Het commentaar van "Uitwaterende Sluizen" op nota a. 286 van ZZW, RIZA en RIJP (Waterstaatkundige werken. het Westelijk Randmeer



Vergelijkbare documenten
ZZWB-M PROBLEMEN WATERKWALITEITS- ONDERZOEK. \ J

. D.B.W./RIZA. Stijghoogte-veranderingen door de aanleg van Westelijk Flevoland. D.B.W./RIZA nota Auteurs F.A.M. Claessen D.

3. Krabbersgatsluizen

Werkdocument Co. (te hanteren in het Statistisch Overzicht voor Flevoland) door. ir. A. G. van Ommeren

Financiering maatregelen tegen mogelijke wateroverlast in Amersfoort als gevolg. Bijlage(n):

Pompen - Markermeerdijken Noord-Holland. Syntheserapport. Harold van Waveren Rijkswaterstaat

Maandoverzichten debieten in grafieken

Rotterdam, 17 mei 2005 V.V.: 29 juni Waterakkoord Hollandsche IJssel en Lek. Agendapuntnr: 13

LANDAANWINNING EN BEDIJKING

2 Werkorijze project verbetering vaarweg Amsterdam-Lemmer

Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk.

Rijkswatorsloat directie L bib! ' [XP.T ' 8200 AP L« Notitie. De Markerwaard en het plan Lievense. door ir. E. Schultz. la j?

ri j\, jtaat direct ie zu iderzeewer ken lelystad

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Bi~en het b,eheersgebied van de directie Zuiderzeewerken liggen een aantal gemeentehavens en jachthavens, waarvan de toegangsgeul

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

SYMPOSIUM SLIM MALEN. Integrale sturing Rijnland. René van der Zwan

Activiteitenbesluit milieubeheer

Ful 8 L 10.:JS. afd,

Fotolocaties: Oranjesluizen Amsterdam Was Durgerdam Verkeersbord nabij Marken IJsverkoper Volendam Afsluitdijk Snackkar Markermeer Doorkijk gemaal De

Arnhem, 30 januari 1986 Rijkswaterstaat Dienst Binnenwateren/RIZA ir. W.Silva.

Delft. Doorbraak Houtribdijk. Een verkenning van de mogelijke omvang van de bres(sen) in de Houtribdijk na een eventuele dijkdoorbraak

Inleiding KNAG 7 december Dijkgraaf Herman Dijk

Behoort bij de publicatie:

[ Overzicht bomen A6. Page 1 of 8. Programma Schiphol - Amsterdam - Almere. Verklaring

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr x]

DIENST DER ZUIDERZEEWERKEN

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 23 september 2013 Nummer

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

ir. H. Hoeve door Abw april

Factsheet Vertex - Pilot Slim Waterbeheer ten behoeve van de Waterinfodag.

Die groote leegte 150 jaar toekomst van het Markermeer Over de inhoud van een nieuwe expositie

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied

rijkswaterstaat deltadienst

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Deel 1 Toen en nu 13

Lozen van water bij Bodemenergie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde nabij Bergen op Zoom

Aanvragen van vergunningen Aandachtspunten & tips

datum 2013 Handreiking Werkplan

Stormflits IJsselmeergebied. Noordwesterstorm 10 Bft

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 29 juli 2013 Nummer

Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet. Zaaknummer RWSZ

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Retributieverordening Oosterhout 2013

4 'y, rijksdienst voor de ijsselmeerpolders. R.W. Greiner. G.D. Butijn. minikterie van verkeer en waterstaat. De aansluiting van de sectie OZ op de

Waterbodems in de Waterwet

Lage afvoer Rijn heeft vooral gevolgen voor de scheepvaart

Duurzame energie. Leveranciersdag Rijk 27 november Piet Glas

Droogtebericht. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 5 december 2011 Nummer

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Activiteitenbesluit milieubeheer

Achtergrondnotitie De toon van communicatie aan doelgroepen in relatie tot verbetering van de chemische waterkwaliteit

