Jan en Claudia hebben als juridisch ouder levenslang een wettelijke onderhoudsplicht voor alle kinderen.

Vergelijkbare documenten
Maak een schriftelijk advies voor Ronald en Astrid. Neem hierin op de door u gemaakte analyse en berekeningen en licht deze duidelijk toe.

Vraag 1 (8 punten) Juridisch ouderschap

Examen. Financieel Echtscheidingsadviseur Particulier

Toetstermen RFEA particulier: kennis

1.10. Financiële valkuilen bij een (echt)scheiding. Judith van den Nieuwenhuijsen-Duits Léon Slijkerman

Belastingdienst. Het echtscheidingsconvenant en de eigen woning Fiscale aandachtspunten

Blok 4/dag 8. Berry van Zuidam

INA onverdeelde eigen woning module

Casus 1. EW en verkoop, 3.111, lid 2. Aanstaande EW, 3.111, lid 3

UITLEG AANPAK AFWIKKELING LIJFRENTE BIJ SCHEIDING EN VASTLEGGING IN CONVENANT

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

Expert Meeting 6 oktober Invoering beperkte huwelijksgemeenschap. mr. Margot E. Burger MfN RFEA Chantal M. Scherpenhuijzen MfN RFEA

Eigen woning en scheiding. Stappenplan. Eigen woning

De eigen woning. Programma. Wat is een Eigen Woning, 3.111, lid 1. Algemeen Echtscheiding Bijleenregeling & Kapitaalverzekering

Workshop Echtscheiding. Erasmus Universiteit Rotterdam 19 juni 2015

Echtscheiding en eigen woning

Alles rondom pensioen. Gertjan Portman Senior financieel planner

Echtscheiding en uw bedrijf De bedrijfscontinuïteit staat voorop!

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'

Blok 3/dag 5 Berry van Zuidam

Alles rondom pensioen. Gertjan Portman Senior financieel planner

Fiscale Praktijkreeks. Echtscheiding. Fiscale en juridische gevolgen. Tweede druk. Kavelaars-Niekoop FM

1. Besteedbaar inkomen tijdens Huwelijk/Samenwonen

oktober 2017 Onderwerpen Per RB Studiekring Gelderland Overijssel drs.paul SchutRB


THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES

Vragenlijst effectief verdelen huwelijkse voorwaarden

Tip! Ga regelmatig na of uw huwelijksvermogensregime nog wel past bij uw zakelijke en privébelangen.

Fiscale en financiele aspecten bij echtscheiding. PFP Forum 30 januari 2008 mr. Frits van der Kamp

Welkom Het aandeel in de eigenwoningschuld in de praktijk

1. Besteedbaar inkomen tijdens Huwelijk/Samenwonen

1. Samenvatting. Partijen Mark Cornelissen Belinda van der Hoeven. Kinderen seven Cornelissen sofie Cornelissen steef Cornelissen

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd;

1. Samenvatting. Partijen Mark Cornelissen Belinda van der Hoeven. Kinderen seven Cornelissen sofie Cornelissen steef Cornelissen

Aandachtspunten in de eigenwoningregeling bij doorstromen

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012

1. Samenvatting. Partijen Mark Cornelissen Belinda van der Hoeven. Kinderen seven Cornelissen sofie Cornelissen steef Cornelissen

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

1. Samenvatting. Partijen Mark Cornelissen Belinda van der Hoeven. Kinderen Seven Cornelissen Sophie Cornelissen Sven Cornelissen

Uitsluiting gemeenschap van goederen

Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen. 22 maart Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wettelijke beperkte gemeenschap van goederen

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1

Lijst van verkort aangehaalde literatuur 17. Enkele afkortingen 19. Deel 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 25

Dossier. Eigen woning en echtscheiding

Aanvraag via : Berekening voor : O Kinderalimentatie O Partneralimentatie O Kinder- en Partneralimentatie

AANTEKENINGEN ECHTSCHEIDINGSCONVENANT VERSIE 7. Hieronder treft u een uitleg aan bij de artikelen in het model-echtscheidingsconvenant.

Echtscheiding en uw bedrijf De bedrijfscontinuïteit staat voorop! whitepaper

Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014

Werkgroepopdrachten -vennootschappen en rechtspersonenrecht DEEL B

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Samenvatting. Dossier naam: Voor-Beeld Datum: Partijen Voor Beeld. Kinderen D Voor T Voor

Gemeenschap van woning en inboedel

Welke regels van toepassing zijn, is afhankelijk van uw individuele situatie. In deze advieswijzer komen verschillende situaties aan bod.

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

1. Kosten kinderen. Netto Gezins Inkomen. Berekend per Besteedbaar tijdens huwelijk / samenwonen. Vrouw 0 0 Gemaximeerd tot 6000

Adviesonderwerpen scheiding FINA NCIËLE DIENSTVER LENING. Scheiding en verdeling

Voorbeelden Schenkbelasting Voorbeeld 1

AANTEKENINGEN ECHTSCHEIDINGSCONVENANT ES-BU VERSIE 7. Hieronder treft u een uitleg aan bij de artikelen in het model-echtscheidingsconvenant.

