Notulen van de informatieve vergadering van de gemeenteraad van Noord-Beveland, gehouden op donderdag 9 mei 2018 in het gemeentehuis van Noord-Beveland Aanvang: 19.30 uur Aanwezig: Mevr. J.H.J.B. Dijkinga (D66), mevr. E. van der Klooster-Dobbelaar (NBB), mevr. Y.E.M. van der Maas-Maas (NBB) en de heren S. Van Belzen (VVD), C. Blok (CDA), A. de Bruine (SGP), M.J. Faasse (BEN), D.P. Hage (VVD), K. van der Klooster (NBB), J. Sandee (CDA), M. Verwei (NBB), C. Van de Woestijne (SGP) en C. Quinten (PvdA) Voorzitter: De heer M.J.A. Delhez, MSc Griffier: De heer C.H. Poortvliet De volgende wethouders zijn aanwezig: mevrouw A.P.L.M. Slenter-Jamar en de heren A.G. van der Maas en W.H.M.J. Schenkelaars. 1. Opening. De voorzitter, heet iedereen welkom, deelt mee dat iedereen aanwezig is en opent de vergadering. 2. Spreekrecht burgers. De voorzitter zegt dat er geen sprekers zich voor het spreekrecht hebben gemeld. 3. Vaststelling agenda. De voorzitter stelt de agenda vast met de opmerking dat na de presentatie over de plannen van Boomdijk 2 te Kats, er ook een presentatie van de Roompot zal zijn in verband met de berichtgeving in de krant van enkele weken geleden. 4. Presentatie met betrekking tot de plannen Boomdijk 2 te Kats door de heer en mevrouw Schoonhoven. (de presentatie is terug te vinden op de gemeentelijke website, www.noordbeveland.nl) De voorzitter zegt ter verduidelijking dat er geen plan voorligt waarvoor gestemd moet worden. De heer Hage zegt te bedanken voor de presentatie en complimenteert de sprekers met al het werk wat zij tot nu toe gedaan hebben. Maar wil weten of er ook iets afgebroken is op het terrein. Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 1
De heer Schoonhoven zeggen een grote betonnen bak, welke waarschijnlijk ooit door het Waterschap is gebruikt, afgebroken te hebben en een asbest dak hebben laten afvoeren. De heer Hage zegt te willen weten hoe lang men daar mee bezig is geweest. De heer Schoonhoven zeggen 15 30 kuub containers aan rommel te hebben afgevoerd. De heer Faasse zegt te willen weten waar het stuk grond in eerste instantie voor bedoeld was, toen het in eigendom was van de eerste eigenaar, en hoe groot het perceel precies is. De heer Schoonhoven zegt dat de eerste eigenaar het Waterschap was en dat daarna de heer Tiekstra als eigenaar een caravanstalling was begonnen wat snel de verkeerde kant op ging. En dat de grootte van het perceel 5000 m2 is. De heer Quinten zegt blij te zijn dat er eindelijk iets netjes op de Boomdijk komt omdat het er altijd een grote rommel is geweest. En bedankt de sprekers voor hun presentatie. De heer Van Belzen zegt te willen weten dat als het advies van de verzekeraar, om op het terrein ook te wonen, niet opgevolgd kan worden, er totaal van het plan afgezien wordt. Mevrouw Schoonhoven zegt dat dit hoogstwaarschijnlijk het geval zal zijn. De heer Van der Klooster zegt exact dezelfde vraag te hebben. Mevrouw Dijkinga zegt gelezen te hebben dat de sprekers 2 woningen neer willen zetten, een woonhuis en een aanleunwoning, en wil weten of dit klopt. De heer Schoonhoven zegt dat hier eenmaal over gesproken is maar dit zelf nooit gezien te hebben. Mevrouw Dijkinga citeert de woning die wij erop willen plaatsen zal een duurzame houten woning met aanleunwoning zijn. De heer Schoonhoven zegt dat de gemeente al eerder heeft gezegd dat dit erg moeilijk zal zijn maar dat wonen in de schuur eventueel wel mogelijk zou zijn. Dat het de sprekers niet uitmaakt waar zij wonen als dit maar op het terrein mogelijk is in verband met de veiligheid. 