ARCHIEF VAN HET WATERSCHAP KORTRIJK EN GIELTJESDORP,

Kennis Agenda: onderzoek Testwater. Guido Bakema, IF Technology 15 november 2016

Eddy Lammens, RWS WVL

Eerste Kamer der Staten-Generaal

IJsselmeergebied: duurzame ontwikkeling vanuit ecologisch perspectief

Besluit lozen buiten inrichtingen

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

CALAMITEITENREGELING HOGE WATERSTAND OP VOLKERAK/ZOOMMEER

Activiteitenbesluit milieubeheer

Nota beantwoording zienswijzen

NHI 3.0 een terugblik Inbreng regio en wat heeft het opgeleverd. Jacco Hoogewoud, namens Projectteam NHI 25 april 2013

B i j l a g e 4 : W a t e r a d v i e s H o o g h e e m r a a d s c h a p H o l l a n d s N o o r d e r k w a r t i e r

Waterschap en bluswatervoorziening. Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg

Verslag van de bijeenkomsten voor leden van Natuurmonumenten over het project Marker Wadden, in Hoorn op 17 januari en 21 februari 2013.

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden

2.2.1 Noordelijke kust

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Vergunning op grond van de Waterwet en Algemene regels op grond van de Keur Waterschap Zuiderzeeland 2011

Van Hopinhoucklian 60 AAN. Van Ho~enhoucklaan 60, ' BiaUVICNIIAUiE.

De afvalwaterbehandeling in West-Friesland-Oost

Droogtebericht. Droogtemaatregelen blijven nodig. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)

Droogtemonitor. Droogte vraagt aandacht, maar is beheersbaar. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) 6 juni 2017 / nummer

VERWIJDERING VAN ZWEVEND EN DRIJVEND WIL MET BEHULP VAN STAAFROOSTERS OP DE R.W.Z.I. TE LELYSTAD. door. november Abw 1644 I

directie zuiderzeewerken

Distributiemodel, deel F

Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP)

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Beschikbaar stellen krediet en wijze van financiering IBA-project. 5 maart Status.

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Toerisme en Recreatie

3 Oppervlaktewater en waterkering

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

RWS-2016/45225 I. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Procedure 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.

Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie

Besluit lozing afvalwater huishoudens

Financiële aspecten. Concept tweede KRW-maatregelenprogramma

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek

Transcriptie:

p x RIJKSWATERSTAAT DIRECPIE ZUIDERZEEWERKEN Afd. AN-Planstudie. Memorandum ZZAP-M-77.00.03 \\\ Het commentaar van "Uitwaterende Sluizen" op nota a (,1589 286 van ZZW, RIZA en RIJP (Waterstaatkundige werken / en waterkwaliteit in het IJsselmeergebied). \, 1. Inleiding Bij brief nr. 2642/BJ did. 4 januari 1977 (ZZW nr. 000150) heeft het ~ooqheemraadscha~ van de uitwaterende sluizen in Kennemerland en West-Friesland (U.S.) commentaar geleverd op nota 286 van februari 1975. Het commentaarstaat in de bijlaqen IIIen IV van een aan het bestuur van U.S. gerichte brief (waarschijnlijk) af- komstig van de Technische Dienst van U.S. Onderstaand zal steeds naar deze bijlagen I11 en IV worden verwezen. Naast opmerkingen in de bijlagen I11 en IV die geheel in overeenstemming zijn met de nota en die bedoeld'zijn ter voorlichting van het bestuur van U.S. staan in de bijlagen.'opmerkingen die U.S. bij ZZW ter discussie zou willen stel- 1en.Deze opmerkingen betreffende de volgende onderwerpen:.- de watervoorzieningsmogelijkheden '- de te verwachten waterkwaliteit op het Markermeer, resp. het Westelijk Randmeer - het gewenst c.q. ongewenst zijn van lozingen van Noord-.Holland op het Markermeer, resp. het ~estelijk Randmeer - de achteruitgang,van de lozingsmogelijkheden van Noord- Holland na uitvoerinq van de Markerwaard.,,: de vrees dat in de nota genoemde getallen bindend zouden zijn voor U.S... ~ 2.'De'watervoorzieningsmogelijkheden..Op pag. 2 en 3 van bijlage I11 worden de voorraden op het. Markemeer, resp. Westelijk Randmeer als te klein beschouwd omdat deze bij een peilvariatie van 0,10 m (tussen N.A.P., a 6-0.20 m en N.A.P. -0,30 m) slechts ca. 60.10 resp. 20.10 6