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015

2.5 Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? John van Vliet Fred Thielemans Robbert Maassen

EINDEJAARSTIPS /5

U of uw fiscale partner verkoopt een eigen woning of heeft een eigenwoningreserve

Gemeenschap van woning

Aanvraag via : Berekening voor : O Kinderalimentatie O Partneralimentatie O Kinder- en Partneralimentatie

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

Geef snel antwoord op de belangrijkste vraag: wat doen we met de eigen woning?

Programma. Inleiding wettenbundel fiscaal. FFP opleiding Fiscaal. Inleiding Wettenbundel IB 2001, IWIB, UBIB, URIB. Box 1.

Huwelijkse voorwaarden en eigen woning

Inhoud. 1 Uw bedrijf en uw familie: uw familiezaak? 2 Spelregels om te trouwen. Inhoud

1. Kosten kinderen. Netto Gezins Inkomen. Berekend per Besteedbaar tijdens huwelijk / samenwonen. Vrouw 0 0 Gemaximeerd tot 6000

Toelichting jaaropgave hypotheken

Complexe fiscale situaties in de eigenwoningregeling. Rob Timmermans MFP

Kijk eens wat eronder zit!

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 2

Gegevensformulier echtscheiding / verbreking samenwoning

Dukers & Baelemans. Invloed huwelijksvermogensrecht op inkomen ondernemer

Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer?

Welkom! Duidelijkheid vaststellen eigenwoningschuld! Drs. J.O. (Jasper) Horsthuis

Checklist verdelen en verrekenen. Huwelijkse voorwaarden

Q & A BLG Bankspaarhypotheek

Leergang Scheiden 7 juli Leergang Scheiden

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Blok 3/dag 6 Berry van Zuidam

De familiebank - vanaf 2013

Toedeling kapitaalverzekeringen en lijfrenten bij echtscheiding vergemakkelijkt?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Estate Planning. Leo Brunt FFP

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing.

Kerncijfers Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

SEH Congres Vanmiddag: Toename aantal scheidingen

HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

Den Haag, 9 oktober Welkom bij de workshop

Afkortingen. Hoofdstuk 1 Zelfstandig ondernemer/beroepsbeoefenaar 1

Transcriptie:

Richtlijnantwoord Casus Smit - Willemsen Examen RFEA particulier najaar 2018 Opmerking; aan deze richtlijnantwoorden kunnen geen rechten worden ontleend Deze richtlijnantwoorden zijn gebaseerd op de wet- en regelgeving op 1 januari 2018 Vraag 1 Juridisch ouderschap Bas Claudia is van rechtswege juridisch ouder van Bas omdat zij de vrouw is waaruit Bas is geboren (art. 1: 198 BW). Jan is sinds 2000 juridisch ouder van Bas omdat hij Bas heeft erkend (geboren voor het huwelijk). Ingrid en Roos Claudia is van rechtswege juridisch ouder van Ingrid en Roos omdat zij de vrouw is waaruit zij zijn geboren (art. 1: 198 BW). Jan is van rechtswege juridisch ouder van Ingrid en Roos, omdat Jan op het moment van geboorte gehuwd was met Claudia (art. 1: 199 sub a BW). Gevolgen juridisch ouderschap (o.a.): - ontstaan familierechtelijke banden (o.a. erfgenaam). - (over en weer) een levenslange onderhoudsplicht. - recht op omgang en informatie en de plicht tot raadpleging Wettelijke onderhoudsplicht Jan en Claudia hebben als juridisch ouder levenslang een wettelijke onderhoudsplicht voor alle kinderen. Behoeftigheid Ingrid en Roos hoeven tot 21 jarige leeftijd geen behoeftigheid aan te tonen. Bas is 21 en moet wel behoeftigheid aantonen. Ouderlijk gezag Roos Roos is geboren tijdens het huwelijk van Claudia en Jan en beiden zijn juridisch ouder. Op grond van art. 1: 251 BW hebben zij beiden het ouderlijk gezag. Dit gezamenlijk ouderlijk gezag blijft ook na de scheiding in stand tot de 18-jarige leeftijd van Roos. Bas en Ingrid Bas en Ingrid zijn op de datum van het indienen van het verzoekschrift ouder dan 18 jaar. Het ouderlijk gezag is daarmee niet meer van belang. Gevolgen (ouderlijk) gezag (o.a.): - bewind over het vermogen van het kind - wettelijke vertegenwoordiging - zorg- en opvoedingsplicht 2018 Examenbureau RFEA 1/13