4a. Presentatie door met betrekking tot uitbreiding De Roompot door de heer Van der Wel. (de presentatie is terug te vinden op de gemeentelijke website, www.noord-beveland.nl) De heer Faasse zegt dat de heer Van der Wel het verschil tussen een recreatieve verblijfseenheid en recreatiewoning in de afmeting ziet, zoals op de sheet te zien is en wil weten wat het verschil is tussen een woning en een chalet. De heer Van der Wel zegt dat het niet belangrijk is wat hij er zelf van vindt maar dat belangrijk is wat het bestemmingsplan weergeeft. En waarin vermeld staat wat de contouren van het te plaatsen verblijf mogen zijn, wel of geen wielen of wel of niet van steen. De heer Van der Wel zegt dat hiermee ook het verschil tussen een recreatieve wooneenheid of een recreatiewoning kleiner is geworden, als gesproken wordt over een bouwstijl. Maar dat het fundamentele verschil in de contouren zit. En er zoveel verschillende meningen bestaan over het verschil tussen een woning en een chalet dat dit een flinke discussie kan worden. De heer Van der Wel zegt dat er naar zijn weten geen definitie van een woning of een chalet in het bestemmingsplan is weergegeven. De heer Faasse zegt de vraag niet voor niets te hebben gesteld omdat dit dus niet in het bestemmingsplan staat. De heer Van der Wel zegt dat dit eenzelfde discussie is als de vraag of iets als roerend of onroerend gezien wordt. De heer Hage zegt de heer Van der Wel te bedanken voor zijn heldere presentatie. De heer Van Belzen zegt dat is aangegeven dat Roompot ruim onder de 1475 eenheden blijft en wil weten of daar een getal voor genoemd kan worden. De heer Van der Wel zegt met voorbehoud dat Roompot onder de 1400 Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 2
eenheden blijft. Mevrouw Van der Maas zegt in de geschiedenis te missen dat zij in 1988 haar man Daaf van der Maas ontmoette in de Roompot. Maar wil weten of de woningen particulier eigendom worden of dat er ook een aantal in beheer van de Roompot blijven. De heer Van der Wel zegt dat de woningen van Watervillage allen verkocht zullen worden waarop een verhuurplicht rust, maximaal 90 dagen eigen gebruik, om te voorkomen dat het park halfleeg staat. En dat er van de 60 eenheden maximaal 15 voor eigen gebruik zijn. 5. Voorstel tot vaststelling van de notulen van de informatieve raadsvergadering van 12 april 2018. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 6. Behandeling voorstel om geen zienswijze in te dienen m.b.t. de conceptbegroting 2019 van de Regionale UitvoeringsDienst Zeeland. (RUD) De heer Blok zegt het volgende. Voorzitter, De fractie van het CDA heeft kennisgenomen van de programmabegroting van de RUD voor 2019. Het CDA hecht aan maatschappelijk initiatief en aan kansen voor ieder om mee te doen en bij te dragen en hecht daarom belang aan het behoud van werkgelegenheid in Zeeland, ook voor hoger opgeleiden. Dat is niet alleen in het belang van Zeeuwse steden als Middelburg of Terneuzen. Behoud van banen voor hoger opgeleiden in Zeeland is ook van belang voor Noord-Beveland. Dit betekent namelijk ook banen voor onze jongeren die (vaak buiten de provincie) zijn gaan studeren - om hen ook na hun opleiding kansen te kunnen bieden in Zeeland! De CDA-fractie is meer dan gewoon blij met de wijze waarop het bestuur zich krachtig opstelt in het wisselend tij waarin de RUD opereert. Het doet ons goed dat de voorzitter spreekt van behoud van werkzaamheden voor RUD Zeeland. De voorzitter stelt in het voorwoord: RUD Zeeland behoudt daarmee zijn