bij een onttrekking van 50 m3/s. Hierbij zijn de volgende opmerkingen te maken: 1) Een voorraad dient 'om perioden waarin de aanvoer kleiner is dan de onttrekking.te overbruggen. Ten onrechte wordt dus qedaan alsof alleen de voorraad aanweziq is. Deze overbrugginqstijd kan veel langer'iijn dan 14 resp. 4,5 etmalen. 2) Voor Noord-Holland is niet alleen de voorraad van het Mar- kermeer, resp. Westelijk Randmeer beschikbaar maar ook die van het IJsselmeer. Voor de ~atervkorzienin~ k$n het beste de combinatie IJsselmeer-Markermeer (of randmeer) als een eenheid opgevat worden die ter.beschikking staat aan alle gebruikers., Overigens worden de in de toekomst te verwachten tekorten in- tegraal door RWS onderzocht m.b.v. WAMAMO. Hiermee kunnen ook de nodige peilverhogingen worden bestudeerd. 8 3. De te verwachten waterkwaliteit op het Markermeer resp. het Westelijk Randmeer. U.S. is er niet gerust op dat de waterkwaliteit in het Marker- meer of het Westelijk Randmeer voldoende zal zijn. Aandachtspunten zijn: het chloridegehalte, de fosfaatbelastinq en de verzadiginq van ~~sseimeerslib'inet zware metalen. M.b.t. het chloridegehalte wordt gesteld (zie ook par.4) dat het beter is dat Schermerboezem en Waterland niet meer op het Westeli jk Randmeer lozen,. M.b.t. het fosfaatgehalte heeft Schermerboezem detailkritiek op de berekeningen die echter voor het totaalbeeld niets ver- anderen. I I M.b.t. verzadiging met zwa';e metalen stelt U.S. dat voorzich- tigheid betracht moet worden als het gaat om inpoldering van de Markerwaard omdat dit de waterkwaliteit in het Westelijk (I Randmeer nadelig zou kunnen beinvloeden. Deze problematiek, staat echter min of meer 10s van de Markerwaard. Bij dreigende verzadiqinq van het IJsselmeerslib zal sanering drinqend nodiq zijn, ook zonder Markerwaard..,Blz. 7 van bijlage IV stelt dat extra watertoevoer naarschermerboezem geen' gevolqen voor de entrofieerinq van het Weste- '