Ouderschapsplan Er is sprake van gezamenlijk gezag. Een ouderschapsplan is daarom voor Roos verplicht. Claudia en Jan zijn wettelijk verplicht haar te betrekken op een bij haar leeftijd passende wijze bij de over haar te maken afspraken. Het ouderschapsplan moet bevatten: Wijze waarop zorg- en opvoedingstaken worden verdeeld Of wijze waarop recht op en plicht tot omgang wordt vormgegeven Wijze waarop ouders elkaar informeren en raadplegen omtrent het minderjarig kind Kosten verzorging en opvoeding minderjarige kind Rechten van Ingrid en Bas Beide kinderen zijn meerderjarig. Zij hebben zelf recht op de bijdrage in het levensonderhoud. Indien Jan en Claudia over hen afspraken willen vastleggen, dienen de kinderen de overeenkomst mede te ondertekenen. Rechten van Roos Roos is 16 jaar (bijna 17 jaar). De rechter heeft de plicht haar te horen zodat zij haar mening kan geven over zowel de niet-financiële als financiële afspraken die door de ouders over haar zijn opgenomen in het opgestelde ouderschapsplan. Rangorde De huidige rangorde in de onderhoudsplicht van Jan is: 1. Ingrid en Roos (kinderen jonger dan 21 jaar) 2. Claudia (ex-echtgenote) en Bas (kind 21 jaar of ouder) Vraag 2. Echtelijke woning fiscaal voor scheiding De echtelijke woning is eigendom van Claudia. De woning en de daarvoor aangegane schuld zijn daarmee fiscaal 100% haar EW en EWS. De EWS is van voor 1-1-2013 en daarmee had Claudia recht op oud regime voor een bedrag van 580.000. In 2014 is 100.000 op de lening afgelost. Haar resterende lening oud regime bedraagt 480.000. De maximale duur renteaftrek (30 jaar) is op de volledige lening van 580.000 door blijven lopen (gedeeltelijke aflossing). Fiscale gevolgen vertrek Claudia op 1 juni 2016 Vanaf 1 juni 2016 is voor Claudia de scheidingsregeling ingegaan. Deze loopt tot maximaal 1 juni 2018 (2 jaar) mits Jan de woning bewoont. Op 1 juni 2018 gaan de woning en de hypothecaire lening voor haar naar box 3. Fictieve alimentatie Omdat na het vertrek van Claudia op 1 juni 2016 Jan alleen de echtelijke woning bewoont, moet hij vanaf deze datum het woongenot aangeven als fictief ontvangen partneralimentatie (gelijk aan 100% EWF). Dit bedrag is voor Claudia aftrekbaar als fictief betaalde partneralimentatie. In het convenant hebben zij afgesproken dat, vanaf het moment dat Claudia de echtelijke woning heeft verlaten en totdat de woning is verkocht aan derden, partijen de rentelast bij helfte voldoen. 2018 Examenbureau RFEA 2/13

De door Jan voor Claudia betaalde rente is niet als fictief betaalde partneralimentatie voor hem aftrekbaar. Het inkomen van Claudia is toereikend om zelf deze verplichting te voldoen. De betaling voldoet daardoor niet aan de fiscale eisen voor een bijdrage in het levensonderhoud. Daarmee heeft slechts de helft van de rentebetaling op Claudia gedrukt en is slechts de helft voor haar aftrekbaar. Fiscale gevolgen vertrek Jan uit de woning/terugkeer Claudia naar de woning Op 1 december 2018 vertrekt Jan uit de woning en wordt de woning weer het hoofdverblijf van Claudia. Hierdoor wordt de woning voor haar fiscaal weer een EW. De hypothecaire lening wordt eveneens weer een EWS (oud regime herleeft). Vanaf deze datum betaalt Claudia volledig de rente en is het gehele bedrag voor haar aftrekbaar. Aangifte IB 2018 Claudia Jan EWF 1-1 / 1-6 2.100 (0,7%* 720.000*5/12) EWF 1-12 / 31-12 420 (0,7%* 720.000*1/12) Rente EWS 1-1 / 1-6 (50%) 3.500 -/- (3,5%* 480.000*5/12*50%) Rente EWS 1-12 / 31-12 1.400 -/- (3,5%* 480.000*1/12) Fictieve PA woongenot 4.620 -/- 4.620+/+ 1-1 / 1-12 (0,7%* 720.000*11/12) Als zij ook na 1 december de rente 50/50 blijven betalen (zoals op basis van de oude woonsituatie in het convenant is vastgelegd) is ook vanaf 1-12 slechts de helft van de rente voor Claudia aftrekbaar ( 700 in plaats van 1.400). Vraag 3. KEW s voor de scheiding Jan en Claudia hebben sinds 2001 beiden een KEW. Zij voldoen beiden gedurende de looptijd aan de fiscale eisen (zelf dan wel een fiscaal partner met een EW). KEW s en aflopen scheidingsregeling (1 juni 2018) Door het aflopen van de scheidingsregeling voor Claudia, voldoet zij niet meer aan de eis voor de KEW (zelf of een fiscaal partner een EW). De KEW van Claudia gaat daardoor naar box 3 (fictieve vervreemding). Zij heeft recht op de versoepelingsregeling (woont in een huurwoning, geen EW meer) en heeft dus recht op de vrijstelling (voldoet aan de bandbreedte-eis). Doordat de EW van Claudia naar box 3 gaat, heeft Jan geen fiscaal partner meer met een EW. Zelf heeft hij ook geen EW. Ook de KEW van Jan gaat op 1 juni 2018 naar box 3 (fictieve vervreemding). Hij heeft eveneens recht op de versoepelingsregeling en heeft dus recht op een vrijstelling (voldoet aan de bandbreedte-eis). 2018 Examenbureau RFEA 3/13