robuustheid, kennis en deskundigheid voor de inzet van schoon en veilig Zeeland. Dat horen we graag, maar het CDA heeft ook begrepen, dat er wel aan gewerkt moet worden om dit zo te houden en de CDA-fractie wil daarom graag iets meer horen over de in de begroting genoemde zwaktes en de erbij gekozen aanpakken. Voorzitter, Het is de fractie niet ontgaan dat er enige zwaktes zijn in kennis, ervaring, scholing en werving. De fractie wil het niet overdrijven, maar er is toch sprake van enige onderbezetting die er met name toe leidt dat kennisvernieuwing achterblijft. En dat is voor mijn fractie, zoals u zult begrijpen een belangrijk punt. Niet alleen omdat het om banen voor kennisvernieuwers gaat, maar ook, omdat elk bedrijf kennisvernieuwing nodig heeft om toekomstbestendig te zijn. Elk product heeft zijn levenscyclus en ook de producten van de RUD hebben niet het eeuwige leven. Onze eerste vraag aan de portefeuillehouder is daarom: Hoe zorgt de RUD ervoor voldoende vernieuwingsvermogen in kennis voor uitvoering van taken te behouden of te herwinnen? Voorzitter, De CDA fractie verneemt daarbij graag van de portefeuillehouder hoe de beëindiging van het onder mandaat BRZO naar zijn gevoelen gaat uitpakken voor onze Zeeuwse werknemers bij de RUD. Gaan onze mensen ook na beëindiging nog uitvoeren en leren in samenwerking met de DCMR of gaat DCMR in Zeeland straks buiten ons om en uiteindelijk zonder ons werken? Verdwijnt straks alle kennis naar Zuid-Holland? Hoe beïnvloeden de actuele ontwikkelingen elkaar inzake het Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 3
vermogen van de (medewerkers van de) RUD tot kennisvernieuwing? En hoe antwoordt de leiding van de RUD op deze uitdaging? Behoud van werkgelegenheid voor hoger opgeleiden is natuurlijk geen doel van de RUD, maar als de RUD aan kennisvernieuwing onvoldoende toekomt, biedt investeren daarin nu juist kansen om dat gelijk mee te nemen. Dat is twee keer winst voor Zeeland door één investering. Twee voor de prijs van een. Een kans om met beide handen aan te pakken volgens het CDA. Onze slotvraag is dan ook: investeert de RUD voldoende in kennisvernieuwing? Heeft de RUD bij zijn keuzes in deze programmabegroting daar voldoende ruimte voor gemaakt? Voorzitter, ik rond af. Ik heb voor de portefeuillehouder tenslotte een politieke vraag: deelt hij onze mening dat de capaciteit tot kennisvernieuwing de optimale inzet van middelen en aandacht van de leiding van de RUD vraagt en ik zou hem willen uitnodigen zich uit te spreken of hij bereid is zich ervoor in te spannen om er wat dit betreft het maximale uit te halen. Dat hoeft geen geld te kosten, dat kan misschien met moeite, inspanning. CDA Noord-Beveland pleit daarvoor, want het is goed voor de RUD, goed voor Zeeland een goed voor onze jongeren. Fractie CDA Noord-Beveland Kees Blok Johan Sandee De heer Faasse zegt kennis genomen te hebben van de stukken en constateert dat er een overhead is van 31% wat een hoog percentage is. Dat de begroting niet met 1,6% maar met 2,1% gaat stijgen, wat een half procent boven de VZG-norm is. En dat een half procent niet veel lijkt maar graag wil weten de hoeveelste keer dit is dat de begroting stijgt en hoeveel dit is over de voorbije jaren. De heer Faasse zegt het antwoord hierop graag voor de volgende vergadering te krijgen. En dat de gemeentes Middelburg en Vlissingen een lagere bijdrage aan de RUD betalen dan Noord-Beveland en wat hiervan de reden is. Mevrouw Van der Maas zegt de heer Blok te willen complimenteren voor zijn betoog en hiermee neigt