gebonden beroepen, mits de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie in overeenstemming is; c) daar, waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven met de letter k, de bescherming van karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden. Een en ander met bijbehorende bebouwing en voorzieningen. 2 Bouwvoorschriften Uitsluitend de volgende bebouwing is toegestaan: a) per bestemmingsvlak één woning met - een een maximale inhoud van 850 m 3, een maximale hoogte en goothoogte van 8 m, respectievelijk 4 m; - een minimale afstand tot de bestemmingsgrens van 10 m; b) bijgebouwen met per woning: - een totale maximale bebouwde oppervlakte van 50 m 2, een maximale hoogte en goothoogte van 6 m respectievelijk 3 m of; - de oppervlakte, hoogte en goothoogte zoals deze bestaan op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpplan; c) bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een maximale hoogte van 1 m; 3 Vrijstellingsbepalingen Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a) van het bepaalde in lid 2 sub b voor wat betreft het vergroten van de toegestane oppervlakte van bijgebouwen tot maximaal 70 m 2 ; 9

4 Aanlegvergunning a) Het is verboden om, zonder of in afwijking van een aanlegvergunning, karakteristieke en/of cultuurhistorische bebouwing op de plankaart met k aangegeven, geheel of gedeeltelijk te slopen. b) Een aanlegvergunning als bedoeld onder a mag alleen en moet worden geweigerd indien door het geheel of gedeeltelijk slopen, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden van de bebouwing en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee gehoord wordt de gemeentelijke monumentencommissie. c) Geen aanlegvergunning is vereist voor: 1) andere-werken behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer; 2) andere-werken welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning. Artikel 12 Kantoor 1 Doeleindenomschrijving De gronden met de bestemming kantoor zijn bestemd voor kantoren, een en ander met bijbehorende bebouwing en voorzieningen. 2 Bouwvoorschriften Uitsluitend binnen het bebouwingsvlak is één kantoorgebouw met een maximale oppervlakte van 625 m² en een maximale hoogte van 7,60 meter toegestaan; Artikel 13 Zone ten behoeve van de bescherming van de aardgasleiding 1. Doeleindenomschrijving De gronden gelegen binnen 30 meter ter weerszijden van de op de plankaart aangegeven aardgasleiding zijn mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een (ondergrondse) aardgasleiding. 2. Bouwvoorschriften Binnen de in lid 1 genoemde afstanden zijn bouwwerken ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, uitsluitend toelaatbaar indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten en het college van burgemeester en wethouders hierover tijdig schriftelijk advies hebben ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. 3. Aanlegvergunning a) Zonder of in afwijking van een aanlegvergunning is het verboden binnen de in lid 1 genoemde afstanden de volgende andere-werken uit te voeren: - het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; - het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en het bebossen van gronden; 10

- het aanleggen en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; - het aanleggen van geluidswallen. b) Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien door de uitvoering van het andere-werk, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen strijdig zijn met de belangen van de leidingleiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen, in verband waarmee gehoord wordt de leidingbeheerder. c) Geen aanlegvergunning is vereist voor: - andere-werken behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer; - andere-werken welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning. 5. OVERGANGSBEPALINGEN Artikel 14 Overgangsbepalingen voor bouwwerken 1 Een bouwwerk, dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat dan wel nadien wordt gebouwd of kan worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en dat afwijkt van het plan, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd. 2 Bij een gedeeltelijke vernieuwing of verandering als bedoeld in lid 1 mag geen nieuwe afwijking van het plan ontstaan noch mag een bestaande afwijking naar de aard en de omvang worden vergroot. 3 Een bouwwerk als bedoeld in lid 1 dat tenietgaat door een calamiteit mag, in afwijking van het bepaalde in lid 1, geheel worden vernieuwd, mits: a) de aanvraag om bouwvergunning wordt ontvangen binnen 1,5 jaren na de datum waarop de calamiteit zich heeft voorgedaan; b) de bouwgrens aan de wegzijde zo mogelijk in acht wordt genomen. 4 Het bepaalde in lid 1 en 3 is niet van toepassing ingeval van onteigening krachtens de wet, mits de gemeenteraad een onteigeningsbesluit heeft genomen voor de datum waarop de aanvraag om bouwvergunning wordt ontvangen. Artikel 15 Overgangsbepaling voor gebruik 1 Het gebruik van gronden en bouwwerken, dat bestaat op het tijdstip waarop het plan van kracht wordt en dat afwijkt van het plan, mag worden voortgezet of veranderd, mits het veranderde gebruik naar de aard niet in meerdere mate afwijkt van het plan. 2 Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 11

4. SLOTBEPALINGEN Artikel 16 Procedurevoorschriften 1. Bij het nemen van een beslissing omtrent het verlenen van een vrijstelling of een aanlegvergunning, het stellen van nadere eisen alsmede een ontwerp wijzigingsbesluit is afdeling 3.4 (openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. 2. Lid 1 is niet van toepassing ten aanzien van het verlenen van een vrijstelling als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub b en c. Artikel 17 Strafbare feiten Overtreding van de verboden gesteld in: - artikel 5 lid 1, 2 en 3; - artikel 8 lid 3 sub a; - artikel 9 lid 3 sub a; - artikel 10 lid 3 sub a en b; - artikel 11 lid 4 sub a; van dit plan wordt aangemerkt als een strafbaar feit en daarmee een economisch delict, als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de economische delicten. Artikel 18 Titel Het plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan Renkums Beekdal van de gemeente Renkum. 12