KEW Claudia vanaf 1 december 2018 Op 1 december wordt de woning voor Claudia fiscaal haar hoofdverblijf. Vanaf deze datum voldoet haar KEW weer aan de eisen en gaat daardoor terug naar box 1 (premie is doorbetaald gedurende de periode box 3). De genoten vrijstelling wordt teruggedraaid. Indien bij een toekomstige uitkering een rentebestanddeel moet worden vastgesteld, wordt de waardeaangroei in de box 3 periode fictief als premie aangemerkt (niet voor de bandbreedte). KEW Jan koppelen aan nieuwe hypotheek Jan heeft geen recht op het overgangsrecht EWS (oude EWS is 100% van Claudia). Zijn KEW voldoet sinds 1 juni 2018 niet aan de fiscale eisen. Vanaf 1 november voldoet de KEW van Jan wel aan de fiscale eisen (zelf een EW). Dit is binnen de wettelijke termijn om te mogen herleven (uiterlijk in het daaropvolgende kalenderjaar, artikel 10bis.2 lid 3 Wet IB 2001). De KEW van Jan gaat fiscaal per 1-11-2018 naar box 1 (aankoopregeling, bedoeling Jan er per 1-12-2018 zelf te gaan wonen). De genoten vrijstelling wordt teruggedraaid. Indien bij een toekomstige uitkering een rentebestanddeel moet worden vastgesteld, wordt de waardeaangroei in de box 3 periode fictief als premie aangemerkt (niet voor de bandbreedte). Het koppelen aan de annuïtaire hypotheek is fiscaal geen probleem. Bij de hypotheekverstrekker zal de koppeling wel problemen geven. Fiscaal mag Jan de KEW los van zijn hypotheek voortzetten (verpanding is niet verplicht). Vraag 4 CBI berekening van Jan nadat hij met de kinderen naar de nieuwe woning is verhuisd en de echtelijke woning nog niet is verkocht. Bruto loon Jan Het brutoloon van Jan excl. winstdeling bedraagt: Loon jaaropgaaf (fiscaal loon 2017) 183.184 Winstdeling (voorschot 2017/nabetaling 2016) 25.000 -/- Bijtelling auto van de zaak 5.880 -/- Eigen bijdrage auto van de zaak 3.840 +/+ Pensioenpremie 4.560 +/+ Bruto loon (excl. winstdeling) 160.704 2018 Examenbureau RFEA 4/13

IB CBI Box 1 Loon 160.704 160.704 Voorschot winstdeling 18.000 18.000 Bijtelling auto van de zaak 5.880 Eigen bijdrage auto van de zaak -/- 3.840 -/- 3.840 Pensioenpremie bruto -/- 4.560 -/- 4.560 Pensioenpremie netto -/- 480 Eigenwoningforfait nieuwe woning 2.940 Hypotheeklast nieuwe woning Annuïteit eerste jaar -/- 12.476 -/- 22.188 Hypotheekrente echtelijke woning (50%, niet aftrekbaar) -/- 8.400 Premie KEW -/- 4.944 Partneralimentatie -/- 6.000 -/- 6.000 Bijdrage en studiekosten Bas -/- 14.000 Bijdrage levensonderhoud (Ingrid en Roos) -/- 6.000 Kleedgeld/zakgeld (Ingrid en Roos) -/- 3.000 Studiekosten Ingrid -/- 5.000 Schoolkosten Roos -/- 2.500 Totaal 160.648 97.792 IB heffing -/- 74.984 -/- 75.289 Correctie rente EWS 2,45% * 12.476 -/- 305 Box 3 Spaarrekening 44.000 440 Spaarrekening Roos (50%) 14.700 PM Vordering op Claudia 100.000 PM Heffingsvrij vermogen -/- 30.000 Totaal vermogen 128.700 Inkomen box 3 (2,02% * 70.800 + 4,33% * 57.900) 3.937 IB box 3 (30%) -/- 1.181 Heffingskortingen Algemene heffingskorting nihil Arbeidskorting nihil Totaal heffingskortingen nihil 0,00 Beschikbaar CBI 21.762 Gewenst / benodigd inkomen 25.200 TEKORT -/- 3.438 Jan heeft onvoldoende inkomen voor zijn gewenste CBI. Oplossingen: - Zuiniger gaan leven - Interen op vermogen/kew niet koppelen maar uitkeren - Bijdrage kinderen betalen uit spaargeld (is nog tijdelijk) - Rente oude woning door Claudia laten betalen - Jan ontvangt mogelijk nog een extra bedrag aan winstdeling 2018 Examenbureau RFEA 5/13