lijk Randmeer zal hebben daar bij de vrij lage fosfaat- gehalten geen "zelfreiniqing" meer optreedt. Echter juist bij een lage belasting met fosfaten kan extra fosfaattoe- voer de entrofieering relatief sterk bevorderen. Dit commen- taar van U.S. lijkt overiqens niet in overeenstemminq met het commentaar op blz. 7 v& bi jla'qe N (Ze alinea). 4. Het gewenst c.q. ongewenst zijn van lozingen van Noord-Hol- land op het Markermeer, resp. het Westelijk Randmeer. U.S. stelt (en heeft ook in het verleden dit meermalen mon-. deling gesteld) dat het voor de waterkwaliteit van het Mar- kermeer en zeker van het Westelijk Randmeer qewenst is dat na voltooiing van de Tweede Oostvaardersdijk, resp. van de Markerwaard, beter is ook de lozingen van Noord-Holland (Wa- terland, Schermerboezem, westerkogqe')'naar elders af te leiden. Zie bijlage 111, paq. 6 waarin gepleit wordt voor een nadere studie naar de zinvolheid van'het afleiden van deze,lozingen, na de bouw van'de Tweede Oostvaardersdijk en bijlage IV, pag. 6 (commentaar bij blz. 1) waarin U.S. het opmerkelijk zegt te vinden dat ~oord-~olland op het Westelijk Randmeer kan blij- ven lozen. Dit zou 0.a: kwalitatief onqewenst zijn. I I Hierbij is het volqende op te merken: De Noord-Hollandse waterschappen hebben zelf belanq bij aflei- ding van hun lozinqen naar elders en zijn daar pbk vrij in. Verlaginq van het chloridegehalte kan qeen motief zijn deze afleiding door RWS te laten betalen. siechts als de N-Z-kop- peling zou wo;den uitgevoerd hebben ook. anderen belanq bij een lager chloridegehalte. In het kader van de voor de N-Z- koppeling uit te voeren werken zou dan wellicht ook over de afleiding en de financiering daarvan gesproken kunnen worden. Uit een oogpunt van bestrijding van de entrofieering van het Westelijk Randmeer (of van het Markermeer) lijkt afleidinq van de lozingen van Noord-Holland inderdaad een verbetering. Het effect is ook afhankelijk'van de mate van mobilisatie Van., nutri8nten uit. de'boden na vermindering van de belasting van het oppervlaktewater. Hiervan kan nog niet veel worden gezeqd. (Wat is de snelheid van deze mobilisatie en raakt deze na ja- ren uitgeput?] Wanneer het Westelijk Randmeer als transport-

.weg voor de N-Z-koppeling wordt gebruikt of als Schemer-. boezem meer water zal gaan innemin in de toekomst zal het effect van afleiding ook weer (wat)kleiner worden. Over de financiering van deze afleiding kunnen twee stand-,. punten ingenomen worden: 1) U.S. is kwalitatief waterbeheerder in Noord-Holland en1 verantwoordelijk voor de kwaliteit van,de lozingen. Maatregelen moeten door U.S. worden genomen en gefinan- cierd. (De middelen hiervoor zullen we1 ontbreken omdat de huidige heffingen alleen op de zuurstofbelastende stoffen zijn gebaseerd). 2) ZZW heeftals waterbeheerder medeals doelstelling een goede waterkwaliteit in de te vormen randmeren te bevor- deren. De afleiding van delozingen kan ddn in het kader van de Zuiderzeewerken worden gefinancierd. Het initia- tief behoort dan bij ZZW te liggen. 3. 5. De achteruitgang van'ae lozingsmogelijkheden van Noord-Hol- land na uitvoering van de Markerwaard. In bijlage IV pag. 6 stelt U.S. dat het zeer de vraag is of de lozingsmogelijkheden van Noord-Holland (Schermerboezem) in tijaen van groot waterbezwaar reeel blijken te zijn. U.S. heeft bij andere gelegenheden steeds gesteld dat ZZW verantwoordelijk is voor achteruitgang van de lozingsmoge-. < lijkheden en daarom ter.cornpensatie een gemaal zou moeten financieren (aan het rkdqeer of elders). Hierbij is het volgende op te merken: De lozingscapaciteiten zullen na uitvoering van de,marker- vjaard kleinkr zijn dan in de huidige situatie door een snel- lere stijging van het peil in perioden met groot waterbezwaar. De huidige situatie kan echter als een tijdelijk gunstige si- tuatie worden gezien (na aanleg van de dijk Enkhuizen - Le,ly-.stad z'ijn de peilen in perioden van groot waterbezwaar la- ger dan v66r deze aanleg). ZZW heeft zich altijd op het stand-,. punt gesteld dat de situatie na aanleg van de Markerkaard.niet ' ongunstiger is dan de situatie voor de afsluiting van de Zui-. derzee en dat U.S. daarorn geen claim kan doen gelden.

6. De vrees dat in de nota genoemde getallensbindend zouden :, zijn voor u.s.. (zie bijlage IV, pag. 6, opm. 1 en 2). De in de nota genoemde getallen (debieten e.d.1 zijn niet als bindende maxima bedoeld. De nota is geen beleidsnota maar een studienota die het effect van uit te voeren werken beki jkt. : Lelystad, 2 januari 1977.!, 9, H.W.B. van der Molen.