in te stemmen omdat ook NBB zich zorgen maakt over de werkgelegenheid. Maar dat voor de strippenkaart, waar nu 77.000 aan bijgedragen wordt, in 2017 een deel is terugbetaald en wil weten of deze bijdrage in 2018 is opgebruikt en of deze bijdrage in 2019 nog nodig is. De heer Quinten zegt dat het duidelijk is dat deze regelingen voor de PvdA ondemocratisch zijn. En dat een raad meer inhoud zou hebben als er geen taken overgedragen zouden worden aan een GR, en in ieder geval, wat betreft controle op de financiën, meer inhoud zou kunnen geven. Maar dat een meerderheid heeft gekozen voor deze vorm en uit de GR treden geen optie is in verband met te betalen compensatie. De heer Quinten zegt dat de gemeente dan ook haar eigen zaakjes zal moeten regelen, zal moeten betalen aan een regeling waar de gemeente geen gebruik van maakt, fte s zal moeten creëren en daarom het principe zal laten voor wat het is en bij agendapunten 6, 7 en 8 geen zienswijzen in zal dienen. De heer Hage zegt dat de RUD nu besproken wordt en niet de GR. De heer Quinten zegt niet van plan te zijn driemaal hetzelfde verhaal te vertellen. Mevrouw Dijkinga zegt te willen weten of de genoemde teruggave voor de strippenkaart ook voor de komende jaren geldt en te hopen dat Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 4
de RUD niet met glazen bollen werkt gezien de opmerking van de directeur van RUD Zeeland, dat de begroting van 2019 is toegelicht. Mevrouw Dijkinga zegt dat de voorzitter van de RUD, de heer Van der Maas op pagina 4 zegt dat de deelnemers van RUD Zeeland vanaf 2019 gaan betalen voor de producten die zij afnemen en wil weten hoe zij dit moet zien en wat het basisbedrag wordt waarop de RUD bijvoorbeeld op overhead kosten kan draaien. Mevrouw Dijkinga zegt uitleg te willen over de berekening van de post onvoorzien op pagina 13, uitgaande van totale lasten van 10.495.000, waarbij bij 1,5% 147.000 toegekend wordt. Maar dat zij, bij nacalculatie, uitkomt op 158.910. En waarom dit minder is omdat dit mogelijk problemen geeft bij de post onvoorzien. De voorzitter zegt dat deze laatste vraag een technisch karakter heeft en een volgende keer dan wel ambtelijk of bij de griffier neergelegd kan worden. Wethouder Van der Maas zegt dat dit beladen onderwerp bij verschillende raden en vergaderingen besproken wordt en dat deze gemeente, net als de PvdA, niet erg voor deze GR waren maar dat sommige zaken van bovenaf opgelegd worden, zoals deze Gemeenschappelijke Regeling. Waarbij hard gewerkt is om binnen de Bevelanden en Tholen een samenwerkingsverband op te zetten waarbij geen gebruik zou worden gemaakt van de Gemeenschappelijke Regeling maar van een soort netwerkorganisatie. Wethouder Van der Maas zegt dat dit samenwerkingsverband in een vergevorderd stadium zat toen Karla Peys, destijds commissaris van de koning, dit niet toestond. Omdat het ministerie stelde dat elke omgevingsdienst gelijk moet zijn aan de Veiligheidsregio, wat voor Zeeland één omgevingsdienst inhield. En er dus geen keuze was. Wethouder Van der Maas zegt dat bijna elke deelnemer enige argwaan tegen de RUD had waarbij men ook overtuigd was van eigen kennis en kunde. Maar blij te zijn dat de raad zich goed heeft ingelezen in het stuk, gezien de vragen van het CDA. En dat er binnenkort een bezoek aan de Bevelanden als RUD zal worden gebracht om op die manier meer informatie richting de Bevelanden te kunnen geven. Wethouder Van der Maas zegt dat de RUD met bijna anderhalf miljoen te kort is begonnen en daarom niet aan de VZG-norm voldoet. En dat