Verdere toelichting CBI Heffingskortingen Algemene heffingskorting: gekort op basis van het belastbaar inkomen box 1, 160.648. Berekening: 2.265 - ( 160.648-20.142) * 4,683% = nihil. Arbeidskorting: fiscaal loon bepalend, 176.184. Berekening: 3.249 ( 176.184-33.112) * 3,6% = nihil. Vraag 5. Onjuistheden/onlogische bepalingen concept convenant 1 Considerans Bas is niet tijdens maar voor het huwelijk geboren Fiscaal loon is als bruto loon vermeld Ontbreekt voor welk bedrag met de winstdeling van de man bij de vaststelling van de alimentatie rekening is gehouden Ontbreekt of maandinkomen V inclusief of exclusief vakantiegeld en 13 e maand is Ontbreekt welke invloed een aan Bas te betalen bijdrage/kosten heeft gehad op de alimentatieafspraken Ontbreekt wat de huwelijksvoorwaarden inhouden Artikel 1 Afspraken zijn voor Roos en Ingrid gemaakt, Ingrid is reeds meerderjarig: - artikel 1.1: gezamenlijke gezag is niet van toepassing - artikel 1.3: verblijf bepaalt Ingrid zelf - artikel 1.5: reizen tussen de ouders bepaalt Ingrid zelf - artikel 1.7: schoolkeuze bepaalt Ingrid zelf - artikel 1.11: betaling bijdrage aan Ingrid zelf, tenzij toestemming om aan moeder te betalen - artikel 1.13 en 1.14: alleen vereiste thuiswonend, eindleeftijd ontbreekt. - artikel 1.17: Ingrid moet zichzelf verzekeren voor ziektekosten Afspraken over informeren/raadplegen betreffende Roos ontbreken (o.a. wijze waarop, frequentie). Artikel 2 Afspraken over wijziging partneralimentatie bij woning wordt verkocht en bij wegvallen bijdrage kinderen ontbreken Afspraak terugbetaling partneralimentatie bij lagere winstdeling man is onduidelijk (geen afspraken over informeren van de vrouw door de man, geen afspraak over de termijn waarop de vrouw aan de man moet terugbetalen). Terugbetaling van bijdrage voor kinderen bij lagere winstdeling man is niet toegestaan. Voor kinderen betaalde bijdrage wordt geacht al voor de zorg voor hen te zijn uitgegeven. 1 De genoemde onjuistheden zijn niet limitatief, andere fouten kunnen ook goed gerekend zijn mits voorzien van de juiste motivatie. 2018 Examenbureau RFEA 6/13

Artikel 3 Woning is 100% eigendom van de vrouw, behoort dus niet tot het vermogen van partijen (artikel 3.1). Vrouw is lening voor woning aangegaan, beiden zijn hoofdelijk aansprakelijk (artikel 3.2). Partijen gaan de woning niet verkopen, dit is aan de vrouw (artikel 3.3). Afzien van terugbetaling aflossing door man in samenhang met gemaakte pensioenafspraken (geen verevening) is fiscaal pensioenverrekening (man persoonsgebonden aftrek, vrouw belaste periodieke uitkering en verstrekking) (artikel 3.5). 50/50 rentebetaling leidt tot fiscale problemen (EWS 100% vrouw, kan zelf de last betalen: 50% niet aftrekbaar) (artikel 3.7) Afspraak betaling last nieuwe woning man ontbreekt (wordt al geleverd voordat hij de echtelijke woning verlaat). Datum verbreken duurzame samenleving ontbreekt. Artikel 4 Artikel 4.3: afspraken verdeling inboedel mondeling gemaakt: kans op discussie Artikel 4.4: is privévermogen vrouw: geen toedeling/inbezitstelling Afhechten verrekening kosten van de huishouding ontbreekt Vergoedingsrechten voorhuwelijks spaargeld ontbreken Vastleggen waardering KEW s ontbreekt Te betalen bedrag uit hoofde van verdeling/verrekening is onjuist Artikel 6 Te betalen bedrag uit hoofde van verdeling/verrekening is onjuist Afspraken rentevergoeding/opeisbaarheid als vrouw eerste betaling niet tijdig voldoet ontbreken (artikel 6.2) Renteloos schuldig blijven voor langere tijd kan worden gezien als schenking (artikel 6.4) Afspraken opeisbaarheid (bijv. bij overlijden) ontbreken (artikel 6.5) Artikel 7 Nieuwe woning man wordt geleverd in periode IB 50/50: afspraak over fiscaal voordeel ontbreekt Afspraken over fiscale gevolgen verrekening lijfrente vrouw ontbreken (wel/niet toerekenen) Artikel 8 Dat wordt afgeweken van artikel 13 in huwelijksvoorwaarden ontbreekt Ondertekening Ingrid moet meetekenen (is meerderjarig) 2018 Examenbureau RFEA 7/13

Onjuistheden draagkrachtberekening Loon Jan Fiscaal loon is als bruto loon ingevoerd. Voorschot winstdeling 2017 en nabetaling 2016 is meegenomen in de berekening. Daarmee is de draagkracht op het specifieke jaar 2016 gebaseerd en niet op een gemiddelde. Eigen bijdrage netto pensioen is als bruto bijdrage meegenomen. Woningen Rente nieuwe hypothecaire lening is berekend over volledige hypotheekbedrag: geen rekening gehouden met dalende rentelast door annuïtaire aflossing. 50% rente oude woning afgetrokken: is voor Jan niet aftrekbaar. Box 3 Inkomen uit vermogen ontbreekt 50% spaarrekening Roos ontbreekt Vordering op de vrouw ontbreekt Bijdrage kinderen Roos en Ingrid: kleed- en zakgeld en de zorgkorting ontbreken Bijdrage aan Bas is ten onrechte volledig van de draagkracht afgetrokken (in rangorde gelijk aan Claudia, resterende draagkracht delen) Vraag 6. Samenlevingsvorm Claudia en Jan zijn gehuwd met huwelijksvoorwaarden. Deze voorwaarden houden in: - een uitsluiting van elke gemeenschap - vergoedingsrechten nominaal - een periodiek verrekenbeding (jaarlijkse verrekening van het overgespaarde inkomen, inkomen zoals bedoeld in Wet IB 1964) - geen verrekening over periode dat anders dan in overleg, niet wordt samengewoond - verevening pensioenrechten volgens WvpS - finaal verrekenbeding uitsluitend bij ontbinding huwelijk door overlijden. Soorten vermogen Er zijn drie vermogens: het gemeenschappelijk vermogen (eenvoudige gemeenschap), het privévermogen van Claudia en het privévermogen van Jan. De eenvoudige gemeenschap kan direct worden verdeeld. Peildata Voor de verrekening hebben Claudia en Jan gekozen voor de datum ondertekening convenant (artikel 4.2). Dit wijkt af van de wettelijke peildatum (indienen verzoekschrift) en de in de huwelijksvoorwaarden overeengekomen datum (verbreken samenwoning). Voor de verdeling hebben Claudia en Jan ook de datum van ondertekening van het convenant gekozen als peildatum voor de waardering van de eenvoudige gemeenschap. Voor de gezamenlijke bankrekening hebben ze als peildatum de datum dat de man de echtelijke woning metterwoon verlaat afgesproken (artikel 4.6 en 4.7). Ook voor de aanslagen inkomstenbelasting (te betalen dan wel te ontvangen) hebben zij als peildatum de datum dat de man de woning metterwoon verlaat afgesproken (artikel 7). 2018 Examenbureau RFEA 8/13

Recht op bezit / vordering in geld Van de in de eenvoudige gemeenschap vallende goederen hebben beiden evenveel recht op het bezit, van de te verrekenen vermogensbestanddelen ontstaat er alleen recht op een vordering in geld. Eenvoudige gemeenschap Naast het te verrekenen en niet te verrekenen privévermogen hebben Jan en Claudia een eenvoudige gemeenschap (gezamenlijk vermogen, ieder voor de onverdeelde helft). Tot de eenvoudige gemeenschap behoren de inboedel in de echtelijke woning (artikel 4.3 convenant) en de twee gezamenlijke bankrekeningen (artikel 4.6 en 4.7 convenant). Uitleg verrekenbedingen Claudia en Jan hebben een periodiek verrekenbeding opgenomen in de huwelijksvoorwaarden. Er blijkt uit het concept convenant dat zij nu alsnog tot verrekening over willen gaan. Zij dienen daarom alsnog het tijdens het huwelijk verkregen overgespaarde inkomen te verrekenen. In principe is een vervalbeding in de huwelijksvoorwaarden geldig (artikel 10). Aan het vervalbeding wordt uit redelijkheid en billijkheid voorbijgegaan (wet/jurisprudentie), tenzij bijzondere omstandigheden worden gesteld (hetgeen in deze casus niet het geval is). Het aanwezige vermogen wordt geacht uit overgespaard inkomen afkomstig te zijn, met uitzondering van inkomen/vermogen (mits in voldoende mate bewijsbaar): 1. dat niet tot de inkomensdefinitie behoort 2. verkregen uit erfenis en schenking (inclusief de vruchten) 3. vermogen van voor het huwelijk Indien van toepassing geldt zaaksvervanging. Aanbrengsten bij huwelijk Uit de huwelijksvoorwaarden blijken geen aanbrengsten bij huwelijk. Uit de casus blijkt dat zij beiden op moment van huwelijk beschikten over spaargeld. Dit is door hen beiden volledig geïnvesteerd in de door Claudia tijdens het huwelijk gekochte woning (omgerekend 50.000 van Jan en 15.000 van Claudia). Daarnaast is gegeven dat Jan een lijfrenteverzekering bezit van voor het huwelijk (koopsom in 1998 gestort). Schenking ouders Jan In 2014 heeft Jan 100.000 geschonken gekregen van zijn ouders. Dit bedrag is door hem afgelost op de hypothecaire lening. Ondanks dat zij beiden schuldenaar zijn, behoort deze lening tot het privévermogen van Claudia (woning is 100% haar eigendom). Jan heeft uit hoofde hiervan een vergoedingsvordering op Claudia. De investering heeft na 1-1-2012 plaats gevonden. Vraag is of op deze vordering de beleggingsleer van toepassing is (wet) of dat deze nominaal te vorderen is (huwelijkse voorwaarden). In het convenant hebben Claudia en Jan afgesproken dat Jan afziet van zijn recht op terugbetaling van dit bedrag in verband met de afspraken betreffende het pensioen (artikel 3.5). 2018 Examenbureau RFEA 9/13