dit niet met 0,5% op te lossen is maar dat de post onvoorzien nog meer in het negatieve komt zonder deze 0,5 of 1%. Maar dat D66 gelijk heeft als zij stelt dat de post Onvoorzien momenteel te klein is. Wethouder Van der Maas zegt dat binnen de RUD verschillende bedrijfseenheden zitten, waaronder de BRZO, zware industrie, waarvan toegezegd was dat dit door de gemeenten onder mandaat bij de DCMR (milieudienst Zuid-Holland) mocht brengen maar dat dit onlangs door het ministerie is ingetrokken omdat RUD Zeeland te klein blijkt om de grote bedrijven te voorzien van capaciteit, kwaliteit en kwantiteit. En de BRZO onder moet brengen bij de DCMR. Dat het ministerie had besloten dat mensen uit Terneuzen en omstreken zouden verhuizen naar DCMR Schiedam, omdat dit de beste borging van kwaliteit en kwantiteit zou geven. Wethouder Van der Maas zegt dat de RUD hard haar best doet om die kwaliteit van mensen en hun kennisniveau op peil en binnen Zeeland te behouden en veel investeert in scholing. Maar dat de RUD zelf te krap is begonnen en nu merkt niet de kennis in huis te hebben die eigenlijk nodig is. Dat men hard bezig is om deze kennis wel in huis te krijgen maar dat men ook te maken heeft met krapte op de arbeidsmarkt. Wethouder Van der Maas zegt er alle Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 5
vertrouwen in te hebben dat de inhaalslag goed volbracht zal worden. En dat de RUD zeker niet overbezet is, niet qua personeel en niet qua overhead. De heer Hage zegt te willen weten wat voor invloed het op kennis brengen en houden van mensen heeft op de operationele inzet van deze mensen. Wethouder Van der Maas zegt dat het implementeren van het PxQ heel veel van de organisatie vergt wat het scholen van mensen op dit moment in de weg zit. Maar dat, als dit eenmaal klaar is, er gericht geworven en scholing ingezet kan worden. En dat de bijdrage van Noord-Beveland gelijk of hoger dan Middelburg en Vlissingen bedraagt omdat Noord-Beveland meer bedrijven heeft dan deze steden. Waaronder ook de agrarische bedrijven vallen. Wethouder Van der Maas zegt dat er binnen de RUD verplichte taken zijn, welke gezamenlijk worden besproken in een dienstverleningsovereenkomst en waar de gemeenten niet vanaf kunnen wijken maar dat de strippenkaart gebruikt kan worden voor de niet-verplichte taken welke uitgevoerd worden op basis van ervaring maar ook mogelijk niet elk jaar in dezelfde hoeveelheid nodig zijn. Zodat er van het gereserveerde bedrag het ongebruikte deel terugkomt naar de gemeente. De heer Faasse zegt dit stuk niet als hamerstuk te willen aanmerken. De voorzitter stelt vast dat dit voorstel als bespreekstuk door gaat naar de besluitvormende raadsvergadering. 7. Behandeling om geen zienswijze in te dienen m.b.t. de jaarrekening 2017 en de conceptbegroting 2019 van GR De Bevelanden. De voorzitter zegt dat de raad in grote getalen aanwezig was op de presentatie van GR De Bevelanden waar ook de begroting besproken werd en men kennis heeft kunnen nemen van de jaarrekening. De heer De Bruine zegt dat het een warme avond was maar het desondanks gelukt is de raad bij te praten. En dat de GR goed op weg is invulling te geven aan de uitkomsten en aanbevelingen van de evaluatie, wat de SGP vertrouwen geeft. De heer De Bruine zegt dat de GR voortvarend te werk gaat, een sterke en solide organisatie lijkt te worden en daarom geen aanmerkingen te hebben of zienswijze in te willen dienen. Dat het, wat de SGP betreft, een hamerstuk mag worden met als enige opmerking dat de klankbordgroep, genoemd in het stuk wat tijdens het Presidium is rondgedeeld en welke opgericht was voor de evaluatie, nu de evaluatie is geweest, ophoudt te bestaan. Mevrouw Van der Klooster zegt dat GR De Bevelanden was opgericht om op diverse terreinen met de omliggende gemeenten samen te werken en dat dit een financiële en personele investering was. Dat er voor de exploitatie van 2017 ongeveer 20.000 extra nodig was, wat komt door nieuwe regelgeving op het gebied van privacy, AVG, en de benodigde aanpassingen op ICTgebied. Maar dat NBB begrijpt dat deze kosten nodig zijn en akkoord kan gaan met dit raadsbesluit. De heer Faasse zegt dat dit wederom een overschrijding van de kosten is en dat iedereen met AVG-regelgeving te maken heeft. En dat men met dit soort dingen ook taakstellend om kan gaan door aan de ene kant iets te besparen om aan de andere kant uit te kunnen geven. De heer Faasse zegt niet bij de informatieavond aanwezig te zijn geweest maar dat het elke keer weer een overschrijding van het budget is en graag wil weten wanneer dit nu eens stopt. De heer Hage zegt dat er al heel veel bereikt is bij GR De Bevelanden omdat de gemeenten nu vooraf geïnformeerd worden. De heer Faasse zegt dat Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 6
het niet uitmaakt of gemeenten vooraf of achteraf geïnformeerd worden omdat dit net zoveel pijn in de portemonnee doet. De heer Hage zegt dat als gemeenten vooraf geïnformeerd worden, er nog invloed uitgeoefend kan worden. En dat er niet taakstellend gewerkt kan worden als nieuwe regelgeving nog niet bekend is. De heer Hage zegt dat GR De Bevelanden haar uiterste best doet en de VVD akkoord is met dit voorstel. De voorzitter zegt dat het zeker een warme avond was maar blij dat de gemeente Noord-Beveland zo sterk vertegenwoordigd was, ook in vergelijk met andere gemeenten en waarvoor de raad gecomplimenteerd wordt. En dat er al 2 leden bereid zijn gevonden zitting te nemen in de klankbordgroep als deze weer opgezet wordt. Mevrouw Van der Maas zegt dat de heer Quinten heeft laten weten zitting te willen nemen in de klankbordgroep maar wil weten waarom de heer Quinten dit gedaan heeft terwijl de PvdA zo tegen gemeenschappelijke regelingen is. De heer Quinten zegt dat dit een raadsbesluit is geweest, dit besluit heeft te accepteren en dit zo goed mogelijk naar buiten zal brengen. De voorzitter zegt afstand te nemen van de woorden van de fractie van BEN lekker makkelijk, want als men ziet hoe hard deze mensen werken en dat dit taakstellend moet, gelet op de overschrijding in deze fase en op de analyse die de heer Faasse heeft geaccordeerd ten aanzien van de evaluatie, er een keurige jaarrekening gepresenteerd is. De heer Faasse zegt gevraagd te hebben wanneer het overschrijden van het budget stopt. De voorzitter zegt dat dit nooit zal stoppen omdat dit inhoudt dat de gemeente deze taken zelfstandig moet gaan uitvoeren wat onmogelijk is. De voorzitter stelt vast dat dit voorstel als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering gaat. 8. Behandeling voorstel om geen zienswijze in te dienen m.vb.t. de financiële stukken van het Openbaar Lichaam Afvalstoffenverwijdering Zeeland. (OLAZ) Mevrouw Van der Maas zegt dat NBB een aantal technische vragen heeft gesteld over de stroom van afvalstoffenverwijdering en antwoorden hoopt te hebben op de aanstaande besluitvormende raadsvergadering. De voorzitter zegt te willen weten of de antwoorden op deze vragen van invloed zijn op de besluitvorming. Mevrouw Van der Maas zegt dat dit het geval zal zijn. De voorzitter zegt gevraagd te zijn strikter de vergaderstructuur te handhaven en daarom NBB verzoekt dit soort vragen vóór de informatieve vergadering te stellen zodat een debat kan plaatsvinden. Mevrouw Van der Maas zegt dat er op de besluitvormende vergadering in het 1 e termijn een debat kan plaatsvinden en in de 2 e termijn het besluit valt. De voorzitter stelt vast dat dit voorstel als bespreekstuk terugkomt in de besluitvormende raadsvergadering. 