Aankoop van de echtelijke woning De huidige echtelijke woning is privévermogen van Claudia. Alleen voor zover uit te verrekenen overgespaard inkomen in de woning is geïnvesteerd (aankoop, verbouwing/onderhoud, aflossing hypothecaire lening) heeft Jan recht op verrekening van de waarde van de woning. De betaling van de rente geeft geen recht op verrekening (behoort tot de kosten van de huishouding). Daarnaast heeft Jan een vordering op Claudia (vergoedingsrecht) voor zover hij uit voorhuwelijks vermogen in de woning heeft geïnvesteerd. Bij de aankoop heeft Jan 50.000 uit voorhuwelijks spaargeld geïnvesteerd. Hij heeft uit hoofde hiervan een nominale vordering op Claudia (huwelijkse voorwaarden en investering voor 1-1-2012). Daarnaast heeft hij uit te verrekenen spaargeld 10.000 (tijdens huwelijk opgebouwd) in de aankoop geïnvesteerd. Het te verrekenen vermogen van Jan heeft uit hoofde hiervan een vordering op het niet te verrekenen vermogen van Claudia. Op deze vordering is de beleggingsleer van toepassing (verrekening overgespaard inkomen). Deze vordering bedraagt: 10.000 * 790.000 (verwachte opbrengst)/ 660.000 (investering) = 11.969,70. Claudia heeft bij de aankoop 15.000 uit voorhuwelijk spaargeld geïnvesteerd. Dit is in haar eigen woning geïnvesteerd en heeft daarmee geen invloed op de verdeling verrekening. Daarnaast heeft zij uit te verrekenen spaargeld 5.000 (tijdens huwelijk opgebouwd) in de aankoop geïnvesteerd. Het te verrekenen vermogen van Claudia heeft uit hoofde hiervan een vordering op het niet te verrekenen vermogen van Claudia. Op deze vordering is de beleggingsleer van toepassing (verrekening overgespaard inkomen). Deze vordering bedraagt: 5.000 * 790.000 (verwachte opbrengst)/ 660.000 (investering) = 5.984,85. KEW s Jan en Claudia hebben ieder tijdens het huwelijk gespaard op een KEW die aan de hypothecaire lening is gekoppeld (verpand). Deze inleg wordt geacht uit overgespaard inkomen te zijn gedaan en daarmee vallen beide in het te verrekenen vermogen (waardering beleggingsleer). Omdat de KEW is verpand aan de hypothecaire lening, wordt deze waarde indirect gezien als aflossing op deze lening en daarmee als investering in de woning zelf. De te verrekenen waarde van de KEW s wordt daarom bepaald naar evenredige waardestijging van het pand zelf. Omdat de woning wordt verkocht is er geen onderlinge waarde overeengekomen. In de casus is gegeven dat een verkoopopbrengst wordt verwacht van 790.000. Het is reëel om deze waarde voor de berekening te gebruiken. Het te verrekenen bedrag wordt als volgt berekend: KEW Jan: 61.209 * 790.000 / 660.000 = 73.265. KEW Claudia: 40.882 * 790.000 / 660.000 = 48.934. De woning zelf (met de daarvoor aangegane hypothecaire lening) blijft buiten de verrekening. 2018 Examenbureau RFEA 10/13

Verrekening bruto lijfrente: fiscale gevolgen en latentie Op grond van de verrekening van de waarde van de bruto lijfrente van Claudia is de helft van deze bruto waarde als onderhoudsverplichting bij Claudia aftrekbaar en als periodieke uitkering bij Jan belast. Claudia heeft recht op een persoonsgebonden aftrek van 8.000/2 = 4.000, Jan dient dit zelfde bedrag aan te geven als periodieke uitkering en verstrekking. Hij is hierover, naast inkomstenbelasting, geen inkomensafhankelijke premie ZVW verschuldigd (inkomen boven maximum). Over het moment waarop het uit verrekening verschuldigde bedrag wordt voldaan kan discussie ontstaan. Uitgaande van de gedeeltelijke betaling binnen een maand na de datum van het metterwoon verlaten van de echtelijke woning door Jan is deze nog in 2018. Uitgaande van de resterende betaling uit de verkoopopbrengst van de woning is dit niet meer in 2018. Beide vallen buiten de in het convenant opgenomen termijn van het bij helfte dragen van de aanslagen inkomstenbelasting. Wel is in het convenant afgesproken dat zij in 2018 zullen kiezen voor vrije toerekening als/of zij het gehele jaar fiscaal partner zijn. Indien de aftrek en bijtelling in de aangifte 2018 worden betrokken, kunnen zij de aftrek van Claudia nog toerekenen aan Jan. Dit is niet in het convenant vastgelegd. Als ze hier alsnog voor kiezen had op de te verrekenen waarde een IB latentie in mindering moeten worden gebracht. Indien de aftrek en bijtelling in de aangifte 2019 worden betrokken dan wel uitgaande van de afspraken zoals gemaakt in het convenant (geen vrije toerekening uit hoofde van de lijfrente vastgelegd) wordt er op de waardering van de lijfrente geen IB latentie toegepast. Claudia geniet zelf het fiscale voordeel en Jan voldoet zelf de heffing. In de verdere uitwerking wordt hier van uitgegaan. 2 Waarborgsommen De waarborgsom voor de nieuwe woning van Jan is door middel van een bankgarantie geregeld. Deze valt niet in het te verrekenen vermogen. Op de peildatum heeft Claudia een vordering op de verhuurder uit hoofde van de gestorte waarborgsom ( 3.500). Deze valt in het te verrekenen vermogen. 2 In het convenant is de Wet Verevening bij echtscheiding uitgesloten. Hierdoor kan er een discussie ontstaan of er recht is op verrekening van een deel van de pensioenrechten voor zover deze uit overgespaard inkomen tijdens huwelijk zouden zijn opgebouwd. Het Arrest Boon van Loon is niet op deze casus van toepassing (geen huwelijksgemeenschap of finaal verrekenbeding). 2018 Examenbureau RFEA 11/13