9. Behandeling voorstel tot het wijzigen van gemeenschappelijke regelingen en het verlenen van toestemming aan het college van burgemeesters en wethouders tot het wijzigen van regelingen, waarin de gemeente Noord-Beveland deelneemt. De voorzitter zegt dat dit een gevolg is op de presentatie welke gegeven is door de heer Lauret, destijds gemeentesecretaris van Terneuzen. Dat dit voorstel niet zegt dat gemeenschappelijke regelingen alleen via het college gaan omdat de raad te allen tijde haar Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 7
mening en besluit kan geven. Maar dat dit gaat over de praktische aanpassingen die eerder zijn voorgesteld. Mevrouw Van der Klooster zegt te willen weten of dit de reden is dat er geen besluit moet worden genomen. Omdat het stuk vraagt om een voorstel maar niet om een besluit. En dit voorstel mogelijk ter sprake komt als het raadspuntenprogramma wordt besproken. De heer Van de Woestijne zegt dat het gaat over een nota welke in 2016 is vastgesteld, wat ging over de goede samenwerking tussen de gemeenten en de gemeenschappelijke regeling en waar de heer Lauret goed onderzoek naar gedaan heeft. Waar zaken uit het zojuist genoemde rapport opgepakt worden in VZG verband wat ook weer terug te zien is in de gemeenschappelijke regeling, wat inhoudt dat de implementatie hiervan loopt. De heer Van de Woestijne zegt dat er nu ook aanbevelingen worden gedaan aan de gemeenteraad en wil weten hoe de gemeente dit vorm gaat geven. Bijvoorbeeld de informatieplicht van het college naar de raad. De heer Quinten zegt dezelfde vragen te hebben als mevrouw Van der Klooster en de heer Van de Woestijne. De voorzitter zegt dat een aantal vragen meegenomen moeten worden in het raadspunten besluit omdat er een aantal praktische werkafspraken in zitten. En dat de commissie Lauret ook bedoeld heeft om de raad in positie te brengen bij de gemeenschappelijke regelingen. De voorzitter zegt dat dit voorstel een aantal standaardstukken behelst welke door de gemeenteraad ondertekend zullen worden als zijnde raadsbesluiten. De heer Hage zegt te willen weten of dit voorstel inhoudt dat het dagelijks bestuur van de gemeente besluit en de raad hier alleen maar mee akkoord hoeft te gaan. De voorzitter zegt dat dit zeker niet de bedoeling is, wat ook door de commissie Lauret is gezegd. Dat dit wettelijk ook niet mogelijk is en het stuk is opgesteld voor de gemeenteraden. De voorzitter stelt vast dat dit voorstel als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering gaat. 10. Behandeling voorstel tot uitwerkingen initiatiefvoorstel Verordening Winkeltijden. De voorzitter zegt dat dit een voorstel van de raad zelf is wat in meerderheid is aangenomen en dat de leden zichzelf vragen moeten stellen. De heer Blok zegt dat de kennis omtrent de tradities afneemt net als de kennis over de feestdagen. Dat in de voorliggende verordening een storende fout is opgemerkt en de initiatiefnemers verzoekt na te gaan of het klopt wat is geschreven bij artikel 2, lid 2 dat op Bevrijdingsdag de winkels open kunnen na 19.00 uur of dat dit Dodenherdenking moet zijn. De heer Blok zegt graag te horen hoe initiatiefnemers vorm gaan geven aan de toegezegde evaluatie onder ondernemers. En wil weten wanneer de evaluatie uitgevoerd worden, hoe deze wordt uitgevoerd en of er gebruik gemaakt wordt van elders uitgevoerde evaluaties zoals in Eindhoven, Bergeijk en Utrechtse Heuvelrug. De heer Van Belzen zegt blij te zijn dat Noord-Beveland niet de enige gemeente is waar dit onderwerp op de agenda staat. En de griffier en de ambtenaren te bedanken voor hun werk in zo een kort tijdsbestek. En dat de heer Blok gelijk heeft dat Bevrijdingsdag na 19.00 uur, vervangen moet worden door Dodenherdenking na 19.00 uur. De heer Van Belzen zegt dat de evaluatie door het GON na het kalenderjaar van 2018 zal worden ontvangen. Waarbij het GON de belangen zal behartigen van de ondernemers van het midden- en kleinbedrijf. Maar dat dit in het voorstel zal worden aangepast. De heer Van Belzen zegt dat er geen gebruik is gemaakt van andere evaluaties omdat Noord-Beveland zich niet wil vergelijken met een stad als Eindhoven. De heer Van de Woestijne zegt dat dit voorstel een slecht voorbeeld is wat Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 8
slecht doet volgen, dat de SGP eerder heeft aangegeven niet akkoord te zijn met dit voorstel en de zondag om meerdere redenen als unieke dag wil houden. De voorzitter zegt dat de aanpassingen die nog doorgevoerd moeten worden, voor de besluitvormende raadsvergaderingen gedaan zullen zijn. Mevrouw Van der Maas zegt een debat te willen aangaan over de vraag of de evaluatie door het GON gedaan moet worden of door gemeenteambtenaren en of de evaluatie aan het einde van dit kalenderjaar of een jaar later gedaan moet worden. En dit te willen horen van D66, BEN, mogelijk het CDA en de PvdA. De voorzitter zegt dat dit niet in de verordening vastgelegd hoeft te worden maar in het voorstel opgenomen kan worden. Mevrouw Dijkinga zegt dat het GON de aangewezen instantie is om het onderzoek te doen en dat aan het einde van dit kalenderjaar de evaluatie klaar kan zijn. De heer Faasse zegt dat een evaluatie gedaan moet worden door diegenen die het het meest aangaan. En dat aan het einde van dit kalenderjaar de evaluatie klaar kan zijn. De heer Van Belzen zegt dat de VVD heeft gezegd de evaluatie door het GON te laten uitvoeren en de uitkomst hiervan aan het einde van dit kalenderjaar te willen ontvangen. De heer Quinten zegt het hiermee eens te zijn. De heer Blok zegt dat het CDA de evaluatie graag onder de ondernemers georganiseerd ziet maar niet door de ondernemers en zich goed kunnen vinden door het voorstel dit door de gemeente te laten doen. Maar dat besproken moet worden hoe dit ingevuld kan worden. De heer Blok zegt niet duidelijk te hebben wat mevrouw Van der Maas bedoelde met het einde van dit kalenderjaar. Mevrouw Van der Maas zegt dat zij twee weken geleden heeft gezegd de evaluatie te verwachten na 1 november 2018 terwijl het stuk aangaf aan het einde van het kalenderjaar. De heer Blok zegt dat het CDA akkoord is met de evaluatie aan het einde van het kalenderjaar. De voorzitter zegt voor te stellen om in het presidium nadere afspraken te maken. En stelt vast dit voorstel als hamerstuk terugkomt in de besluitvormende raadsvergadering. 11. Rondvraag. 12. Sluiting. De voorzitter zegt iedereen een prettige avond te wensen, fijne dagen toe te wensen en sluit de vergadering. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland in zijn vergadering van 14 juni 2018., de griffier,, de voorzitter Raadsvergadering 9 mei 2018/Pagina 9