Vermogensoverzicht Claudia privé Eenvoudige gemeenschap Jan privé Te verrekenen Te verrekenen KEW 48.934 Inboedel Ossenweg 15.000 KEW 73.265 Privérekening 2.570 Privérekening e/o 3.800 Privérekening 11.420 Inboedel huur 2.000 Spaarrekening e/o 98.000 Spaarrekening 29.000 Auto 36.000 Boot 29.000 Motor 17.000 Vordering PV V 11.969 niet te verr aankoop huis Lijfrente (zonder 8.000 IB latentie) Borg 3.500 huurwoning Vordering PV 5.984 niet te verr. aankoop huis Totaal 123.988 Totaal 154.654 Niet te verrekenen Niet te verrekenen Woonhuis 790.000 Lijfrente 18.000 Hypotheek -/- 480.000 Schuld aan PV M -/- 11.969 wel verr. aankoop huis Schuld aan PV wel verr. aankoop huis -/- 5.984 292.047 Totaal 116.800 Totaal 18.000 Berekening over- / onderbedeling: Ieder heeft recht op 50% van 116.800 = 58.400. De gezamenlijke inboedel van de echtelijke woning wordt verdeeld in 10.000 voor Jan en 5.000 voor Claudia, uiterlijk op de datum dat Jan de echtelijke woning metterwoon verlaat. De bankrekeningen worden opgeheven en het saldo 50/50 verdeeld. Jan krijgt toebedeeld: 10.000 + 1/2 * 101.800 = 60.900. Claudia krijgt toebedeeld : 5.000 + 1/2 * 101.800 = 55.900 De door Jan aan Claudia te betalen overbedeling bedraagt: 60.900 -/- 58.400 = 2.500. Berekening verrekenvordering/-schuld: De totale waarde van het te verrekenen vermogen bedraagt 123.988 + 154.654 = 278.642. Ieder heeft recht op 139.321. Jan heeft derhalve een verrekenschuld aan Claudia van 154.654 -/- 139.321 = 15.333. 2018 Examenbureau RFEA 12/13

De in de verrekening betrokken motor van Claudia wordt door Jan overgenomen voor een waarde van 17.000. Daarnaast valt de vordering van het te verrekenen PV van Jan op het niet te verrekenen PV van Claudia weg tegen de schuld in haar niet te verrekenen PV ( 11.969). Voor het overige behoudt ieder het eigen privévermogen. Het door Jan aan Claudia te betalen bedrag uit hoofde van verrekening bedraagt: 15.333 +/+ 17.000 -/- 11.969 = 20.364. Vergoedingsrechten Jan heeft een nominale vordering op Claudia van 50.000 uit hoofde van de investering van zijn voorhuwelijkse spaargeld in de aankoop van de woning. Van de vordering uit hoofde van de schenking van zijn ouders heeft hij afgezien. Totaal door Claudia aan Jan te betalen Verdeling (Jan aan Claudia) 2.500,00 -/- Verrekening (Jan aan Claudia) 20.364,00 -/- Vergoedingsrecht (Claudia aan Jan) 50.000,00 Totaal door Claudia te betalen 27.136,00 Vraag 7 Fiscaal risico Omdat de rentebetaling ziet op de EWS van Claudia en zij zelf deze last kan dragen, is de betaling door Jan fiscaal niet aan te merken als fictieve alimentatie. Omdat de rentebetaling niet op Claudia drukt en ook niet rentedragend aan Jan wordt schuldig gebleven, kan Claudia de rente ook niet als betaalde eigenwoning rente in aftrek brengen. Het fiscale voordeel over de hypotheeklast van de woning van Claudia valt daarmee volledig weg. Navorderingsrisico niet betaalde alimentatie In het convenant (bekrachtigd door de rechter) is een verplichting voor Jan opgenomen om aan Claudia een alimentatie van 500 per maand en voor de kinderen een bijdrage van 250 per maand te voldoen. Als hij samen met Claudia besluit de volledige rente te gaan voldoen en daarmee te stoppen met de betaling van de partneralimentatie, dan moeten zij deze afspraak schriftelijk vastleggen. Anders loopt Jan het risico dat Claudia alsnog het niet ontvangen bedrag aan partneralimentatie van hem vordert. Het minder gaan betalen voor de kinderen is niet toegestaan. De verplichting om bij te dragen in het levensonderhoud van kinderen mag niet worden verrekend met andere lasten. Daarnaast heeft Ingrid (meerderjarig) zelf recht op deze betaling. De niet betaalde bijdrage aan de beide dochters blijft volledig vorderbaar. 2018 Examenbureau RFEA 13/13